Hoofdstuk 2: Licht

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 354 woorden
  • 28 november 2010
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 7
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Natuurscheikunde samenvatting hoofdstuk 2: licht

De kleuren van het spectrum zijn: rood, oranje,geelgroen,blauw en violet.

Een gekleurd voorwerp absorbeert alle kleren licht behalve de eigen kleur. Als je alle kleuren licht mengt krijg je wit licht.

Als je alle kleuren verf mengt krijg je zwart.

Licht verspreid zich rechtlijnig. Als licht op een ondoorzichtig voorwerp valt ontstaat achter het voorwerp een schaduw. Als de schaduw op een vlak valt ontstaat er een schaduwbeeld. Licht is zichtbare elektromagnetische straling. Ultraviolet en infrarood zijn onzichtbare soorten elektromagnetische straling.

Een normaal is een lijn loodrecht op de spiegel. De hoek van inval is gelijk aan de hoek van terugkaatsing:
Het beeld achter de spiegel is een virtueel beeld. De teruggekaatste stralen uit een punt lijken uit het spiegelpunt van dat punt te komen.

De meeste voorwerpen werken niet als spiegels maar kaatsen lichtstralen in alle richtingen terug. Dit noem je diffuse terugkaatsing.

Bolle lenzen(positieve lenzen) kunnen een reëel beeld vormen. Het reële beeld bij een positieve lens is omgekeerd: boven en onder en links en rechts zijn verwisseld.

Evenwijdige lichtstralen die loodrecht op de bolle lens vallen, gaan na breking door het brandpunt van de bolle lens.

Holle lenzen zijn negatieve lenzen.

Evenwijdige lichtstralen die loodrecht op de holle lens vallen, lijken na breking uit het brandpunt van de lens te komen.

Een negatieve lens vormt een virtueel beeld.

De hoofdas is de denkbeeldige lijn loodrecht op de lens door het midden van de lens.

Een lichtstraal evenwijdig aan de hoofdas van een bolle lens gaat na breking door het brandpunt.

Een lichtstraal door het midden van de lens wordt niet gebroken.

De afstand van een voorwerp tot de lens is de voorwerpsafstand.(v)

De afstand van de lens tot het beeld is de beeldafstand.(b)

Vergroting N= grootte beeld

Grootte voorwerp

In een camera en in je oog zit een positieve lens. Oog en camera passen zich aan verschillende voorwerpsafstanden aan. Het oog doet dit door de sterkte van de lens te veranderen(accommoderen). Bij een camera verplaats je de lens.

Verziendheid wordt gecorrigeerd met een bolle lens.

Bijziendheid wordt gecorrigeerd met een holle lens.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.