M&O Module 1
- Niet commerciële organisaties (non-profit organisaties) wil geen winst maken, daartegenover staan de commerciële organisaties, die willen wel winst maken.
- Een dienst is vergelijkbaar met een product alleen je kan het niet aanraken.
- Een vereniging is een rechtsvorm warin mensen samenwerken om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Hun mogen het doel winst maken niet tot doel hebben. Er zijn leden en die kiezen hun eigen bestuur.
- Een stichting is een rechtsvorm die een sociaal of ideëel doel nastreeft, onderwijs / gezondheidszorg en liefdadigheidsinstellingen. Bij een stichting is er alleen een bestuur en geen leden.
- Een begroting is een plan waarin een schatting is gemaakt van de inkomsten en uitgaven voor een bepaalde periode.
- Bij een niet-commerciële organisatie moet de begroting sluitend zijn. De inkomsten moeten gelijk zijn aan de uitgaven
- Vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid: de vereniging kan niet zelfstandig plichten en rechten aangaan
- Vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: de vereniging kan zelfstandig rechten en verplichtingen hebben en overeenkomsten sluiten.
- Een organisatie heeft een rechtsvorm, dat wil zeggen op de organisatie zijn een aantal regels van toepassing op het gebied van leiding, eigendom en aansprakelijkheid voor de schulden van de organisatie.
- Een vereniging is een democratische organisatie die geen winst nastreeft
- Algemene ledenvergadering: de leden hebben het voor het zeggen
- Fraude: geld stelen van de vereniging
- Het bestuur heeft de dagelijkse leiding en neemt de beslissingen die nogidg zijn om de dagelijkse gang van zaken te regelen.
- Voorzitter: komt met voorstellen op de ledenvergadering, het bestuur staat o.l van de voorzitter
- Statuten: waar alle regels worden vastgelegd.
- Huiselijk reglement: minder belangrijke regels daarin vastleggen zodat ze makkeljker te veranderen zijn.
- De secretaris is verantwoordelijk voor de administratie. Hij schrijft en ontvangt de brieven voor de vereniging en verzorgt het archief
- De penningmeeester zorgt voor de administratie van inkomsten en uitgaven.
- Exploitatierekening: de werkelijke inkomsten en uitgaven van dat jaar.
- Een rechtspersoon is een organisatie die zelfstandig rechten en plichten kan hebben.
- Organiseren is het op elkaar afstemmen van alle noodzakelijke activiteiten die nodig zijn om doelstellingen te bereiken.
- Doelstellingen zijn wensen die metn in de toekomst wil realiseren of bereiken.
Ze moeten aan 4 eisen voldoen :
1. Haalbaar, om frustraties te voorkomen
2. Duidelijk, iedereen moet weten wat men nastreeft
3. Identificeerbaar, iedereen moet zich betrokken kunnen voelen
4. Kwantificeerbaar, ze moeten in meetbare eenheden uitgedrukt worden, om te kunnen meten of de gestelde doelen bereikt zijn. - Strategische planning: Het uiteindelijke doel, het lange termijnplanning - Tactische planning: Het geeft aan via welke tussenstapen de organisatie de doelen wil bereiken. Het zijn doelstellingen per jaar. 1ste jaar.. 2e jaar.. 3e jaar... - Operationele planning: Een korte termijnplanning, planning voor 1 jaar. Op welke wijze ze de strategische en de tactische planning willen bereiken. - De mensen die de leiding hebben bij de uitvoering van de taken vormen samen het management. Ze sturen de activiteiten aan, stellen operationele doelstellingen vast en ze bouwen een organisatie om de doelen te bereiken. - Een functie is een positie die iemand binnen de organisatie heeft. - Taak: Gelijksoortige activiteiten - Mensen die in dienst zijn van de vereniging zijn de functionarissen. - De manager is een functionaris die de taken van het management uitwerkt. - Coördineren houdt in dat het management moet zorgen dat er geen diefstal of fraude gepleegd wordt binnen de vereniging. - Hoofdtaken: de belangrijkste taak. Elke functie is opgebouwd uit een aantal samenhangende hoofdtaken. - Synergie betekend dat het totale resultaat van het team meer is dan de som van de individuele kwaliteiten van de spelers afzonderlijk. - De hoofdtaken zijn opgebouwd uit deeltaken. Een deeltaak is bv een conditietraining. - Het overdragen van taken met de daaraan gekoppelde bevoegdheden wordt delegatie genoemd. - Om snel zicht te krijgen op de organisatie is een organisatieschema of een organogram een goed hulpmiddel. Zo’n schema maakt het mogelijk om in 1 oogopslag te zien welke posities de verschillende personen binnen de organisatie hebben ten opzichte van elkaar. - Lijnorganisatie: Vanuit een hoge positie vindt er delegatie plaats naar lagere niveaus (blz 42) - Bij de lijnorganisatie is er sprake van eenheid van leiding. Dat zegt dat iedereen binnen de organisatie zijn taakopdrachten krijgt van 1 leidinggevende en dat de betreffende medewerker alleen maar schuldig is aan die ene leidinggevende. - Lijn-staforganisatie: blz 43 - Op een begroting staan 2 rijen getallen met omschrijving, een rij geschatte inkomsten en een rij geschatte uitgaven. - Belangrijkste inkomsten van een vereniging : • Contributie • Subsidies • Opbrengst van de kantine • Opbrengste van speciale acties • Bijdragen van sponsors • Eventueel leningen - Belangrijkste uitgaven zijn : • Huur sportvelden of –zaal • Aanschaf accommodatie, kantine / kleedruimte • Administratiekosten • (Grote club) loon van personeel • Aflossing en rente van leningen • Aanschaf van attributen zoals ballen, doelen, netten - Contributie: leden betalen een vast bedrag per jaar - Subsidie is geldelijke steun van een gemeente. - Verdiensten: aan loterijen of feestavonden doen - Sponsoring: een bedrijf geeft financiële steun aan een niet-commerciële organisatie en vraagt als tegenprestatie dat de gesponsorde organisatie bekendheid geeft aan de naam van de sponsor. - Bij een lening krijgt een vereniging geld van een bank en moet dat gild in de loop van een paar jaar terugbetalen met rente. - Een regel met een omschrijving en een bedrag wordt post genoemd. - Een kasboek bevat een overzicht waarin alle ontvangsten en betalingen per kas op datum zijn vastgelegd. - Het giroboek bevat een overzicht van alle ontvangsten en betalingen die via de postgiro hebben plaatsgevonden. - Die boeken heten de financiële administratie het bestaat ook uit het vastleggen van de vorderingen en schulden. - Een vordering is als je geld tegoed heb van iemand. - Schulden ontstaan als de vereniging geld leent, of als het iets koopt en de betaling uitstelt. - Een begroting kan een tekort of overschot laten zien, dat heet het saldo. - De werkelijke inkomsten en uitgaven heten de exploitatierekening - Lasten: uitgaven die de penningmeester moet doen. - Baten: alle bedragen die hij nog moet ontvangen. - Balans: bezittingen en schulden en van het eigen vermogen van de vereniging op een bepaald tijdsstip. - Het eigen vermogen is de reserve die de vereniging in de afgelopen jaren heeft opgebouwd. Geeft ’t bedrag aan waar de vereniging over beschikt als alle schulden afbetaald zijn. - Debetkant: de linkerkant van de balans. De ontvangsten - Creditkant: de rechterkant van de balans. De uitgaven en het eigen vermogen. - De staat van baten en lasten is een overzicht van de baten en lasten die vallen onder een bepaald verenigingsjaar. Het geeft aan hoevel het eigen vermogen van de vereniging veranderd is. - Intern verslag: is bestemd voor het bestuur en belangstellende die inzage krijgen van het bestuur. - Extern verslag: is bestemd voor algemene ledenvergadering en voor buitenstaanders die een verslag opvragen. - Marketing is doelgericht inspelen op de wensen van de mogelijke afnemers op een manier die voor de organisatie het meeste voordeel oplevert - Doelgericht betekent dat men bij het uitvoeren van alle activiteiten steeds de doelstellingen van de organisatie in gedachte heeft. - Wensen hangen af van de rol die zij vervullen binnen of buiten de vereniging. - De middelen of instumenten die een organisatie ter beschikking heeft om de doelgroep te bewerken zijn de marketing instrumenten → communicatie, productiebeleid en prijsbeleid. - Communicatie: met de betrokkenen praten om zo haar plannen enthousiast te maken. - Productiebeleid: het product (bv hockey). Door dit spel op de juiste wijze te spelen zulle de meeste belanghebbende tevreden zijn. - Prijsbeleid: de bedragen moeten opwegen tegen de kwaliteit van de geleverde prestaties. - Bij de uitvoering van het beleid moet het bestuur zich realiseren dat er belemmeringen kunnen zijn → omgevingsfactoren: zijn invloeden van buitenaf die een negatieve werking kunnen hebben op het beleid. - Marktgericht is als het in staat is om een goed evenwicht te vinden tussen de wensen van de belanghebbenden, de inzet van de marketinginstrumenten en de invloed van de omgevingsfactoren. - Donateurs zijn mensen die het belangrijk vinden om regelmatig een vast bedrag naar een bepaalde organisatie te sturen. - **Niet commerciele organisatie heeft te maken met 2 doelgroepen :: - Afnemersdoelgroep: ze moeten een duidelijke behoefte aan help hebben voordat het fonds hen kan ondersteunen. - Donordoelgroep: zij moeten de financiële middelen verstrekken in de vorm van giften, om de afnemersgroep te kunnen ondersteunen. - De overheid moet zorgen dat de mensen het beleid dat zij voert accepteren - Bij actiegroepen speelt publiciteit een grote rol. Ze moeten zoveel mogelijk mensen informeren over activiteiten en hun doelstellingen. - Cultuur omvat de kunst en de normen en waarden van een groep mensen. Zij omvat ook de gewoonten en tradities van een gemeenschap. - Welvaart heeft te maken met de hoeveelheid goederen die de mensen kunnen aanschaffen en Welzijn met de vraag of zij zich daarbij ook prettig voelen. - Sociale marketing: mensen worden ondanks de hogere welvaart ontevreden, luchtverontreiniging, files, smog, stress en meer criminaliteit geven mensen een ontevreden gevoel. - Een steeds kritisere consument wil duidelijk z’n mening laten horen → Consumentisme - Reclame Code Commissie houdt zich bezig met de juistheid van reclames - Rectificatie is een bericht waarin de adverteerder toegeeft dat zijn eerdere bericht onjuist was en vervolgens aangeeft wat het wel moet zijn. - Milieu Reclame Code waarin rechtlijnen gegeven zijn voor recalmeboodschappen waarin milieuaspecten verwerkt zitten. - Omgevingsfactoren: allerlei ontwikkelingen die invloed hebben op een bedrijf - Externe analyse: alle ontwikkelingen waarmee een bedrijf continu te maken heeft, het bestaat uit een onderzoek naar kansen en bedreigingen. - Kansen zijn ontwikkelingen die het bedrijf voordeel kunnen opleveren. - Bedreigingen zijn ontwikkelingen die het bedrijf nadeel kunnen opleveren. - Een sterke-zwakteanalyse houdt in dat het bedrijf op alle bedrijfsonderdelen wordt doorgelicht en beoordeeld. - Het uitvoeren van een onderzoek is een interne analyse. Doel → te weten komen wat de sterke en zwakke punten zijn van een bedrijf - Centrale ondernemingsdoelstelling: kernachtig vaststellen wat zij in de toekomst willlen bereiken met het bedrijf. - Een doelstelling is een resultaat, dat een onderneming in de toekomst wenst te bereiken. - Strategische doelstellingen: daarin wordt vastgelegd wat een afdeling moet bereiken. - Alle strategische doelstellingen bij elkaar vormen de Strategische planning. - Tactische planning geeft aan welke maatregelen nodig zijn om de strategische doelen te halen. - Operationele doelstelling: kortetermijnplanning, is gedetailleerder dan de tactische doelstelling. - Het opstellen van plannen aan de hand van ontwikkelingen in de markt en van ervaringen binnen het bedrijf → Planningscyclus. - Controle richt zich altijd op het vergelijken van plan en werkelijkheid. - Het signaleren van kansen en bedreigingen gevolgd door een sterkte-zwakteanalyse is een Continu Proces. - Ondernemingsplan is een uitwerking van de interne en externe analyse en de centrale ondernemingsdoelstelling. - Organisatie: ** Op de eerste plaats is er sprake van een organisatiestructuur zoals een lijn- of een lijn-staforganisatie, ** is het te beschouwen als het geheel van activiteiten die moeten worden uitgevoerd om de doelstellingen te kunnen bereiken. - Organiseren is het zodanig op elkaar afstemmen van alle noodzakelijke activiteiten dat het bedrijf de doelstellingen kan behalen. - Organisatiestructuur: de ondernemer stelt taken vast en combineert de taken die samenhangen tot een functie. - De functies zijn op verschillende manieren aan elkaar te koppelen. De manier waarop dat gebeurt, leidt tot een Organisatiestelsel. - Bij een lijnorganisatie (blz 127) is er sprake van eenheid van leiding → iedereen binnen de organisatie krijgt zijn taakopdrachten van 1 leidinggevende. - Eenheid van bevel: iedere medewerker heeft maar 1 opdrachtgever. - Stafafdelingen hebben als functie om de afdeling of functionaris in de ‘lijn’ aan wie ze toegevoegd zijn te adviseren of te ondersteunen, ze mogen geen opdrachten geven aan andere medewerkers. - Een rechtsvorm is dat er afspraken en regels bestaan over de eigendom, zeggenschap en de aansprakelijkheid. - De volgende rechtsvormen zijn er: * eenmanszaak, * vennootschap onder firma (VOF), * commanditaire vennootschap (CV), * besloten vennootschap (BV), * naamloze vennootschap (NV), * coöperatieve vereniging - Eenmanszaak, 1 eigenaar en is met z’n hele privé-vermogen aansprakelijk voor de schulden. Hij kan wel mensen in dienst hebben maar die zijn niet de baas. - Vennootschap onder firma is samenwerking van zelfstandige ondernemers (vennoten). Samen de leiding, samen de winst, samen verantwoordelijk. - Besloten vennootschap en de naamloze vennootschap zijn rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid. Geven aandelen uit zo komt de leiding te liggen bij de mensen die de aandelen in hun bezit hebben. Hun privé-vermogen blijft erbuiten - Voordeel eenmanszaak: eigenaar neemt alleen beslissingen, snelle besluitvorming, geen kans op conflicten tussen verschillende eingenaren. - Nadeel eenmanszaak: afhankelijk van gezondheid van de eigenaar, beperkte mogelijkheden om geld te lenen. - Algehele gemeenschap van goederen: alle eigendommen worden van beide huwelijkspartners samen - Huwelijkse voorwaarden: twee vermogens niet laten samenvloeien - VOF is een ondernemingsvorm die gebaseerd is op een overeenkomst tussen 2 of meer eigenaren. VOF wordt ook wel firma genoemd. De eigenaren worden vennoten of firmanten genoemd. - Hoofdelijke aansprakelijkheid wil zeggen dat een schuldeiser van elk van de firmanten volledige betaling van de shculd van de VOF kan eisen. - Meerhoofdige leiding kan handig zijn als het aanal personeelsleden toeneemt. - De bank bewaart je spaargeld, daarvoor krijg jij een vergoeding: rente of interest - Berekening interest : H x I x J
100
H= hoofdsom, I = interestbedrag, J = jaar
H x I x M M = maanden H x I x D D = dagen
12 x 100 365 x 100 - Geld dat je leent, moet je terugbetalen. 4 afspraken: 1. afspraak over de grootte van de aflossing
2. afspraak over het moment van de betaling van de aflossingen
3. afspraak over de berekening van het interestbedrag
4. afspraak over het tijdstip van de interestbetaling - De aflossing is een bedrag dat je terugbeaald aan diegene van wie je het geld geleent hebt
2. Duidelijk, iedereen moet weten wat men nastreeft
4. Kwantificeerbaar, ze moeten in meetbare eenheden uitgedrukt worden, om te kunnen meten of de gestelde doelen bereikt zijn. - Strategische planning: Het uiteindelijke doel, het lange termijnplanning - Tactische planning: Het geeft aan via welke tussenstapen de organisatie de doelen wil bereiken. Het zijn doelstellingen per jaar. 1ste jaar.. 2e jaar.. 3e jaar... - Operationele planning: Een korte termijnplanning, planning voor 1 jaar. Op welke wijze ze de strategische en de tactische planning willen bereiken. - De mensen die de leiding hebben bij de uitvoering van de taken vormen samen het management. Ze sturen de activiteiten aan, stellen operationele doelstellingen vast en ze bouwen een organisatie om de doelen te bereiken. - Een functie is een positie die iemand binnen de organisatie heeft. - Taak: Gelijksoortige activiteiten - Mensen die in dienst zijn van de vereniging zijn de functionarissen. - De manager is een functionaris die de taken van het management uitwerkt. - Coördineren houdt in dat het management moet zorgen dat er geen diefstal of fraude gepleegd wordt binnen de vereniging. - Hoofdtaken: de belangrijkste taak. Elke functie is opgebouwd uit een aantal samenhangende hoofdtaken. - Synergie betekend dat het totale resultaat van het team meer is dan de som van de individuele kwaliteiten van de spelers afzonderlijk. - De hoofdtaken zijn opgebouwd uit deeltaken. Een deeltaak is bv een conditietraining. - Het overdragen van taken met de daaraan gekoppelde bevoegdheden wordt delegatie genoemd. - Om snel zicht te krijgen op de organisatie is een organisatieschema of een organogram een goed hulpmiddel. Zo’n schema maakt het mogelijk om in 1 oogopslag te zien welke posities de verschillende personen binnen de organisatie hebben ten opzichte van elkaar. - Lijnorganisatie: Vanuit een hoge positie vindt er delegatie plaats naar lagere niveaus (blz 42) - Bij de lijnorganisatie is er sprake van eenheid van leiding. Dat zegt dat iedereen binnen de organisatie zijn taakopdrachten krijgt van 1 leidinggevende en dat de betreffende medewerker alleen maar schuldig is aan die ene leidinggevende. - Lijn-staforganisatie: blz 43 - Op een begroting staan 2 rijen getallen met omschrijving, een rij geschatte inkomsten en een rij geschatte uitgaven. - Belangrijkste inkomsten van een vereniging : • Contributie • Subsidies • Opbrengst van de kantine • Opbrengste van speciale acties • Bijdragen van sponsors • Eventueel leningen - Belangrijkste uitgaven zijn : • Huur sportvelden of –zaal • Aanschaf accommodatie, kantine / kleedruimte • Administratiekosten • (Grote club) loon van personeel • Aflossing en rente van leningen • Aanschaf van attributen zoals ballen, doelen, netten - Contributie: leden betalen een vast bedrag per jaar - Subsidie is geldelijke steun van een gemeente. - Verdiensten: aan loterijen of feestavonden doen - Sponsoring: een bedrijf geeft financiële steun aan een niet-commerciële organisatie en vraagt als tegenprestatie dat de gesponsorde organisatie bekendheid geeft aan de naam van de sponsor. - Bij een lening krijgt een vereniging geld van een bank en moet dat gild in de loop van een paar jaar terugbetalen met rente. - Een regel met een omschrijving en een bedrag wordt post genoemd. - Een kasboek bevat een overzicht waarin alle ontvangsten en betalingen per kas op datum zijn vastgelegd. - Het giroboek bevat een overzicht van alle ontvangsten en betalingen die via de postgiro hebben plaatsgevonden. - Die boeken heten de financiële administratie het bestaat ook uit het vastleggen van de vorderingen en schulden. - Een vordering is als je geld tegoed heb van iemand. - Schulden ontstaan als de vereniging geld leent, of als het iets koopt en de betaling uitstelt. - Een begroting kan een tekort of overschot laten zien, dat heet het saldo. - De werkelijke inkomsten en uitgaven heten de exploitatierekening - Lasten: uitgaven die de penningmeester moet doen. - Baten: alle bedragen die hij nog moet ontvangen. - Balans: bezittingen en schulden en van het eigen vermogen van de vereniging op een bepaald tijdsstip. - Het eigen vermogen is de reserve die de vereniging in de afgelopen jaren heeft opgebouwd. Geeft ’t bedrag aan waar de vereniging over beschikt als alle schulden afbetaald zijn. - Debetkant: de linkerkant van de balans. De ontvangsten - Creditkant: de rechterkant van de balans. De uitgaven en het eigen vermogen. - De staat van baten en lasten is een overzicht van de baten en lasten die vallen onder een bepaald verenigingsjaar. Het geeft aan hoevel het eigen vermogen van de vereniging veranderd is. - Intern verslag: is bestemd voor het bestuur en belangstellende die inzage krijgen van het bestuur. - Extern verslag: is bestemd voor algemene ledenvergadering en voor buitenstaanders die een verslag opvragen. - Marketing is doelgericht inspelen op de wensen van de mogelijke afnemers op een manier die voor de organisatie het meeste voordeel oplevert - Doelgericht betekent dat men bij het uitvoeren van alle activiteiten steeds de doelstellingen van de organisatie in gedachte heeft. - Wensen hangen af van de rol die zij vervullen binnen of buiten de vereniging. - De middelen of instumenten die een organisatie ter beschikking heeft om de doelgroep te bewerken zijn de marketing instrumenten → communicatie, productiebeleid en prijsbeleid. - Communicatie: met de betrokkenen praten om zo haar plannen enthousiast te maken. - Productiebeleid: het product (bv hockey). Door dit spel op de juiste wijze te spelen zulle de meeste belanghebbende tevreden zijn. - Prijsbeleid: de bedragen moeten opwegen tegen de kwaliteit van de geleverde prestaties. - Bij de uitvoering van het beleid moet het bestuur zich realiseren dat er belemmeringen kunnen zijn → omgevingsfactoren: zijn invloeden van buitenaf die een negatieve werking kunnen hebben op het beleid. - Marktgericht is als het in staat is om een goed evenwicht te vinden tussen de wensen van de belanghebbenden, de inzet van de marketinginstrumenten en de invloed van de omgevingsfactoren. - Donateurs zijn mensen die het belangrijk vinden om regelmatig een vast bedrag naar een bepaalde organisatie te sturen. - **Niet commerciele organisatie heeft te maken met 2 doelgroepen :: - Afnemersdoelgroep: ze moeten een duidelijke behoefte aan help hebben voordat het fonds hen kan ondersteunen. - Donordoelgroep: zij moeten de financiële middelen verstrekken in de vorm van giften, om de afnemersgroep te kunnen ondersteunen. - De overheid moet zorgen dat de mensen het beleid dat zij voert accepteren - Bij actiegroepen speelt publiciteit een grote rol. Ze moeten zoveel mogelijk mensen informeren over activiteiten en hun doelstellingen. - Cultuur omvat de kunst en de normen en waarden van een groep mensen. Zij omvat ook de gewoonten en tradities van een gemeenschap. - Welvaart heeft te maken met de hoeveelheid goederen die de mensen kunnen aanschaffen en Welzijn met de vraag of zij zich daarbij ook prettig voelen. - Sociale marketing: mensen worden ondanks de hogere welvaart ontevreden, luchtverontreiniging, files, smog, stress en meer criminaliteit geven mensen een ontevreden gevoel. - Een steeds kritisere consument wil duidelijk z’n mening laten horen → Consumentisme - Reclame Code Commissie houdt zich bezig met de juistheid van reclames - Rectificatie is een bericht waarin de adverteerder toegeeft dat zijn eerdere bericht onjuist was en vervolgens aangeeft wat het wel moet zijn. - Milieu Reclame Code waarin rechtlijnen gegeven zijn voor recalmeboodschappen waarin milieuaspecten verwerkt zitten. - Omgevingsfactoren: allerlei ontwikkelingen die invloed hebben op een bedrijf - Externe analyse: alle ontwikkelingen waarmee een bedrijf continu te maken heeft, het bestaat uit een onderzoek naar kansen en bedreigingen. - Kansen zijn ontwikkelingen die het bedrijf voordeel kunnen opleveren. - Bedreigingen zijn ontwikkelingen die het bedrijf nadeel kunnen opleveren. - Een sterke-zwakteanalyse houdt in dat het bedrijf op alle bedrijfsonderdelen wordt doorgelicht en beoordeeld. - Het uitvoeren van een onderzoek is een interne analyse. Doel → te weten komen wat de sterke en zwakke punten zijn van een bedrijf - Centrale ondernemingsdoelstelling: kernachtig vaststellen wat zij in de toekomst willlen bereiken met het bedrijf. - Een doelstelling is een resultaat, dat een onderneming in de toekomst wenst te bereiken. - Strategische doelstellingen: daarin wordt vastgelegd wat een afdeling moet bereiken. - Alle strategische doelstellingen bij elkaar vormen de Strategische planning. - Tactische planning geeft aan welke maatregelen nodig zijn om de strategische doelen te halen. - Operationele doelstelling: kortetermijnplanning, is gedetailleerder dan de tactische doelstelling. - Het opstellen van plannen aan de hand van ontwikkelingen in de markt en van ervaringen binnen het bedrijf → Planningscyclus. - Controle richt zich altijd op het vergelijken van plan en werkelijkheid. - Het signaleren van kansen en bedreigingen gevolgd door een sterkte-zwakteanalyse is een Continu Proces. - Ondernemingsplan is een uitwerking van de interne en externe analyse en de centrale ondernemingsdoelstelling. - Organisatie: ** Op de eerste plaats is er sprake van een organisatiestructuur zoals een lijn- of een lijn-staforganisatie, ** is het te beschouwen als het geheel van activiteiten die moeten worden uitgevoerd om de doelstellingen te kunnen bereiken. - Organiseren is het zodanig op elkaar afstemmen van alle noodzakelijke activiteiten dat het bedrijf de doelstellingen kan behalen. - Organisatiestructuur: de ondernemer stelt taken vast en combineert de taken die samenhangen tot een functie. - De functies zijn op verschillende manieren aan elkaar te koppelen. De manier waarop dat gebeurt, leidt tot een Organisatiestelsel. - Bij een lijnorganisatie (blz 127) is er sprake van eenheid van leiding → iedereen binnen de organisatie krijgt zijn taakopdrachten van 1 leidinggevende. - Eenheid van bevel: iedere medewerker heeft maar 1 opdrachtgever. - Stafafdelingen hebben als functie om de afdeling of functionaris in de ‘lijn’ aan wie ze toegevoegd zijn te adviseren of te ondersteunen, ze mogen geen opdrachten geven aan andere medewerkers. - Een rechtsvorm is dat er afspraken en regels bestaan over de eigendom, zeggenschap en de aansprakelijkheid. - De volgende rechtsvormen zijn er: * eenmanszaak, * vennootschap onder firma (VOF), * commanditaire vennootschap (CV), * besloten vennootschap (BV), * naamloze vennootschap (NV), * coöperatieve vereniging - Eenmanszaak, 1 eigenaar en is met z’n hele privé-vermogen aansprakelijk voor de schulden. Hij kan wel mensen in dienst hebben maar die zijn niet de baas. - Vennootschap onder firma is samenwerking van zelfstandige ondernemers (vennoten). Samen de leiding, samen de winst, samen verantwoordelijk. - Besloten vennootschap en de naamloze vennootschap zijn rechtsvormen met rechtspersoonlijkheid. Geven aandelen uit zo komt de leiding te liggen bij de mensen die de aandelen in hun bezit hebben. Hun privé-vermogen blijft erbuiten - Voordeel eenmanszaak: eigenaar neemt alleen beslissingen, snelle besluitvorming, geen kans op conflicten tussen verschillende eingenaren. - Nadeel eenmanszaak: afhankelijk van gezondheid van de eigenaar, beperkte mogelijkheden om geld te lenen. - Algehele gemeenschap van goederen: alle eigendommen worden van beide huwelijkspartners samen - Huwelijkse voorwaarden: twee vermogens niet laten samenvloeien - VOF is een ondernemingsvorm die gebaseerd is op een overeenkomst tussen 2 of meer eigenaren. VOF wordt ook wel firma genoemd. De eigenaren worden vennoten of firmanten genoemd. - Hoofdelijke aansprakelijkheid wil zeggen dat een schuldeiser van elk van de firmanten volledige betaling van de shculd van de VOF kan eisen. - Meerhoofdige leiding kan handig zijn als het aanal personeelsleden toeneemt. - De bank bewaart je spaargeld, daarvoor krijg jij een vergoeding: rente of interest - Berekening interest : H x I x J
100
H= hoofdsom, I = interestbedrag, J = jaar
H x I x M M = maanden H x I x D D = dagen
12 x 100 365 x 100 - Geld dat je leent, moet je terugbetalen. 4 afspraken: 1. afspraak over de grootte van de aflossing
2. afspraak over het moment van de betaling van de aflossingen
3. afspraak over de berekening van het interestbedrag
4. afspraak over het tijdstip van de interestbetaling - De aflossing is een bedrag dat je terugbeaald aan diegene van wie je het geld geleent hebt
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden