Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Massamedia - Hoofdstuk 7: impact van de massamedia (zonder Cse-stof)

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 638 woorden
  • 13 december 2010
  • 9 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
9 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

7.1
De invloed van massamedia op de meningen en het gedrag van mensen is vaak onderwerp van publieke en wetenschappelijke discussie. Deze discussie heeft impuls gekregen door;

- Het vergrote en veranderde aanbod van televisieprogramma’s. Er is veel meer geweld op de televisie te zien;

- Het toenemende aantal kijkuren, met name door kinderen.

De communicatiewetenschap houdt zich bezig met de bestudering van de maatschappelijke productie, distributie en ontvangst van communicatieboodschappen. Via sociologie en later de communicatiewetenschap kunnen we een aantal theorieën onderscheiden die een bepaalde kijk geven op de eventuele impact van de massamedia op mensen;

- Injectienaaldtheorie.

- Netwerktheorieën.

- Selectieve perceptietheorie.

- Cultivatietheorie.

- Agendasettingtheorie.


7.4
Mensen maken een selectie uit het aangebodene. Datgene wat aansluit bij de bestaande behoeften, overtuigingen en stemmingen geeft de meeste kans op succes.

Selectieve perceptietheorie vindt het tegenovergestelde. Zij stellen dat de massamedia geen grote invloed op mensen hebben. Het zijn de ontvangers die zelf bepalen hoe ze door de massamedia (boodschappen) beïnvloed worden: ze maken eigen keuzes, die gebaseerd zijn op de eigen voorkeuren op het eigen referentiekader. Ontvangers maken een selectie uit het aangebodene. Bij de selectieve preceptietheorie spelen een aantal zogenaamde intermediërende factoren (selectiemechanismen) een rol. Dit zijn factoren die ervoor zorgen dat de vrije doorgang van informatie van de zender naar de ontvanger wordt gefilterd. We kunnen er enkele onderscheiden;

- Selectieve interpretatie; hierbij kleuren mensen waarnemingen bij en interpreteren ze deze zaken op een bepaalde manier. We vervormen informatie zo dat het bij onze waarden en normen past.

- Selectieve preceptie; hierbij hoor en zien je alleen maar die zaken die je eigen zienswijze van pas komen.

- Selectief onthouden. Je onthoud het gene wat jij belangrijk vindt.

- Selectieve aandacht. Mensen schenken alleen aandacht aan wat zij belangrijk vinden.

De theorie van de selectieve perceptie ontkracht de injectienaaldtheorie en concludeert vier zaken;

- De invloed van de massamedia is niet zo groot. Niet alleen zender maar ook de ontvanger werkt aan het eindresultaat;

- Er is geen directe relatie tussen de inhoud van het aanbod en de effecten. Mensen verwerken het aanbod op hun eigen manier.

- De ontvanger kan zich tevoren of tijdens het aanbod onttrekken aan de confrontatie met het aanbod;

- Er wordt wel een massa mensen bereikt massacommunicatie, maar geen mensenmassa.


7.5
De cultivatietheorie of de culturele indicatorenbenadering verondersteld dat door de cultiverende en socialiserende functie van de televisie het wereldbeeld van zware kijkers sterker met de televisie werkelijkheid overeen zou komen dan het wereldbeeld van lichte kijkers. Dit wordt ook wel de uniformiteitstheorie genoemd.

Je wordt een zware kijker genoemd wanneer je meer dan 4 uur per dag televisie kijkt. Op ten duur krijg je dan een televisie-werkelijkheid. In Nederland wordt de echte werkelijkheid niet uit het oog verloren. De media beïnvloeden de Nederlandse cultuur wel, omdat er sprake is van socialisatie door de overdracht van waarden en normen. Ze versterken of verzwakken deze. Onderzoek wijst uit dat het veelvuldig en in een lange periode zien van beelden met een zelfde soort van boodschap de beeldvorming en mening kan beïnvloeden.


7.6
Agendasetting gaat over de invloed van de media op de grote massa. Als er bijvoorbeeld in de media veel over politiek wordt gezegd en geschreven dan zal dit ook gebeuren bij de grote massa. De agenda setting theorie zegt niet dat de media bepaalt hoe de grote massa doet, maar wel waar de grote massa met elkaar over praat. Er is een media agenda en een ontvanger- of publiekagenda. Uit onderzoek blijkt dat mensen politieke items belangrijk gingen vinden indien de media weken van tevoren daar veel aandacht aan hadden geschonken. Dit is agendasetting. Er zijn ook mensen die spreken over een mediacratie. Dit is een televisiedemocratie, waarbij de televisie de politieke dienst uitmaakt en waarbij de politici naar de pijpen van de televisie dansen.

REACTIES

S.

S.

dankjeee

12 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.