Aantekening hoofdstuk 7
Doelstellingen moeten zijn:
Haalbaar
Duidelijk
Identificeerbaar
Kwantificeerbaar
Verschillende niveaus van managers: Top -> Zorgt voor de lange termijn planning Middle -> Zorgt voor de planning van de uitwerking Floor -> Zorgt voor de dagelijkse uitvoering Aantekening hoofdstuk 8 Interne analyse -> Onderzoek in het eigen bedrijf opzoek naar de sterk/zwak punten
Externe analyse -> Onderzoek van de kans op winst vergeleken met de concurrentie
SWOT-analyse -> Interne analyse + externe analyse
Aantekening hoofdstuk 9
Rechtsvorm is een organisatievorm die in de wet voorkomt.
Het inkomen van een ondernemer is zijn nettowinst
Productiefactoren: Arbeid -> Loon Kapitaal -> Inferenthuur Natuur -> Pacht Ondernemersschap -> Winst
Ez. + Ez. + Ex. + ….. = V.O.F
V.O.F -> Vennootschap onder firma
Aantekening hoofdstuk 10
Betaalde interest -> Kosten voor ondernemer
Kapitaal -> Hoofdsom -> H
Interest -> Rente -> I
Looptijd -> Jaar -> T -> Maanden -> T -> Dagen -> T Aantekening hoofdstuk 11 Balans -> Een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigenvermogen
Balans -> Een overzicht van een bepaald moment
Balans -> Scontrovorm (het staat naast elkaar) Stoffelvorm -> Onder elkaar
De scontrovorm heeft een linkerkant en een rechterkant
Debet Datum Credit * Bezittingen -> Activa -> * Vermogenskant -> Passiva
kapitaal -> investeringen * Eigen vermogen
* Vaste activa -> gaat meer * Vreemd vermogen lang -> langer als een jaar
dan 1 productieproces mee * Vreemd vermogen kort -> korter als een jaar * Vlottende activa -> gaat 1
productieproces mee * Liquide middelen -> geld
Vaste activa -> Bv. gebouwen, machines, bedrijfsauto’s en inventaris
Vlottende activa -> Bv. voorraad en debiteuren
Liquide middelen -> Bv. kas en rekening
VV lang -> Bv. hypotheek en banklening
VV kort -> Bv. crediteuren en rekeningcourant
Voorbeeld: Debet 13 maart 2006 Credit
Bank: 80.000 Ev.: 100.000
Vrieskist: 5.000 VV hypotheek: 200.000
Inventaris: 15.000
Gebouw: 200.000
Totaal: 300.000 Totaal: 300.000 Aantekening hoofdstuk 12 Afzet -> Het aantal verkochte producten in een periode
Omzet -> Verkoopwaarde in bepaalde periode
Afzet -> Aantal producten
Omzet -> Afzet * verkoopprijs
Nettowinst is: Omzet
Inkoopwaarde -
Brutowinst
Bedrijfskosten - Nettowinst
Inkoopwaarde -> Afzet * inkoopprijs
Bedrijfskosten -> Inkoopkosten, algemene kosten en verkoopkosten
Overheadkosten -> Algemene kosten + verkoopkosten
De afzet van de inkoopwaarde en de omzet moeten van dezelfde periode zijn. Het heet ook wel matchingbeginsel
Voorcalculatorische -> De begroting
Nacalculatorische -> De berekening achteraf Aantekening hoofdstuk 13 BTW -> Belasting toegevoegde waarde -> Omzetbelasting
Tarieven: 0% -> Medicijnen en export 6% -> Primaire goederen 19 % -> Alle overige goederen
De BTW wordt betaald door de consument
Producent -> Ondernemer
De te betalen BTW -> Gaat naar de belasting -> Een korte termijn schuld
De te vorderen BTW -> Krijg je terug van de belasting -> Een bezit
Af te dragen BTW: De te betalen BTW
De te vorderen BTW -
Af te dragen BTW
Aantekening Hoofdstuk 14
Afschrijvingen tellen niet meer mee
Spullen worden minder waard door: Ouder worden Slijtage
Afschrijving -> Waarde vermindering van een productiemiddel in de loop van de tijd
Anschafwaarde -> Economische levensduur
Technische levensduur -> De tijd dat iets nog werkt / te gebruiken is
Afschrijving per jaar -> AW - RW Economishe levensduur
AW -> Aankoopwaarde
RW -> Residuwaarde -> Restwaarde
Let er wel op wanneer het precies is gekocht
Aanschafwaarde - afschrijvingen -> Boekwaarde Aantekening hoofdstuk 15 Debiteuren -> Betalen -> Ontvansten Aantekening hoofdstuk 16 BE(afzet) -> Aantal producten wat minimaal verkocht moet worden om de kosten te dekken
TO -> TK
TK -> VK + CK
BE(omzet) -> Opbrengst wat minimaal gehaald moet worden om de kosten te dekken
BEA -> CK/(VP-VK)
Aantekening hoofdstuk 17
Voorraad waarderingssysteem -> FIFO en LIFO
FIFO -> First In First Out
FIFO -> Iets wat als eerste wordt ingekocht wordt ook als eerste weer verkocht
LIFO -> Last In First Out
LIFO -> Iets wat als laatste wordt ingekocht wordt ook als eerste weer verkocht
FIFO -> Zorgt ervoor dat de brutowinst daalt
LIFO -> Zorgt ervoor dat de brutowinst stijg Aantekening hoofdstuk 18 Solv -> TV/VV * 100% of
Solv -> EV/VV
TV -> Totaalvermogen
VV -> Vreemdvermogen
Solv -> Solvabiliteit
EV -> Eigenvermogen
TV -> EV + VV
Verschillende niveaus van managers: Top -> Zorgt voor de lange termijn planning Middle -> Zorgt voor de planning van de uitwerking Floor -> Zorgt voor de dagelijkse uitvoering Aantekening hoofdstuk 8 Interne analyse -> Onderzoek in het eigen bedrijf opzoek naar de sterk/zwak punten
Externe analyse -> Onderzoek van de kans op winst vergeleken met de concurrentie
Productiefactoren: Arbeid -> Loon Kapitaal -> Inferenthuur Natuur -> Pacht Ondernemersschap -> Winst
Ez. + Ez. + Ex. + ….. = V.O.F
V.O.F -> Vennootschap onder firma
Aantekening hoofdstuk 10
Betaalde interest -> Kosten voor ondernemer
Kapitaal -> Hoofdsom -> H
Interest -> Rente -> I
Looptijd -> Jaar -> T -> Maanden -> T -> Dagen -> T Aantekening hoofdstuk 11 Balans -> Een overzicht van alle bezittingen, schulden en het eigenvermogen
Balans -> Een overzicht van een bepaald moment
Balans -> Scontrovorm (het staat naast elkaar) Stoffelvorm -> Onder elkaar
De scontrovorm heeft een linkerkant en een rechterkant
Debet Datum Credit * Bezittingen -> Activa -> * Vermogenskant -> Passiva
dan 1 productieproces mee * Vreemd vermogen kort -> korter als een jaar * Vlottende activa -> gaat 1
productieproces mee * Liquide middelen -> geld
Vaste activa -> Bv. gebouwen, machines, bedrijfsauto’s en inventaris
Vlottende activa -> Bv. voorraad en debiteuren
Liquide middelen -> Bv. kas en rekening
VV lang -> Bv. hypotheek en banklening
VV kort -> Bv. crediteuren en rekeningcourant
Voorbeeld: Debet 13 maart 2006 Credit
Bank: 80.000 Ev.: 100.000
Vrieskist: 5.000 VV hypotheek: 200.000
Inventaris: 15.000
Gebouw: 200.000
Totaal: 300.000 Totaal: 300.000 Aantekening hoofdstuk 12 Afzet -> Het aantal verkochte producten in een periode
Omzet -> Verkoopwaarde in bepaalde periode
Afzet -> Aantal producten
Omzet -> Afzet * verkoopprijs
Nettowinst is: Omzet
Bedrijfskosten - Nettowinst
Inkoopwaarde -> Afzet * inkoopprijs
Bedrijfskosten -> Inkoopkosten, algemene kosten en verkoopkosten
Overheadkosten -> Algemene kosten + verkoopkosten
De afzet van de inkoopwaarde en de omzet moeten van dezelfde periode zijn. Het heet ook wel matchingbeginsel
Voorcalculatorische -> De begroting
Nacalculatorische -> De berekening achteraf Aantekening hoofdstuk 13 BTW -> Belasting toegevoegde waarde -> Omzetbelasting
Tarieven: 0% -> Medicijnen en export 6% -> Primaire goederen 19 % -> Alle overige goederen
De BTW wordt betaald door de consument
Producent -> Ondernemer
De te betalen BTW -> Gaat naar de belasting -> Een korte termijn schuld
De te vorderen BTW -> Krijg je terug van de belasting -> Een bezit
Af te dragen BTW: De te betalen BTW
Spullen worden minder waard door: Ouder worden Slijtage
Afschrijving -> Waarde vermindering van een productiemiddel in de loop van de tijd
Anschafwaarde -> Economische levensduur
Technische levensduur -> De tijd dat iets nog werkt / te gebruiken is
Afschrijving per jaar -> AW - RW Economishe levensduur
AW -> Aankoopwaarde
RW -> Residuwaarde -> Restwaarde
Let er wel op wanneer het precies is gekocht
Aanschafwaarde - afschrijvingen -> Boekwaarde Aantekening hoofdstuk 15 Debiteuren -> Betalen -> Ontvansten Aantekening hoofdstuk 16 BE(afzet) -> Aantal producten wat minimaal verkocht moet worden om de kosten te dekken
TO -> TK
TK -> VK + CK
BE(omzet) -> Opbrengst wat minimaal gehaald moet worden om de kosten te dekken
BEA -> CK/(VP-VK)
FIFO -> First In First Out
FIFO -> Iets wat als eerste wordt ingekocht wordt ook als eerste weer verkocht
LIFO -> Last In First Out
LIFO -> Iets wat als laatste wordt ingekocht wordt ook als eerste weer verkocht
FIFO -> Zorgt ervoor dat de brutowinst daalt
LIFO -> Zorgt ervoor dat de brutowinst stijg Aantekening hoofdstuk 18 Solv -> TV/VV * 100% of
Solv -> EV/VV
TV -> Totaalvermogen
VV -> Vreemdvermogen
Solv -> Solvabiliteit
EV -> Eigenvermogen
TV -> EV + VV
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden