Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Rechtsstaat

Beoordeling 6.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 4891 woorden
  • 21 januari 2015
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 6.1
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Maatschappijleer hoofdstuk 2 Rechtsstaat

 

§1

Rechtsnormen: gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd.

Ze ontstaan enerzijds uit het oogpunt van doelmatigheid om het maatschappelijke leven geordend te laten verlopen.

 

Wat is rechtvaardig?

Het is belangrijk dat rechtsnormen zoveel mogelijk overeenstemmen met de opvattingen die wij als burgers hebben over goed en kwaad. We zullen ons er dan eerder aan houden.

Toch kunnen sommige dingen ingaan tegen het gevoel van rechtvaardigheid van mensen.

Paar voorbeelden:

  • Vind jij het eerlijk dat je muziek en films in veel gevallen van het internet mag downloaden, maar dat op het downloaden van software en games een boete staat?
  • En hoe vind jij het dat je een bekeuring krijgt als je geen ID bij je hebt?
  • Of dat de ene moordenaar levenslang krijgt en de andere na een paar jaar weer vrij is?

 

 

Ontstaan van de rechtsstaat

Om gevoelens van onrechtvaardigheid zo veel mogelijk te voorkomen en om misstanden te vermijden, ontstond ruim twee eeuwen geleden in sommige landen het idee van een rechtsstaat: waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik door de overheid.

 

Absolute monarchie: De regeringsvorm waarbij een koning alle macht heeft.

Om machtsmisbruik door de overheid in de toekomst te voorkomen, werd de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger opgesteld. In artikel 1 werd de gelijkheid voor de wet geregeld. In artikel 4 staat dat iedereen alles in vrijheid kan doen, zolang dit de vrijheid van anderen niet beperkt.

Tegenwoordig hebben de meeste landen een grondwet: waarin staat wat de grondrechten zijn en hoe het land geregeerd moet worden.

 

Rechten en plichten

In een rechtsstaat gelden niet alleen rechten, maar er zijn ook plichten (datgene wat je moet doen). Deze gelden voor de overheid en voor de burgers.

Voorbeelden:

  • De belastingsplicht
  • De leerplicht
  • DNA-plicht (voor de mensen die verdacht worden of veroordeeld zijnvoor strafbare feiten)

 

 

Rechtsgebieden

Alle door de overheid in wetten vastgelegd regels samen noemen we ‘het recht’. Binnen het recht bestaan allerlei rechtsgebieden met als belangrijkste onderscheid het verschil tussen publiekrecht en privaatrecht.

Publiekrecht

Het publiekrecht regelt de inrichting van de staat en de relatie russen burgers en overheid.

Verdeeld in meerdere taken:

  • Het staatsrecht met alle regels voor de inrichting van de Nederlandse staat.
  • Het bestuursrecht met daarin centraal de verhouding tussen burgers en overheid
  • Het strafrecht, bestaande uit alle wettelijke strafbepalingen.

 

Privaatrecht

Het privaatrecht of burgerlijk recht regelt de betrekkingen tussen burgers onderling.

Onder burgers wordt in het privaatrecht niet alleen mensen van vlees en bloed verstaan, maar ook een vereniging, bedrijf of zelfs de overheid. We spreken daarom van rechtspersonen

Tot het privaatrecht behoren onder andere:

  • Het personen- en familierecht, dat zaken regelt als het sluiten van een huwelijk, echtsscheiding, geboorte, overlijden en adopteren van kinderen.
  • Het ondernemingsrecht, dat bijvoorbeeld de voorwaarden regelt waaronder je een vereniging of een bv kan oprichten
  • Het vermogensrecht, dat alle zaken regelt die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken

 

 

 

 

§2

 

uitgangspunten

het doel van de rechtsstaat is om te zorgen voor de veiligheid van burgers, ons te beschermen tegen de macht van de overheid en ervoor te zorgen dat we als burgers gelijk worden behandeld en in vrijheid kunnen leven.

Deze doelen zijn uitgewerkt in de volgende grondbeginselen:

  • Er is sprake van een machtenscheiding
  • De grondrechten zijn vastgelegd in de grondwet
  • Het legaliteitsbeginsel: de overheid is gebonden aan de wet

 

Machtenscheiding

Het principe van de machtenscheiding of trias politica werd bedacht door de Fransman Montesquieu. Volgens hem moest de macht van de overheid verdeeld worden in drie delen:

  1. De wetgevende macht
  2. De uitvoerende macht
  3. De rechtsprekende macht

Het doel was dat niet een persoon of een instantie alle politieke macht heeft. De scheiding der machten moest absolutisme en dictatuur onmogelijk maken en daardoor onrechtvaardigheid zo veel mogelijk voorkomen.

 

De volgende machtsverdeling in Nederland:

  • De wetgevende macht stelt wetten vast waar de burgers (en de overheid) zich aan moeten houden. In Nederland is dit een taak van de regering en het parlement samen, waarbij meestal de ministers met de wetvoorstellen komen en het parlement besluit om het voorstel goed of af te keuren.
  • De uitvoerende macht zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten precies worden uitgevoerd. Hiervoor is in ons land de regering verantwoordelijk. Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties.
  • De rechterlijke macht beoordeelt of mensen, maar ook rechtspersonen of de overheid, wetten hebben overtreden en doet uitspraak in  conflicten. Deze macht is exclusief in handen van onafhankelijke rechters die de bevoegdheid hebben om iemand te bestraffen.

Onafhankelijke rechters

Het feit dat rechters neutraal en onafhankelijk zijn, zorgt voor bescherming.

  1.  Je kunt recht halen als je benadeeld voelt door andere burgers of door bedrijven en instantie
  2. je wordt bescherm tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.
  3. Het zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen, omdat misdadigers in een eerlijk proces hun verdedigende straf krijgen.

 

 

 

om de onafhankelijkheid van de rechtelijke macht te waarborgen, worden rechters voor het leven benoemd. Een rechter kan dus niet ontslagen worden, omdat hij een te lage of te hoge straf zou geven. Vanwege hun neutraliteit dragen rechters een zwarte toga om te laten zien dat het niet om hun persoonlijke mening gaat.

Grondrechten en grondwet

Onze samenleving bestaat uit steeds meer culturen met uiteenlopende waarden en normen, te midden van die verschillen is de grondwet en bindend middel waar iedereen het helemaal mee eens is en waar iedereen op kan vertrouwen.

Een belangrijk doel van de grondwet is het vastleggen van de grondrechten. Deze kun je onderverdelen in:

  • Klassieke grondrechten, zoals vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en het recht op onaantastbaarheid van het lichaam en het kiesrecht.
  • Sociale grondrechten, zoals het recht op werk, het recht op gezondheidszorg en het recht op woongelegenheid

 

Klassieke grondrechten zijn rechten die de overheid ook echt moet garanderen. Ze leggen de overheid beperkingen op en als de overheid een klassiek grondrecht van je schendt, kun je naar de rechter stappen en je gelijk halen.

Bij sociale grondrechten geldt er een zorgplicht voor de overheid. De overheid moet bijvoorbeeld haar best doen om zo veel mogelijk banen te creëren, maar je kunt niet naar de rechter stappen om een baan te eisen.

 

Legaliteitsbeginsel

Onze vrijheid is niet onbegrensd. De overheid legt plichten op zoals de belastingplicht en de leerplicht, en stelt ook regels vast die je niet mag overtreden.

De overheid mag niet zomaar alles voorschrijven. Volgens het legaliteitsbeginsel mag de overheid alleen beperkingen opleggen aan de vrijheid van de burgers als die regels voor iedereen gelden en door de volksvertegenwoordiging in wetten zijn vastgelegd.

 

Het legaliteitsbeginsel zien we terug in een aantal belangrijke artikelen in het Wetboek van Strafrecht:

  • Strafbaarheid: artikel 1, lid 1, bepaalt dat geen feit strafbaar is dan uit kracht van een daaraan voorafgaande wettelijke strafbepaling. Anders gezegd: iets is alleen strafbaar als het in de wet staat. Daardoor kon je jarenlang niemand worden veroordeeld voor het hacken van computers, simpelweg omdat het nog niet in de wet was opgenomen.
  • De strafmaat. In de wet staat bij iedere strafbaar feit de maximale straf. De OVJ en de rechter mogen geen hogere straf eisen of opleggen. Veroorzaakt iemand een dodelijk ongeluk, dan kan hij vervolgd worden voor dood door schuld in het verkeer, met een maximum gevangenisstraf van drie jaar.
  • Ne bis idem-regel. Na de uitspraak van een rechter kun je niet voor een tweede keer worden vervolgd. Als je bent vrijgesproken van moord en later blijkt dat er opnieuw worden berecht. Anders zou gelden: eens een verdachte, altijd een verdachte.

 

§3

rechtshandhaving en rechtsbescherming

de rechtsstaat moet zorgen voor de veiligheid van de burgers en voor rechtshandhaving. Daarom heeft de overheid meer macht dan wij en mag als enige geweld gebruiken. We noemen dat het geweldsmonopolie van de staat. Zo mogen politieagenten de wapenstok of pepperspray gebruiken tegen vechtende voetbalsupporters en in het uiterste geval mag een agent zelfs gericht op criminelen schieten.

 

Daarnaast heeft de rechtsstaat als doel dat de overheid niet te veel macht mag krijgen. De politie mag niet zomaar iedereen oppakken, je e-mail lezen of je huis overhoop halen voor een huiszoeking. Ook de overheid moet zich dus aan regels houden. Naast rechtshandhaving is er daarom rechtsbescherming: de grondwet beschermt burgers tegen andere burgers en tegen machtsmisbruik van de overheid.

Misdrijven en overtredingen

Volgens het eerder genoemde legaliteitsbeginsel staat precies in de wet omschreven waar je voor veroordeeld kunt woorden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen misdrijven als de meer ernstige strafbare feiten en overtredingen als de minder ernstige.

Tot overtredingen behoren rijden door rood licht en te snel rijden. Bij misdrijven kun je denken aan diefstal, mishandeling en moord, maar ook rijden onder invloed.

 

Verschillen:

De belangrijkste verschillen tussen overtredingen en misdrijven zijn:

  • Overtredingen en misdrijven worden beide geregistreerd door justitie. Bij misdrijven gebeurt dit als je verdachte bent, terwijl er bij overtredingen een veroordeling moet zijn waarbij minimaal 100 euro boete of een vrijheidsstraf is opgelegd.
  • De mogelijke straffen zijn bij misdrijven hoger. De maximumstraf voor een overtreding is een jaar hechtenis ; bij misdrijven is dit levenslange gevangenisstraf.
  • Een poging tot overtreding is niet strafbaar, een poging tot misdrijf wel.

 

Wat is criminaliteit?

Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan omschreven.

 

De procedure in vogelvlucht

In een rechtsstaat is het strafproces aan regels gebonden. De politie en de OVJ hebben bevoegdheden, maar ze mogen niet alles.

 

Wanneer er een misdrijf is gepleegd, verloopt de procedure volgens een vast patroon.

  1. De politie verzamelt informatie over het strafbare feit. Zij zoekt naar sporen, hoort getuigen en slachtoffers, houdt verdachten aan en legt alle gegevens vast in een proces-verbaal. De OVJ heeft de leiding over het opsporingsonderzoek en houdt in de gaten of alles zorgvuldig en eerlijk verloopt.
  2. De OVJ bepaalt vervolgens met behulp van het proces-verbaal of er wel of geen rechtszaak moet komen. Als hij voldoende bewijzen heeft, stuurt hij het dossier naar de rechter.
  3. De rechter stelt tijdens een rechtszaak vast of de verdachte schuldig is. Als hij de schuld bewezen acht, kan hij de verdachte een straf op leggen

Opsporingsbevoegdheden politie

Er is een winkeldiefstal gepleegd. De politie houd iemand aan die jij herkent als de dader. In dat geval is er sprake van een verdachte, want er bestaat een redelijk vermoeden van schuld.

Als de politie van bepaalde bevoegdheden , ook wel dwangmiddelen genoemd. Als deze dwangmiddelen een ernstige inbreuk maken op de grondrechten van mensen, is toestemming nodig van een rechter-commissaris, een speciale rechter of van de OVJ.

Zonder toestemming

  • De politie mag een verdachte staande houden. Dit betekend iemand laten stilstaan om hem te vragen naar zijn personalia. Vanaf 14 jaar moet je je kunnen legitimeren, maar de politie mag er alleen naar vragen als daar een concrete reden voor is.
  • De politie kan een verdachte aanhouden ofwel arresteren. Verzet hiertegen is niet toegestaan. Je moet mee naar het politiebureau en wordt voorgeleid aan een (hulp) OVJ.
  • Een verdachte mag worden gefouilleerd, dat wil zeggen aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht.
  • De politie mag een verdachte in het belang van het onderzoek zes uur op het bureau vasthouden. Voor verlenging is toestemming nodig
  • Bewijsmateriaal zoals een gestolen mobieltje of een opgevoerde brommer mag in beslag genomen worden. De OVJ of de rechter beslist later of iemand zijn spullen na een rechtszaak terugkrijgt.

 

Met toestemming

  • Om iemand te arresteren mag de politie een woning alleen binnengaan met een machtiging tot binnentreding. Hiervoor moet de (hulp) OVJ toestemming geven. Als er bovendien een huiszoekingsbevel door de rechter-commissaris is gegeven, mag de politie in de woning zoeken naar bewijsmateriaal.
  • Voor het opvragen van speciale persoonsgegevens, zoals bankrekeningnummers, telefoonverkeer en internetgedrag, heeft de politie toestemming nodig van de OVJ.
  • De politie mag alleen preventief fouilleren in bepaalde, door de burgemeester aangewezen gebieden. Je wordt dan gefouilleerd zonder dat er sprake is van verdenking. Ook kan je tas of auto worden geïnspecteerd.
  • Als politie een verdachte zes uur op het bureau heeft vastgehouden, kan een (hulp) OVJ toestemming geven voor een verlenging van maximaal 3 dagen.
  • Bij infiltratie is misdaadorganisaties een terroristische groeperingen moet de OVJ steeds toestemming geven.

 

Officier van justitie

In feiten is de OVJ de openbare aanklager, omdat hij namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hem kan eisen. Alle OVJ bij elkaar noemen we het Openbaar Ministerie ( OM ).

Als de OVJ en de politie klaar zijn met het opsporingsonderzoek, heeft de OVJ drie mogelijkheden: seponeren, schikken of vervolgen.

Seponeren:

Bij onvoldoende bewijs, bij een klein vergrijp of als de OVJ vindt dat de verdachte als genoeg is gestraft, kan de OVJ de zaak seponeren. Dit betekent afzien van verdere rechtsvervolging.

 

Schikken:

Bij overtredingen en lichte misdrijven zoals vernieling en winkeldiefstal kan de OVJ een schikking aanbieden. Een schikking, in de wet trasactie genoemd, is een voortijdige afdoening waarbij de verdachte niet meer voor de rechter hoeft te verschijnen. Deze heeft meestal een vorm van een geldboete, een schadevergoeding of een taakstraf. Als je de schikkingsvoorstel afwijst, moet je alsnog voor de rechter komen.

Vervolgen:

De OVJ kan ten slotte besluiten het dossier naar de rechtbank te sturen en een rechtszaak te beginnen. (vervolgen)

§4

 

als de OVJ besluit tot strafvervolging, brengt hij de strafzaak bij een rechtbank door een tenlastelegging. Hierin staat precies wat de aanklacht tegen de verdachte is. Kleine misdrijven zoals winkeldiefstallen komen voor de politierechter die in zijn eentje rechtspreekt. Ernstige misdrijven, zoals het onder invloed veroorzaken van een dodelijk auto-ongeluk, worden behandeld door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters.

 

De terechtzitting

Voor het begin van elke terechtzitting, de behandeling van het strafbare feit door de rechter, krijgt de verdachte een oproep of dagvaarding. Hierin staat dat je ervan verdacht wordt dat je op een bepaald moment, op een bepaalde plaats een bepaald delict hebt begaan. Er staat ook in waar en op welk tijdstip de zitting plaatsvindt.

 

Een rechtszaak, die soms maanden kan duren bestaat altijd uit zeven stappen:

  1. Opening. De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte. De verdachte krijgt te horen dat hij goed moet opletten en niet verplicht is te antwoorden op vragen.
  2. Tenlastelegging of aanklacht. De OVJ leest de aanklacht voor, die een toelichting is op dat wat er in de dagvaarding staat.
  3. Onderzoek. De rechter begint nu aan het eigenlijke onderzoek. Dit begint met de ondervraging van de verdachte door de rechter, de OVJ en zijn eigen advocaat. De verdachte staat niet onder ede en hoeft dus niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken. Daarnaast kunnen er eventuele getuigen worden opgeroepen en worden ondervraagd. Zij staan wel onder ede en moeten de waarheid spreken. Als ze liegen plegen ze meineed en riskeren ze een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar. Bij ernstige misdrijven hebben ook slachtoffers of nabestaanden spreekrecht. Verder kijkt de rechter of er geen fouten zijn gemaakt, zoals onrechtmatig verkregen bewijs doordat er zonder toestemming telefoongesprekken zijn afgeluisterd. De rechter kijkt ook naar de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Ook wordt gekeken of de verdachte al een strafblad heeft.
  4. Requisitoir. De OVJ houdt vervolgens zijn requisitoir. In dit verhaal probeert hij aan te tonen dat de verdachte schuldig is en vraagt hij de rechter om een bepaalde straf, de zogenaamde eis.
  5. Pleidooi. De advocaat houdt het pleidooi, waarin hij de verdachte verdedigt. Hij al proberen aan te tonen dat er onvoldoende bewijsmateriaal is of verzachtende omstandigheden aanvoeren.
  6. Laatste woord. De verdachte heeft altijd het laatste woord. Hij kan spijt betuigen, zijn excuses aanbied aan het slachtoffer, zijn onschuld benadrukken of aangeven hoeveel schade hij zal ondervinden van een eventuele straf.
  7. Vonnis. Nadat de rechter het onderzoek heeft afgesloten, doet hij tenslotte uitspraak. De kantonrechter, die overtredingen behandelt en de politierechter doen op de dag van de rechtszitting uitspraak. Bij de meervoudige kamer van de rechtbank of bij het gerechtshof, dat zaken in hoger beroep behandeld, gebeurt dit na twee weken.

 

Een rechter kan, nadat een verdachte schuldig is bevonden, straffen en/of strafrechtelijke maatregelen opleggen.

 

Straffen

Ons land kent vier soorten straffen:

  • Vrijheidsstraf. De rechter bestraft ongeveer 25% van de daders met een vrijheidsstraf. De maximumstraf voor overtredingen is een jaar, waarbij de vrijheidsstraf hechtenis wordt genoemd. De maximumstraf voor de zwaarste misdrijven is levenslange gevangenisstraf. De maximale tijdelijke straf is 30 jaar.
  • Taakstraf. De rechter bestraft daders steeds vaker met een taakstraf vanwege het opvoedende karakter ervan. Hij kan dit opleggen ter vervanging van maximaal zes maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De rechter kan hierbij kiezen uit een werkstraf of een leerstraf. Bij een werkstraf doet de dader nuttig werk voor de samenleving. Een leerstraf is bijvoorbeeld een verplichte alcoholcursus na dronken rijden.
  • Geldboete. De maximumboete voor overtredingen varieert  van 220 euro voor lichte overtredingen als baldadigheid en openbare dronkenschap, tot 440.000 euro voor zware misdrijven als oplichting of fraude. Als je een geldboete niet betaalt moet je voor elke 50 euro een dag vervangende hechtenis uitzitten.
  • Bijkomende straffen. Deze kunnen in combinatie met een van de bovenstaande straffen worden opgelegd. De belangrijkste zijn ontzegging van de rijbevoegdheid en ontzetting uit een bepaald beroep.

 

Strafrechtelijke maatregelen

Strafrechtelijke maatregel

Voorbeelden zijn:

  • Terbeschikkingstelling (tbs). Deze maatregel wordt vooral gebruikt wanneer iemand tijdens het plegen van het misdrijf niet of verminderd toerekeningsvatbaar is. Tbs wordt opgelegd i het belang van de samenleving en kan bij agressieve misdrijven onbeperkt duren.
  • Onttrekking aan het verkeer van in beslag genomen goederen, zoals wapens en drugs. (spullen krijg je niet meer terug)
  • Ontneming wederechtelijk(= in strijd met de wet) voordeel. Waarbij de veroordeelde de winst kwijt is die hij met misdrijven heeft gemaakt.
  • Schadevergoeding aan het slachtoffer. Hierbij moet je de kosten terugbetalen aan het slachtoffer.

 

 

Strafrecht voor minderjarigen

Kinderen onder de twaalf jaar zij strafrechtelijk niet aansprakelijk voor hun daden, maar kunnen wel door de politie aangehouden, gefouilleerd en verhoord worden. à bureau jeugdzorg wordt ingeschakeld. Voor jongeren tussen de twaalf en achttien jaar is er het jeugd strafrecht. In de jeugdgevangenis wordt gewerkt aan resocialisatieà heropvoeding, waarbij de gedetineerde nieuwe normen en waarden aanleert.

 

Wie wordt crimineel?

Verschillende theorieën:

  • Lombroso-theorie: wordt je als misdadiger geboren of wordt je tot misdadigers gemaakt? De Italiaanse gevangenisarts Cesare Lombroso deed in de negentiende eeuw schedelonderzoek bij gevangene en concludeerde dat crimineel gedrag erfelijk bepaald is. Hij ging uit van geboren criminelen die je kon herkennen aan uiterlijke kenmerken zoals een asymmetrisch gezicht, hoge jukbeenderen en doorlopende wenkbrauwen. Omdat criminelen in zijn ogen geen schuld hadden aan hun misdaden, pleitte Lombroso tegen lijfstraffen en voor menselijke behandeling van misdadigers. Hij wordt beschouwd als een pionier binnen de criminologie, maar zijn theorie is inmiddels achterhaald.
  • Rationele-keuzetheorie: volgens deze oorspronkelijke economische theorie van Adam Smith kiest ieder individu steeds voor zichzelf de meest gunstige optie. Daarbij weegt hij als rationeel denkend wezen voor- en nadelen tegen elkaar af. Volgens Marcus Felson geldt deze theorie ook voor criminelen: bij een kleine pakkans wordt de neiging om te stelen bij sommigen groter. Dus: de gelegenheid maakt de dief.
  • Sociobiologie: bioloog Edward Wilson probeerde in zijn sociobiologische theorieën aan te tonen dat het menselijk gedrag minstens net zo sterk wordt bepaald door genetische, dus erfelijke factoren als door opvoeding en cultuur. Door de ontdekking van het DNA is de sociobiologie nu als wetenschap geaccepteerd. Biosociale wetenschappers benadrukken de wisselwerking tussen sociale en biologische factoren en kijken bijvoorbeeld naar neurologische en hormonale processen. Zo hebben veel agressieve criminelen een verhoogde testosteronspiegel. En kinderen met sterk asociaal gedag hebben vaker een lage hartslag. Ze hebben daardoor mogelijk minder last van angst en zijn minder bang voor straf.  Neurobioloog Dick Swaab gaat nog een stap verder en vindt dat al ons gedrag wordt bepaald door de structuur en de werking van onze hersenen, die vastliggen door onze genetische achtergrond.
  • Bindingstheorie: volgens de criminoloog Travis Hirschi is iedere mens voor een deel tot het slechte geneigd, in iedereen schuilt een misdadiger. De meesten van ons gedragen zich netjes omdat wij bindingen hebben die we niet zomaar op het spel zetten: onze banden met de familie en vrienden, collega’s. Deze bindingen vormen als het ware een rem op de criminele neiging die we allemaal hebben. Mensen die weinig of geen bindingen hebben, zullen daarom eerder toegeven aan hun onmaatschappelijke en criminele neigingen. Hirschi benadrukt het belang van sociale controle om maatschappelijke bindingen te versterken en criminaliteit te bestrijden.
  • Psychoanalyse: volgens Sigmund Freud, de grondlegger van psychoanalyse, is er een verband tussen crimineel gedrag en een storing in een psyche. Freud gaat ervan uit dat elke psyche is opgebouwd uit drie delen: het ID, ego en superego.  Het id is het onderbewust en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit. Het ego is het bewuste deel dat de overhand krijgt als we volwassen worden. Het superego is het geweten, de innerlijke beoordelaar, waardoor we gevoelens van schuld en schaamte hebben. Wanneer de balans tussen deze drie delen verstoord raakt, kan dit volgens Freud leiden tot afwijkend of crimineel gedrag. Omdat hij zich niet kan verplaatsen in de positie van het slechtoffer is er geen rem op zijn agressiviteit. Er is dan geen sprake van geïnternaliseerd gedrag.
  • Aangeleerd-gedrag-theorie: de Amerikaanse socioloog Edwin Sutherland deed in de jaren dertig van de vorige eeuw onderzoek in achterstandswijken van Chicago. Hij concludeerde dat crimineel gedrag aangeleerd is, wanneer jongeren intensief contact hebben met andere die al crimineel zijn, is de kans groot dat zij ook crimineel worden. Het gezin, de buurt en de vriendengroep zijn hierbij bepalend. De aangeleerd-gedrag-theorie verklaart hoe crimineel gedrag van de ene op de andere persoon wordt doorgegeven. Volgens Sutherland verschillen criminelen niet wezenlijk van andere mensen. Ze hebben geen afwijkende persoonlijkheidskenmerken en ze hebben dezelfde doelen in het leven als alle andere mensen . criminelen hebben alleen het verkeerde gedrag aangeleerd om die doelen te bereiken.
  • Anomietheorie: de socioloog Robert Merton zegt dat mensen eerder crimineel gedrag vertonen als ze er niet in slagen hun levensdoelen te bereiken. Iedereen in de westerse samenleving wil, volgens Merton, zo hoog mogelijk op de maatschappelijke ladder komen. Maar sommige mensen zien dat hun kansen in de samenleving worden beperkt door hun afkomst of omdat zij geen diploma hebben behaald, een deel van hen zal zijn doel bijstellen: dan maar geen mooi koophuis of een dure auto. Anderen gaan illegale of strafbare middelen als inbraak, fraude en drugshandel gebruiken om toch de gewenste welvaart te krijgen. Merton noemt dit anomie, dat wil zeggen niet volgens de gangbare, wettelijke regels.

 

 

§5

 

naar de rechter

 de meeste zaken gaan ver privaatrecht of burgerlijk recht, waarbij burgers een geschillà conflict, met een andere partij voorleggen aan een onafhankelijke rechter.

 

Bij het burgerlijk recht staan burgers tegenover elkaar. In het burgerlijk recht gaat het altijd om een conflict waarbij een eiser tegenover een gedaagde staat. De eiser is degene die de zaak aan de rechter voorlegt. De gedaagde is de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd.

 

Verloop burgerlijke rechtszaak.

Stel, je woont zelfstandig, je bent meerderjarig en je buren draaien elke nacht keiharde muziek. Overleg helpt niet, dus besluit je naar de rechter te gaan. Zo’n burgerlijke zaak het meestal het volgende verloop:

  • In deze zaak ben jij de eiser en je luidruchtige buren zijn de gedaagde. De zaak begint wanneer jij de gedaagde een dagvaarding laat sturen. Dit is een schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen. Een dagvaarding bevat altijd:  de naam van de eiser, de eis, de motivatie van de eis, het tijdstip en de plaats van de rechtszaak.
  • In zaken bij kantoorrechter hoeven jij en de tegenpartij zich niet te laten vertegenwoordigen door een advocaat. Je mag zelf het woord voeren of iemand anders dat laten doen. Bij grote of ingewikkelde zaken bij de rechtbank moet je je wel vertegenwoordigen door een zogenaamde procureur. Dit is iemand die alle regels kent, waardoor geen onnodige oponthoud ontstaat. Anders dan bij het strafrecht hoeven je buren als gedaagde niet persoonlijk bij een rechtszaak aanwezig te zijn. Zij mogen hun reactie ook schriftelijk opsturen. Ook in dat geval is de gedaagde verschenen. De rechter beoordeelt jouw eis en het verweer van de gedaagde. Vaak zal de rechter beide partijen meedelen dat ze eerst onderling nog eens een oplossing moeten zoeken.
  • Als je geen overeenstemming met je buren kunt bereiken, moet de rechter een vonnis uitspreken en dus uiteindelijke beslissing nemen.

 

Uitspraak

Na de behandeling van de zaak doet de rechter uitspraak. Als de rechter beslist dat de verliezende partij een schadevergoeding moet betalen, kan hij onmiddellijk loonbeslag laten leggen. Een deurwaarder legt dan beslag op het loon van de verliezende partij. Daarnaast kan er beslag worden gelegd op goederen, zoals een auto, als de verliezende partij niet wil betalen. De goederen worden dan verkocht en de opbrengst gaat naar winnende partij.

 

Schadevergoeding

 We onderscheiden twee soorten schadevergoeding.

  1. Vergoeding van vermogensschade. Dit is een vergoeding voor gemaakte kosten, geleden verlies en misgelopen winst. In de praktijk betaal je dit zelf niet, maar de WA-zekering betaalt dit wel. (wettelijke aansprakelijkheid)
  2. Vergoeding van immateriële schade. De wet noemt dit ander nadeel dan vermogensschade. Een rechter kan ook immateriële schadevergoeding toewijzen wanneer iemand een roddelblad voor de rechter sleept vanwege leugens.

 

Hoger beroep: de zaak wordt voorgelegd aan het gerechtshof.

Kort geding: versnelde en vereenvoudigen procedure voor spoedeisende zaken.

§6

macht van het staatshoofd

in Nederland heeft de Koning heel weinig politiek macht. De Amerikaanse president heeft juist een sterke machtspositie. Hij kan niet, zoals het kabinet bij ons, via een motie van wantrouwen door het parlement worden weggestuurd. Bovendien beschikt de president over het vetorecht en het opperbevel over het leger.

 

Maar het presidentieel veto kan iedere Amerikaanse president wetten tegenhouden die al zijn aangenomen door het Congres.

Als opperbevelhebber over het legen kan de president zelfstandig besluit nemen. In Nederland is de inzet van militairen alleen mogelijk als het parlement akkoord gaat.

 

De Chinese president wordt officieel benoemd door het parlement, het Nationaal Volkscongres. De sterke machtspositie van de president blijkt uit het communistische schrikbewind, waarbij vele miljoenen tegenstanders werden vermoord.

 

De onafhankelijkheid van rechters

De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht is een belangrijk uitgangspunt van de rechtsstaat. In Amerika worden lagere rechters gekozen door het volk. Hogere rechters worden door de president voor het leven benoemd, onder wie de negen rechters van het Hooggerechtshof. Dit hof toetst alle wetgeving en uitspraken van lagere rechters aan de Amerikaanse grondwet een heeft daarmee een beslissende stem in allerlei burgerrechtenkwesties.

Naast rechters kennen de VS juryrechtspraak: iedereen vanaf 18 jaar die geen strafblad heeft, kan voor een jury gevraagd worden. Deze doet allen uitsprak over de schuldvraag. De hoogte van de straf wordt bepaald door de rechters.

 

In China zijn alle rechters lid van de Chinese Communistische Partij (CCP). In normale rechtszaken kunnen zij hun werk redelijk onafhankelijk doen. Bij rechtszaken tegen politieke dissidenten is daar geen sprake van. Opvallen is dat er in China sinds enkele jaren juryrechtbanken zijn ingevoerd, die specifiek bedoeld zijn om de grote stroom corruptiezaken tegen rechtbankfunctionarissen te behandelen.

 

De rechten van verdachten

in de VS hebben de verdachten minder rechten dan in NL. Zo is uitlokking toegestaan als methode voor het opsporen van crimineel gedrag. Een DEA-agent (drugsagent) mag een gesprek met iemand aanknopen om te kijken of diegene drugs wil kopen. Als je dan toehapt, wordt je ter plekke gearresteerd.

 

In NL is de politie gebonden aan meer regels bij het opsporen van verdachten en is uitlokking niet toegestaan.

 

Om een terroristische aanslag te voorkomen geeft de Patriot Act de Central Intelligence Agency (CIA) ruime bevoegdheden om burgers is de gate te houden, zoals het afluisteren van telefoongesprekken. Ook mag de overheid terreurverdachten onder vorm van proces lange tijd vasthouden.

 

Ook in NL werden de bevoegdheden voor de politie uitgebreid na de terroristische aanslagen in NY, Madrid en Londen.

 

In China hebben verdachten formeel recht op een advocaat en op een eerlijk proces. In praktijk vinden er in gevangenissen martelingen plaats en worden verdachten soms maandenlang vastgezet zonder vorm van proces.

 

Klassenjustitie

We spreken van klassenjustitie als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevooroordeeld boven mensen uit lagere sociale klasse.

 

In de VS heeft dit de vorm van rassenjustitie, waardoor arme, zwarte Amerikanen veel vaker in de gevangenis terecht komen dan blanken.

 

In NL is klassenjustitie minder sterk aanwezig. Wel krijgen bij hetzelfde delict mensen met een baan minder vaak gevangenisstraf dan mensen die werkeloos zijn. Daarnaast wordt witteboordencriminaliteit naar verhouding minder streng bestraft.

 

In China is klassenjustitie sterk aanwezig.

 

 

Straf

Net als in sommige delen van de VS en kent China de doodstraf. In China kun je deze straf krijgen voor meer dan vijftig misdrijven. In de VS is er alleen sprake van voor moord of doodslag. Naast de doodstraf heeft het Amerikaanse strafrecht nog enkele andere opvallende kenmerken:

  1. 90% van de zaken afgehandeld door de zogenaamde plea bargaining, waarbij de advocaat en de aanklager een deal sluiten op voorwaarde dat de verdachte bekent.
  2. De zogenaamde Three Strikes and You’re Out Law. Deze strafwet betekent dat je heel zwaar gestraft wordt als je voor de derde keer in de fout gaat.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.