Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3, 4 en 5: De Naamloze Vennootschap

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas vwo | 986 woorden
  • 27 maart 2014
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Hoofdstuk 3

Het vreemd vermogen van de NV

Lang vreemd vermogen
1. De hypothecaire lening: op onderpand van onroerend goed.
2. De onderhandse lening: persoonlijk contact, onderhandelbare voorwaarden.
3. De achtergestelde lening: bij liquidatie pas terugbetaald nadat alle andere schuldeisers hun geld ontvangen hebben. Meer risico à semi-ondernemend vermogen.

Kort vreemd vermogen
1. Het rekening-courantkrediet: tot een maximumbedrag geld opnemen bij de bank. Er is sprake van een wisselend saldo en het krediet is direct opzegbaar. Het interestpercentage is variabel en de aflossing is boetevrij.
2. Het (ontvangen) leverancierskrediet: krijgt een ondernemer van zijn leveranciers.
3. Het (ontvangen) afnemerskrediet: krijgt een ondernemer van zijn afnemers.
4. Aflossing van een langlopende schuld binnen 1 jaar: gehele aflossing binnen 1 jaar.
5. Schulden wegens belasting/premie: te betalen belasting.
6. Koop op afbetaling: vaak bij consumenten. Aanbetaling en de rest in termijnen.
7. Huurkoop: de koper wordt pas eigenaar nadat de laatste termijn is betaald

 

Voorzieningen
Toekomstige uitgave waarvan omvang en tijdstip nog onbekend zijn. Toekomstige uitgaven worden naar voren gehaald waardoor de huidige kosten toenemen. Het is wel vreemd vermogen, want het is een toekomstige schuld. Het verschil met een reservering is, dat een voorziening toekomstig verplicht wordt uitgegeven. Én een reservering behoort tot het EV en een voorziening tot het VV. Verschil tussen schuld en voorziening: bij een schuld staan omvang en tijdstip vast.

Obligatielening
Schuldbewijs van NV. Heeft een nominale waarde, maar de koers kan veranderen. Obligaties hebben geen stemrecht, maar wel een vaste interestvergoeding (berekend over nominale waarde). Aandelen kunnen niet aan de NV verkocht worden, alleen op de beurs. Obligatiehouders kunnen hun obligatie verkopen aan de NV, altijd voor de nominale waarde, en daarom zullen de obligatiekoersen minder schommelen. Voordeel voor de NV: interest is een kost, dus kan afgetrokken worden van de belasting.

 

Emissie van obligaties
Het uitgeven van obligaties lijkt veel op dat van aandelen (a pari, boven pari, beneden pari). Door een plaatsing nemen de liquide middelen toe. Uitgiftekoers is afhankelijk van de looptijd van de obligatielening, de aflossingsvoorwaarden en het verschil tussen de nominale interestvoet (percentage op obligatie) en de interestvoet op de kapitaalmarkt. Als deze op de kapitaalmarkt hoger is, zal men geen obligatie kopen.


De converteerbare obligatielening
Converteren: schuldbewijzen (VV) worden omgezet in eigendomsbewijzen (EV). Aantrekkelijk voor NV:
- behouden van liquide middelen
- omzetting van VV in EV (goed voor solvabiliteit)
- uitbreiding van GAK
De beslissing om tot conversie over te gaan ligt geheel bij de obligatiehouder.
Hoofdstuk 4
De activa van de NV

 

Vaste activa
De omlooptijd van het geïnvesteerde vermogen is langer dan 1 jaar. Immateriële activa: activa die niet tastbaar is. Over het algemeen zijn dit kosten die over meerdere jaren gemaakt worden. Het zijn geactiveerde kosten. Ook op immateriële VA wordt afgeschreven en ze kunnen worden doorverkocht. Het is als een waarde in contract. Voorbeelden:
- octrooi/patent
- vergunning/concessies (concessie: recht om bijv. olie uit de grond te halen)
- goodwill (bedrag dat een bedrijf betaald heeft boven de intrinsieke waarde bij een overname)

Financiële VA: bijv. als een onderneming geld op lange termijn uitleent aan een ander bedrijf. o/g = opgenomen geld, u/g = uitgeleend geld. Deelneming: controlerend belang in een ander bedrijf voor zeggenschap en/of invloed. Dit kan zijn om geografische, technologische of winstgevende motieven.
Moedermaatschappij kan een ander bedrijf overnemen: de dochtermaatschappij.
Houdstermaatschappij/holding company: vennootschap die de aandelen van de fuserend ondernemingen opkoopt en betaalt met haar eigen aandelen.
Zelfstandig opererende ondernemingen die economisch een eenheid vormen (bijv. één directie), noemt men een groepsmaatschappij of concern. Deze bestaat uit ondernemingen met een eigen balans. Om een inzicht te krijgen in de groepsmaatschappij wordt er een geconsolideerde (samengevoegde) balans gemaakt. Hierbij laat je onderlinge vorderingen en schulden buiten beschouwing.

Vlottende en liquide activa
Effecten: aandelen, obligaties etc. Een deelneming is ook een aandeel, maar hoort bij de liquide activa. Dat is omdat het bij een normaal aandeel gaat om koerswinst en niet om zeggenschap. Belegd geld in actieve aandelen - LA. Belegd geld in niet-actieve aandelen - VLA.
Debiteuren: dubieuze debiteuren. Daarvan wordt verwacht dat het geld niet (helemaal) terug betaald wordt. Het bedrag op de balans is dan ook lager dan op de factuur.
Voorraad goederen: 1. VG grond- en hulpstoffen/halffabricaat 2. VG onderhanden werk. 3. VG eindproduct. Transitorische post: overlopende post, bijv. vooruitbetaalde bedragen.

 

Hoofdstuk 5
Interne en externe verslaggeving

 

Presentatie van de cijfers
Geïnteresseerden in de balans: binnen het bedrijf, raad van commissarissen. Buiten het bedrijf: aandeelhouders, belastingdienst, overheid/gemeente. Een interne balans is vormvrij. Om gegevens van bedrijven te vergelijken heeft de externe balans een vaste vorm. De balans moet de aandeelhouders en potentiële beleggers informeren over de staat van de NV.

Bij het externe model van de R.R. zijn de afschrijvingskosten vaak al uit de algemene kosten gehaald. Zo kan je de investeringen van een bedrijf berekenen.  Bij een intern model kunnen kosten veel meer gescheiden zijn, maar ook andersom. Het financieringsresultaat: interestopbrengsten -/- interestkosten.
En grote NV of BV is verplicht een registeraccountant in te schakelen om de gegevens te controleren. Ook de overheid, belastingdienst en de economische controledienst controleren geregeld.

De vaste activa kan gewaardeerd worden tegen de historische verkrijgingsprijs of de vervangingswaarde. De voorraad kan gewaardeerd worden tegen fifo, lifo of vvp.
De voorraad is bij het fifo-systeem bij stijgende prijzen meer waard. Want de oudste en goedkoopste voorraden worden het eerst verkocht en de voorraad bestaat dus uit de nieuwste, in prijs gestegen voorraden.
Bij fifo is ook de winst hoger, omdat de inkoopprijs lager is dan bij lifo.

Het externe verslag van een concern heet een consolidatie.

Het management en de cijfers

Taken van het management:
- ontwikkelen van beleid: doelstellingen vaststellen, welke activiteiten er ondernomen moeten worden.
- organiseren: middelen verdelen over activiteiten.
- besturen: beïnvloeden van het gedrag van de werknemers. Motiveren met extra geld.
- controleren: d.m.v. van behaalde doelstellingen en cijfers.
 

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Taken van het management:
- ontwikkelen van beleid: doelstellingen vaststellen, welke activiteiten er ondernomen moeten worden.
- organiseren: middelen verdelen over activiteiten.
- besturen: beïnvloeden van het gedrag van de werknemers. Motiveren met extra geld.
- controleren: d.m.v. van behaalde doelstellingen en cijfers.
 

REACTIES

S.

S.

Alleen maar vuur

7 jaar geleden

S.

S.

suuuuper dit! thx

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.