Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 1: Stoffen en materialen

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas vmbo | 415 woorden
  • 3 oktober 2010
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

SAMENVATTING HOOFDSTUK 1 STOFFEN EN MATERIALEN

-de bouwstenen van stoffen noem je moleculen, als een stof uit een soort moleculen bestaat mag je het een zuivere stof noemen.

-in vaste stoffen zitten de moleculen dicht op elkaar geplakt, ook in vloeistoffen zitten de moleculen dicht op elkaar, maar ze kunnen niet langs elkaar bewegen, in gassen zitten de moleculen op grote afstand van elkaar.

-verschillende stoffen bij elkaar brengen heet mengen, je krijgt dan een mengsel, die bestaan uit meer dan een soort moleculen, lucht is ook een mengsel.

Er zijn veel verschillende soorten mengsels,

• Bij een oplossing zitten de moleculen helemaal door en door gemengd.

• Bij een suspensie zitten groepjes moleculen van de ene stof in een vloeistof,( in verf op waterbasis zweven vaste verfdeeltjes tussen de watermoleculen)

• In een emulsie zweven druppeltjes van de ene vloeistof in een andere vloeistof.

• Ook nevel rook en schuim zijn mengsels.

Een stof herken je aan zijn stofeigenschappen, dat zijn bijvoorbeeld de kleur, geur,oplosbaarheid,kookpunt, smeltpunt,geleiding en dichtheid, verspaanbaarheid, stroomgeleiding,warmtegeleiding,geluidsgeleiding,verbindbaarheid,uitzetten en krimpen en corrosiebestendigheid.

De dichtheid van een stof is de massa van 1cm3 van die stof, dichtheid heeft symbool p en de eenheid g/cm3


Een stof zinkt in een vloeistof als deze een grotere dichtheid heeft dan die vloeistof, de stof drijft als deze een lagere dichtheid heeft. Als de dichtheden gelijk zijn zweeft die stof in de vloeistof. Dit geld ook voor stijgen, zweven en zinken in gassen.


Een materiaal is een stof, of combinatie van stoffen, die je bewerkt tot een gebruiksvoorwerp.

Materialen kies je op grond van hun eigenschappen, ook houd je rekening met de prijs.


Veiligheidsbril,gehoorbescherming en witte jas zijn veiligheidshulpmiddelen, weten wat je doet is de belangrijkste veiligheidsmaatregel. Werk pas met stoffen als je weet welke gevaren er zijn, op veiligheidskaarten staat hoe je veilig met een stof kan omgaan. Op verpakkingen van stoffen staan vaak gevarensymbolen(pictogrammen) in een gifwijzer staat wat je moet doen na contact met een giftige stof.


Voor de producten van materialen zijn grondstoffen nodig. Grondstoffen zijn niet overal en niet onbeperkt beschikbaar. Met recyclen gaat men de uitputting van natuurlijke hulpbronnen tegen. Bij duurzame productie worden hulpbronnen niet uitgeput. Met een blokschema geef je een productieproces duidelijk weer.


Onzorgvuldig gebruik van stoffen veroorzaakt, lucht water en bodemverontreiniging. Verantwoord omgaan met afval doe je door afval te scheiden en zoveel mogelijk te hergebruiken.


Je moet ook de gevarensymbolen van irriterend,licht ontvlambaar,giftig en niet mengen kennen

Boek: Nu voor Straks

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.