Natuur samenvatting H2:
Proeven = experiment (experiment niet altijd dezelfde betekenis)
Bij proeven kun je waarnemen, dat doe je met je zintuigen. Uit de waarnemingen trek je een conclusie.
Conclusies trekken doe je met je hersens. Het ouderwetse woord voor conclusie is gevolgtrekking.
Je hebt 5 zintuigen om waar te nemen:
· huid | voelen (huid)
· smaak | proeven (tong)
· reuk | ruiken (neus)
· gehoor | horen (oren)
· ogen | kijken (ogen)
Een simpel verwarmingsapparaat is de spiritusbrander. Om sneller en tot een hogere temperatuur te verwarmen, gebruik je een gasbrander. Met aardgas al brandstof. Kijk naar blz. 31 die tekening moet je kennen!!
Je hebt 2 soorten veiligheidsmaatregelen:
· maatregelen om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren
· maatregelen die je moet nemen als het een ongeluk is gebeurd
Als je met een gasbrander gaat werken zijn er een paar veiligheidsmaatregelen die je moet nemen:
· (als je lang haar hebt) doe je het in een staart
· je ogen zijn kwetsbaar, dus zet je een veiligheidsbril op.
Als je ondanks dat toch iets in je oog krijg spoel je het er meteen uit met de oogdouche
· houd met je vingers je oog zo ver mogelijk open
· zet de oogdouche op je oog
· knijp een paar keer flink in de fles om je oog schoon te spoelen (zie foto blz. 31)
In veel lokalen is de oogdouche aangesloten op de waterleiding deze heeft een andere bediening.
Wat moet je doen als je kleding in de brand vliegt:
· zo kalm mogelijk blijven (makkelijk gezegd!)
· een branddeken omslaan, of onder de branddouche gaan staan (bij ons op school)
· NIET gaan rennen, je kleding gaat dan alleen maar harder branden!
De brander: kijk naar blz. 32 & 33 (ik ga dat niet helemaal overtypen)
gasregelknop : hiermee kan je de hoeveelheid gas toevoegen (hoe groot de vlam wordt)
luchtregelschijf : hiermee kan je de soort vlam bepalen (gele vlam, blauwe vlam, ruisende
vlam)
Een gele vlam wijst op een slechte verbranding, daardoor komt er ook roet op het voorwerp.
Als je je gasbrander even niet nodig heb op het practicum zet je hem op de gele vlam (pauzevlam) omdat die dan goed zichtbaar is.
De blauwe vlam is om middelmatig te verwarmen en om bijv. water aan de kook te brengen. De temperatuur van de blauwe vlam is hoger dan die van de gele.
Bij de ruisende vlam krijgt het aardgas veel zuurstof uit de lucht. De verbranding is beter en de temperatuur is nog hoger. Rond om de blauwe kern is de temperatuur het hoogst en in de punt van de blauwe kern het allerhoogst.
Met de lucht toevoer kun je 3 soorten vlammen instellen:
· gele vlam (pauze vlam)
· blauwe vlam (matige verwarming)
· ruisende vlam (zeer sterke verwarming)
Eigenschappen en gebruik van verschillende soorten vlammen:
luchtvoer gesloten luchtvoer iets open luchtvoer verder open
kleur geel lichtblauw kleurloos met kern
geluid geluidloos geluidloos ruisend
roetvorming ja nee nee
Temperatuur matig hoog hoog zeer hoog. Vooral om de kern sterk verhitten
Gebruik kleine pauzevlam normaal verwarmen (bijv. vloeistoffen) kern sterk verhitten (bijv. metaal laten groeien)
Stoffen = chemicaliën
Je mag de chemicaliën vrijwel nooit aanraken of proeven. Je moet zo weinig mogelijk van de stof gebruiken omdat, dat beter is voor het milieu en, dat is minder duur.
Dat betekent:
· vaste stoffen : een kleine spatelpunt
· vloei stoffen : 2 ml
·
Tijdens een practicum mag je nooit eten of drinken, er kan schadelijke stof aan je handen zitten. ook mag je een stof niet diep inademen maar moet je die geur een beetje naar je toe wuiven. Overgebleven chemicaliën moet je nooit terug doen in de pot omdat de stof verontreinigd kan zijn en dan kan de hele voorraad onbruikbaar worden.
Zuurkasten zijn kasten die schadelijke gassen en dampen moeten afzuigen
Je moet de doorsnee van het gereedschap dat we in de les hebben getekend kennen!
Van het practicum maak je een verslag je heb 2 soorten verslag:
· èèn waarbij je precies de stappen uit het boek volgt
· èèn waarbij je zelf moet bedenken wat je moet doen
Proeven = experiment (experiment niet altijd dezelfde betekenis)
Bij proeven kun je waarnemen, dat doe je met je zintuigen. Uit de waarnemingen trek je een conclusie.
Conclusies trekken doe je met je hersens. Het ouderwetse woord voor conclusie is gevolgtrekking.
Je hebt 5 zintuigen om waar te nemen:
· huid | voelen (huid)
· smaak | proeven (tong)
· reuk | ruiken (neus)
· gehoor | horen (oren)
Een simpel verwarmingsapparaat is de spiritusbrander. Om sneller en tot een hogere temperatuur te verwarmen, gebruik je een gasbrander. Met aardgas al brandstof. Kijk naar blz. 31 die tekening moet je kennen!!
Je hebt 2 soorten veiligheidsmaatregelen:
· maatregelen om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren
· maatregelen die je moet nemen als het een ongeluk is gebeurd
Als je met een gasbrander gaat werken zijn er een paar veiligheidsmaatregelen die je moet nemen:
· (als je lang haar hebt) doe je het in een staart
· je ogen zijn kwetsbaar, dus zet je een veiligheidsbril op.
Als je ondanks dat toch iets in je oog krijg spoel je het er meteen uit met de oogdouche
· houd met je vingers je oog zo ver mogelijk open
· zet de oogdouche op je oog
· knijp een paar keer flink in de fles om je oog schoon te spoelen (zie foto blz. 31)
In veel lokalen is de oogdouche aangesloten op de waterleiding deze heeft een andere bediening.
Wat moet je doen als je kleding in de brand vliegt:
· een branddeken omslaan, of onder de branddouche gaan staan (bij ons op school)
· NIET gaan rennen, je kleding gaat dan alleen maar harder branden!
De brander: kijk naar blz. 32 & 33 (ik ga dat niet helemaal overtypen)
gasregelknop : hiermee kan je de hoeveelheid gas toevoegen (hoe groot de vlam wordt)
luchtregelschijf : hiermee kan je de soort vlam bepalen (gele vlam, blauwe vlam, ruisende
vlam)
Een gele vlam wijst op een slechte verbranding, daardoor komt er ook roet op het voorwerp.
Als je je gasbrander even niet nodig heb op het practicum zet je hem op de gele vlam (pauzevlam) omdat die dan goed zichtbaar is.
De blauwe vlam is om middelmatig te verwarmen en om bijv. water aan de kook te brengen. De temperatuur van de blauwe vlam is hoger dan die van de gele.
Bij de ruisende vlam krijgt het aardgas veel zuurstof uit de lucht. De verbranding is beter en de temperatuur is nog hoger. Rond om de blauwe kern is de temperatuur het hoogst en in de punt van de blauwe kern het allerhoogst.
Met de lucht toevoer kun je 3 soorten vlammen instellen:
· blauwe vlam (matige verwarming)
· ruisende vlam (zeer sterke verwarming)
Eigenschappen en gebruik van verschillende soorten vlammen:
luchtvoer gesloten luchtvoer iets open luchtvoer verder open
kleur geel lichtblauw kleurloos met kern
geluid geluidloos geluidloos ruisend
roetvorming ja nee nee
Temperatuur matig hoog hoog zeer hoog. Vooral om de kern sterk verhitten
Gebruik kleine pauzevlam normaal verwarmen (bijv. vloeistoffen) kern sterk verhitten (bijv. metaal laten groeien)
Stoffen = chemicaliën
Je mag de chemicaliën vrijwel nooit aanraken of proeven. Je moet zo weinig mogelijk van de stof gebruiken omdat, dat beter is voor het milieu en, dat is minder duur.
Dat betekent:
· vaste stoffen : een kleine spatelpunt
·
Tijdens een practicum mag je nooit eten of drinken, er kan schadelijke stof aan je handen zitten. ook mag je een stof niet diep inademen maar moet je die geur een beetje naar je toe wuiven. Overgebleven chemicaliën moet je nooit terug doen in de pot omdat de stof verontreinigd kan zijn en dan kan de hele voorraad onbruikbaar worden.
Zuurkasten zijn kasten die schadelijke gassen en dampen moeten afzuigen
Je moet de doorsnee van het gereedschap dat we in de les hebben getekend kennen!
Van het practicum maak je een verslag je heb 2 soorten verslag:
· èèn waarbij je precies de stappen uit het boek volgt
· èèn waarbij je zelf moet bedenken wat je moet doen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden