hoofdstuk 3 Verbrandingen
paragraaf 1 verbrandingsreacties
voorwaarden van een verbranding
- brandstof
- zuurstof
- brandstof tot ontbrandingstempratuur
Lucht bestaat 78% uit stikstof 21% uit zuurstof en 1% uit overige stoffen
verbrandingsverschijnselen:
- vlam= hoeveelheid gloeiend gas
- volk= kleine vaste gloeiende deeltjes die wegspringen
- rook= zeer fijn verdeelde zwevende vaste deeltjes
- asresten= overige vaste stoffen die bij de verbanding komen
paragraaf 2 volledige of onvolledige verbranding
methaan=CH4
volledige verbranding van methaan =
CH4(g) + 2 O2 (g) à CO2(g) + 2 H2O (g)
Zuurstofverbindingen: Oxiden
Stof aantonen = reagens
Helder kalkwater = reagens met koolstofdioxide
Wit kopersulfaat= reagens met water
Gloeiende spaander = reagens met zuurstof
Voldoende zuurstof = volledige verbranding
Onvoldoende zuurstof = onvolledige verbranding
Er kan koolstof mono-oxide en/of koolstof = roet
Voorkomen door ventilatie
Oranje vlam = onvolledige verbranding
Blauwe vlam = volledige verbranding
Paragraaf 3 brandstoffen en milieuvervuiling
Steenkool bestaat uit koolstof, zuur- water- stikstof en zwavel
Gebruikt voor opwekken elektriciteit
Zuivering:
Steenkool word zonder lucht verhit en zo verdwijnen alle schadelijke stoffen. Achterblijft is cokes = 90% koolstof word gebruikt voor bereiding ijzer
Aardolie = mengsel van stoffen. Vooral koolwaterstoffen
Milieuschade word veroorzaakt door CO2 SO2 NOx
Fotosynthese help om koolstofdioxide uit de lucht te halen
Sterk toegenomen koolstofdioxide houd warmte vast à versterkt broeikaseffect
Zwaveldioxide reageert op zuurstof en water tot zwavelzuur= zure regen
Veehouderij heeft Ammoniak NH3 dat word omgezet in salpeterzuur = verzuring
Ozonlaag bevat ozon (03) houdt UV- straling tegen. CFK’s (chloor, fluor, koolstofwaterstoffen)
Paragraaf 4 Reactiesnelheid
Gewone verbranding = snelle reactie
Explosie= super snelle reactie
‘verbranden’ van eten = langzame verbranding (zonder vuurverschijnsel)
Reactiesnelheid beïnvloeden door:
- soort stof
- verdelingsgraad
- concentratie
- tempratuur
- katalysator
reactiesnelheid word de hoeveelheid stof die in een bepaalde tijd reageert of ontstaan
paragraaf 5 brand, brand blussen en gevarensymbolen
ongecontroleerde verbranding = brand
3 manieren om op te lossen:
- brandstof weghalen
- afkoelen tot ontbrandingstempratuur
- aanvoer van zuurstof afsluiten
gevarensymbolen staan in BiNaS in tabel 31
paragraaf 6 rekenen aan reacties
als je teveel van het ene stof doet en te weinig van het andere stof = overmaat. Dit kost grondstoffen en geld
bereken allebei de stoffen en waar er meer van uitkomt dan wat je hebt is de overmaat. Uitrekenen via kruislinks vermenigvuldigen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
K.
K.
hamkaas
6 jaar geleden
Antwoorden