Hoofdstuk 3: Geluid

Trilling: beweging die steeds herhaalt rondom evenwichtsstand
Evenwichtsstand: stand waarin trillend voorwerp na enige tijd tot stilstand komt. Dan is er evenwicht. Amplitude: van trilling is afstand van evenwichtsstand tot omkeerpunt. Amplitude van geluidstrilling es maat voor geluidssterkte. Hoe groter amplitude, hoe harder geluid. Frequentie: van toon is aantal geluidstrillingen per seconde. Frequentie in Hz (hertz). Bij grotere frequentie toon hoger. Freq geeft aan hoe snel iets trilt. Trillingstijd: tijd die voor één volledige trilling nodig is. Trillingstijd zegt óók iets over snelheid waarmee iets trilt. Freq en trillingstijd hebben dus iets met elkaar te maken.

Marieke krijgt elke maand 20 euro. Tijdsduur is 1 maand, of 1/12 jaar. Marieke krijgt 12 keer per jaar twintig gulden. Frequentie van zakgeld krijgen is 12. Dus frequentie van zakgeld krijgen is 12 keer per jaar. Tijdsduur tussen zakgeld krijgen is 1/12 jaar. Met trillingen hebben freq en tijdsduur op dezelfde manier met elkaar te maken. Voorwerp aan veer wordt aan trillen gebracht. Tijd van 10 hele trillingen is 5 s. een hele trilling duurt dan 5/10= ½ s. dan worden in één sec 2 trillingen uitgevoerd. Frequentie is dus 2 Hz. Dus: trillingstijd = ½ s. Freq is 2 Hz. Is wiskunde heten 2 en ½ elkaars omgekeerde. In formulevorm wordt dit: T=1/f of F=1/T. hierin: f = frequentie in Hz (hertz) en T is trillingstijd in seconde (s).

Resonantie is het vanzelf gaan meetrillen met andere trilling. Eigenfrequentie: is freq waarmee een voorwerp kan trillen. Bij strakker gespannen snaar is toon hoger. Een golf is trilling die wordt doorgegeven. Bij lopende golf gaan deeltjes na elkaar trillen met gelijke amplitude. Bij staande golf trillen deeltjes met verschillende amplitude. Een knoop bij staande golfbeweging is plaats die niet trilt. Een buik bij staande golf is plaats die het heftigst trilt. De golflengte is lengte van één berg en één dal samen. Bij oscilloscoop geldt: Hoe meer trillingen op scherm, hoe groter freq. Hoe hoger toppen, hoe groter amplitude. Gelijke polen van magneet stoten elkaar af
Ongelijke polen van magneet trekken elkaar aan. In een luidspreker wordt een elektrisch signaal omgezet in geluid. De stroom die ontstaat als je een magneet beweegt in de buurt van een spoel, heet een inductiestroom. In een microfoon wordt geluid omgezet in een elektrisch signaal.