Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 8

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 2e klas havo/vwo | 497 woorden
  • 9 mei 2013
  • 21 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
21 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Samenvatting Nask proefwerkweek

Leren:

Hoofdstuk elektriciteit

Stappenplan over stroom

Wat is overbelasting

Berekenen.

 

In een elektrisch apparaat wordt elektrische energie veranderd (omgezet) in een andere energiesoort. In een normale elektriciteitscentrale wordt elektrische energie gemaakt (opgewekt) door de verbranding van steenkool of aardgas.

Voor elektrische energie gebruik je de eenheid kilowattuur de afkorting hiervan is: kWh. kWh betekent de hoeveelheid elektrische energie die een apparaat van 1 kilowatt (kW) gedurende 1 uur (h) gebruikt. 1 kWh = 3600000 J = 3600 kJ ( J= Joule). Elektrische spanning (U) is een grootheid met de eenheid volt (V). Gelijkspanning en wisselspanning zijn niet hetzelfde, deze twee soorten spanningen moet je dus onderscheiden. De netspanning die de meeste mensen thuis hebben is 230 Volt wisselspanning. Als je een elektrisch apparaat hebt staat daar op de spanning waarop het apparaat aangesloten moet worden. Die spanning wordt geleverd door een spanningsbron, bijvoorbeeld een batterij. Er zijn verschillende spanningsbronnen, namelijk met een constante spanning en met een regelbare spanning.

Elektrische stroomsterkte (l)  is een grootheid, hierbij hoort de eenheid ampère (A).

Wanneer je een gesloten stroomkring hebt gaat de stroom van de ene pool van de spanningsbron door een stroomdraad naar het apparaat. Door een andere stroomdraad gaat de stroom van het apparaat naar de andere pool van de spanningsbron.

Als je een elektrische schakeling gaat tekenen, teken je deze schematisch met een schakelschema, elk onderdeel in het schakelschema heeft een eigen symbool.

Stoffen die een elektrische stroom goed doorlaten, noem je geleiders. Alle metalen, koolstof, kraanwater, zout water en zeepwater zijn geleiders. Stoffen waar een elektrische stroom niet doorheen gaat, noem je isolatoren. Voorbeelden hiervan zijn: hout, glas, krijt, plastic, rubber, verf, roest, lucht, zuiver water en suikerwater.

In een huis is elke groep apart aangesloten op het lichtnet van 230 volt. Wanneer je spanningen van 24 volt of hoger krijgt kunnen deze gevaarlijk worden, je moet nooit elektrische stroom aanraken. In een groep kan de stroomsterkte te groot worden door kortsluiten of over belasting, een zekering voorkomt dit want als dit gebeurt wordt de stroom automatisch uitgeschakeld. Randaarde en een aardlekschakelaar voorkomen dat iemand die een elektrisch apparaat gebruikt onder stroom te staan komt.

Stappenplan:

Hoe wordt stroom in de elektriciteitscentrale gemaakt?

1. Verbranding van bijvoorbeeld steenkool

2. Je krijgt warmte.

3. Van water maak je stoom.

4. Stoom drijft schoepenrad aan.

5. Die drijft weer een generator aan, die produceert elektrische energie.

Hoe komt de stroom thuis (vanaf de centrale)

1. Hoogspanningsleiding (10.000 tot 500.000 volt).

2. Dan naar transformatorhuisje, die maakt er 230 volt van.

3. Komt binnen in de meterkast in je huis.

 

Wat is overbelasting?

Als je teveel apparaten hebt vraag je teveel stroom, het gevolg is dat de draden van de apparaten warm worden en als ze geen stoppen hebben gaan ze smelten.

Kortsluiting kan het gevolg zijn van overbelasting, maar ook beschadiging van isolatie van de draden.

Berekenen:

 

1 gloeilamp = 40 W = € 1

2 ledlampen = 3W = € 5

W = Stroomgebruik per uur

1 KWB kost € 0,15

Er is prijsverschil na 100 uur

1 KW = 1000 W ( KW = kilowatt, W = watt).

1 KWh = 3600 K ( KWh = kilowattuur, K = kilo)

Grootheid = U

Eenheid = V.

REACTIES

L.

L.

heeeeeele slechte samenvatting omdat je dingen weglaat

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.