Hoofdstuk 1

Natuurkunde Samenvatting

Rekenen met Celsius en kelvin ?

100 ̊C

373 K

50  ̊C

323 K

0  ̊C

273 K

-100  ̊C

173 K

-200  ̊C

73 K

- 273  ̊C

0 K

Hoe werkt de thermometer ?

Bij een vloeistofthermometer is een reservoir gevuld met een gekleurde vloeistof. Dit reservoir gat over in een langs smal buisje: het capillair. Bij verwarmen zet de vloeistof uit en gaat de capillair omhoog.

Wet van boyle ?

P x V = C

P = Pascale - - - > druk in Newton

V = Volume - - - > inhoud in m³

C = Constante - - - > constante temperatuur

Bv. Een doos met 100.000 pa (1bar) het volume van de doos is 0,05 m³ word samengedrukt waardoor hij 2x zo klein is, hoe hoog is de druk nu ?

p1 = 100.000 pa

V1 = 0,05 m³

p1 x V1 = 5000 Nm (newtonmeter)

Situatie 2: Doos word samen gedrukt

p2 = 200.000 (doos is 2x zo klein, druk word twee keer zo groot)

V2 = 0,025 ( doos is 2x zo klein dus inhoud ook)

p2 x V2 = 5000 Nm

Conclusie, hoe kleiner de doos de druk blijf even veel.

Ook kun je zeggen p1 x V1 = p2 x V2

Hoe bereken je  druk ?

Druk = P (pressure)

P = N ÷ m²

Hoe bereken je zwaartekracht ?

Fz = m x g

Fz = zwaartekracht

M = massa

G = valsnelheid ( altijd 9.81)

Bv. Er valt een piano van 500 kg uit de lucht

M = 500 kg

G = 9.81

Fz = 500 x 9.81 = 4905 Newton

Van pascal naar bar ?

Een bar is precies gelijk aan 100.000 Pa

Waarom rekenen wij niet met kelvin ?

Celsius was al eerder uitgevonden, en we zijn in Nederland nooit overgegaan.

Hoe bereken je de druk die op een oppervlak staat ?

P = F ÷ A

P = pressure (druk)

F = force

A = aria (oppervlak)

Bv.

F = 10 N

A = 1 m²

P = 10/1 = 10 Pa.