Verkiezingen
Actief – zelf kiezen 18+
Passief – zelf gekozen worden
Je kunt zelf beslissen wel of niet kiezen.
Op dit moment hebben we in Nederland evenredige vertegenwoordiging, dat is aantal zetels evenredig aan het aantal stemmen.
Vroeger was het en districten stelsel dat betekent dat Nederland in 100 districten verdeeld per district is er 1 persoon die dit district vertegenwoordigt.
De verkiezingen worden gehouden onderleiding van het Centraal Stembureau in Den Haag.
Deze verdeeld Nederland in 18 kiesringen met daarin 1 hoofdstembureau deze kiesringen zijn weer verdeeld in stemdistricten.
Iedere partij heeft een kandidatenlijst daarop staan de mensen van de partij waarop gestemd kan worden.
De Stemmer krijgt thuis gestuurd:
- 1 oproepkaart
- 1 kandidatenlijst
in ruil voor de oproepkaart krijgt men bij het stembureau een stembiljet.
Het stemmen gaat geheim en je kunt maar 1 keuze maken anders is het ongeldig en telt het niet mee.
Alle stemmen worden geteld en gedeeld door de kiesdeler = het aantal zetels
Dus 5000 stemmen / 50000 stemmen totaal = 1 zetel
Als er stemmen over zijn zogenaamde restzetels worden deze verdeeld.
Elke gekozen kandidaat krijgt een officiele
De Regering
De Regering bestaat uit ( hier komen we later nog op terug ): - De Koning - De Ministers
De Koning is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk, ook zijn ze verantwoording verschuldigd aan de Staten-Generaal. De verantwoording komt door het ondertekenen van wetten.
Nederland heeft een parlementair stelsel dat betekent dat het parlement de hoogste macht in het land heeft.
De belangrijkste taak van de regering is wetten maken. Dit doen ze samen met de Staten-Generaal. Daarnaast is de regering er ook voor bestuur en zorgen ze voor het uitvoeren van wetten (uitvoerende).
De Ministers
Sinds 1848 zijn de ministers verantwoordelijk voor het volk en moeten zijn verantwoording afleggen aan de Staten-Generaal hierdoor zijn ze niet de dienaren van de koning meer.
De taken van ministers zijn verdeeld, ieder is gespecialiseerd. De ministers staan aan het hoofd van de ministerie uitgezonderd de ministers zonder portefeuille. Hieronder zie je enkele voorbeelden: - Algemene Zaken - Buitenlandse Zaken - Financien. En zo zijn er nog vele.
Doordat deze ministers een zware taak hebben worden ze ook nog wel eens bij gestaan door een Staatssecretaris, deze verligt het werk door een taak over te nemen.
Kabinet of ministerraad is het geheel van ministers. De minister-president is voorzitter van de ministerraad ( op dit moment Wim Kok ), hij vergadert iedere week op het Catshuis. De minister-president geeft leiding aan het kabinet, hij bepaald bijvoorbeeld bij gelijke stemmen wat wint. Hij vertegenwoordigd het kabinet op internationale conferenties. Vertegenwoordigt het kabinet bij de koning en is minister Algemene zaken.
Kabinetsformatie begint bij de koning nadat de verkiezingen geweest zijn. De koningen vraagt advies aan de vice-president van de Raad van State, daarna aan de voorzitters van de Eerste en tweede Kamer en aan de fractievoorzitters van de politieke partijen. Al deze functionarissen adviseren de Koning hoe het kabinet er uit moet gaan zien. Nadat ze deze informatie gekregen heeft stelt ze een kabinetsformateur aan, deze gaat het kabinet vormen. Het is in Nederland zo dat er nooit een meerderheid in de kamer is, daardoor moeten partijen gaan samenwerken, zoiets heet een coalitie. Zo’n coalitie moet het eens worden over het regeerakkoord dus ze moet een regeerakkoord sluiten. Het is natuurlijk wel lastig om samen te regeren, het zijn verschillende partijen die allemaal hun eigen planning hebben. Slaagt de formateur erin een coalitie te vormen dan stelt hij ministers en staatssecretarissen die de regeringscoalitie gaan vormen ( coalitiekabinet ) De partijen in het kabinet zijn regeringspartijen de andere partijen oppositiepartijen. De Informateur heeft de zelfde taak als de formateur maar deze komt pas in werking als de formateur gefaald heeft. De Regeringsverklaring is wat de plannen van het kabinet voor de komende 4 jaar is na de aanstelling van een nieuw kabinet. Soorten kabinetten: - Parlementair kabinet, kabinet dat kan rekenen op de meerderheid in de Kamers. - Minderheidskabinet dat is een kabinet dat niet de meerderheid van stemmen heeft en zal dus niet lang bestaan. - Zakenkabinet Deze komt als het land in moeilijkheden bevind deze proberen ze er dan uit te helpen
Een kabinet treedt af als: - 4 zitting jaren voorbij zijn - Er geen samenwerking meer mogelijk is, interne verdeeldheid - Verschil van mening is met de Staten-Generaal. Als een kabinet uit eigen wil aftreed komt er een motie van wantrouw bij de koningin. Ze moeten dan hun werk toch voortzetten totdat er een nieuw kabinet is, zolang dat niet is heet het een demissionair kabinet.
Werkwijze van de Eerste en Tweede Kamer
Zittingsjaar van de Staten generaal begint op de derde dinsdag van september. Die dag wordt Prinsjesdag genoemd ze rijd met haar Gouden koets naar de Ridderzaal. Hier leest de Koningin de troonrede voor, dit heet de verenigde vergadering ( 2 kamers bij elkaar ). In de Troonrede staat de economische en politieke toestand van Nederland verder staat erin de plannen voor het volgende jaar. Het zittingsjaar begint met een aantal vergaderingen, De sluiting sluit eveneens met een verenigde vergadering. Het op vakantie gaan van het parlement heet reces.
De tweede kamer is openbaar: - Vrije toegang publiek tot de publieke tribune - Verslagen in dag en weekbladen - Uitzendingen door Radio en tv stations - Het boek de Handelingen van de Staten-Generaal. Vergaderingen zijn voor de 2de kamer op dinsdag woensdag en donderdag, voor de eerste kamer op dinsdag. Het quorum is de helft plus een kamer lid om een vergadering te houden. In het reglement van de orde staat wat de kamerleden wel en niet mogen doen. Taak van de 2de kamer: - Controleren van de regering - Het maken van wetten samen met de regering.
Taak eerste kamer: - Controleren 2de kamer - wetten goed/afkeuren.
Een partij heet een fractie deze heeft 1 fractievoorzitter en samen vergaderen heet fractieberaad.
Vergaderen kamerleden samen dan heet dit een Plenaire vergadering, doen ze dat daarentegen in groepjes dan noemt men dat een commissievergadering.
Een commissie kan een hoorzitting organiseren daarbij worden deskundigen en betrokkenen uit genodigt, de leden van de commissie doen dan zelf verslag van deze hoorzitting om hun standpunt duidelijk te maken aan de partij waar ze bij horen.
Na een debat wordt er gestemd voor personen schriftelijk over zaken mondeling.
De helft plus een is winst.
De kamerleden zijn onschendbaar maar er wordt wel verwacht dat politieke taal gesproken wordt.
De Tweede kamer heeft de volgende rechten:
- Het recht van Initiatief.
- Het recht van Amendement
- Van Interpellatie
- Van Begroting, budgetrecht
- En het recht van Enquete
De eerste kamer heeft niet het recht van: Initiatief en Amendement.
Het recht van Initiatief is het recht om een wetsvoorstel te maken en bij de 2de kamer in te dienen. Het recht van Amendement is het recht om wijzigingen in een wetsvoorstel aan te vragen.
Het recht van Interpellatie is het recht om ministers vragen te stellen over zijn beleid.
Het recht van Budget is het recht om de begroting, inkomsten en uitgaven van een minister goed of af te keuren.
Het recht van Enquete is om een onderzoek in te laten stellen naar onduidelijke zaken waarbij de regering betrokken is.
Alle kamerleden hebben ook nog het recht om een motie = verzoek bij de minister in te dienen. De minister kan de motie uitvoeren maar ook verwerpen. Meestal gebeurt dit wel en komt er een vragenuurtje.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden