Criminaliteit en rechtsstaat
-Bevat alleen belangrijkste/ meest voorkomende onderdelen van het examen
23.1 Rechtsregels en normen
*Er bestaan regels en normen waarnaar mensen zich behoren te gedragen. Aan elke regel of norm ligt een waarde ten grondslag. Een waarde is een oriëntatiepunt voor het gedrag van mensen.
*De strafbaarheid, oftewel het geldende recht is niet altijd in overeenkomst met de strafwaardigheid.
*De strafbaarheid is een vastgelegde straf die geldt voor een bepaald delict, de strafwaardigheid zijn de opvattingen van brede lagen van de bevolking over een de straf van een bepaald delict.
*Rechtsregels vloeien voort uit rechtsbronnen. De belangrijkste rechtsbron is de wet.
*Jurisprudentie is het geheel aan rechtelijke beslissingen waarin de wet nader is uitgelegd.
23.2 Toename van criminaliteit in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen
*Er zijn veel onderzoeken gedaan naar de toename van criminaliteit in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen. Hierbij zijn verschillende ontwikkelingen van belang:
-Werkloosheid.
-Sterk toegenomen welvaart, waardoor er meer gelegenheid is te stelen.
-Toegenomen alcohol- en drugsgebruik.
-Afnemend gezag van de overheid.
-Het zwakker worden van maatschappelijke bindingen.
-Veranderd norm- en waardenbesef.
-De lage pak-strafkans.
-De informele sociale controle is sterk verzwakt.
-Ontwikkelingen in verhouding tot autochtonen en allochtonen.
-Technologische ontwikkelingen.
-Internationalisering.
23.5 Selectief optreden van politie, openbaar ministerie en rechter
*Er is een aantal factoren die een mogelijk selectief optreden van politie en justitie kan veroorzaken:
-Sociaal milieu/ maatschappelijke positie
-Werkloosheid
-De opspoorbaarheid (bijv. politie is meer gericht op diefstal dan belastingonderduiking)
-De strafwaardigheid
*Indien de maatschappelijke positie van de verdachte een rol speelt bij de aanhouding/ vervolging is er sprake van klassenjustitie.
23.9 Criminaliteit als een sociaal en politiek (maatschappelijk) probleem
*Definitie sociaal probleem: Een situatie die mensen onwenselijk vinden, die in strijd is met en bedreigend voor heersende waarden en normen van de samenleving.
*Een sociaal probleem staat prominent op de publieke agenda.
*De veiligheidsparadox: Ondanks het feit dat het in Nederland veiliger wordt, denken de burgers dat de criminaliteit toeneemt en voelen mensen zich steeds onveiliger.
*De veiligheidsutopie: Er is sprake van tegenstrijdigheid bi de burger. De burger wil enerzijds een maximum aan vrijheid, maar aan de andere kant verlangt het naar een krachtdadig optreden van de overheid om de negatieve gevolgen van die vrijheid in te dammen.
24.1 Beginselen van de rechtsstaat
*Achtergrond van de rechtsstaat gedachte is de bescherming van burgers tegen te grote overheidsmacht en tegen willekeur bij het gebruik van die macht door de overheid.
*De beginselen van het recht in een rechtsstaat zijn:
-De waarborging van rechtszekerheidà de verhouding tussen overheid en burger en die tussen burgers onderling is in overeenstemming met het recht.
-De overheid dient de rechtsorde te handhaven.
-Scheiding van de machten.
-Het legaliteitsbeginselà de overheid is gebonden aan de wet.
-Een onafhankelijke rechter beslist in geschillen.
-Grond- en vrijheidsrechten van burgers zijn omschreven en gewaarborgd.
*De beginselen van de rechtsstaat zijn verankerd in de grondwet en in internationale verdragen.
*Binnen de uitwerkingen van de beginselen van de rechtsstaat kunnen ook botsingen ontstaanà de overheid moet de burger beschermen tegen criminaliteit, maar moet ook zijn vrijheid garanderen.
*De machtenscheiding bestaat uit de:
-De wetgevende macht: gevormd door de regering en het parlement.
-De uitvoerende macht: bestaat uit de officier van Justitie, de politie, het OM en opsporingsambtenaren.
-De rechterlijke macht: bestaat uit onafhankelijke rechters en het OM.
24.5 Dilemma’s van de rechtsstaat
*Het dilemma tussen de belangen van rechtsbescherming van de burger en van de handhaving van de rechtsorde. Dit dilemma leidt tot voortdurende discussie, bijvoorbeeld of de privacy(rechtsbescherming) van de burgers belangrijker is dan de veiligheid(rechtshandhaving).
24.10/11 Rechten van de verdachte en het slachtoffer, en het dilemma bij de opsporing.
*Een verdachte heeft verschillende rechten:
-Het recht om te weten waarvan hij verdacht wordt.
-Recht op bijstand van een advocaat.
-Recht om te zwijgen.
-De verdachte mag maar voor een beperkte tijd worden vastgehouden.
*De rechtspositie van de verdachte kan het opsporen en vervolgen van strafbare feiten bemoeilijken. Hierdoor kunnen de rechten van de verdachten en de belangen van het slachtoffer op gespannen voet met elkaar staan. à De rechtsbescherming kan de mogelijkheden voor de rechtshandhaving verkleinen.
*De positie van het slachtoffer is de afgelopen jaren ook sterk verbeterd:
-Slachtoffers hebben recht op informatie.
-Slachtoffers hebben de mogelijkheid om schadevergoeding te krijgen.
-Er wordt rekening gehouden met de belangen van het slachtoffer.
-Het slachtoffer mag vertellen welke gevolgen het strafbare feit voor hem hebben gehad.
25.2 Repressief en preventief beleid
*De overheid kan criminaliteit op verschillende manieren proberen te bestrijden.
*Men spreekt van een repressief beleid wanneer de overheid de nadruk legt op het strafrechtelijk optreden. Dit zijn de maatregelen die worden genomen nadat het delict is gepleegd.
*Men spreekt van een preventief beleid als de overheid de nadruk legt op het aanpakken van maatschappelijke oorzaken zodat criminaliteit wordt voorkomen. Dit zijn maatregelen die worden genomen voordat een delict is gepleegd.
*Repressief en preventief beleid sluiten elkaar niet altijd uit. Repressief beleid wordt vaak ingezet met als doel een preventieve werking. De dreiging van een straf zou mensen ervan weerhouden een delict te plegen.
*Bij de aanpak van veelvoorkomende criminaliteit ligt de nadruk op preventie.
*Bij de aanpak van zware criminaliteit ligt de nadruk op repressie.
25.4 Standpunten van politieke partijen over criminaliteit
*Linkse partijen leggen meer de nadruk op de matschappelijke oorzaken van criminaliteit. Bovendien hebben ze vaak de voorkeur voor een preventief beleid.
*Rechtse partijen leggen meer de nadruk op individuen die de deugdzaamheid van de samenleving ondermijnen als oorzaak van criminaliteit. Bovendien hebben ze vaak de voorkeur voor een repressief beleid.
*De sociaaldemocraten en progressiefliberalen zeggen vaak dat criminaliteit verband houdt met zowel de structurele onrechtvaardigheid van de moderne samenleving als met het individu die de misdaad pleegt.
*De VVD is overtuigd van het belang van rechtsregels. De burger wordt beschouwd als een rationeel handelend wezen. Strenge wetten en straffen moeten mensen afhouden van crimineel gedrag. De overheid moet toezien op de naleving van de wetten met inbegrip van opsporing en bestraffing van overtreders.
*De PvdA vindt dat de samenleving duidelijke grenzen moest tellen aan misdaad en deze bij overtreding sanctioneren. Tegelijkertijd moet echter aan de daders een alternatief geboden worden om opgenomen te worden in de samenleving. De maatschappelijke context van crimineel gedrag is volgen de PvdA het onderscheidend perspectief.
*Het CDA benadrukt het belang van het maatschappelijk middenveld bij het voorkomen van criminaliteit.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden