H1
Ontwikkelingssamenwerking is het duurzaam bestrijden van armoede.
Popsterren, burgers en particuliere organisaties zetten zich actief in voor het weghalen van de enorme kloof tussen arm en rijk. Er zijn veel redenen waarom mensen dit doen. Het is een wereldwijde uitdaging.
De acht Millennium Ontwikkelingsdoelen die landen 189 landen in de Millennium Verklaring getekend hebben:
De extreme armoedegrens ligt op minder dan 1 dollar per dag. Kindersterfte is sterfte voor het vijfde levensjaar.
H2
Ontwikkelingslanden zijn ‘in ontwikkeling’, op weg naar een hogere welvaart en een hoger welzijn voor de inwoners, maar ondertussen leeft een groot deel van de bevolking in armoede.
Ontwikkelingslanden zijn niet allemaal hetzelfde, daarom onderscheiden we ze met dimensies:
- Economisch (productie van goederen)
- Sociaal (onderwijs, gezondheidszorg, etc.)
- Politiek
- Cultureel
- Ecologisch (rekening houden met het milieu)
Tussen ontwikkelingslanden zijn in deze dimensies veel verschillen te ontdekken.
Ontwikkelingslanden hebben ook gemeenschappelijke kenmerken:
- Veel armoede
Internationaal worden twee armoedegrenzen gebruikt. 1 dollar per dag en 2 dollar per dag, uitgedrukt in koopkracht.
- Eenzijdige economische structuur
In veel ontwikkelingslanden is landbouw erg belangrijk. Hierdoor hebben de landen een beperking in wat zij kunnen exporteren: een eenzijdig exportpakket. De landen zijn sterk afhankelijk van wat er op de wereldmarkt gebeurt.
- Ongelijke inkomensverdeling
De inkomensverdeling wordt uitgedrukt in de Gini-coëfficiënt van een land. Dit is een getal tussen de 0 en 1. 0 staat voor volledige gelijkheid en 1 staat voor een situatie waarin 1 persoon alles verdient.
- Veel sociale problemen
Dit kun je vaak zien aan het geboorte- en sterftecijfer. Het geboortecijfer is in ontwikkelingslanden vaak erg hoog, net als het sterftecijfer. Dit geeft aan dat het met de gezondheid in het land niet helemaal goed zit.
- Bestuurlijke problemen
De overheid in ontwikkelingslanden wordt vaak de ‘zachte staat’ genoemd: strenge regels, maar zwakke handhaving. Er is veel sprake van corruptie (mensen maken misbruik van hun macht). Mensen die dit doen heten kleptocraten. Zij steken het overheidsgeld lekker in eigen zak. De politici spelen handig in op de etnische tegenstellingen en komen hierdoor aan de macht of blijven langen aan de macht.
- Bedreiging van de lokale cultuur
Door de bemoeienis van het Westen vervagen de culturen in ontwikkelingslanden. Er is sprake van een cultureel imperialisme. Tijdens de tijd van de koloniën werden Westerse normen een waarden overgedragen aan de plaatselijke bevolking.
- Aantasting van het milieu
In veel ontwikkelingslanden ontbreken de wetgeving en het geld voor het beschermen van het milieu. Sommige Westerse landen vestigen zelfs hun fabrieken in deze landen vanwege de strenge Westerse milieunormen.
De ontwikkeling van deze landen kun je meten met het Human Development Index (HDI). Hierin zijn drie factoren met elkaar gecombineerd:
- Het BNP (in koopkracht)
- De levensverwachting
- De graad van scholing
Het HDI is een getal tussen 0 en 1. Hoe dichter het getal bij 1 ligt, hoe ontwikkelder een land is. De uitkomsten verschijnen in het Human Development Report. Alle zaken zijn natuurlijk niet opgenomen in het HDI, maar het geeft wel een breed beeld van de ontwikkeling van aan land.
Er zijn verschillende mensen die een theorie hebben bedacht voor het ontwikkelen van ontwikkelingslanden.
Walt Rostow ging uit van een evolutionair proces dat plaatsvindt in vijf stadia:
- Traditionele samenleving (onderontwikkelde economie)
- Voorwaarden voor ‘take-off’ (hoger investeringsniveau, hoger opleidingsniveau, opkomst private sector etc.)
- Take-off (groeispurt voor de economie)
- Verbreding en modernisering (volwassen economie)
- Massaproductie en -consumptie (eindstadium)
Kapitaal, geschoolde mensen en interne factoren (politieke & sociale structuur) zijn belangrijk voor de ontwikkeling van een land. Dit is een voorbeeld van moderniseringstheorie. De ontwikkeling moet vooral door veranderingen in de arme landen zelf komen. Dit leidt tot een ontwikkelingsstrategie waarin internationale handel en vrije markt een grote rol spelen.
Er zijn ook veel kritische theorieën over ontwikkeling. Een belangrijke stroming binnen deze theorieën zijn de afhankelijkheidstheorieën. Dezen zeggen dat ontwikkelingslanden in een wurggreep zitten waaruit zijn nauwelijks kunnen ontsnappen, omdat de Westerse wereld ze tegenhoudt. Onderontwikkeling zou het gevolg zijn van de ontwikkeling van de Westerse wereld. Aan deze ontwikkeling zit dus de onderontwikkeling vast. De oplossing zou volgens hun een andere machtsverhouding zijn.
Een tweede stroming gaat uit van ongelijke ontwikkeling. Het ene land ontwikkelt zich nou eerder dan het andere, en wie het eerst komt, wie het eerst maalt.
Er bestaan op basis van deze theorieën ook verschillende oplossingen voo onderontwikkelde landen.
H3
Ontwikkelingshulp is iets anders dan ontwikkelingssamenwerking. Er zijn verschillende motieven achter ontwikkelingshulp en er zijn ook verschillende strategieën die ontwikkelingslanden kunnen volgen om hun situatie te verbeteren.
Ontwikkelingssamenwerking: het geheel van activiteiten waarbij je probeert ontwikkelingslanden tot grotere welvaart te brengen. (De hengel)
Ontwikkelingshulp: het geven van geld, goederen of diensten aan ontwikkelingslanden om de welvaart te bevorderen. (De vis)
Je mag alleen hulp geven aan ontwikkelingslanden, mar hier is geen algemeen aanvaarde definitie voor. Naast de officiële ontwikkelingshulp is er nog particuliere ontwikkelingshulp, dit komt vanuit de burgers van welvarende landen zelf.
Er zijn verschillende motieven waarom je ontwikkelingshulp kunt geven:
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden