Samenvatting Maatschappijleer SE 25%
Boek: ‘Thema’s maatschappijleer Havo’
Rechtsstaat & Parlementaire Democratie
P. 32-35 & P.64-87
P.32-35]
Doel van de rechtsstaat:
- (veiligheid, vrijheid, gelijkheid);
- Machtenscheiding
- Grondrechten in de grondwet
- Legaliteitsbeginsel: De overheid is gebonden aan de wet
Machtenscheiding/Trias Politica:
Niet 1 persoon of instantie heeft alle politieke macht:
Macht:
Wetgevende
Uitvoerende
Rechterlijke
Wie:
Regering en Parlement
Regering
Onafhankelijke rechters
Hoe:
Ministers komen met wetsvoorstellen en het parlement keurt ze goed of af.
Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties.
Hebben de bevoegdheid om iemand te bestraffen.
Taak:
Stellen wetten vast.
Zorgt voor uitvoering van de wetten.
Beoordelen conflicten over wetten.
In Nederland zijn de machten niet compleet gescheiden. De ministers zijn zowel betrokken bij de wetgevende als de uitvoerende macht: ze mogen wetsvoorstellen doen, maar ze moeten er ook voor zorgen dat een aangenomen wet wordt uitgevoerd.
- Belangrijkste van de trias politica is dat de machten elkaar controleren en scherp houden: ‘Check and Balances’.
Onafhankelijke rechters:
- Ze zijn benoemd voor het leven om de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te waarborgen. Ze kunnen dus niet ontslagen worden.
- Je kan je recht halen als je je benadeeld voelt door iemand.
- Je wordt beschermd tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.
- Het zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen.
Grondrechten in de grondwet:
De grondwet = een bindend middel waar iedereen het mee eens is en waar iedereen op kan vertrouwen.
Doel van de grondwet: vastleggen van grondrechten. Onderverdelen in:
Klassieke grondrechten
Sociale grondrechten
Rechten die de overheid moet garanderen.
Zorgplicht voor de overheid.
Ze leggen de overheid beperkingen op en als de overheid een klassieke grondrecht van je schendt, kun je naar de rechter stappen en je gelijk halen.
De overheid moet zoveel mogelijk banen creëren, maar je kunt niet naar de rechter stappen en een baan eisen.
Verschillen:
Zijn allang aanwezig.
Zijn er later bijgekomen.
Zaken die de overheid moet onthouden.
Wordt overheidsoptreden verwacht.
Aanpassen van grondrechten in de grondwet:
- Erg lastig;
- Pas na verkiezingen en met twee derde meerderheid in het parlement.
- Nederland heeft EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheid) getekend. Dit verdrag is bindend en gebiedt aangesloten landen de mensenrechten te beschermen.
Legaliteitsbeginsel:
De overheid is gebonden aan de wet.
De overheid mag dus alleen straffen als ze door de volksvertegenwoordiging in wetten zijn vastgesteld.
- Strafbaarheid: Iets is alleen strafbaar als het in de wetten staat.
- Strafmaat: In de wet staat bij iedere straf de maximale straf.
- Ne bis in idem-regel: Na de uitspraak van de rechter mag je niet voor een tweede keer
worden vervolgd.
__________________________________________________________________________________
P. 64-87]
Politiek: de manier waarop een land wordt bestuurd.
Zaken waar jij nu of later mee te maken krijgt:
- Openbare orde en veiligheid: inzetten van meer politieagenten.
- Buitenlandse betrekkingen: uitzenden van militairen voor een vredesmissie.
- Infrastructuur: aanleg van spoor- en autowegen.
- Welvaart: zorg voor voldoende werkgelegenheid voor jongeren.
- Welzijn: wegwerken van de wachtlijsten in de ziekenhuizen.
- Onderwijs: veranderen van de exameneisen voor havo en vwo.
Voor het realiseren van deze plannen betalen burgers belasting, hiervoor krijgen we voor terug: recht om te stemmen op een partij en we krijgen uitkering als we werkloos worden of na een ongeval arbeidsongeschikt worden.
Democratie: staatsvorm waarbij de bevolking direct/indirect invloed hebben op de politieke
besluitvorming.
- Directe: volksstemmingen werden door veel mensen gedaan die met elkaar aangaven wat ze
wilden.
- Indirecte: volk beslist niet zelf, maar zij stemmen en dit gaat via vertegenwoordigers.
Dit is parlementaire democratie waarbij de vertegenwoordigers het parlement is.
Kenmerken parlementaire democratie:
- Burgers hebben politieke grondrechten.
- Regels voor politieke besluitvorming zijn grondwettelijk vastgesteld.
- Er zijn vrije media: de media mogen alles publiceren om mensen goed op de hoogte te
brengen.
Vrijheid alleen mogelijk, wanneer:
(volgens Freedom House)
- Regering verantwoording schuldig is aan het volk.
- Sprake is van onafhankelijke rechtspraak.
- Sprake is van vrije meningsuiting, vereniging en geloof.
- Respect is voor de rechten van minderheden en vrouwen.
Dictatuur/Autocratie: staatsvorm waarbij de macht in handen is van één persoon of een groep
mensen. Komt tot stand na een revolutie (China en Iran).
- Zoals: Myanmar, Noord-Korea, Wit-Rusland.
- Vroeger: China, Cuba, Sovjet-Unie.
- Religieuze dictatuur: gebaseerd op het geloof.
- Militaire dictatuur: leger heeft de macht.
Fascisten: zeer nationalistisch en wijzen democratie af.
Kenmerken dictatuur:
- De gehele politieke macht is in handen van één iemand of een kleine groep.
- Grondrechten worden niet beschermd.
- Er bestaat geen vrije pers. Censuur: controle door overheid op alles wat de media
uitbrengen.
- Oppositiepartijen zijn verboden.
- Grote politieke rol voor de militairen.
- Er is sprake van verkiezingsfraude.
Indelingen partijen:
Progressief: vooruitstrevend, maatschappij willen veranderen
- BV: vervuilende energiebronnen vervangen door schone zonne- en windenergie
- Partijen: GroenLinks en D66
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden