Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Staatsinrichting

Beoordeling 7.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 2602 woorden
  • 18 november 2001
  • 60 keer beoordeeld
Cijfer 7.7
60 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Verkiezingen Actief – zelf kiezen 18+ Passief – zelf gekozen worden
Je kunt zelf beslissen wel of niet kiezen. Op dit moment hebben we in Nederland evenredige vertegenwoordiging, dat is aantal zetels evenredig aan het aantal stemmen. Vroeger was het en districten stelsel dat betekent dat Nederland in 100 districten verdeeld per district is er 1 persoon die dit district vertegenwoordigt. De verkiezingen worden gehouden onderleiding van het Centraal Stembureau in Den Haag. Deze verdeeld Nederland in 18 kiesringen met daarin 1 hoofdstembureau deze kiesringen zijn weer verdeeld in stemdistricten. Iedere partij heeft een kandidatenlijst daarop staan de mensen van de partij waarop gestemd kan worden. De Stemmer krijgt thuis gestuurd: - 1 oproepkaart - 1 kandidatenlijst
in ruil voor de oproepkaart krijgt men bij het stembureau een stembiljet. Het stemmen gaat geheim en je kunt maar 1 keuze maken anders is het ongeldig en telt het niet mee. Alle stemmen worden geteld en gedeeld door de kiesdeler = het aantal zetels

Dus 5000 stemmen / 50000 stemmen totaal = 1 zetel
Als er stemmen over zijn zogenaamde restzetels worden deze verdeeld. Elke gekozen kandidaat krijgt een officiele
De Regering
De Regering bestaat uit ( hier komen we later nog op terug ): - De Koning - De Ministers
De Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk, ook zijn ze verantwoording verschuldigd aan de Staten-Generaal. De verantwoording komt door het ondertekenen van wetten. Nederland heeft een parlementair stelsel dat betekent dat het parlement de hoogste macht in het land heeft. De belangrijkste taak van de regering is wetten maken. Dit doen ze samen met de Staten-Generaal. Daarnaast is de regering er ook voor bestuur en zorgen ze voor het uitvoeren van wetten (uitvoerende). De Ministers Sinds 1848 zijn de ministers verantwoordelijk voor het volk en moeten zijn verantwoording afleggen aan de Staten-Generaal hierdoor zijn ze niet de dienaren van de koning meer. De taken van ministers zijn verdeeld, ieder is gespecialiseerd. De ministers staan aan het hoofd van de ministerie uitgezonderd de ministers zonder portefeuille. Hieronder zie je enkele voorbeelden: - Algemene Zaken - Buitenlandse Zaken - Financien. En zo zijn er nog vele. Doordat deze ministers een zware taak hebben worden ze ook nog wel eens bij gestaan door een Staatssecretaris, deze verligt het werk door een taak over te nemen. Kabinet of ministerraad is het geheel van ministers. De minister-president is voorzitter van de ministerraad ( op dit moment Wim Kok ), hij vergadert iedere week op het Catshuis. De minister-president geeft leiding aan het kabinet, hij bepaald bijvoorbeeld bij gelijke stemmen wat wint. Hij vertegenwoordigd het kabinet op internationale conferenties. Vertegenwoordigt het kabinet bij de koning en is minister Algemene zaken. Kabinetsformatie begint bij de koning nadat de verkiezingen geweest zijn. De koningen vraagt advies aan de vice-president van de Raad van State, daarna aan de voorzitters van de Eerste en tweede Kamer en aan de fractievoorzitters van de politieke partijen. Al deze functionarissen adviseren de Koning hoe het kabinet er uit moet gaan zien. Nadat ze deze informatie gekregen heeft stelt ze een kabinetsformateur aan, deze gaat het kabinet vormen. Het is in Nederland zo dat er nooit een meerderheid in de kamer is, daardoor moeten partijen gaan samenwerken, zoiets heet een coalitie. Zo’n coalitie moet het eens worden over het regeerakkoord dus ze moet een regeerakkoord sluiten. Het is natuurlijk wel lastig om samen te regeren, het zijn verschillende partijen die allemaal hun eigen planning hebben. Slaagt de formateur erin een coalitie te vormen dan stelt hij ministers en staatssecretarissen die de regeringscoalitie gaan vormen ( coalitiekabinet ) De partijen in het kabinet zijn regeringspartijen de andere partijen oppositiepartijen. De Informateur heeft de zelfde taak als de formateur maar deze komt pas in werking als de formateur gefaald heeft. De Regeringsverklaring is wat de plannen van het kabinet voor de komende 4 jaar is na de aanstelling van een nieuw kabinet. Soorten kabinetten: - Parlementair kabinet, kabinet dat kan rekenen op de meerderheid in de Kamers. - Minderheidskabinet dat is een kabinet dat niet de meerderheid van stemmen heeft en zal dus niet lang bestaan. - Zakenkabinet Deze komt als het land in moeilijkheden bevind deze proberen ze er dan uit te helpen
Een kabinet treedt af als: - 4 zitting jaren voorbij zijn - Er geen samenwerking meer mogelijk is, interne verdeeldheid - Verschil van mening is met de Staten-Generaal. Als een kabinet uit eigen wil aftreed komt er een motie van wantrouw bij de koningin. Ze moeten dan hun werk toch voortzetten totdat er een nieuw kabinet is, zolang dat niet is heet het een demissionair kabinet. Werkwijze van de Eerste en Tweede Kamer Zittingsjaar van de Staten generaal begint op de derde dinsdag van september. Die dag wordt Prinsjesdag genoemd ze rijd met haar Gouden koets naar de Ridderzaal. Hier leest de Koningin de troonrede voor, dit heet de verenigde vergadering ( 2 kamers bij elkaar ). In de Troonrede staat de economische en politieke toestand van Nederland verder staat erin de plannen voor het volgende jaar. Het zittingsjaar begint met een aantal vergaderingen, De sluiting sluit eveneens met een verenigde vergadering. Het op vakantie gaan van het parlement heet reces. De tweede kamer is openbaar: - Vrije toegang publiek tot de publieke tribune - Verslagen in dag en weekbladen - Uitzendingen door Radio en tv stations - Het boek de Handelingen van de Staten-Generaal. Vergaderingen zijn voor de 2de kamer op dinsdag woensdag en donderdag, voor de eerste kamer op dinsdag. Het quorum is de helft plus een kamer lid om een vergadering te houden. In het reglement van de orde staat wat de kamerleden wel en niet mogen doen. Taak van de 2de kamer: - Controleren van de regering - Het maken van wetten samen met de regering. Taak eerste kamer: - Controleren 2de kamer - wetten goed/afkeuren. Een partij heet een fractie deze heeft 1 fractievoorzitter en samen vergaderen heet fractieberaad. Vergaderen kamerleden samen dan heet dit een Plenaire vergadering, doen ze dat daarentegen in groepjes dan noemt men dat een commissievergadering. Een commissie kan een hoorzitting organiseren daarbij worden deskundigen en betrokkenen uit genodigt, de leden van de commissie doen dan zelf verslag van deze hoorzitting om hun standpunt duidelijk te maken aan de partij waar ze bij horen. Na een debat wordt er gestemd voor personen schriftelijk over zaken mondeling. De helft plus een is winst. De kamerleden zijn onschendbaar maar er wordt wel verwacht dat politieke taal gesproken wordt. De Tweede kamer heeft de volgende rechten: - Het recht van Initiatief. - Het recht van Amendement - Van Interpellatie - Van Begroting, budgetrecht - En het recht van Enquete

De eerste kamer heeft niet het recht van: Initiatief en Amendement. Het recht van Initiatief is het recht om een wetsvoorstel te maken en bij de 2de kamer in te dienen. Het recht van Amendement is het recht om wijzigingen in een wetsvoorstel aan te vragen. Het recht van Interpellatie is het recht om ministers vragen te stellen over zijn beleid. Het recht van Budget is het recht om de begroting, inkomsten en uitgaven van een minister goed of af te keuren. Het recht van Enquete is om een onderzoek in te laten stellen naar onduidelijke zaken waarbij de regering betrokken is. Alle kamerleden hebben ook nog het recht om een motie = verzoek bij de minister in te dienen. De minister kan de motie uitvoeren maar ook verwerpen. Meestal gebeurt dit wel en komt er een vragenuurtje. De Kamer kan een motie van afkeuring in dienen dit betekent dat zij het beleid niet in het belang van het land vinden. Wanneer dit een meerderheid van stemmen krijgt zullen er ontslagen vallen, de ministers of het gehele kabinet dient ontslag in. Als dit gebeurt is er spraken van een Kabinetscrisis en worden er nieuwe verkiezingen gehouden. De kamer kan ook een wetsvoorstel van een minister verwerpen, 2 mogelijkheden: A , de minister dreigt met aftreden als zijn wetsvoorstel verworpen zal worden. Hij zegt dan onaanvaardbaar. B, Toch stemmen ondanks onaanvaardbaar. Dus intrekken of aftreden. Het bestuur van een Provincie. De provincie wordt bestuurd door: - Provinciale Staten - Gedeputeerde Staten - De Commissaris van de Koningin. In de provinciewet staat de samenstelling, werkwijze en bevoegdheid van de Provinciale Staten. De Provinciale staten wordt iedere 4 jaar gekozen door de inwoners van de provincie, het aantal leden zijn 39 tot 83 afhankelijk van de grootte van de provincie. Ze vergaderen ten minste 2 maal per jaar. De Commissaris van de Koningin is de voorzitter van de vergadering maar mag geen stem uit brengen alleen adviseren. De Taken van de Provinciale Staten zijn: - het maken van verordening in het belang van de provincie - Zorg voor elektriciteit-, gas- en watervoorzieningen. - Zorg voor gezondheid - Zorg voor een schoon milieu, recreatie en cultuur - Aanleggen en onderhouden van wegen bruggen en kanalen - Het maken van Streekplannen - Kiezen leden Eerste Kamer. Gedeputeerde Staten, Dit is het dagelijks bestuur van de provincie bestaande uit de Commissaris van de Koningin en zes leden van de provincie. Hier heeft de Commissaris van de Koningin wel stemrecht en is hij wederom voorzitter. De Taken van de Gedeputeerde Staten zijn: - het voorbereiden en uitvoeren besluiten van Provinciale staten - het toezicht houden op de gemeente van provincie ( financien ) - toezicht op waterschap. De Commissaris van de Koningin is genoemd door de Koningin. Zijn taken zijn ondermeer voorzitter zoals ik al zei maar ook: - Zorgen voor openbare orde in de provincie. - Bezoeken van gemeentes in de provincie - Adviseren ministerraad bij aanstelling van burgemeesters en commissaris politie - Vertegenwoordigen provincie naar buiten. Het bestuur van een Gemeente Het bestuur van een gemeente is in handen van: - de gemeenteraad - College van burgemeesters en wethouders - De burgemeester
In de Gemeentewet staat de samenstelling, werkwijze en bevoegdheid van het gemeentebestuur. De gemeenteraad de is hoogste macht in een gemeente. De leden worden iedere 4 jaar gekozen door de inwoners. Ze bestaan uit ongeveer 7 tot 45 leden en vergaderen 6 maal per jaar. De gemeenteraadsleden zijn vertegenwoordigd voor een politieke partij of een plaatselijke groepering. De taken van de gemeenteraad zijn: - het maken van verordening voor het gebied van de gemeente - het uitoefenen van controle op Burgemeester en Wethouder - het nemen van besluiten en het doen van benoemingen in het belang van de gemeente. - Het vaststellen van de begroting. Het College van Burgemeester en Wethouders, het dagelijks bestuur van de gemeente, wordt uitgeoefend door de burgemeester en 2 tot 6 wethouders ( ligt aan de grote van de plaats ). Wethouders zijn er voor een tijd van 4 jaar, totdat ze weer herkozen kunnen worden. Het College van B en W is verantwoordelijk voor de gemeenteraad. De taken van B. en W. zijn: - het voorbereiden van vorderingen - het uitvoeren van de door de gemeenteraad aangenomen verordeningen en besluiten - het beheren van de financien. De Portefeuille zijn de persoonlijke taken van burgemeester en wethouders. De Burgemeester is er voor een perioden van 6 jaar benoemd door de Commissaris van de Koningin, hij kan herbenoemd worden. De taken die hij moet vervullen zijn onder meer: - Voorzitter gemeenteraad ( zonder stemrecht ) - Voorzitter College B en W met stemrecht - Hoofd politie en brandweer - Toezicht houden op openbare bijeenkomsten en vermakelijkheden - Vertegenwoordigen gemeente naar buiten. Zijn plaatsvervanger is de loco-burgemeester. De Gemeente secretaris is de hoogste ambtenaar evenals de belangrijkste adviseur van het college van B en W en regelt de werkzaamheden van de gemeenteambtenaren. De gemeente krijgt geld door: Subsidies Rijk en heffen gemeentelijke belastingen
Nederlandse kabinetten
Kabinet Kok 2
1998 - HEDEN
Algemene gegevens
Duur formatie: 89 dagen
Formateur(s): mr. K.G. de Vries, W. Kok, prof. drs. G. Zalm, mevr. prof. dr. E. Borst-Eilers
Tussentijdse informatie door Mr. H.D. Tjeenk Willink gestart op 21 mei 1999 tot 7 juni 1999. Beëdigd: 3 augustus 1998
Ontslag aangeboden: 19 mei 1999, ingetrokken op 8 juni 1999
Afgetreden: - Zittingsduur: - Politieke samenstelling: PvdA, VVD, D66
Parlementaire achterban: 62,7 % Personele samenstelling

Minister-president: W. Kok
Vice minister-president: mevr. A. Jorritsma-Lebbink
Vice minister-president: mevr. prof. dr. E. Borst-Eilers
DEPARTEMENT MINISTER PARTIJ PERIODE
Algemene Zaken: W. Kok PvdA
Financiën: prof. drs. G. Zalm VVD
Buitenlandse Zaken: J.J. van Aartsen VVD
Justitie: mr. A.H. Korthals VVD
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties I: dr. A. Peper (tot 13 maart 2000) PvdA
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties II (a.i.): mr. R.H.L.M. van Boxtel (van 13 maart tot 24 maart 2000) D66
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties III: mr. K.G. de Vries (vanaf 24 maart 2000) PvdA
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen: drs. L.M.L.H.A. Hermans VVD
Defensie: mr. F.H.G. de Grave VVD
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu: drs. J.P. Pronk PvdA

Verkeer en Waterstaat: mevr. T. Netelenbos PvdA
Economische Zaken: mevr. A. Jorritsma-Lebbink VVD
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij I: drs. H.H. Apotheker (tot 7 juni 1999) D66
Landbouw, Natuurbeheer en Visserij II: mr. L.J. Brinkhorst (vanaf 8 juni 1999) D66
Sociale Zaken en Werkgelegenheid I: mr. K.G. de Vries (top 24 maart 2000) PvdA
Sociale Zaken en Werkgelegenheid II: Dr. W.A.F.G. Vermeend (vanaf 24 maart 2000) PvdA
Volksgezondheid, Welzijn en Sport: mevr. prof. dr. E. Borst-Eilers D66
Zonder portefeuille (ontwikkelingssamenwerking): mevr. mr. E.L. Herfkens PvdA
Zonder portefeuille (Grote-Steden- en Minderhedenbeleid): mr. R.H.L.M. van Boxtel D66 Het CDA
Het CDA is een moderne christen-democratische volkspartij. Voor de christen-democratie staat de gemeenschap centraal, de samenleving van mensen die elk voor een stukje van de wereld verantwoordelijk zijn. Het gezin, de school, de wijk, de vereniging; dat is het ware draagvlak van de samenleving. Vanuit het gemeenschapsdenken wil het CDA iedereen aanmoedigen op zijn eigen plaats, volgens eigen mogelijkheden en talenten, zijn verantwoordelijkheid te nemen. Geheel eigen plaats
De christen-democratie onttrekt zich aan het links-rechts-schema. Het CDA heeft een geheel eigen plaats in de Nederlandse politiek. De koers is te kenmerken als sociaal-traditioneel, sociaal op sociaal-economisch gebied, traditioneel op het terrein van normen en waarden. De inspiratiebron van het CDA

Het CDA wil een brede politieke volkspartij zijn, geworteld in alle lagen van de samenleving. Daarom biedt het plaats aan burgers uit alle sectoren van de maatschappij. Dat zo’n bonte groep mensen zich daadwerkelijk thuis voelt bij één politieke beweging, heeft z’n redenen. Naast een vast geloof in democratische waarden geldt, als samenbindend element, dat het CDA het Evangelie als grondslag en inspiratiebron hanteert bij het zoeken naar oplossingen voor hedendaagse problemen. In het Program van Uitgangspunten is die grondslag vastgelegd. Dialoog
Een voortdurende dialoog tussen de christelijke grondslag en het politiek handelen is kenmerkend voor de christen-democratische politiek. Het gaat steeds om mensen. Menselijk geluk, waardigheid, veiligheid, zorg voor elkaar, gemeenschapszin; dat zijn de constanten. Het CDA is een degelijke en betrouwbare politieke beweging, die nieuwe wegen inslaat waar altijd vaste waarden aan ten grondslag liggen. Het CDA is een partij gericht op samenwerking met andere politieke bewegingen; zowel op Europees, nationaal, provinciaal als lokaal niveau. Groenlinks
Leden hebben het voor het zeggen Bij GroenLinks hebben leden het voor het zeggen. Het partijcongres is het hoogste, besluitvormende orgaan van GroenLinks. De ongeveer 15.000 leden van GroenLinks kunnen mee beslissen over de hoofdlijnen van GroenLinkse politiek en zij maken uit wie kandidaat worden gesteld voor landelijke en Europese verkiezingen. GroenLinkse politiek gaat verder dan alleen besturen, debatteren en vergaderen. GroenLinks staat open voor ontwikkelingen in de samenleving. Aan talrijke acties, zoals bijvoorbeeld tegen de Betuwelijn, tegen de uitbreiding van Schiphol of voor een humaner asielbeleid nemen leden en politici van GroenLinks actief deel. GroenLinks doet haar uiterste best om daadwerkelijk iets te veranderen in Nederland en voegt zelf de daad bij het woord: meer dan bij welke andere partij in Nederland zijn vrouwen en allochtonen vertegenwoordigd in GroenLinks. De partij staat open voor iedereen die in Nederland woont, wit of zwart, man of vrouw, homo of hetero, jong of oud. Kortom: voor iedereen die wil meewerken aan een schone, rechtvaardige en multiculturele samenleving.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.