M&O Hoofdstuk 8, 9 en 10
Hoofdstuk 8:
Enkelvoudige interest: Hierbij wordt voor elke periode interest berekend over het oorspronkelijk geleende bedrag.
Formule: I = K*P*T waarbij: I = interest bedrag 100 K = kapitaal P = percentage T = looptijd (in jaar)
100 = per jaar
400 = per kwartaal
1200 = per maand
5200 = per week
36500 = per dag (als het jaar op 365 dagen wordt geteld)
36000 = per dag (als het jaar op 360 dagen wordt geteld)
Voorbeelden:
€ 100 staat 5 maanden op een rekening tegen 7% EI. Bereken het interest bedrag.
100*7*5 = € 2.92 1200
Een bedrag wordt op een rekening gezet die 9% EI oplevert. Na 8 maanden kan 42400 worden opgenomen. Bereken het bedrag dat 8 maanden eerder op de rekening is gestort.
K*9*8 = € 42400 – K
1200
0.06K + 1K = 42400
1.06K = 42400
K = 40000
€ 5000 is na 14 maanden aangegroeid tot € 5350. Bereken het interest percentage.
5000*P*14 = € 350
1200
5000*P*14 = 1200*350
5000*P*14 = 420000
P = 6%
Hoofdstuk 9:
Samengestelde interest: Hierbij wordt voor elke periode de interest bij het oorspronkelijke bedrag opgeteld.
Formule: En = K * (1 + i) n waarbij: E = eindwaarde K = kapitaal i = perunage n = aantal perioden
Is het interest percentage 6% dan is het perunage 0.06.
Voorbeelden:
€ 4000 staat 5 jaar op een rekening van 3,5% SI. Bereken de eindwaarde.
E5 = 4000 * (1 + 0.035)5 E = 4750.75
€ 10000 staat 10 jaar op een rekening van 6,5% SI. Bereken het interest bedrag.
E = 10000 * 1.06510 = 18771.31 18771.31 – 10000 = € 8771.31
€ 10000 staat 12 jaar op een rekening die SI uitkeert. Het eindbedrag is 21384.30. Bereken het interestpercentage.
21384.30 + 10000 = 10000 * (1 + i)12 31384.30 = 10000 * (1 + i)12 3.138430 = (1 + i)12 1.10 = 1 + i i = 10%
Een kapitaal staat 15 jaar op een rekening die 8% SI uitkeert. Het eindbedrag is 43443.40. Bereken het beginkapitaal.
43443.40 + K = K * 1.0815 43443.40 = 3.17217 * K -1K 43443.40 = 2.17217K K = 20000
Contante waarde: Bedrag dat op een rekening moet staan om nu een bepaald bedrag te hebben.
Hoofdstuk 10:
Rente: dit is een vast bedrag dat met gelijke tussenpozen wordt betaald/ontvangen.
Voorbeelden:
Van 1-1-2000 t/m 1-1-2002 wordt jaarlijks € 100 gestort op een rekening die 10% SI oplevert. Bereken de eindwaarde op 31-12-2002.
? 2000 ? 2001 ? 2000 ¦ ¦ +--? 100 * (1.1) = € 110 ¦ +------? 100 * (1.1)2 = € 121 +----------? 100 * (1.1)3 = € 133.10 + € 364.10
Een vader wil dat zijn studeerde dochter van 2005 t/m 2007 telkens op 1-1 € 10000 kan opnemen. Hoeveel moet hij daartoe op 1-1-2002 op een rekening storten die 10% SI oplevert?
€ 10000 € 10000 € 10000 | 2002 | 2003 | 2004 ? 2005 ? 2006 ? 2007 | 7513.15 = 10000/ (1.1)3 ?------+ ¦ ¦ 6830.13 = 10000/ (1.1)4 ?----------+ ¦ 6209.21 = 10000/ (1.1)5 ?--------------+ 20553.49
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden