Hoofdstuk 3

Een bank is een instelling die zich bezighoudt met het verlenen van kredieten die zij verschaft uit eigen middelen, uit van derden opgenomen gelden of door creatie. De belangrijkste taken van een bank zijn het verstrekken van kredieten en het aanbieden van spaarmogelijkheden ook verrichten ze betalingen van cliënten, bewaren ze effecten, handelen ze in het effectenverkeerd, houden zich bezig met het emissiebedrijf en valutahandel. Afnemerskrediet is dat de afnemer goederen betaalt die pas later door de leverancier worden geleverd. Leverancierskrediet is dat de leverancier goederen levert die pas later worden betaald. Een rekening-courantkrediet is een rekening die wordt gebruikt voor de dagelijkse betalingen en ontvangsten. Het kredietplafond is dat een onderneming toestemming krijgt van de bank om tot een bepaald bedrag rood te staan. Het bedrag wat een onderneming nog kan opnemen totdat ze rood staat het de dispositieruimte. Bij een doorlopend krediet spreken bank en consument af dat de consument krediet mag opnemen tot bijv. een bedrag van f 6000,- dat in 6 maanden moet worden terugbetaald. Bij een persoonlijke lening (PL) leent de consument een bedrag bij zijn bank voor een bepaald doel. Bij koop & verkoop op afbetaling komen koper en verkoper overeen dat de koopprijs van een roerende zaak zal worden betaald in termijnen. Huurkoop is bijna hetzelfde alleen dan blijft de verkoper eigenaar tot de laatste termijn is betaald. Pas dan wordt het eigendom overgedragen aan de koper.