Hoofdstuk 4

Natuurkunde hoofdstuk 4

1. Voorwerpen die niet geladen zijn hebben positieve en negatieve lading.
---> neutraal. Alleen de negatieve eletronen kunnen overspringen. Bij het wrijven van een voorwerp verplaats je dus alleen de negatieve elektronen.

2. je hebt twee soorten schakelingen;
-serie schakeling
- parellel schakeling

een serie schakeling is een schakeling zonder vertakkingen, de stroomsterkte is daarom overal gelijk.

een parallel schakeling is een schakeling met vertakkigen en dus is de stroomsterkte niet overal gelijk.


3. De weerstand = spanning : stroomsterkte

R = U : I

4. Als je de weerstand groter maakt is de stroomsterkte kleiner.
Maak je de weerstand kleiner, dan wordt de stroomsterkte groter.

als je de weerstand van een serieschakeling wilt weten moet je als de weerstanden optellen.
dus de R totaal = R1 + R2 + R3 enz..

Als je de weerstand van een parallelschakeling wilt weten doe je dit;
R totaal = 1/R + 1/R enz..

5. Op elk elektrisch apparaat staat het vermogen aangegeven.
Het vermogen is de goeveelgeid elektrische energie het per sec. verbruikt. Dit wordt in Watt aangegeven.

Apparaten met een klein vermogen vebruiken per seconde weining energie
Apparaen met een groot vemogen verbruiken par seconde veel energie.

Om het vermogen uit te rekenen kun je deze formule gebuiken:

vermogen = spanning (keer) stroomsterkte

P = U (keer) I


Als je de stroom in ampere invult en de spanning in volt krijg je het vermogen in Watt.

Hoeveel elektische energie je thuis verbruikt, wordt gemeten in kilowattuur (KWh)

Kilowatt reken je uit door:

E = P (keer) t

dus het vermogen keer het aantal uren.

6. De weerstand hangt af van
-de lengte van de draad
-de doorscede van de draad
-het materiaal van de draad

om de weerstand van een draad te berekenen waarvan je de lengte of het oppervlakte van de doorsnede weet kun je de volgende formule gebruiken:

R = P (keer) I/A

P is een eigenschap van een materiaal, het is de weerstand per vierkante mm (het oppervlakte van de doorsnede van de draad) en per meter ( de lengte van de draad)
Het oppervlakte van de doorsnede reken je uit door Pie (keer) straal-kwadraat.

I = de lengte

A=opp.
R= de weerstand
u= spanning
I=stroomsterkte
P=het vermogen
E=kilowattuur
t= de tijd
ZO’n rare P =viekante mm per m(lengte) van een bepaald materiaal.