M&O H25
Hoofdstuk 25 interne verslaggeving
§25.1 kosten en uitgaven
Een organisatie maakt regelmatig overzichten, zoals een balans en een verlies & winsten rekening. Door dit regelmatig te doen is men permanent op de hoogte van belangrijke informatie. Permanentie is als een onderneming niet één keer per jaar maar een aantal keren per jaar een balans en een winst-en-verliesrekening opstelt.
Het doel van permanentie houdt in dat kosten en opbrengsten gelijkmatig verdeeld moeten worden over de periode waarop ze betrekking hebben zodat de winst-en-verliesrekening niet beïnvloed wordt door het moment van de betaling van de kosten of van de ontvangst van opbrengsten.
1- Vooruitbetaalde bedragen (links, debet)
2- Nog te betalen bedragen (rechts, credit)
Dit zijn transitorische posten omdat ze kunnen overlopen naar een volgende periode.
Vooruitbetaalde bedragen
Dit is een uitstelpost. Je betaalt eerst en stelt het boeken van de kosten uit. Vaak gebeurdt dit in de loop van het jaar. Deze post staat links op de balans bij de vlottende activa omdat er sprake is van een soort vordering: doordat je vooruit betaald hebt, heb je een vordering op een andere partij (die nog aan zijn verplichtingen moet doen). Bijvoorbeeld het betalen van een abonnement op de bus.
Nog te betalen bedragen
Dit is een anticipatiepost. Anticipatieposten zijn posten waarbij de betaling plaatsvindt na de periode waarop de kosten betrekking hebben. Je boekt eerst de kosten en pas aan het einde betaal je. Deze post staat rechts bij het kort vreemd vermogen omdat er sprake is van schuld: zolang je nog niet hebt betaald, heb je een schuld (verplichting) aan de andere partij. Bijvoorbeeld het betalen van de interest over een lening achteraf.
§25.2opbrengsten en ontvangsten
1- Vooruit ontvangen bedragen (rechts, credit)
2- Nog te ontvangen bedragen (links, debet)
Vooruit ontvangen bedragen
Dit is een uitstelpost omdat de ontvangst voorafgaat aan de boeking van de opbrengst. Je ontvangt eerst het geld en boekt daarna iedere periode een dienst dit staat credit bij het kort vreemd vermogen omdat hier sprake is van een soort schuld: doordat je vooruit ontvangen hebt, heb je nog een verplichting aan de andere partij. Bijvoorbeeld een prepaidkaart voor een telefoon.
Nog te ontvangen bedragen
Dit is een anticipatiepost omdat de ontvangst plaatsvindt nadat de opbrengst is geboekt. Elke periode boek je alvast de opbrengst pas achteraf of ontvang je daadwerkelijk het geld. Dit staat debet bij de vlottende activa omdat er sprake is van een soort vordering op de andere partij die nog moet presteren. Bijvoorbeeld de gesprekskosten van de vaste telefoonaansluitingen.
§25.3balans & winst –en verliesrekening
Een balans is een overzicht van bezittingen, schulden en eigen vermogen van een onderneming op een bepaald moment.
Debet zijde: kapitaalgoederen
Credit zijde: eigen vermogen en schulden (vennootschapsbelasting kort termijn, nettowinst ev)
Vaste activa = iets wat meerdere productieprocessen meegaat.
Vlottende activa = gaat een productieproces mee.
Liquide middelen = kas en bank.
Eigen vermogen = schuld aan de aandeelhouders.
Vreemd lang vermogen = leningen, hypothecaire lening.
Vreemd kort vermogen = crediteuren, nog te ontvangen bedragen, vooruit ontvangen bedragen.
Een winst-en-verliesrekening geeft een overzicht van de opbrengsten en kosten van een onderneming van een bepaalde periode.
Overheadkosten bestaan uit algemene kosten, afschrijvingskosten en verkoopkosten (interestkosten).
Bedrijfsresultaat = winstsaldo, uit gewone bedrijfsuitoefening (Brutowinst – overige bedrijfskosten). Dit resultaat heeft te maken met de activiteiten waar de onderneming dagelijks mee bezig is, zoals het verkopen van bepaalde producten. Splitsing vennootschapsbelasting van het winstsaldo en winst na belasting.
NV/BV, dan bestaat het eigen vermogen uit:
1. Het geplaatste aandelen vermogen
2. De reserves
3. De onverdeelde winst/winst saldo lopend boekjaar
De winst wordt na afloop van een jaar word verdeeld:
- Een deel gaat naar de belastingdienst, in de vorm van vennootschapsbelasting en dividend belasting.
- Daarnaast word er van de winst dividend betaald.
- Een deel van de winst kan ook gebruikt worden om het personeel extra te belonen (tantièmes)
- Mocht er dan nog wat over zijn, word het toegevoegd aan de algemene reserve of de winst reserve.
Dividend: een winstuitkering voor aandeelhouders
Het financieringsresultaat is het verschil tussen de interest- kosten en opbrengsten.
Om zoveel mogelijk informatie te hebben, overheadkosten gesplitst in aantal kostensoorten en wordt het financieringsresultaat apart vermeld.
§25.4liquiditeitsbegroting
Een liquiditeitsbegroting is een overzicht van de liquide middelen van een onderneming waarover hij kan beschikken in één of aantal toekomstige periodes.
Aan een liquiditeitsbegroting zien we ook of de onderneming de loop van de periode illiquide zal worden. Er zijn dan te weinig liquide middelen om aan alle betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Als het tekort van tijdelijke aard is, ligt het met een kortstondig krediet op te vangen (rekening-courantkrediet).
Oplossingen tegen illiquide:
- uitstellen inkopen
- meer leverancierskrediet
- betaling van investeringen uitstellen
- leasen in plaats van zelf kopen
- debiteuren korting geven op contante verkopen
- de winst in aandelen of kleiner deel van de winst uitkeren en meer reserveren
Ontvangsten en uitgaven à invloed op resultaat op liquiditeitsbegroting
Opbrengsten en kosten àinvloed op resultaat op winst of verlies
Opbrengsten die géén uitgaven zijn:
- tijdsverschil tussen het moment van boeken van de opbrengst en de ontvangst van het geld.
Opbrengsten die wel uitgaven zijn:
- Als de onderneming contant verkoopt, ontvangst ze het geld wel in oktober en zou de verkoop geen invloed hebben.
Ontvangsten die géén opbrengsten zijn:
- Als een onderneming een lening sluit, ontvangt ze geld, dit heeft invloed op de liquiditeitsbegroting. Geen gevolgen voor de winst-en-verliesrekening.
- Debiteur die betaald:
Kosten die óók uitgaven zijn:
- loonkosten, energiekosten, resultaat op de onderneming en liquiditeitsbegroting.
Kosten die géén uitgaven zijn:
- Afschrijvingskosten
Uitgaven die géén kosten zijn: wel invloed op liquiditeitsbegroting maar niet op wvrekening
- Investeringen in kapitaalgoederen
- Aflossen lening
- Winstuitkering
Het verschil tussen een voorraadgrootheid en een stroomgrootheid:
- Een voorraadgrootheid geeft de situatie op een bepaald moment weer (balans)
- Een stroomgrootheid heeft betrekking op een bepaalde periode ( W&V rekening, liquiditeitsbegroting)
Hoofdstuk 26 ondernemingsplan
§26.1/ §26.3 onderdelen van het ondernemingsplan
1) Een persoonlijk plan
- persoonsgegevens, opleiding, werkervaring
- motivatie en doelstellingen
- plus punten en verbeterpunten
2) Een marketingplan
- Product, Prijs, Plaats, Promotie, Personeel, Presentatie.
3) Het financieel plan
Dit plan laat zien hoe je aan je geld komt.
- Investeringsbegroting
Hoeveel vermogen nodig om te kunnen starten? De linkerkant van de beginbalans samenstellen (debetzijde).
- Financieringsplan
Laat zien hoe de starter aan het benodigde vermogen komt. De rechterkant van de balans samenstellen (creditzijde).
- Resultatenbegroting / Exploitatiebegroting
De verwachte kosten tegenover de verwachte opbrengsten.
- Liquiditeitsbegroting
De verwachte ontvangsten tegenover de verwachte uitgaven. Inkomende en uitkomende geldstromen.
- Privébegroting
Hoeveel geld is er nodig voor privé doeleinden.
4) Organisatieplan
Wat te doen voordat er begonnen kan worden?
Valkuilen
- Verkeerde huisvesting
- Onduidelijke afspraken
- Een tegenvallende omzet
- Wanbetalers
- De fiscus
- Te hoge privé-uitgaven
- Te grote voorraad
- Te snelle aflossing van schulden
- Onenigheid met zakenpartners
- Gebrekkige administratie
- Minder geschikt personeel
- Onbegrip bij het thuisfront
§26.2 Stappenplan
1) Oriëntatie
Plannen voorleggen en ondernemerskwaliteiten vaststellen. Bijvoorbeeld, vakkennis, kennis van de markt, financieel inzicht, zelfdiscipline, overtuigingskracht, lef en organisatie talent.
2) Verplichtingen, vergunningen en diploma’s
Als bedrijf krijg je te maken met wetten en regels zoals: vestigingsvergunning (Vestigingswet voorwaarden op het gebied van veiligheid, milieu en bescherming), bouwvergunning, bestemmingsplan, winkeltijden, kamer van koophandel.
3) Markt
Het onderzoeken naar de branche, winst, concurrenten, klanten mbv een marktonderzoek. Deskresearch (literatuuronderzoek) waarbij bestaande informatie word gebruikt of Fieldresearch (eigen onderzoek) waarbij de starter gebruik maakt van zijn persoonlijke ervaring.
4) Huisvesting
Eisen aan bedrijfsruimte en het bestemmingsplan van de vestigingsgemeente controleren.
5) Personeel
De starter moet loonheffingen op het brutoloon van zijn werknemers inhouden. Ook de Arbowet heeft verplichtingen opdat de werknemers veilig kunnen werken zonder gezondheidsschade op te lopen.
6) Rechtsvorm
EMZ, VOF, BV, NV
7) Financiën
1 Investeringsplan: welke kapitaalgoederen ga ik gebruiken en hoe groot vermogen heb ik nodig. Overzicht van alle investeringen die nodig zijn om een bedrijf te kunnen starten. Vaste activa, Vlottende activa, Liquide middelen, Aanloopkosten zijn kosten die gemaakt worden voordat er omzet wordt gemaakt, Kosten van levensonderhoud, Onvoorziene kosten.
2 Financieringsplan: hoe voorzie ik in de vermogensbehoefte die het investeringsplan aangeeft. Verschillende vormen van vermogen. Vreemd vermogen: leningen, rekening-courantkrediet en Besluit Borgstelling MKB-kredieten is het stimuleren van kredietverlening aan het midden- en kleinbedrijf (MKB), durfkapitaal (minder belasting betalen als particulier), leasing.
3 Openingsbalans: Het investeringsplan(links) en financieringsplan(rechts) komen samen als openingsbalans.
4 Exploitatierekening of Resultatenrekening: Vergelijken van de verwachte opbrengsten met de verwachte kosten.
5 Begroting van privé-uitgaven: De starter moet zijn privé-uitgaven kunnen betalen met de winst.
6 Liquiditeitsbegroting(/prognose): Ontvangsten tegenover uitgaven.
8) Belastingen en administratie
Administratie, inkomstenbelasting (emz/vof), vennootschapsbelasting(nv/bv), btw(omzetbelasting), loonheffing.
De Belastingdienst verstrekt het Handboek Ondernemen waarin de belangrijkste belastingzaken voor starters staan uitgelegd.
9) ‘Zeker’ zaken doen
Bedrijfsnaam kiezen. Het Benelux-Merken-bureau houdt zich bezig met merkbescherming. Bedrijfsverzekeringen:
-Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering(dekt schade die kan ontstaan tijdens de uitoefening van het bedrijf)
-Beroepsaansprakelijkheidsverzekering(dekt de schade die iemand bij de uitoefening van zijn beroep aan anderen toebrengt)
- Opstalverzekering (dekt de schade aan het bedrijfsgebouw als gevolg van bijvoorbeeld brand)
- Bedrijfsschadeverzekering (vergoedt het nadeel dat de onderneming loopt door brand of inbraak)
- Rechtsbijstandverzekering (krijgt de verzekerde juridische hulp)
Persoonlijke verzekering:
-Ongevallenverzekering(keert eenmalig een bedrag uit, als de verzekerde door een ongeval arbeidsongeschikt raakt)
- Zorgverzekering (dekt de kosten in verband met medische verzorging), Arbeidsongeschiktheidsverzekering
10) Aan de slag
Acquisitie = klanten binnen halen. Een netwerk draagt bij aan continuïteit. Franchising is een verregaande samenwerkingsvorm tussen een franchisegever en een franchisenemer.
Voordelen franchising:
- Profiteert van de aanwezige kennis en ervaring
- Voordeel naamsbekendheid
- Zaken als marktonderzoek uitbesteden aan de franchisegever
Nadelen franchising:
- Deel van je zelfstandigheid is weg
- Deel van je inkomsten gaan weg
- Er is weinig ruimte voor eigen initiatieven
kvk.nl = algemene informatie voor starters
belastingdienst.nl = informatie belastingzaken
cbs.nl = statische informatie ontwikkelingen Nederland
novaa.nl = namen en adressen van accountants
subsidieshop.nl = overzicht van subsidies speciaal voor ondernemers
ondernemingsbeurs.nl = informatie over bedrijven die te koop staan
Hoofdstuk 27
§27.1
Het kassaldo betreft de liquide middelen van de niet-commerciële organisatie, dus niet alleen het bedrag in de kas zit maar ook het saldo op de bank- en girorekeningen waarover de organisatie kan beschikken. Kassaldo = Totale ontvangsten – Totale uitgaven
Totale ontvangsten = eigen bedragen + subsidies + overig
Totale uitgaven = uitgaven + investeringen
Comm organisatie: Jaarrekening (balans, RR, toelichting balans + RR). Geen winst of verlies aflezen. Toename of afname liquide middelen.
Niet-comm organisatie: Jaarrekening (liquide middelen boek of kas en bankboek, balans, staat van baten en lasten is RR). Wel winst of verlies af kunnen lezen, toename of afname EV.
Penningmeester heeft in de loop van het jaar met ontvangsten en uitgaven te maken. Hij moet dit registreren. Bijvoorbeeld de ontvangstenstaat en de uitgavenstaat. Zij geven een bruto-overzicht van ontvangsten en uitgaven. Een netto-overzicht is een samenvatting van het bruto-overzicht. Dit is onder elkaar gezet (soort, soort, soort, totaal). In een jaarrekening staan ontvangsten en uitgaven naast elkaar.
Boekjaar: 1 sep t/m 31 aug
§27.2
Uitstelposten = vub (credit) , vuo(debet) , Eerst betaling/ontvangst daarna boeking op RR
Anticipatieposten = ntb(credit), nto(debet), Eerst boeking op RR daarna betaling/ontvangst
Transitorische activa = vub + nto
Transitorische passiva = vuo + ntb
Om contributieopbrengsten vast te stellen moeten we de contributieontvangsten verhogen met de contributie in vorig of volgende seizoen wordt voldaan maar die bestemd is voor dit seizoen en verlagen met de contributie die in dit seizoen wordt voldaan, maar bestemd is voor een vorig of volgende seizoen.
Om de lasten vast te stellen moeten we de uitgaven verhogen met de zaalhuur die in een vorig of volgend seizoen wordt voldaan maar die bestemd is voor dit seizoen, en verlagen met de zaalhuur die in dit seizoen wordt voldaan maar bestemd is voor een vorig of volgend seizoen.
Saldo staat van baten en lasten is een winst of verlies en op de jaarrekening een overschot of tekort.
§27.3
Uit de staat van baten en lasten kun je meer conclusies trekken. Het is verstandig de afzonderlijke posten te vergelijken met die van de begroting. Er is dan per post te zien of zich een overschrijving heeft voorgedaan of dat er geld is overgehouden. Opstellen: begrote staat van baten en lasten, werkelijke staat van baten en lasten en de staat van meer en minder.
Taken penningmeester: verantwoorden, toelichten met jaarrekening, tegenvallers discussiëren, beleidszaken, schatting maken.
§27.4
Aan de debetzijde van een balans staan bezittingen zoals: materialen, deposito(geld langere tijd op spaarrekening), vorderingen(nto en vub) , liquide middelen
Aan de creditzijde van een balans staan schulden zoals: lang termijn (onderhandse en hypothecaire) en kort termijn (ntb, vuo)
Deposito = het bedrag dat vast staat maar niet in gebruik is
1. Exploitatiebegroting
Dit is een overzicht van de verwachte ontvangsten en uitgaven.
2. Ontvangstenstaat
Dit is een overzicht van alleen de ontvangsten.
3. Uitgavenstaat
Dit is een overzicht van alleen de uitgaven.
Nummer 2 en 3 zijn samen één.
Deze drie overzichten zijn allen gericht op het bepalen van het kassaldo.
4. Jaarrekening
Dit is een overzicht van de ontvangsten en uitgaven in de vorm van een grote T (net als de balans). Hier staan links de ontvangsten en rechts de uitgaven. Doordat je het saldo er altijd opzet s de jaarrekening altijd in evenwicht.
5. De staat van baten en lasten
Dit is een overzicht waar je de opbrengsten en kosten tegenkomst die uisluitend aan een bepaalde periode kunnen worden toegerekend (lijkt op de W&V rekening). Uit dit overzicht blijkt de verandering in het eigen vermogen. De baten zet je links en de lasten zet je rechts. Door het positieve of negatieve saldo erbij te zetten is dat staat van baten en lasten altijd in evenwicht.
6. De staat van meer en minder
In dit overzicht worden de verschillen tussen de begrote staat van baten en lasten en de werkelijke staat van baten en lasten weergegeven. Er is sprake van ‘meer’ als de werkelijke baten/lasten groten zijn als de begrote.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden