§1.1
Redenen voor ontwikkelingssamenwerking:
-
Solidariteit
-
Milieuproblemen
-
Immigratie (en integratie)
-
Handel/economisch voordeel
Particuliere organisaties: organisaties zonder de hulp van de overheid
§1.2
September 2000: 189 landen tekenen de millenniumverklaring
Millennium- (ontwikkelings) doelen (blz 9)
-
Armoede terugdringen
-
Alle kinderen naar school
-
Gelijkwaardigheid mannen en vrouwen
-
Minder kindersterfte
-
Minder moedersterfte
-
Terugdringen aids, malaria en tuberculose
-
Beter leefmilieu, zoals drinkwater
-
Eerlijke handel en schuldverlichting
§2.1
Begrippen om welvaartsverschillen op aarde te beschrijven:
-
Arm en rijk
-
Ontwikkeld en onderontwikkeld
-
Derde wereld
-
Noord en zuid
-
Ontwikkelingslanden
Verschillen tussen ontwikkelingslanden:
-
Economische verschillen
-
Sociale verschillen
-
Politieke verschillen
-
Culturele verschillen
-
Ecologische verschillen
Aziatische tijgers: landen als Zuid-Korea en Taiwan, die in de afgelopen jaren belangrijke industriële producenten zijn geworden.
§2.2
Overeenkomsten tussen ontwikkelingslanden:
-
Veel armoede
-
Eenzijdige economische structuur
-
Ongelijke inkomensverdeling
-
Veel sociale problemen
-
Bestuurlijke problemen
-
Bedreiging van de eigen lokale cultuur
-
Aantasting van het milieu
§2.3
Hoe meet je ontwikkeling?
BNP pp
Bezwaren:
-
Zegt niet over de verdeling van het geld
-
Zegt niet over de koopkracht
Levensverwachting en onderwijs
-
Levensverwachting weerspiegelt de gezondheid en kwaliteit/kwantiteit van de voeding
-
Onderwijs: hoger onderwijs en leren schrijven
Eind jaren 80 de Human development Index
in deze index worden 3 indicatoren gecombineerd: de levensverwachting, de graad van scholing en het bnp per capita in koopkrachtpariteiten (fatsoenlijke levensstandaard). De HDI is een getal tussen de 0 en de 1, hoe dichter bij de 1 hoe meer het land ontwikkeld is
§2.4
Theorieën ter verklaring van onderontwikkeling
Evolutionair proces
Volgens de econoom Rostow maken alle landen dezelfde stijgende lijn richting ontwikkeling
Door, het zogenoemde “five stages of economic growth” model.
5 stadia volgens Rostow
-
Traditionele samenleving, economie is nauwelijks ontwikkeld
-
Voorwaarden voor “take off”, o.a. hoger investeringsniveau, hoger opleidingsniveau, opkomst private sector
-
Take off, groeispurt waarin de economie opbloeit, wat uiteindelijk ook profijt oplevert voor de armen
-
Verbreding van de modernisering, er is een volwassen economie ontstaan
-
Massaproductie en –consumptie, eindstadium
Kritische theorieën
- < > ontwikkeling en onderontwikkelin zijn beide een kant van een munt. Onderontwikkeling is mede het gevolg van de ontwikkeling in het rijke, geïndustrialiseerde deel van de wereld.
Ongelijke ontwikkeling, sommige landen ontwikkelen zich in bepaalde fases van de wereldgeschiedenis eerder of anders dan andere. Ze zijn daardoor in staat andere landen te overheersen.
§3.1
Ontwikkelingshulp vs. Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingshulp: het geven van geld, goederen of diensten aan ontwikkelingslanden om de welvaart en het welzijn in die landen te bevorderen.
Ontwikkelingssamenwerking: het geheel van activiteiten waarbij welvarende landen, particuliere organisaties, individuen, bedrijven en ontwikkelingslanden proberen ontwikkelingslanden tot grotere welvaart te brengen.
§3.2
Motieven achter ontwikkelingssamenwerking
-
Politieke en strategische motieven
-
Economische en commerciële motieven
-
Ethisch- humanitaire motieven
-
Motieven die te maken hebben met
-
Cultuur
-
Milieu
-
Migratie
Motievendriehoek: in de motievendriehoek zie je met wat voor motief een land geld geeft aan ontwikkelingslanden
§3.3
Ontwikkelingsstrategieën
Kapitalistische strategieën:
-
Hoofdkenmerk:
-
Grote rol vrije markt mechanisme, beperking rol overheid
-
Accenten
-
Verhogen landbouwproductie (groene revolutie)
-
Industrialisatie
- < >: zelf maken ipv importeren
Exportgeleide groei: produceren voor de wereldmarkt
Socialistische strategieën:
-
Hoofdkenmerk
-
Overheid sturend door plannen
-
Verschillende modellen
-
Opbouw industrie, platteland en arbeiderszelfbestuur
Overige strategieën
-
Herverdeling (bestrijden armoede) nu: kwijtschelden schulden in ruil voor plan hoe armoede en corruptie te bestrijden
§4.1
Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
Kenmerk
-
Nederland geeft 0.6% van het bnp uit aan ontwikkelingssamenwerking.
-
Keuzes in het Nederlands beleid
-
Duurzame armoedebestrijding: het helpen van de armen zodat ook zij op lange termijn perspectief op een betere toekomst krijgen.
-
Millenniumdoelen 2,6 en 7
soorten ontwikkelingshulp
-
Structurele hulp
- < > afgebakende interventie, bijv. het bouwen van een ziekenhuis< >: economisch herstel, sectorhulp
Humanitaire hulp
- < >: noodzakelijke hulp bij rampen, zoals een tsunami < >: ontwikkelingshulp die door internationale organisaties wordt verstrekt, bijv. door de EU, en VN organisaties als de wereldbank en de FAO< > hulp van overheid tot overheid, Nederland kiest zelf aan wie het bilaterale hulp geeft, dit vooral aan oude kolonies< > een particuliere organisatie die een land gaat helpen bijv. unicef
Eerder behaalde successen: Zuid Korea en Taiwan
-
Uitbannen van ziektes: polio en rivierblindheid
-
Er is nog steeds veel armoede, honger en geen (schoon) drinkwater
-
Samenhang van wereldproblemen, landen krijgen steeds meer met elkaar te maken
Redenen tegen ontwikkelingshulp:
-
Hulp maakt landen onzelfstandig, als je landen altijd helpt overeind te blijven, zullen ze nooit op eigen benen kunnen staan
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden