Samenvatting Muziek Op Maat
Hoofdstuk 1 t/m 3
H.1. - Middeleeuwen
Kerk centrale plaats in samenleving:
• Theodosius de Grote maakt RK tot staatgodsdienst
• kunst en wetenschap door kerk
• gewone leven moeilijk - veel naar de kerk om de hemel te verdienen
Soorten muziek:
• dansmuziek speellieden (wereldlijk)
• volkslied en kunstlied (wereldlijk)
• Gregoriaans (religieus)
• vroege meerstemmigheid (religieus)
Reizen en speellieden
• gebonden aan eigen woonplaats
• meer reizen door handel (kunstenaars ook)
• kerk negatief over wereldlijk muziek en dans
• minstreel= muzikant in kasteel
• muziek eenstemmig
• variatie door toevoeging ritmische partij of afwisseling instrumenten of toevoeging bourdonbegeleiding
Klankkleur
• fluit, vedel, doedelzak, luit, portatief (eigen land)
• psalterium, schalmei, trompet, luit, kleine pauken (buitenland)
• soms combinatie van fluit+ritme
• zelf leren spelen, soms bijeenkomsten
• geen orkest
Volkslied
• ruters= groep ‘soldaten’ op zoek naar werk
• l’Homme arme= volkslied met eenvoudige wijs, mondelinge overlevering, later als basismelodie voor mis
Liederen
• chanson= liefdeslied over een verheven liefde
• pastorella= lied over ontmoeting tussen ridder en herderinnetje
• kruisvaarderslied= lied over belevenissen op een kruistocht
• dageraadslied= lied over twee geliefden die afscheid moeten nemen, vroeg in de ochtend
• senerade= avondlied
Kunstlied
• troubadour= rondtrekkende(ridders) die chansons schreven
• trouvère=Minnesänger=troubadour
• thema: liefde
• schrijver melodie onbekend(troubadours of ander)
• chanson ingewikkelder dan volkslied
• vrouw kan Maria zijn
• melodie chanson slecht te achterhalen
Gregoriaans
• eenstemmig
• middeleeuwse modi >modi
• vrij ritme
• liturgische Latijnse teksten
• gebruik relatieve notennamen (do - re - mi - fa - sol - la - ti - do)
Gregoriaans en RK
• veel zang in klooster en kerk
• genoemd naar paus Gregorius(bracht orde in gezangen, componeerde zelf niet)
• selectie oudere Italiaanse zangstijlen
• omvat alle gezangen kerkelijk jaar
• liturgie= elementen kerkdienst= gebeden, gezangen ceremonieën
• eucharistie= avondmaal
• Proprium= gezangen die per dag verschillen omdat ze bij het kerkelijk jaar horen
• syllabisch gezang(één noot per lettergreep) en melismatisch gezang(meer noten per lettergreep)
• mis= meerstemmige vocale of vocaalinstrumentale compositie op vaste teksten
Modi
• Dorisch= d – d
• Phyrgisch= e – e
• Lydisch= f – f
• Mixolydisch= g – g
• alles zonder kruisen of mollen
Ordinarium
• Kyrie= Heer ontferm U
• Gloria= verheerlijking van God
• Credo= geloofsbelijdenis
• Sanctus en= gezegend hij die komt in
• Benedictus= de naam van de Heer
• Agnus Deï= Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u over ons en geef ons vrede
Vroege meerstemmigheid
• melodie in octaven
• melodie met bourdonbegeleiding
• meerstemmigheid in kwinten en kwarten
• ontwikkeling naar meerstemmigheid in tertsen en sexten
• melodie met tegenstem in tegenbeweging
• principe van imitatie
Polyfonie
• belangrijkste bijdrage van West-Europa aan muziekgeschiedenis
• organum= vroeg vorm van meerstemmigheid
• Parijs
Liturgisch drama
• verhaal uit de Bijbel als eenvoudig toneelstuk
• het spel van Daniël= eerste
H.2 – Renaissance
Ontwikkelingen
• wedergeboorte
• kunst uit de Oudheid opnieuw
• meer de mens dan God, minder kerk
• terts en sext, maakten muziek voller
• mineur- en majeurtoonladders
• bloeitijd polyfonie, vooral vocaal
Meerstemmigheid
• polyfonie= alle stemmen gaan hun eigen weg en zijn melodisch even belangrijk
• meerstemmigheid op basis van cantus firmus= één bestaande melodie(cantus firmus) andere daaromheen gevlochten
• imitatie= stemmen zetten na elkaar in, teksten schuin onder elkaar
• homofonie= stemmen zetten gelijktijdig in, bewegen in hetzelfde ritme, teksten recht
Soorten muziek
• dansmuziek (wereldlijk)
• liederen op cantus firmus (wereldlijk)
• magidraal en chanson (wereldlijk)
• mis, motet en protestants kerklied (religieus)
Dansmuziek
• pavane= langzame dans
• nog geen scheiding tussen liederen en instrumentale muziek
• gaillarde= snelle dans in driekwartsmaat
Klankkleur
• slagwerkpartij improvisatie
• familiekwartetten
• vedel - viola da gamba (fretten)
• geen vast instrument per compositie
Liederen op cantus firmus
• cantus firmus= bestaande melodie
• daaromheen polyfone compositie
Magidraal
• meerstemmig lied, afwisseling tussen homofonie en polyfonie
• over liefde en dagelijks leven
• in eigen taal
• meer huismuziek
Henri VII
• homo universalis= de mens die op verschillende gebieden zijn talenten ontwikkelt
• chanson= verzamelnaam voor allerlei wereldlijke meerstemmige liederen
Mis, motet en protestants kerklied
• Clemens non Papa= Nederlands componist, kapelmeester Karel V, schreef missen+motetten+psalmteksten op Nederlandse melodieën
• Misteksten op meerstemmige muziek(was al in H1 maar in H2 meer tot bloei)
• wereldlijke cantus firmus te zien aan titel
• in motet ieder tekstgedeelte nieuw motief
• in mis en motet: alle polyfone compositietechnieken uit Renaissance
• door Luther kerkscheuring/hervorming, Bijbel in Duits vertaalt, liederen voor gebruik in kerkdienst(gezangen), koralen op wereldmedlodieën
• contrafact= wereldlied wordt tot religieus lied gemaakt
H.3 – Barok
Allemande
• Duitse populaire dans in twee- of vierkwartsmaat en matig tempo
Canon
• polyfone meerstemmige compositie, één melodie door verschillende stemmen, overlappende inzetten
Ontwikkelingen
• einde oorlogen
• kerk geen politieke invloed meer
• filosofie, onderscheid tussen lichaam en geest
• monodie= één melodie begeleid door akkoorden
• opera en eerste soloconcerten
Soorten stukken
• suite (instrumentaal)
• sonate (instrumentaal)
• concerto grosso en soloconcert (instrumentaal)
• fuga (instrumentaal)
• opera en oratorium (vocaal)
Gavotte
• oude Franse dans, 2/2 of 4/4, eenvoudig ritme, snel
Suite
• muziekstuk dat uit minimaal 4 delen bestaat
• allemande – courante – sarabande – gigue
• Franse ouverture: langzaam – snel – langzaam
• Italiaanse ouverture: snel - langzaam – snel
Uitvoeringspraktijk
• barokstukken: op oude instrumenten en zang door jongens(-achtige) stemmen
• versieringen
Chaconne
• reeks variaties boven een zich steeds herhalende bas
• zelfde geld voor ground en passacaglia
Sonate
• compositie voor één tot drie instrumenten, bestaat uit 3 á 4 delen, kamermuziek
Basso continuo
• continuo=combinatie bas- akkoordinstrument
• bas veel eigen versieringen, vorm van improvisatie
Concerto grosso
• compositie voor 2 ongelijke instrumentale groepen
• kleine=concertino, 2 tot 5 instrumenten, solistisch
• grote= concerto grosso, strijkorkest met klavecimbel, veel volume
• tegelijk= tutti
Klankkleur
• strijkers belangrijk
• vedel/viola da gamba/ violone - viool/ altviool/ cello/ bas
• eerste orkest, dirigent achter klavecimbel
• fluit/hobo voor versterking
• feestelijk: trompet, pauken, hoorns
• instrumenten anders, veel zachter
• terrassendynamiek= verschil in hard en zacht alleen door meer/minder spelers
Soloconcert
• compositie voor solo en orkest
• allegro, adagio, allegro
Fuga
• meerstemmige compositie, hoofdthema achtereenvolgens in alle stemmen, thema bewerkingen in de loop van het stuk
• thema vergroting of verkleining, thema in omkering, stretto(=themaoverlapping), divertimento(nieuw melodisch materiaal), orgelpunt(lang aangehouden bastoon, daarboven muzikale bewerkingen naar slot toe)
• expositie= begin fuga, thema
• contrabassubject= eerste inzet gaat over op tegenmelodie
• “Wohltemperierte Klavier” bundel preludes en fuga’s van Bach
Opera
• compositie voor zangsolisten, koor en orkest
• Camarata= groep wetenschappers die weer tragedie wilden
• libretto= tekst geschreven speciaal voor opera
Monodie
• één solostem begeleid met eenvoudige akkoorden
• voor de verstaanbaarheid
• begin opera
Aria en recitatief
• in een opera: het verhaal in recitatieven(vertellend gezang), de emoties in aria’s(lied, meer melodische wendingen, moeilijker)
Oratorium
• compositie voor zangsolisten, koor en orkest
• opgebouwd uit recitatieven, aria’s en koorpassages
• niet geacteerd, geen decor
Muziek een taal
• uitdrukking van gevoelens in de muziek
• hevige negatieve gevoelens: toorn, storm, twijfel
• hevige positieve gevoelens: juichen, vreugde, vurige liefde
• einde hevigheid: dodelijke droefheid
• minder hevige positieve gevoelen: rust, zekerheid, vetrouwen
• keuze voor toonsoort afhankelijk van gevoelsinhoud tekst
Passie
• onderwerp is lijden en sterven van Jezus
Hoofdstuk 1 t/m 3
H.1. - Middeleeuwen
Kerk centrale plaats in samenleving:
• Theodosius de Grote maakt RK tot staatgodsdienst
• kunst en wetenschap door kerk
• gewone leven moeilijk - veel naar de kerk om de hemel te verdienen
Soorten muziek:
• dansmuziek speellieden (wereldlijk)
• volkslied en kunstlied (wereldlijk)
• Gregoriaans (religieus)
• vroege meerstemmigheid (religieus)
Reizen en speellieden
• meer reizen door handel (kunstenaars ook)
• kerk negatief over wereldlijk muziek en dans
• minstreel= muzikant in kasteel
• muziek eenstemmig
• variatie door toevoeging ritmische partij of afwisseling instrumenten of toevoeging bourdonbegeleiding
Klankkleur
• fluit, vedel, doedelzak, luit, portatief (eigen land)
• psalterium, schalmei, trompet, luit, kleine pauken (buitenland)
• soms combinatie van fluit+ritme
• zelf leren spelen, soms bijeenkomsten
• geen orkest
Volkslied
• ruters= groep ‘soldaten’ op zoek naar werk
• l’Homme arme= volkslied met eenvoudige wijs, mondelinge overlevering, later als basismelodie voor mis
Liederen
• chanson= liefdeslied over een verheven liefde
• pastorella= lied over ontmoeting tussen ridder en herderinnetje
• dageraadslied= lied over twee geliefden die afscheid moeten nemen, vroeg in de ochtend
• senerade= avondlied
Kunstlied
• troubadour= rondtrekkende(ridders) die chansons schreven
• trouvère=Minnesänger=troubadour
• thema: liefde
• schrijver melodie onbekend(troubadours of ander)
• chanson ingewikkelder dan volkslied
• vrouw kan Maria zijn
• melodie chanson slecht te achterhalen
Gregoriaans
• eenstemmig
• middeleeuwse modi >modi
• vrij ritme
• liturgische Latijnse teksten
• gebruik relatieve notennamen (do - re - mi - fa - sol - la - ti - do)
Gregoriaans en RK
• veel zang in klooster en kerk
• genoemd naar paus Gregorius(bracht orde in gezangen, componeerde zelf niet)
• selectie oudere Italiaanse zangstijlen
• liturgie= elementen kerkdienst= gebeden, gezangen ceremonieën
• eucharistie= avondmaal
• Proprium= gezangen die per dag verschillen omdat ze bij het kerkelijk jaar horen
• syllabisch gezang(één noot per lettergreep) en melismatisch gezang(meer noten per lettergreep)
• mis= meerstemmige vocale of vocaalinstrumentale compositie op vaste teksten
Modi
• Dorisch= d – d
• Phyrgisch= e – e
• Lydisch= f – f
• Mixolydisch= g – g
• alles zonder kruisen of mollen
Ordinarium
• Kyrie= Heer ontferm U
• Gloria= verheerlijking van God
• Credo= geloofsbelijdenis
• Sanctus en= gezegend hij die komt in
• Benedictus= de naam van de Heer
• Agnus Deï= Lam Gods dat wegneemt de zonden der wereld, ontferm u over ons en geef ons vrede
Vroege meerstemmigheid
• melodie in octaven
• meerstemmigheid in kwinten en kwarten
• ontwikkeling naar meerstemmigheid in tertsen en sexten
• melodie met tegenstem in tegenbeweging
• principe van imitatie
Polyfonie
• belangrijkste bijdrage van West-Europa aan muziekgeschiedenis
• organum= vroeg vorm van meerstemmigheid
• Parijs
Liturgisch drama
• verhaal uit de Bijbel als eenvoudig toneelstuk
• het spel van Daniël= eerste
H.2 – Renaissance
Ontwikkelingen
• wedergeboorte
• kunst uit de Oudheid opnieuw
• meer de mens dan God, minder kerk
• terts en sext, maakten muziek voller
• mineur- en majeurtoonladders
• bloeitijd polyfonie, vooral vocaal
Meerstemmigheid
• polyfonie= alle stemmen gaan hun eigen weg en zijn melodisch even belangrijk
• meerstemmigheid op basis van cantus firmus= één bestaande melodie(cantus firmus) andere daaromheen gevlochten
• homofonie= stemmen zetten gelijktijdig in, bewegen in hetzelfde ritme, teksten recht
Soorten muziek
• dansmuziek (wereldlijk)
• liederen op cantus firmus (wereldlijk)
• magidraal en chanson (wereldlijk)
• mis, motet en protestants kerklied (religieus)
Dansmuziek
• pavane= langzame dans
• nog geen scheiding tussen liederen en instrumentale muziek
• gaillarde= snelle dans in driekwartsmaat
Klankkleur
• slagwerkpartij improvisatie
• familiekwartetten
• vedel - viola da gamba (fretten)
• geen vast instrument per compositie
Liederen op cantus firmus
• cantus firmus= bestaande melodie
• daaromheen polyfone compositie
Magidraal
• meerstemmig lied, afwisseling tussen homofonie en polyfonie
• over liefde en dagelijks leven
• meer huismuziek
Henri VII
• homo universalis= de mens die op verschillende gebieden zijn talenten ontwikkelt
• chanson= verzamelnaam voor allerlei wereldlijke meerstemmige liederen
Mis, motet en protestants kerklied
• Clemens non Papa= Nederlands componist, kapelmeester Karel V, schreef missen+motetten+psalmteksten op Nederlandse melodieën
• Misteksten op meerstemmige muziek(was al in H1 maar in H2 meer tot bloei)
• wereldlijke cantus firmus te zien aan titel
• in motet ieder tekstgedeelte nieuw motief
• in mis en motet: alle polyfone compositietechnieken uit Renaissance
• door Luther kerkscheuring/hervorming, Bijbel in Duits vertaalt, liederen voor gebruik in kerkdienst(gezangen), koralen op wereldmedlodieën
• contrafact= wereldlied wordt tot religieus lied gemaakt
H.3 – Barok
Allemande
Canon
• polyfone meerstemmige compositie, één melodie door verschillende stemmen, overlappende inzetten
Ontwikkelingen
• einde oorlogen
• kerk geen politieke invloed meer
• filosofie, onderscheid tussen lichaam en geest
• monodie= één melodie begeleid door akkoorden
• opera en eerste soloconcerten
Soorten stukken
• suite (instrumentaal)
• sonate (instrumentaal)
• concerto grosso en soloconcert (instrumentaal)
• fuga (instrumentaal)
• opera en oratorium (vocaal)
Gavotte
• oude Franse dans, 2/2 of 4/4, eenvoudig ritme, snel
Suite
• muziekstuk dat uit minimaal 4 delen bestaat
• allemande – courante – sarabande – gigue
• Franse ouverture: langzaam – snel – langzaam
Uitvoeringspraktijk
• barokstukken: op oude instrumenten en zang door jongens(-achtige) stemmen
• versieringen
Chaconne
• reeks variaties boven een zich steeds herhalende bas
• zelfde geld voor ground en passacaglia
Sonate
• compositie voor één tot drie instrumenten, bestaat uit 3 á 4 delen, kamermuziek
Basso continuo
• continuo=combinatie bas- akkoordinstrument
• bas veel eigen versieringen, vorm van improvisatie
Concerto grosso
• compositie voor 2 ongelijke instrumentale groepen
• kleine=concertino, 2 tot 5 instrumenten, solistisch
• grote= concerto grosso, strijkorkest met klavecimbel, veel volume
• tegelijk= tutti
Klankkleur
• vedel/viola da gamba/ violone - viool/ altviool/ cello/ bas
• eerste orkest, dirigent achter klavecimbel
• fluit/hobo voor versterking
• feestelijk: trompet, pauken, hoorns
• instrumenten anders, veel zachter
• terrassendynamiek= verschil in hard en zacht alleen door meer/minder spelers
Soloconcert
• compositie voor solo en orkest
• allegro, adagio, allegro
Fuga
• meerstemmige compositie, hoofdthema achtereenvolgens in alle stemmen, thema bewerkingen in de loop van het stuk
• thema vergroting of verkleining, thema in omkering, stretto(=themaoverlapping), divertimento(nieuw melodisch materiaal), orgelpunt(lang aangehouden bastoon, daarboven muzikale bewerkingen naar slot toe)
• expositie= begin fuga, thema
• contrabassubject= eerste inzet gaat over op tegenmelodie
Opera
• compositie voor zangsolisten, koor en orkest
• Camarata= groep wetenschappers die weer tragedie wilden
• libretto= tekst geschreven speciaal voor opera
Monodie
• één solostem begeleid met eenvoudige akkoorden
• voor de verstaanbaarheid
• begin opera
Aria en recitatief
• in een opera: het verhaal in recitatieven(vertellend gezang), de emoties in aria’s(lied, meer melodische wendingen, moeilijker)
Oratorium
• compositie voor zangsolisten, koor en orkest
• opgebouwd uit recitatieven, aria’s en koorpassages
• niet geacteerd, geen decor
Muziek een taal
• uitdrukking van gevoelens in de muziek
• hevige negatieve gevoelens: toorn, storm, twijfel
• hevige positieve gevoelens: juichen, vreugde, vurige liefde
• minder hevige positieve gevoelen: rust, zekerheid, vetrouwen
• keuze voor toonsoort afhankelijk van gevoelsinhoud tekst
Passie
• onderwerp is lijden en sterven van Jezus
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden