Hoofdstuk 7 – Licht
1. Zien
Voorwerpen die licht geven, noem je lichtbronnen. De zon is een natuurlijke lichtbron; gloeilampen en Tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen, want ze zijn gemaakt door mensen. Als een lamp brand, straalt de gloeidraad licht uit, het licht beweegt zich vanuit de gloeidraad alle kanten op. Dat kun je aangeven door lichtstralen aan te geven. Deze lichtstralen zijn altijd recht, licht beweegt zich altijd langs rechte lijnen. Je ziet de lamp als een deel van die stralen in je ogen komen.
Het licht dat op een voorwerp valt, wordt dan diffuus (in alle richtingen) teruggekaatst. Je ziet een voorwerp als een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen komt.
Het gezichtsveld is het gebied dat je vanaf een bepaalde plaats kan (over)zien. Je gezichtsveld kan beperkt zijn door gebouwen, muren, hoge struiken en bomen. Je kan je gezichtsveld tekenen door rechte lijnen net langs die obstakels te tekenen, Je kan niet door de muur heenkijken natuurlijk.
Lichtbundels zijn de stralen van het licht, bijvoorbeeld van een zaklamp die je op de grond schijnt. Als het heel mistig is, zie je hoe het licht naar beneden valt. Dat komt door de waterdeeltjes in de mist. Net als bij rook en stof.
2. Schaduw
Schaduw ontstaat als het licht van een lichtbron door een voorwerp wordt tegengehouden. Omdat het licht langs rechte lijnen loopt, kan je makkelijk het schaduwgebied van een voorwerp bepalen.
Scherp schaduwbeeld heeft een duidelijke rand met een scherpe overgang van licht naar donker. Een TL0buis is een langwerpige lichtbron. Er is een gebied waar helemaal geen licht komt, dit heet Kernschaduw. Om de kernschaduw heen is er een gebied waar de schaduw steeds lichter wordt: de halfschaduw.
Een afbeelding waarop licht en donker omgekeerd zijn, heet een negatief. Een voorbeeld daarvan is een fotogram
3. Spiegelen
Je spiegelbeeld is het beeld wat je ziet achter de spiegel.
Als je spiegelbeeld wil tekenen, moet het even ver staan, en even groot zijn. Alles moet hetzelfde zijn.
Een tripelspiegel is een spiegel die bestaat uit 3 andere spiegels. In deze spiegel zie je jezelf op de kop. Als je naar links beweegt, gaat het spiegelbeeld net de andere kant op. Rechts dus. In een reflector achterop de fiets zitten allemaal hele kleine tripelspiegel. Het licht van de auto word dan direct teruggekaatst, dan ziet de bestuurder van de auto de fietser.
4. Kleur
Het kleurenspectrum van zonlicht. Het witte licht van de zon bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Dat kan je aantonen door wit licht op een prisma te laten vallen. Je ziet dan de kleuren ROGGBV: Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (Violet is een soort paars)
Overdag worden de dingen om je heen door de zon verlicht. Daarom zie je de wereld in kleur. De kleuren ontstaan door dat veel voorwerpen maar een deel van het witte zonlicht terugkaatsen. Zo weerkaatst iets roods vooral rood licht. Het licht wat niet word teruggekaatst word geabsorbeerd. Dat licht word weer omgezet in warmte.
Wit bestaat dus uit alle kleuren van de regenboog, en kaatst dan ook meteen weer terug. Daarom worden witte kleren niet snel te warm. Zwart neemt veel licht op, en word dus wel snel warm.
Een natriumlamp geeft zuiver geel licht. Als je bijvoorbeeld een blauwe trui bij een natriumlamp houdt, lijkt deze zwart. Dat komt omdat de trui het gele licht van de natriumlamp vrijwel volledig absorbeert (opnemen). Een gele trui blijft natuurlijk geel. Met een spectroscoop kan je zien hoe kleuren zijn opgebouwd. Bij natriumlampen is maar heel weinig te zien. Een beetje geel en soms een beetje gas wat Neon heet. Daardoor gaat de lamp beter werken.
TL-lampen en SL-lampen geven allebei wit licht. Maar als je het spectra van deze twee soorten lampen bekijkt, verschillen ze toch. Je kan het verschil bekijken met een spectroscoop, die splitst de verschillende kleuren.
5. Infrarood en Ultraviolet
Infrarode straling (IR) is een ander woord voor warmtestraling. De zon en infrarode lampen stralen warmte uit. Met deze straling kan je bijvoorbeeld spieren laten ontspannen en beter maken en de tv aanzetten, als je op de aanknop van de afstandsbediening klikt, komen er verschillende keren infrarode flitsen uit. Je kan dit ook gebruiken voor een alarmsysteem. Die kan plotselinge bewegingen opmerken, dan gaat het alarm af.
Ultraviolet is een straling die je huid doet verkleuren, bijvoorbeeld als je in of op de zon of op de zonnebank ligt. Maar deze straling kan ook gevaarlijk zijn. Als je teveel zont, of op de zonnebank ligt, kan je huidkanker krijgen. Daarom mogen mensen onder de 18 niet onder ze zonnebank. De zonnebank geeft een violet (paars) licht. De ozonlaag beschermt tegen grote delen van ultraviolet licht. Maar dat betekend niet dat je helemaal veilig kan zonnen. Je moet je altijd insmeren met zonnebrand.
6. Het gezichtsveld van spiegels
Het gezichtsveld van een vlakke spiegel is minder groot als een bolle spiegel.
Bij auto’s maar vooral bij vrachtwagens, zijn er gebieden rond de auto, die de chauffeur zelfs met zijn spiegels niet of moeilijk kan zien. Wanneer er zich fietsers op wandelaars langs de vrachtwagen, in de dode hoek staan, kan de chauffeur de fietsers of wandelaars niet zien.
1. Zien
Voorwerpen die licht geven, noem je lichtbronnen. De zon is een natuurlijke lichtbron; gloeilampen en Tl-buizen zijn kunstmatige lichtbronnen, want ze zijn gemaakt door mensen. Als een lamp brand, straalt de gloeidraad licht uit, het licht beweegt zich vanuit de gloeidraad alle kanten op. Dat kun je aangeven door lichtstralen aan te geven. Deze lichtstralen zijn altijd recht, licht beweegt zich altijd langs rechte lijnen. Je ziet de lamp als een deel van die stralen in je ogen komen.
Het licht dat op een voorwerp valt, wordt dan diffuus (in alle richtingen) teruggekaatst. Je ziet een voorwerp als een deel van dit teruggekaatste licht in je ogen komt.
Lichtbundels zijn de stralen van het licht, bijvoorbeeld van een zaklamp die je op de grond schijnt. Als het heel mistig is, zie je hoe het licht naar beneden valt. Dat komt door de waterdeeltjes in de mist. Net als bij rook en stof.
2. Schaduw
Schaduw ontstaat als het licht van een lichtbron door een voorwerp wordt tegengehouden. Omdat het licht langs rechte lijnen loopt, kan je makkelijk het schaduwgebied van een voorwerp bepalen.
Scherp schaduwbeeld heeft een duidelijke rand met een scherpe overgang van licht naar donker. Een TL0buis is een langwerpige lichtbron. Er is een gebied waar helemaal geen licht komt, dit heet Kernschaduw. Om de kernschaduw heen is er een gebied waar de schaduw steeds lichter wordt: de halfschaduw.
Een afbeelding waarop licht en donker omgekeerd zijn, heet een negatief. Een voorbeeld daarvan is een fotogram
3. Spiegelen
Je spiegelbeeld is het beeld wat je ziet achter de spiegel.
Als je spiegelbeeld wil tekenen, moet het even ver staan, en even groot zijn. Alles moet hetzelfde zijn.
Een tripelspiegel is een spiegel die bestaat uit 3 andere spiegels. In deze spiegel zie je jezelf op de kop. Als je naar links beweegt, gaat het spiegelbeeld net de andere kant op. Rechts dus. In een reflector achterop de fiets zitten allemaal hele kleine tripelspiegel. Het licht van de auto word dan direct teruggekaatst, dan ziet de bestuurder van de auto de fietser.
4. Kleur
Het kleurenspectrum van zonlicht. Het witte licht van de zon bestaat uit alle kleuren van de regenboog. Dat kan je aantonen door wit licht op een prisma te laten vallen. Je ziet dan de kleuren ROGGBV: Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (Violet is een soort paars)
Wit bestaat dus uit alle kleuren van de regenboog, en kaatst dan ook meteen weer terug. Daarom worden witte kleren niet snel te warm. Zwart neemt veel licht op, en word dus wel snel warm.
Een natriumlamp geeft zuiver geel licht. Als je bijvoorbeeld een blauwe trui bij een natriumlamp houdt, lijkt deze zwart. Dat komt omdat de trui het gele licht van de natriumlamp vrijwel volledig absorbeert (opnemen). Een gele trui blijft natuurlijk geel. Met een spectroscoop kan je zien hoe kleuren zijn opgebouwd. Bij natriumlampen is maar heel weinig te zien. Een beetje geel en soms een beetje gas wat Neon heet. Daardoor gaat de lamp beter werken.
TL-lampen en SL-lampen geven allebei wit licht. Maar als je het spectra van deze twee soorten lampen bekijkt, verschillen ze toch. Je kan het verschil bekijken met een spectroscoop, die splitst de verschillende kleuren.
5. Infrarood en Ultraviolet
Infrarode straling (IR) is een ander woord voor warmtestraling. De zon en infrarode lampen stralen warmte uit. Met deze straling kan je bijvoorbeeld spieren laten ontspannen en beter maken en de tv aanzetten, als je op de aanknop van de afstandsbediening klikt, komen er verschillende keren infrarode flitsen uit. Je kan dit ook gebruiken voor een alarmsysteem. Die kan plotselinge bewegingen opmerken, dan gaat het alarm af.
Ultraviolet is een straling die je huid doet verkleuren, bijvoorbeeld als je in of op de zon of op de zonnebank ligt. Maar deze straling kan ook gevaarlijk zijn. Als je teveel zont, of op de zonnebank ligt, kan je huidkanker krijgen. Daarom mogen mensen onder de 18 niet onder ze zonnebank. De zonnebank geeft een violet (paars) licht. De ozonlaag beschermt tegen grote delen van ultraviolet licht. Maar dat betekend niet dat je helemaal veilig kan zonnen. Je moet je altijd insmeren met zonnebrand.
6. Het gezichtsveld van spiegels
Het gezichtsveld van een vlakke spiegel is minder groot als een bolle spiegel.
Bij auto’s maar vooral bij vrachtwagens, zijn er gebieden rond de auto, die de chauffeur zelfs met zijn spiegels niet of moeilijk kan zien. Wanneer er zich fietsers op wandelaars langs de vrachtwagen, in de dode hoek staan, kan de chauffeur de fietsers of wandelaars niet zien.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
D.
D.
Je hebt staan dat het hoofstuk 7 is, maar licht is hoofdstuk 6!
13 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Hangt er van af welk niveau je doet.
9 jaar geleden
L.
L.
Of h8 in vwo/gymnasium 1 & 2@Dorise
8 jaar geleden
A.
A.
Goede samenvatting heb er veel aan gehad! Maar wel jammer dat je de extra' s bent vergeten!!
12 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Bedankt! ik heb er veel aan gehad.
12 jaar geleden
AntwoordenT.
T.
yeey thnx nu kan ik goed leren :D
12 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
wauw! bedankt... ik heb morgen de toets en ik moet nog beginnen met leren:O
12 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
dankje, beter leren dit.
12 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
er staat niks over convergrente,divergrente en evenwijdige bundel ...
12 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Het is een fijne samenvatting met het boek erbij. En het is makkelijk om een samenvatting ermee te maken.
11 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
het is ROGGBIV: rood, oranje geel groen blauw indigo en violet
11 jaar geleden
AntwoordenO.
O.
maar in de boek staat dat er niet in
9 jaar geleden
Z.
Z.
dankjewell
11 jaar geleden
AntwoordenF.
F.
hey, mooie samenvatting alleen de extra's missen.. Weet iemand misschien een oefentoets hierover?
groetjes,
Floor Kortman
11 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Licht is toch hoofdstuk 6?
Maar verder goede samenvattingen!
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
klasse man!!
echt bedankt, veel beter kunnen leren nu, nu CP cijfer af wachten!!
PS: het is btw ROGGB+i+V
Rood-Oranje-Geel-Groen-Blauw+INDIGO+Violet
11 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Om de kleuren van het spectrum makkelijker te onthouden
had me nask leraar het volgende spreukje :p
Roddelenovergekkegrotebroerisvals
roddelen=rood over=oranje gekke=geel
grote= groen broer=blauw is= indigio vals=violet
hopelijk hebben jullie er wat aan !!
11 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
super bedankt, goede samenvatting
10 jaar geleden
AntwoordenP.
P.
tl0buis?
verder een pittig goede samenvatting.
10 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
mooie naam wilde ik zeggen haha
8 jaar geleden
H.
H.
goeie samenvatting maar ik mis nog wat
10 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
je hebt niks staan over divergent, convergent, en evenwijdige lichtbundels...
Verder goede samenvatting
Gr. Mr Reijnen docent Thorbecke
9 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
waar is paragraaf zeven?
9 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Omg! Hoe kon je hfst 7 hebben ingevuld? Als beoordeeling krijg je een 4 anders had je sws een 10! Toedeloe
9 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
dit is hoofdstuk 6 licht. Moet hoofdstuk 7 bewegen zijn. is wel jammer
9 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Goede site
9 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
bij mij is het hfdst 2 dus in ieder boek is het anders en goede samenvatting ik had een 8 :)
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Heel erg goed, hierdoor heb ik een voldoende kunnen halen. Dankje!
was het boek namelijk op school vergeten :/ nu nog gebruiken voor proefwerkweek:)
8 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
heerlijke samenvatting heb 9,8
8 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Goede samenvatting en niet te lang en ik heb hierdoor een 10 gehaald???
6 jaar geleden
AntwoordenG.
G.
super goeie samenvatting dankjewel...hier komt ik mijn toetsweek wel mee door!!
(voor anderen die zeggen dat het het verkeerde hoofdstuk is..het verschilt per niveau en boek bij mij is het hoofdstuk 8 namelijk maar dat kan bij haar gewoon hoofdstuk 7 zijn en bij de ander weer hoofdstuk 2 )
4 jaar geleden
Antwoorden