Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 6 Strafrecht (blz 56-61)

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2522 woorden
  • 19 maart 2021
  • 1 keer beoordeeld
Cijfer 6
1 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Maatschappijleer vwo H6 Strafrecht: Opsporing en vervolging (blz 56-61)

Politie en justitie moeten zich aan de regels houden bij het opsporen van mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd. Dit heeft alles te maken met de regels van de rechtstaat. Verdachten en daders van een misdrijf hebben net als alle burgers grondrechtelijke rechtsbescherming. Het strafrecht gaat over de manier waarop de staat omgaat met burgers die de wet overtreden

6.1 De rechtstaat en het strafrecht                                                                       Als de overheid criminaliteit wil bestrijden, moet er rekening worden gehouden met de grondbeginselen van de rechtstaat. Daarbij zijn 2 beginselen van belang: de grondrechten en het legaliteitsbeginsel.                            

Grondrechten en het strafrecht                                                                         Om te voorkomen dat grondrechten geschonden worden, gelden de volgende regels:

  • - Iedereen heeft recht op een eerlijk proces door een onafhankelijke en onpartijdige rechter
  • - Een verdachte is onschuldig tot het tegendeel door de rechter bewezen wordt geacht (heet ook wel onschuldvermoeden). Je bent pas verdachte als er een ‘redelijk vermoeden’ is van schuld aan een strafbaar feit.
  • - Er bestaan wettelijke regels voor de behandeling van verdachten. Vanwege onze vrijheidsrechten mag de politie een verdachte niet zomaar arresteren en vasthouden.
  • Deze regels voor politie en justitie staan in het strafprocesrecht.
  • - Iedereen heeft recht op een advocaat. Als een verdachte die niet kan betalen, subsidieert de overheid een (pro-Deo)advocaat.

Legaliteitsbeginsel en het strafrecht                                                                 De wet geeft de overheid allerlei bevoegdheden, maar het legaliteitsbeginsel zorgt ervoor dat er grenzen zijn aan wat de overheid binnen die bevoegdheden mag doen. Dit is terug te zien in de volgende regels uit het Wetboek van Strafrecht (WvS):

  • - Artikel 1: “Geen feit is strafbaar dan op grond van een daaraan voorafgegane strafbepaling”, dit is het strafbaarheidsbeginsel. Met andere woorden; je kunt niet veroordeeld worden voor iets dat volgens de wet niet strafbaar is
  • - Een strafbepaling moet duidelijk omschreven zijn, zodat iedereen het kan begrijpen. Dus geen vage bewoordingen
  • - De ne bis in idem-regel bepaalt dat je niet 2 keer vervolgd kan worden voor hetzelfde vergrijp. Anders ben je voor altijd een verdachte. In hele bijzondere gevallen wordt er van deze regel afgeweken, bvb als nieuwe DNA-analyse bewijs levert op een vrijgesproken verdachte
  • - Per delict is wettelijk vastgelegd wat de maximumstraf is die gegeven mag worden
  • - De wet sluit de mogelijkheid om te straffen uit als de dader niet schuldig bevonden kan worden
  • - Het recht om iemand te straffen verjaart, dus bvb na 12 jaar kan je niet meer vervolgd worden. Er is een uitzonderingen voor misdrijven als moord, verkrachting en mensensmokkel. De gedachte hierachter is dat naarmate de tijd verstrijkt het verkrijgen van betrouwbaar bewijsmateriaal lastiger wordt

Misdrijven en overtredingen                                                                                 Het WvS maakt onderscheid tussen misdrijven en overtredingen.                    Misdrijven zijn ernstige strafbare feiten (moord, doodslag, mishandeling, verkrachting etc). Overtredingen zijn minder ernstige strafbare feiten (overlast veroorzaken, negeren van verboden toegang voor onbevoegden).   Het verschil tussen deze 2 is belangrijk, omdat de straffen voor misdrijven hoger zijn. Ook blijven misdrijven veel langer in de zogenoemde ‘justitiële documentatie’ staan (het vroegere strafblad).

6.2 Het strafproces                                                                                              

Er zijn 6 fases in het gehele traject van een misdrijf tot aan het moment dat de veroordeelde zijn straf ondergaat:

  1. 1. Aanhouding
  2. 2. Opsporing (het onderzoek van het misdrijf) onder leiding van een officier van justitie
  3. 3. De vervolging door het Openbaar Ministerie
  4. 4. De berechting door een of meer rechters tijdens een openbare terechtzitting
  5. 5. Eventueel hoger beroep of cassatie
  6. 6. De uitvoering van de opgelegde straf

Het Openbaar Ministerie (in de persoon van een officier van justitie) treedt op in naam van de staat en stuurt de politie aan bij de opsporing van plegers van misdaden. Vervolgens oordeelt het OM op basis van de uitkomst of een verdachte vervolgd zal worden.

Aanhouding                                                                                                              Iemand is een verdachte als er een redelijk vermoede van schuld aan een misdrijf of overtreding bestaat. De politie mag je staande houden als je verdachte bent, maar hij kan je ook aanhouden. Als iemand betrapt wordt op het plegen van een misdrijf, is iedereen bevoegd diegene vast te houden tot de politie komt.

Opsporing                                                                                                                   De politie start de opsporing met het verzamelen van informatie, het doel is om erachter te komen wat er gebeurd is en welke bewijzen er te vinden zijn. Het verslag gaat vervolgens als proces-verbaal naar de officier van justitie die het opsporingsonderzoek verder leidt en beslist of de zaak voor de rechter moet komen.

Opsporingsbevoegdheden

Tijdens dit onderzoek mag de politie dwangmiddelen gebruiken (staande houden, aanhouden, fouilleren, inbeslagname van bewijsmateriaal). Voor sommige spullen heeft de politie eerst toestemming nodig van de officier van justitie of rechter-commissaris, omdat er grondrechten van mensen in het geding zijn. Enkele voorbeelden:

  • - De politie mag een woning alleen binnengaan met een machtiging tot binnentreding, alleen als de politie vermoedt dat er in de woning ernstig gevaar voor personen of goederen is, mag het zonder machtiging
  • - De politie mag een woning pas grondig doorzoeken met een huiszoekingsbevel
  • - De politie mag speciale persoonsgegevens alleen opvragen na toestemming
  • Voor infiltratie in misdaadorganisaties is toestemming nodig

Een verdachte langer vasthouden                                                                           Een verdachte heeft het recht om te weten waar hij van verdacht wordt. Na de eerste 9 uur op het bureau kan een (hulp)officier van justitie 2x toestemming vragen om iemand nog 3 dagen langer vast te houden. Daarna is voor verlenging toestemming nodig van de rechters-commissaris. Als de officier van justitie/advocaat de voorbereidingen voor een strafzaak na max 110 dagen voorarrest nog niet af heeft, komt er een pro-formazitting. Daarin kan de rechter besluiten de verdachte nog langer in voorarrest te houden en de rechtszaak uit te stellen. In Nederland zit zelden iemand langer dan 1 jaar in voorarrest.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

Een verdachte langer vasthouden                                                                           Een verdachte heeft het recht om te weten waar hij van verdacht wordt. Na de eerste 9 uur op het bureau kan een (hulp)officier van justitie 2x toestemming vragen om iemand nog 3 dagen langer vast te houden. Daarna is voor verlenging toestemming nodig van de rechters-commissaris. Als de officier van justitie/advocaat de voorbereidingen voor een strafzaak na max 110 dagen voorarrest nog niet af heeft, komt er een pro-formazitting. Daarin kan de rechter besluiten de verdachte nog langer in voorarrest te houden en de rechtszaak uit te stellen. In Nederland zit zelden iemand langer dan 1 jaar in voorarrest.

Vervolging                                                                                                               Het OM heeft meerdere manieren om een strafzaak af te handelen.

  • - De officier kan een transactie (schikking) voorstellen, waarbij iemand akkoord gaat met een geldboete of taakstraf en niet verder vervolgd wordt.
  • - Het OM heeft ook de keus om bij lichte delicten te kiezen voor een strafbeschikking en zelf een straf op te leggen.
  • - De officier kan seponeren, dus besluiten om niet verder te vervolgen, als dit gebeurt is een verdachte van de hele zaak af.
  • - Ook kan de officier van justitie een zaak voor de rechter laten komen. We spreken van vervolgingsmonopolie, omdat het OM als enige deze bevoegdheid tot vervolgen heeft.

 

6.3 Veiligheid, vrijheid                                                                                                Het is belangrijk om op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen die grondrechten van burgers kunnen aantasten. Die ontwikkelingen zijn er bij de opsporing en vervolging.

Uitbreiding opsporingsbevoegdheden                                                             De professionalisering van de misdaad en de terroristische dreiging hebben ervoor gezorgd tot uitbreiding van de opsporingsbevoegdheden. In allebei de gevallen is de vraag nog maar of de overheid er niet teveel macht in heeft gekregen, waardoor burgers hun rechten worden aangetast.

Georganiseerde misdaad                                                                                     De Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (Wet WoB) geeft de politie mogelijkheid om onder voorwaarden de bevoegdheid tot inkijkoperaties, de politie zoekt dan in het geheim een pand door. In bijzondere situaties en met toestemming van hogerhand, mag de politie infiltreren in misdaadorganisaties. Hierbij doen de opsporingsagenten (om geloofwaardiger te lijken) iets wat normaal gesproken niet mag, bvb drugs smokkelen of wapens.

De politie zet steeds meer middelen in om criminaliteit te voorkomen. Voorstanders van technische mogelijkheden wijzen op de veiligheid voor burgers, omdat de criminaliteit beter wordt bestreden. Tegenstanders vinden dat het een ontoelaatbare inbreuk op de privacy van de burgers en dus op hun grondrechten is, ze vinden dat het de rechtstaat onder druk zet.

Terrorisme                                                                                                                 Omdat Nederland mogelijk doelwit is van terroristische aanslagen, zijn de rechten van burgers in het geding. De bevoegdheden van de politie zijn uitgebreid, onder andere met de Wet opsporing terroristische misdrijven. De definitie van het begrip ‘verdachte’ is aangepast, zodat bij een terrorisme-verdachte niet langer sprake hoeft te zijn van een redelijk vermoeden van schuld aan strafbare handelingen. Aanwijzingen dat iemand een terroristisch misdrijf voorbereidt is al genoeg.

Uitbreiding vervolgingsbevoegdheden                                                             Bij de vervolging is te merken dat de uitbreiding van bevoegdheden op gespannen voet staat met grondrechten van burgers. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) kan door de Wet Afgeschermde getuigen anonieme getuigenverklaringen gebruiken in rechtszaken tegen terrorismeverdachten. Het is dan lastig voor de verdachte zich te verdedigen. De wetgever heeft het OM de mogelijkheid gegeven om bij minder zware delicten zelf te bepalen of iemand schuldig is of niet, en dus ook zelf een straf op te leggen. Deze mogelijkheid tot strafbeschikking is gegeven om de werkdruk van rechters te verlagen en strafzaken sneller te kunnen afronden. Tegenstanders zeggen wel dat burgers hierdoor minder goed beschermd zijn tegen de overheid, omdat het OM vervolgt en bestraft. Dat terwijl de verdeling der machten in onze rechtstaat juist voorschrijft dat de rechtsprekende macht onafhankelijk moet zijn van de andere twee machten.                                                                                          

Het is vergelijkbaar met de nationale terroristenlijst, je kunt hierop komen zonder dat de rechter je schuld heeft vastgelegd en je krijgt dan met allemaal sancties te maken. Niemand mag zaken doen met je en je uitkering/studiefinanciering worden stopgezet.                                                                                                                        Bij de uitbreiding van opsporings- en vervolgingsbevoegdheden is altijd de vraag: In welke situatie is het gerechtvaardigd om vrijheid in te perken in ruil voor meer veiligheid? En zorgt die inperking ook echt voor meer veiligheid? Burgers en politici verschillen hierin van mening                                                                                          

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.