H5
Niet-gouvermentele organisaties: organisaties die door particulieren zijn opgezet om te werken aan ontwikkelingssamenwerking. Ze krijgen deels geld van de overheid (medefinanciering). De belangrijkste medefinancieringsorganisaties zijn:
- Cordaid (katholiek);
- ICCO (protestants);
- Oxfam Novib (“algemeen”);
- Hivos;
- Plan Nederland;
- Terre des Hommes.
Kleinere organisaties die vaak gericht zijn op een thema krijgen thematische medefinanciering.
In Nederland is er één medefinancieringsstelsel (MFS). Hier kunnen organisaties één keer in de vier jaar subsidie aanvragen. De voordelen van particuliere organisaties zijn:
- Ze zijn deskundiger op een bepaald gebied/thema;
- Ze zitten dichter bij de mensen die de hulp ontvangen;
- Ze zijn niet gebonden aan het Nederlandse overheidsbeleid: ze kunnen in alle landen actief zijn.
Als organisaties subsidie aanvragen bekijkt een onafhankelijke commissie of ze aan de voorwaarden voldoen:
- bieden van kwaliteit en goede resultaten in vorige jaren;
- beleid past binnen de milleniumdoelen;
- kwart van de begroting zelf binnenhalen (toont dat mensen vertrouwen hebben in de organisatie door aan collectes etc te geven.)
Hierna besluit de minister hoeveel ze krijgen. Bij sommige organisaties stopt de overheid met financieren: ze geven steeds minder geld, om het langzaam af te bouwen.
Met ongeveer 30 landen werkt Nederland samen via bedrijfslevenprogramma’s. Hiermee willen ze werkgelegenheid in die landen stimuleren. Op dit moment zijn er twee programma’s:
- Programma Samenwerking Opkomende Markten (PSOM) geeft Nederlandse bedrijven die een investering doen in een bedrijf in een ontwikkelingsland een (gedeeltelijke) vergoeding van de kosten;
- Ontwikkelingsrelevante Export Transacties (ORET) werkt net andersom. Het ontwikkelingsland vraagt hierbij geld aan Nederland.
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) houdt in dat een bedrijf streeft naar evenwicht tussen people, planet en profit. Zorgen voor mens en omgeving met behoud van de winst.
Als inwoner van Nederland kun je ook helpen om de situatie in ontwikkelingslanden te verbeteren.
- Geld geven d.m.v. een jaarlijkse donatie, een lidmaatschap of een losse gift;
- Vrijwilligerswerk doen;
- Je eigen project starten (doe-het-zelvers);
- Je levensstijl aanpassen. Consuminderen! Een minder grote ecologische voetafdruk (milieugebruiksruimte) proberen te krijgen. Dit kan door fair trade-producten te kopen, of producten met een ander keurmerk. Maar je kunt ook eens vat vaker met de fiets gaan i.p.v. met de auto.
H6
Veel problemen in ontwikkelingslanden kunnen alleen internationaal opgelost worden. Daarom zijn er internationale organisaties opgericht. Een belangrijke hiervan is de VN (Verenigde Naties). Alle 192 landen doen mee in de Algemene Vergadering, die één keer per jaar plaatsvind. Als iemand zich niet aan de regels houdt, tikken ze die daar op de vingers. De AV is niet dwingend, dat kan alleen de Veiligheidsraad zijn. Deze is verantwoordelijk voor het handhaven van internationale vrede en veiligheid. De Veiligheidsraad telt 15 landen, waarvan 5 vaste met het veto-recht. Ieder jaar worden er 5 nieuwe landen voor 2 jaar gekozen. Dit is het dagelijkse bestuur van de VN. De VN wil de volgende dingen:
- voorkomen van oorlog;
- beschermen van mensenrechten;
- versterken van het internationaal recht;
- het stimuleren van betere levensomstandigheden in de wereld.
De VN heeft een aantal hulporganisaties:
- FAO (voedsel);
- WHO (gezondheid);
- ILO (arbeid);
- UNESCO (onderwijs en culturele identiteit);
- UNICEF (kinderrechten);
- UNEP (milieu);
- UNHCR (noodhulp).
Er zijn verschillende problemen binnen de VN:
- complexiteit: de problemen die landen hebben zijn vaak erg complex en kunnen niet zomaar opgelost worden;
- bureaucratie: de VN is een grote organisatie, daarom duurt het lang tot een besliste zaak wordt uitgevoerd (door veto-recht);
- geldgebrek: landen betalen niet op tijd, en daardoor liggen de projecten stil;
- versnippering: de VN verdeelt de taken en daardoor is de hulp oncompleet;
- onderlinge verdeeldheid: alle landen hebben andere ideeën en belangen, waardoor problemen niet worden opgelost (ook veto-recht);
- er is geen daadkracht!
De Wereldbank en IMF zijn twee gespecialiseerde, onafhankelijke organisaties van de VN.
- De Wereldbank is een ‘ontwikkelingsbank’. Ze helpt ontwikkelingslanden bij het bestrijden tegen armoede door middel van leningen, giften en technische ondersteuning. Het is de grootste en belangrijkste ontwikkelingsorganisatie. Ontwikkelingslanden beschrijven hoe hun economische en sociale situatie eruitziet en wat er moet gebeuren om die te verbeteren. Aan de hand daarvan bepaalt de Wereldbank of ze bijspringen.
- IMF’s belangrijkste doel is het verzekeren van de stabiliteit van het internationaal monetair systeem. Dit is van belang om duurzame economische groei en een hogere levenstandaard te creëren. Het IMF is geen ontwikkelingsorganisatie, maar ze helpt wel ontwikkelingslanden als die schulden hebben. In ruil hiervoor eist het IMF economische hervormingen: verhogingen van belastingen, verlagen van overheidsuitgaven en het privatiseren van staatbedrijven.
Kritiek
Door de eis van economische hervormingen is er veel kritiek op de Wereldbank en de IMF. Ze leggen te veel de nadruk op een openmarkeconomie, zodat Westerse landen gaan investeren in ontwikkelingslanden. Maar de ontwikkelingslanden hebben te weinig ruimte om hun eigen economie te beschermen tegen deze landen en bedrijven. Ze mogen geen subsidies heffen, en daardoor wordt het voor de arme mensen alleen nog maar moeilijker.
Een ander punt is dat alle landen hetzelfde advies kregen: richt je op export van grondstoffen en mijnbouwproducten. Gevolg: door het grote aanbod daalden de prijzen van grondstoffen sterk en moesten de landen steeds meer exporteren om hun inkomsten te houden.
Tot slot vinden ze dat de organisaties teveel tekening houden met de financiële en politiek belangen van de VS. Er wordt heel veel gelet op de economische eisen, maar bijna niet op de mensenrechten, milieuwetgeving en arbeidssituaties in die landen.
Doordat de ontwikkelingslanden hebben geleend, hebben ze alleen nog maar hogere schulden. Bijna alle inkomsten gingen terug naar de schuldeisers (IMF, Wereldbank, etc). In 2005 is besloten de schulden kwijt te schelden.
De EU is na de Wereldbank de grootste donor van ontwikkelingsgelden ter wereld. Het doel van de Europese Unie op het gebied van ontwikkelingssamenwerking is:
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden