Introductie van het vak M&O

Beoordeling 6.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 777 woorden
  • 3 november 2002
  • 28 keer beoordeeld
Cijfer 6.9
28 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1.1 De kennismaking M&O probeert je via de ogen van de directie te laten zien welke informatie nodig is om succesvol een bedrijf te leiden en welke beslissingen de directie moet nemen. De doelstelling die het vak heeft als het gaat om organisaties die niet op winst gericht zijn is dat je dankzij het vak beter in staat bent om die verslagen te begrijpen en er eventueel vragen over te stellen. Het verschil tussen commerciële en niet-commerciële organisaties is dat commerciële bedrijven voor de winst gaan en niet-commerciële bedrijven niet. 1.2 Soorten van organisaties Handelsbedrijven zijn bedrijven die tot doel hebben om winst te maken door goederen in te kopen en te verkopen. Industriële bedrijven zijn bedrijven die tot doel hebben om winst te maken door grondstoffen om te vormen tot producten die geschikt zijn voor consumptie. Produceren is het maken van een product. Er zijn twee soorten industriële productie, namelijk stukproductie en massaproductie. Stukproductie levert op bestelling en massaproductie levert om voorraad. Ondernemingen zijn bedrijven die goederen voortbrengen of diensten met als doel winst maken. Recreatieve organisaties zijn bedrijven die het doel hebben om activiteiten mogelijk te maken, die gericht zijn op sport, muziek of een ander vermaak. Zij komen aan geld via subsidies of extra inkomsten bijvoorbeeld via een kantine. De maatschappelijke productie zijn alle bedrijven, stichtingen en overheidsinstellingen bij elkaar. Een bedrijfskolom is een keten van bedrijven, waarbij elk bedrijf één of meerdere bewerkingen uitvoert die nodig zijn om een product voor consumptie geschikt te maken.
1.3 Management en organisatie In de administratie houdt je bij wat de ontvangsten en uitgaven zijn geweest, hoe groot de voorraden zijn, welke bestellingen er zijn gedaan en welke rekeningen nog betaald moeten worden. De taken die een eigenaar van een handelsonderneming moet uitvoeren als hij geen personeel heeft zijn de inkoop van goederen, het beheren van de voorraden, het verzorgen van de administratie en de verkoop van goederen. Voor-elkaar-krijger is een betere naam voor een manager omdat hij het voor elkaar krijgt dat anderen zijn werk doen. Management is het totaal van alle activiteiten die nodig zijn om de doelstelling van de onderneming te realiseren. Organisatie is het totaal van alles maatregelen die genomen zijn om de activiteiten binnen de onderneming op elkaar af te stemmen. Effectief betekent doelgericht werken, efficiënt werken is als de kosten om het doel te bereiken zo laag mogelijk zijn. 1.4 De bedrijfseconomische manier van kijken Economie gaat niet over geld, maar over de financiële kant van alledaagse verschijnselen. Biologen zullen een zebra anders bekijken dan economen. Zij vragen zich af hoe zebra’s zich voeden en hoe zij zich voortplanten. Geografen kijken ook anders naar zebra’s. Zij vragen zich af waar op aarde de zebra’s van nature voorkomen en aan welke eisen hun leefmilieu moet voldoen om zich te kunnen handhaven. Biologen en geografen stellen zichzelf anderen vragen dan economen, wanneer zij zich met een zebra bezighouden. De soort vragen die een econoom zich stelt zijn; hoe verhouden de opbrengsten en de kosten zich in de loop van de tijd? Hoe financieren wij aanschaf en onderhoud? De twee belangrijkste typen van vragen voor een econoom zijn de bedrijfsresultaten en de financiering. Een grootheid bestaat uit de volgende drie dimensies; naam, waarde en dimensie. Je kunt op twee manieren jongleren met de tijd, namelijk door een planning vooraf te maken en achteraf kijken of het gelukt is. Of door de als…dan… redenering te gebruiken. De hulpwerkwoorden “zal”, “zou” en “had” geven aan dat er met de tijd gejongleerd wordt. Het zijn woorden die je attenderen op “als…dan…” redeneringen. 1.5 De afhandeling van de omzetbelasting Twee synoniemen voor “factuur” zijn “officiële rekening” of “nota”. In Nederland bestaan er drie BTW tarieven, namelijk 0%-tarief: producten die vrijgesteld zijn van BTW omdat zij van groot belang zijn. 6%-tarief: over producten/goederen die behoren tot de eerste levensbehoeften. 19%-tarief: over producten/goederen die een luxekarakter hebben (auto, brommer). “Te vorderen BTW” verwijst naar vorderingen (geld wat je tegoed hebt) die een bedrijf heeft op de overheid. De “af te dragen BTW” is de “te betalen BTW”- “terug te vorderen BTW” “Te betalen BTW”: de bedragen die aan afnemers in rekening zijn gebracht. Zij moeten worden betaald aan de overheid. “Terug te vorderen BTW”: de bedragen die door leveranciers in rekening zijn gebracht. Zij mogen teruggevorderd worden van de overheid. De belastingdienst haalt de BTW op de volgende manier binnen: aan het einde van elke maand moet je een formulier invullen met de berekening van de af te dragen BTW. Daarna int de belastingdienst deze belastingen. Vervolgens vindt er een controle met eventuele navordering of terugbetaling plaats.

REACTIES

F.

F.

Coole samenvatting

21 jaar geleden

K.

K.

hoi eline,
ik volg de opleiding filiaalbeheer BBL, en moet een verslag van Introductie Programma maken, ik weet echter niet precies wat het betekent en inhoudt..ik werk in een drogisterij en moet weten wat het precies wordt bedoeld in dit branche. wil je me hierbij helpen...mail me kral19@msn.com groetjes...;)

19 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.