§5.2: Energie en energiebronnen
Om warmte, licht en beweging te maken, is energie nodig. Iets dat energie bezit, noem je een energiebron.
Warmte
Warmte is een vorm van energie. Deze energie gaat eigenlijk van het ene voorwerp naar een ander voorwerp. Warmte gaat altijd van een voorwerp/plaats met een hogere temperatuur naar een voorwerp/plaats met een lagere temperatuur.
Je kunt warmte wel van lage temperatuur naar hoge temperatuur brengen, maar dat gaat nooit vanzelf, daarvoor is energie nodig. Bijvoorbeeld bij een koelkast: die moet altijd koud zijn om je eten goed te houden. Hier moet je van warm naar koud; daar heb je energie voor nodig.
Warmte wordt vooral gebruikt om onszelf warm te houden en om te koken.
Licht
Tegenwoordig zijn we gewend aan licht dat tot stand komt door middel van elektriciteit, maar dit is niet altijd zo geweest. Hoe leefden mensen vroeger en leven ze nu in armere landen?
In veel gebieden zijn elektrische voorzieningen nog steeds niet normaal en is er ook geen geld om wanneer het donker is continu een olielamp te laten branden. De mensen in deze armere gebieden en de mensen van vroeger gebruik(t)en kaarsen en de zon. Ze beginnen de dag als het licht is, koken 's avonds in het donker, eten daarna, en gaan dan slapen.
Mensen gebruiken licht vooral om te kunnen zien in het donker.
Beweging
Om een voorwerp in beweging te brengen, is energie nodig. Dit merk je wanneer je gaat fietsen; je begint na een tijdje moe te worden. De auto, bijvoorbeeld, gebruikt hier brandstof voor. Wanneer je met de remmen je fiets stopt, komt de energie vrij in de vorm van warmte. Dit noemen we bewegingsenergie.
Beweging wordt vooral gebruikt om dingen sneller te doen. De fiets is bijvoorbeeld meestal langzamer dan een auto.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden