Rechtsstaat

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 4513 woorden
  • 30 november 2009
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Onderzoek: condoomgebruik 🍆

Uit onderzoek blijkt dat het condoomgebruik onder Europese jongeren flink daalt. Wij zijn nieuwsgierig naar wat hierachter zit. Doe mee aan ons korte, anonieme onderzoek hierover. De resultaten gebruiken we mogelijk voor een artikel op Studenten.com.

Naar de vragenlijst
Maatschappelijke normen: ongeschreven regels (soms opgeschreven) die voort komen uit geloof, tradities en gewoonten

Rechtsnormen zijn gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd.
- ontstaan van doelmatigheid en ordening: zorgen dat maatschappelijk leven geordend kan verlopen (bijv. aan een kant van de straat fietsen)
- komen voort uit normen en waarden: bijstandsuitkering (vinden dat iedereen recht heeft op inkomen)


Het is belangrijk dat rechtsnormen zo veel mogelijk overeenstemmen met de opvattingen die burgers hebben over goed en kwaad.
Toch kunnen sommige dingen ingaan tegen het gevoel van rechtvaardigheid van mensen.
- hogere boeten bij het niet bij hebben van je ID
- het uitzetten van alle uitgeprocedeerde asielzoekers
- sommige mensen vinden straffen te laag.

Onderscheid tussen publiekrecht en privaatrecht

Publiekrecht: regelt de inrichting van de staat de relatie tussen burgers en de overheid.
Dit rechtsgebied kan worden onderverdeeld in:
- staatsrecht: regels voor de inrichting van de Nederlandse staat. (bevoegdheden minister, rechten tweede kamerlid en hoe je als politieke partij mee kunt doen aan de verkiezingen)
- bestuursrecht: de verhoudingen tussen burgers en de overheid. (vergunningen aanvragen)

De ruimtelijke ordening van het belastingsrecht, allerlei bepalingen die je beschermen tegen de overheid. (overheid wil nieuwe weg, moet mogelijkheid geven aan iedereen om bezwaar te maken)
- strafrecht: alle wettelijke strafbepalingen

Privaatrecht: regelt de betrekkingen tussen burgers onderling
- personen en familierecht: regelt zaken als het sluiten van een huwelijk, echtscheiding, geboorte, overlijden en adopteren van kinderen
- ondernemingsrecht: regelt voorwaarden waaronder je een stichting, vereniging of een bv kan oprichten. Dit soort organisaties zijn rechtspersonen. Stichting en vereniging mogen niet als doel hebben winst maken, bv mag dat wel.
- vermogensrecht: regelt alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken. (hiermee krijg je te maken bij het sluiten van een koopovereenkomst, een huurovereenkomst of een arbeidsovereenkomst)

Ontstaan van de rechtstaat
1789: franse revolutie maakte met veel geweld een einde aan de absolute monarchie (koning alle macht)

- om machtsmisbruik door de overheid in de toekomst te voorkomen, werden de belangrijkst rechten en plichten opgeschreven in een Frans grondwet
1798: de eerst grondwet in Nederland (Nederland was bezet door de Fransen)
1848: door de staatsman Thorbecke werd de grondwet zodanig gewijzigd, dat de macht van koning Willem II grondwettelijk aan banden werd gelegd.
- geleidelijk aan werd Nederland een democratie
1917: alle mannen krijgen kiesrecht
1919: alle vrouwen krijgen kiesrecht
1983: ook sociale grondrechten worden in de grondwet opgenomen, plicht van de overheid om actief te streven naar goede gezondheidszorg en een inkomen voor iedereen
- vanaf dat moment kun je Nederland een sociale rechtsstaat noemen.

Uitgangspunten grondwet:
- bescherming tegen de macht van de overheid
- de wens van burgers om gelijk te worden behandeld en in vrijheid te kunnen leven
Uitgewerkt in de volgende grondbeginselen

- er is sprake ven een machtenscheiding
- de rechters zijn neutraal en onafhankelijk
- grondrechten zijn wettelijk vastgelegd
- de wet bepaalt wanneer je strafbaar bent
Machtsscheiding (trias politica) ( bedacht door Fransman Montesque (1689-1755)
De macht van de overheid moest verdeeld worden in drie delen
- wetgevende macht
- uitvoerende macht
- rechtsprekende macht
Doel: niet 1 persoon of 1 instantie heeft alle politieke macht. Dit moest absolutisme en dictatuur onmogelijk maken.
Nederland:
Wetgevende macht:
Stelt wetten van waar de burgers en de overheid zich aan moeten houden (leerplichtwet)
In Nederland een taak van de regering en het parlement, ministers komen met wetsvoorstellen, het parlement geeft het eindoordeel door een wet goed of af te keuren.

Uitvoerend macht:
Zorgt ervoor dat eenmaal goedgekeurde wetten ook precies worden uitgevoerd.
Regering is hiervoor verantwoordelijk. Ministers geven dagelijks richtlijnen aan hun ambtenaren of aan instanties. Arbeidsinspectie controleert of werkplekken voldoende veilig zijn
Rechterlijke macht:
Beoordeelt of mensen, maar ook rechtspersonen of de overheid wetten hebben overtreden en doet uitspraak over conflicten.
Macht exclusief in handen van onafhankelijke rechters.
Het belangrijkste van de trias politica is dat de machten elkaar controleren en scherp houden.
Met Engelse termen wordt zo’n evenwicht een stelsel van checks en balances genoemd

Onafhankelijke rechters
Het feit dat rechters neutraal en onafhankelijk zijn, biedt ons een aantal garanties
- het biedt de mogelijkheid om je recht te halen als je je benadeeld voelt door andere burgers
- het biedt bescherming tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.

- het zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen, omdat misdadigers in een eerlijk proces hun verdiende straf krijgen.

Grondrechten
Vrijheidsrechten: zoals vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting en het recht op onaantastbaarheid van het lichaam
Gelijkheidswet: zoals discriminatieverbod
Politieke rechten: zoals het kiesrecht en het recht van vrije, geheime verkiezingen
Sociale grondrechten: recht op werk en recht op woongelegenheid
De eerst drie soorten worden de klassieke grondrechten genoemd, die de overheid ook echt moet garanderen. Ze leggen overheid beperkingen op, en wanneer de overheid ze schendt, kun je naar de rechter stappen.
Bij sociale grondrechten geldt er een zorgplicht voor de overheid. De overheid moet bijvoorbeeld haar best oden om zo veel mogelijk banen te creëren, maar je kunt niet naar de rechter stappen en een baan eisen.

Strafbaarheid
Legalisatiebeginsel: iets is alleen strafbaar als het in de wet staat. Daardoor kon jarenlang niemand worden veroordeeld voor het hacken van computers, simpelweg omdat het nog niet in de wet opgenomen was.

Strafmaat: in de wet staat bij ieder strafbaar feit de maximale straf. De officier van justitie en de rechter mogen niet meer straf eisen of opleggen dan in de wet staat vermeld
Ne bis in idem-regel: na uitspraak van een rechter kun je niet voor een tweede keer worden vervolgd. Als je bent vrijgesproken van een moord en jaren later is er nieuw DNA-bewiijs, dan hoef je toch niet opnieuw voor de rechter te komen.
Was dit er niet dan zou gaan gelden: eens een verdachte, altijd een verdachte.

Het is normaal dat rechtsregels veranderen omdat de samenleving voortduren in beweging is.
Voor grondrechten geldt dit niet. Die vormen het fundament van de rechtsstaat en kunnen allen met een twee derde meerderheid in het parlement worden gewijzigd.
EVRM: europees verdrag voor de rechten van de mens (en fundamentele vrijheid heeft Nederland ook ondertekent)
Dit verdrag is bindend en verbiedt de aangesloten landen onder andere om de doodstraf in te voeren.
De rechtstaat staat de laatste jaren ter discussie vanwege een aantal redenen
- er is regelmatig een roep om zwaardere straffen
Afgelopen 50 jaar hoger straffen uitgedeeld

Inmiddels is de tijdelijke maximale straf voor bijv. moord verhoogd tot 30 jaar
- de georganiseerde misdaad vraagt om een beter aanpak
Wet BOB (2000): de wet bijzondere opsporingsbevoegdheden
Geeft de politie onder voorwaarden de bevoegdheid tot inkijkoperaties, infiltreren in misdaadorganisaties (mogen cocaïne of wapens smokkelen)
Het gevaar is dat er misbruik van gemaakt kan worden.
- we hebben te maken meet een wereldwijde terreurdreiging
Wet terroristische misdrijven (2005)
Bij een terreurverdachte hoeft niet langer sprake te zijn ven een redelijk vermoeden van schuld aan bepaalde handelingen. Aanwijzingen kunnen voldoende zijn om een opsporings onderzoek te beginnen.
Deze nieuwe ruimere definitie van een verdachte staat op gespannen voet met het grondwettelijk recht op privacy
Ook mag de AIVD anonieme getuigenverklaringen aandragen in de rechtszaak.

- grondrechten kunnen botsen en staan soms ter discussie
Met name 3 grondrechten:
- vrijheid van meningsuiting
- vrijheid van godsdienstuitoefening
- het verbod op discriminatie

Rechtsbescherming: verdachten hebben net als burgers rechten. Burgers worden door de grondwet beschermd tegen andere burgers, maar ook tegen machtmisbruik van de overheid
Geweldsmonopolie van de staat: de overheid mag als enige geweld gebruiken.
Verschil tussen rechtsstaat en een totalitaire samenleving: in een totalitaire samenleving worden regels van het moderne strafrecht geschonden, in een rechtstaat moet de overheid zich aan de regels houden


Misdrijven: als de meer ernstige strafbare feiten
(diefstal, mishandeling en moord, maar ook rijden onder invloed)
Overtredingen als de minder ernstige
(rijden door rood licht en te snel rijden)
De meeste overtredingen en misdrijven staan in het wetboek van strafrecht. Daarnaast zijn er aparte wetten zoals de Wegenverkeerswet en de Opiumwet
Belangrijke verschillen tussen overtredingen en misdrijven zijn
- de mogelijke straffen zijn hoger bij misdrijven
- overtredingen en misdrijven staan geregistreerd bij justitie. Vooral bij misdrijven kan dit nadelig werken bij sollicitaties.
Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan omschreven.

Wetboek van strafrecht: hierin staan de regels waaraan de politie en officier van justitie zich moeten houden, en wat hun bevoegdheden zijn.

Procedure in vogelvlucht
1) politie verzamelt informatie over het strafbaar feit.

Verhoort de verdachte en eventuele getuigen en kijkt precies wat er is gebeurd.
Dit wordt opgeschreven in een proces-verbaal
2) politie geeft proces-verbaal aan de officier van justitie.
Deze gaat de zaak verder onderzoeken in het opsporingsonderzoek
Hij verhoort de verdachte en eventuele getuigen
3) als de officier van justitie voldoende bewijzen heeft, stuurt hij het dossier naar de rechter.
Deze moet tijdens de rechtszaak vaststellen of de verdachte inderdaad schuldig is.
Als de rechter de schuld bewezen acht, kan hij de verdachte een straf opleggen.

Verdachte: redelijke vermoeden voor schuld
Dwangmiddelen: gebruikmaken van bepaalde bevoegdheden.
In sommige gevallen is vooraf toestemming nodig van een rechter-commissaris, een speciale rechter.

Dit gebeurt als bevoegdheden de grondrechten van mensen kunnen aantasten.
Zonder toestemming:
- staande houden. (iemand lagen stilstaan om hem te vragen naar zijn personalia)
Vanaf 14 jaar moet je je kunnen legitimeren, maar de politie mag er alleen naar vragen als daar een concrete reden voor is  verkeerscontrole, zwartrijden in de trein. Je bent wel verplicht je ID bij je te hebben.
- arresteren. (verzet hiertegen is niet toegestaan, je moet nu mee naar het politiebureau en wordt voorgeleid aan de (hulp)officier van justitie)
- fouilleren (aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht)
- vasthouden (in het belang van het onderzoek mag de politie de verdachte 6 uur op het bureau vasthouden. Voor verlenging is hiervoor toestemming nodig.
- in beslag nemen (bewijsmateriaal, zoals gestolen cd’s of een opgevoerde brommer, de officier van justitie of de rechter beslist later of iemand zijn spullen na een rechtszaak terugkrijgt)
Met toestemming:

- Machtiging tot binnentreding (een formulier waarin de rechter-commissaris toestemming geeft om een verdachte in een woning aan te houden
Zonder deze machtiging mag de politie geen woning binnengaan om iemand te arresteren
Huiszoekingsbevel (de politie mag in een woning zoeken naar bewijzen)
- speciale persoonsgegevens: (bankrekeningnummers, gebruikte telefoonnummers en internetgedrag. Ook het gebruik van telefoontaps en richtmicrofoons
de politie moet met de officier van justitie overleggen over het opvragen van speciale persoonsgegevens.
- preventief fouilleren (fouilleren zonder dat er sprake is van verdenking, ook kan je tas of auto worden geïnspecteerd)
In de burgemeester aangewezen gebieden, meestal in risicogebieden bij uitgaansgelegenheden, sportstadions, metrostations en luchthavens
- voorarrest een hulpofficier van justitie kan toestemming geven voor nog eens drie dagen na vastzitten van 6 uur. In totaal kan een verdachte 110 dagen in voorarrest zitten
- infiltratie (in misdaadorganisaties en terroristische groeperingen)

De rechter commissaris moet toestemming geven. Ook mag de infiltrant niet aanzetten tot strafbare feiten. Uitlokken mag dus niet.

Officier van justitie± openbare aanklager, omdat hij namens de samenleving bewijzen zoekt tegen een verdachte en een straf tegen hen kan eisen.
Openbaar Ministerie (OM): alle officieren van justitie bij elkaar.
Als de officier en de politie klaar zijn met het opsporingsonderzoek, heeft de officier drie mogelijkheden: seponeren, schikken of vervolgen

Seponeren:
Afzien van verdere rechtsvervolging.
Als er onvoldoende bewijs is gevonden, als het om een klein vergrijp gaat of als de verdachte al genoeg is gestraft.
Transactie
Voortijdige afdoening of een schikking
De officier kan een transactie aanbieden bij overtredingen en lichte misdrijven, zoals vernieling en winkeldiefstal. Deze heeft meestal de vorm van een geldboete, maar sinds 2006 mag de officier ook taakstraffen tot maximaal 180 uur voorstellen.
Een verdachte hoeft dan niet voor de rechter te verschijnen. Wijst een verdachte het schikkingsvoorstel af, dan komt zijn zaak alsnog voor de rechter.

Vervolgen
De officier van justitie kan ten slotte besluiten het dossier naar de rechtbank te sturen en een rechtszaak te beginnen

Als de officier van justitie besluit tot strafvervolging brengt hij de strafzaak bij een rechtbank door middel van een tenlastelegging, waarin precies de aanklacht tegen de verdachte staat geformuleerd.
Politierechter: kleine misdrijven zoals winkeldiefstallen, maar ook bedreigingen. Deze spreekt recht in zijn eentje.
Meervoudige kamer: ernstige misdrijven. Bestaande uit 3 rechters.

Een strafzaak is altijd openbaar. Alleen in speciale gevallen, bijv. als de verdachte minderjarig is of als in de zaak staatsgeheimen worden onthult.

Dagvaarding: voor het begin van elke terechtzitting krijgt de verdachte een oproep. Hierin staat dat je ervan verdacht wordt dat je op een bepaald moment, op een bepaalde plaats een bepaald delict hebt begaan. Er staat ook in waar en op welk tijdstip de zitting plaatsvindt. Deze dagvaarding wordt verstuurd door de officier van justitie, ook wel de openbare aanklager genoemd.
Pro-Deoadvocaat: iemand die geen advocaat kan betalen krijgt deze toegewezen. In dat geval wordt slechts een kleine bijdrage gevraagd.


Rechtszaak
1) opening
Rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte. De verdachte krijgt te horen dat hij goed moet opletten en niet verplicht is te antwoorden op vragen
2) tenlastelegging of aanklacht
De officier leest de aanklacht voor, die een toelichting is op hetgeen er in de dagvaarding staat.
3) onderzoek
De rechter begint nu aan het eigenlijke onderzoek. Begint met ondervraging van de verdachte door de rechter, de officier en zijn eigen advocaat. De verdachte staat niet onder ede en hoeft dus niet de waarheid te spreken. Hij hoeft namelijk niet aan zijn eigen veroordeling mee te werken.
Daarnaast kunnen eventuele getuigen of deskundigen door alle partijen worden opgeroepen en worden ondervraagd.
Zij staan onder ede en moeten de waarheid spreken.

Als ze liegen plegen ze meineed en riskeren ze een gevangenisstraf van max. 6 jaar.
De rechter kijk hier ook naar persoonlijke omstandigheden van de verdachte.
(drugsverslaafde, afkicken. Aan nuttige dagbesteding wordt in de praktijk veel waarde gehecht.)
Wordt gekeken of verdachte strafblad heeft
4) requisitoir
De officier probeert in dit verhaal aan te tonen dat de verdachte schuldig is en vraagt hij de rechter om een bepaald straf, de zogenaamde eis.
5) pleidooi
Advocaat houdt het pleidooi, waarin de verdachte wordt verdedigd.
Hij zal proberen aan te tonen dat er onvoldoende bewijsmateriaal is, of verzachtende omstandigheden aanvoeren. Hij vraagt daarom meestal strafvermindering of vrijspraak.
Eventueel kan de officier van justitie hierop antwoorden, waarna de advocaat daar nog op mag reageren.

6) laatste woord
De verdachte heeft altijd het laatste woord. Hij kan spijt betuigen, zijn onschuld benadrukken of aangeven hoeveel schade hij zal ondervinden van eventuele straf.
7) vonnis
Nadat de rechter het onderzoek heeft afgesloten, doet hij ten slotte uitspraak.
De kantonrechter en de politierechter doen meteen na de rechtszitting of dezelfde dag uitspraak.
Bij de meervoudige kamer van de rechtbank of bij het gerechtshof gebeurt dit na twee weken.

Straffen
- vrijheidsstraf
Ong. 20%.
Maximumstraf voor overtredingen is 1 jaar, waarbij de vrijheidsstraf hechtenis wordt genoemd.
De maximumstraf voor de zwaarste misdrijven is levenslange gevangenisstraf.
De maximale tijdelijke straf is dertig jaar.
- taakstraf

De rechter doet dit steeds vaker vanwege het opvoedende karakter.
Dit kan ter vervanging van maximaal 6 maanden onvoorwaardelijke gevangenisstaf. De rechter kan hierbij kiezen uit een werkstraf of een leerstraf.
- geldboete
De maximum geldboete voor overtredingen varieert van 220 euro voor lichte overtredingen als baldadigheid en openbaar dronkenschap tot 440.000 euro voor zware misdrijven als oplichting of fraude. Als je een geldboete niet betaald, moet je voor elke 50 euro een dag vervangende hechtenis uitzitten

- bijkomende straffen
Deze kunnen in combinatie met een van bovenstaande straffen worden opgelegd.
Ontzegging van de rijbevoegdheid en ontzetting uit een bepaald beroep of ambt.

Voorwaardelijke straf: de dader krijgt die straf niet. Onder voorwaarde dat hij binnen een bepaalde proeftijd niet een soortgelijk strafbaar feit begaat. Doet hij dat toch, dan moet hij de voorwaardelijke straf uitzitten, plus de nieuwe straf.

De rechter kan behalve een straf ook een zogenaamde strafrechtelijke maatregel opleggen.

Voorbeelden zijn:
- terbeschikkingstelling (tbs)
Wordt vooral gebruikt wanneer iemand ten tijde van het misdrijf niet of verminderd toerekeningsvatbaar is.
Het gaat dikwijls om daders die psychisch in de war zijn. De dader wordt opgenomen in een tbs-kliniek, waar hij psychiatrisch wordt behandeld tot hij is genezen.
Tbs wordt opgelegd in het belang van de samenleving en kan bij agressieve misdrijven onbeperkt duren. Het wordt namelijk opgelegd voor 2 jaar maar kan telkens met 2 jaar verlengd worden door de rechter. Tbs’ers hoeven overigens niet mee te werken aan hun behandeling, maar zullen in dat geval zeker niet vrijkomen.
- onttrekking aan het verkeer
Van in beslag genomen goederen zoals wapens en drugs
- onderneming wederrechtelijk (= in de strijd met de wet) voordeel
Dit is de ‘Pluk ze’-maatregel, bedoeld om de veroordeelde zijn winst af te nemen die hij met misdrijven heeft gemaakt
- schadevergoeding aan het slachtoffer
Bijv. vergoeding voor een kapotte ruit, doktersrekening, smartengeld enz.

Hoger beroep: (zowel de verdachte als de officier van justitie)

Alle misdrijven gaan in hoger beroep naar het gerechtshof
Alle overtredingen worden in eerste instantie door de kantonrechter behandeld en komen in hoger beroep terecht bij de meervoudige kamer van de rechtbank.
De strafzaak wordt nog eens helemaal overgedaan.
Daarna kun je in cassatie gaan bij de hoge raad, die uitsluitend nagaat of het recht juist is toegepast.

Jeugdstrafrecht: voor kinderen van 12 tot 18 jaar
Haltbureau: lichte misdrijven zoals kleine diefstallen en vernielingen. Je krijgt dan een taakstraf.
Kinderrechter: bij zwaardere misdrijven. Deze kan jeugddetentie opleggen die in een jeugdgevangenis wordt doorgebracht.
Daar wordt gewerkt aan achterliggende problemen, zoals het leren omgaan met geld en het leren bedwingen van agressie.
Behandelcentrum: bij ernstige persoonlijke stoornissen


Gevoelens van onveiligheid hebben vooral te maken met de angst voor geweld

Cijfers:
- aantal geweldsmisdrijven zoals mishandeling steeg in 8 jaar tijd van 65.000 naar 112.000
- er vinden nu jaarlijks meer dan 13.000 straatroven plaats. Dat is bijna 2x zoveel als 15 jaar geleden.
- er werden elke dag ruim 2.000 fietsen gestolen
- in de laatste vijf jaar heeft bijna de helft van de winkeliers te maken gehad met berovingen, bedreigingen of overvallen.

Niet alle criminaliteit stijgt:
Het aantal inbraken is teruggelopen van ruim 300.000 in 1990 naar minder dan 100.000.
Dit komt onder meer doordat huizen steeds beter worden beveiligd.
En ook het aantal slachtoffer van moord en doodslag (ca. 200 doden per jaar) ligt lager dan veel mensen denken.

Bij een groot deel hiervan gaat het om familiedrama’s en om afrekeningen in het criminele circuit. De kans op een dodelijk verkeersongeluk is nog steeds veel groter.

Bij deze cijfers moet je bedenken dat de cijfers niet alles zeggen over de werkelijke aantallen. Vaak doen we bij vernieling en zakkenrollerij geen aangifte.
Of mensen durven simpelweg niet, zoals bij incest en huiselijk geweld tegen vrouwen.
Daarnaast worden sommige delicten vaak niet ontdekt, zoals dronken ruiden, milieumisdrijven, belastingontduiking en zakkenrollerij.

Maatschappelijke oorzaken voor geweld
- alcohol en drugsgebruik. Ongeveer een derde deel van alle misdrijven wordt gepleegd onder invloed van alcohol.
- pakkans. De gemiddelde pakkans als je een strafbaar feit pleegt is ongeveer 16% dus vrij laag.
- minder sociale controle. Vooral in steden leven mensen meer langs elkaar heen en letten minder op elkaar
- maatschappelijke achterstand. Mensen zonder afgemaakte schoolopleiding en zonder baan vervallen eerder tot crimineel gedrag

- betere beveiliging. De strenge beveiliging van banken, tankstations en geldauto’s heeft geleid tot meer overvallen op gewone winkels en mensen op straat.

Persoonlijke factoren voor geweld
Waarom wordt de een crimineel en de ander niet. Daarvoor zijn verschillende theorieën ontwikkeld. Een theorie is een verklaring voor bepaalde gebeurtenissen.

Biologische theorieën
Gevangenisarts Lombroso (1835 – 1909)
Concludeerde dat je criminelen kon herkennen aan bepaalde kenmerken, zoals een laag voorhoofd en doorlopende wenkbrauwen.
Sociobiologie: het sociaal gedrag van mensen proberen te verklaren uit biologische factoren.
Daarbij ligt de nadruk op neurologische en hormonale processen.
Kinderen met een sterk asociaal gedrag hebben bijv. een lagere hardslag.
Dit kan betekenen dat ze minder last hebben van angst en minder ban zijn voor straf.

Zo iemand zoekt steeds sterkere prikkels op en is minder gevoelig voor pijnlijke ervaringen.
Bindingstheorie
Criminoloog Hirschi (1969 causes of Delinquency)
Volgens hem is ieder mens voor een deel tot het slechte geneigd, in iedereen schuilt een ‘misdadiger’.
De meesten van ons gedragen zich echter netjes, omdat zij bindingen hebben die ze niet zomaar op het spel zetten (familie, vrienden collega’s enz.)
Deze vormen als het ware een rem op de criminele neigingen die iedereen heeft.
Pas wanneer deze bindingen ontbreken, zijn mensen eerder geneigd tot onmaatschappelijk en crimineel gedrag.
Hij benadrukt in deze theorie het belang van sociale controle om maatschappelijke bindingen te versterken.
Aangeleerd-gedragtheorie
Socioloog Sutherland jaren 30
Volgens hem was crimineel gedrag aangeleerd

Wanneer jongeren intensief contact hebben met anderen die al crimineel zijn, is de kans groot dat zij ook crimineel worden. het gezin, de buurt en de vriendengroep zijn hierbij bepalend.
De aangeleerd-gedragtheorie verklaart hoer crimineel gedrag van de ene op de andere persoon wordt doorgegeven.
Persoonlijkheidstheorie
Sigmund Freud (1856-1939)
Grondlegger van de psychoanalyse, volgens hem is er een verband tussen crimineel gedrag van volwassenen en hun ervaringen tijdens de kinderfase
Freud gaat ervan uit dat elke persoonlijkheid is opgebouwd uit 3 delen
Id: het onderbewuste en bevat instinctieve driften als seks en agressiviteit
Ego: het bewuste deel dat overhand krijgt als we ‘volwassen’ worden.
Superego: het geweten, de ‘innerlijke beoordelaar’ waardoor we gevoelens van schuld en schaamte hebben.
Wanneer de balans tussen deze 3 delen verstoord raakt, kan dit tot afwijken of crimineel gedrag leiden.
Anomietheorie

Socioloog Merton (1910-2003)
Hij zegt dat criminaliteit optreedt als mensen er niet in slagen hun levensdoelen te bereiken.
Sommigen zullen hun doel bijstellen: dan maar geen mooi koophuis of nieuwe auto.
Andere gebruiken illegale of strafbare middelen (anatomie = niet volgens de wet) als inbraak, fraude en drugshandel om toch de gewenste welvaart te krijgen.

Aanpak criminaliteit

Tweesporenbeleid
- preventie maatregelen zijn bedoeld om crimineel gedrag te voorkomen (preventie = voorkómen)
- repressieve maatregelen zijn straffen die na het criminele gedrag worden opgelegd (repressie = bestraffing)

Preventie
Het blijkt dat mensen minder snel strafbare feiten plegen als ze in de gaten gehouden worden.
Versterking van de sociale controle is dus een goede preventiemaatregel, omdat de pakkans daardoor wordt vergroot.
(aanstelling stadswachten, meer conducteurs, en meer wijkagenten)

Ook het tegengaan van vroegtijdige schoolverlaters, folders over hoe je je huis beter beveiligd en het zorgen voor meer banen zijn preventiemaatregelen.
Repressie
Sinds 1990 zien we een stijging van het aantal lange vrijheidsstraffen.
Vooraal bij de zware, georganiseerde misdaad zoals drugshandel en overvallen kiest de overheid voor een harde aanpak.
Dat repressie terrein wint, blijkt uit de toename van het aantal politieagenten, bijbouwen van gevangenissen en de uitbreiding van de rechterlijke macht. Ook hebben de officieren van justitie nu de bevoegdheid om meer zaken af te doen met een schikking, zoals een geldboete of een korte vrijheidsstraf.

Het grootste del van de zaken gaat over burgerlijk recht, waarbij het tussen burgers gaat.
Iedereen vanaf 18 jaar kan een geschil (conflict) met een andere partij voorleggen aan de rechter.
Als je nog geen 18 jaar bent, kunnen je ouders of voogd namens jou naar de rechter gaan.
Burgerlijk recht: het gaat altijd om een conflict waarbij een eiser tegenover een gedaagde staat.
Eiser: diegene legt de zaak aan de rechter voor

Gedaagde: de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter word gedaagd

Verloop burgerlijke rechtszaak
- dagvaarding: (schriftelijke mededeling aan een persoon dat hij voor de rechter moet verschijnen)
De zaak begint wanneer jij dit naar de gedaagde laat sturen.
Dagvaarding:
- naam van de eiser
- de eis, bijvoorbeeld dat er na 10 uur ’s avonds en in het weekend geen geluidsoverlast mag zijn.
- de motivatie van de eis
- het tijdstip en de plaats van de rechtszaak
- vertegenwoordigen
Bij de kantonrechter hoef je je niet laten te vertegenwoordigen door een advocaat, je mag dat zelf doen of een slim familielid.
Bij grote of ingewikkelde zaken bij de rechtbank moet je je wel laten vertegenwoordigen door een zogenaamde procureur (vaak een advocaat) de reden hiervoor is dat hij alle regels kent, waardoor geen onnodig oponthoud ontstaat.
De gedaagde hoeven niet persoonlijk aanwezig te zijn bij de rechtszaak. Ze mogen hun reactie ook schriftelijk opsturen.

Rechter beoordeeld de eis en het verweer.
Vaak zal de rechter beide partijen meedelen dat ze eerst onderling nog eens oplossing moeten zoeken.
- vonnis
Als je geen overeenstemming met de gedaagde kan bereiken.
De rechter moet dus uiteindelijk een beslissing nemen. Bij hele ingewikkelde zaken kost het opstellen van schriftelijke antwoorden en het heen en weer sturen van stukken zoveel tijd, dat de hele zaak jaren kan duren.

De meest voorkomende veroordelingen bij burgerlijk recht
- schadevergoeding de rechter kan dan onmiddellijk loonbeslag laten oplegen
Loonbeslag: deurwaarder legt dan beslag op het loon of de duitkering van de verliezer. Iedere maand wordt automatisch een deel van het loon betaald aan de winnaar van het proces, net zo lang tot deze schadeloos is ingesteld.
Daarnaast kan beslag gelegd worden op (waardevolle) goederen als de verliezende partij niet wil betalen.

De goederen worden dan verkocht en de opbrengst gaat naar de winnende partij
- de rechter kan een partij ook veroordelen tot iets anders dan een geldsom.
Bijvoorbeeld het niet meer zorgen tot overlast.
Dwangsom: doet die dat wel dan moet hij voor elke keer dat hij dit overtreedt een bedrag betalen.
Betaalt hij dit niet, dan kan de deurwaarder beslag leggen op zijn goederen en deze verkopen om zo aan geld te komen

Schadevergoeding
- vermogensschade:
De vergoeding van gemaakte kosten, van geleden verlies en van mistlopende winst.
Bijv. ruit kapot geslagen, of iemand aangereden zodat hij 2 weken niet kan werken (2 weken loon betalen)
In de praktijk betaalt de veroordeelde dit niet zelf, maar de verzekeraar waarbij je (verplicht!) verzeker bent (WA (wettelijke aansprakelijkheid) uitkering)
- immateriële schade:
Bijv. een jongen breekt zijn arm, kan de rechter immateriële schadevergoeding toewijzen.

Dit kan worden beschouwd als een soort compensatie voor de pijn, met het geld kan hij iets leuks kopen om de pijn te verzachten. Behalve bij lichamelijk letsel kan de recht ook immateriële schade vergoeding toewijzen wanneer een roddelblad leugens heeft verspreid over iemand en diegene heeft het roddelblad voor de rechter gesleept.

Hoger beroep
Beide partijen kunnen in hoger beroep gaan, waarna de zaak wordt voorgelegd aan een hoger rechter. Daarna kunnen partijen ook on in cassatie gaan bij de Hoge Raad.
Ga jij of de tegenpartij niet in hoger beroep, dan is het vonnis onherroepelijk. De uitspraak van de rechter zal moeten worden uitgevoerd.

Kort geding (een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken)
Vaak neemt een burgerlijk proces veel tijd in beslat, terwijl sommige zaken juist snel afgehandeld moeten worden (stakingen verkomen of verkomen van het publiceren van een blad)
Dan kan er een kort geding aan worden gespannen
Het kort geding wordt behandeld door de voorzieningenrechter: deze zit bij de rechtbank, maar kan ook de kantonrechter zijn in sommige gevallen. Hij doet in zijn eentje uitspraak.

Het kort geding kan als het nodig is zelfs in het weekend plaats vinden.
Voorlopig oordeel: dit geeft de voorzieningenrechter altijd in een kort geding in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgerlijke proces, de zogenaamde bodemprocedure
In werkelijkheid komt het zelden tot zo’n normale procedure, omdat de zaak al is opgelost.

Burgerarrest: burgers of particuliere bewaking mogen wel iemand staande houden als ze zien dat er een misdaad wordt gepleegd, maar mogen geen wapens dragen.

Het geven van straffen is bedoeld:
- wraak en vergelding.
Misdaad mag niet lonen. Het principe oog om oog, tand om tand is al sinds de oudheid een belangrijke reden om te straffen
- afschrikking
Als je weet dat je straf krijgt, zul je minder gauw een misdaad plegen.
- voorkomen van eigenrichting
Als een rechter niet zou straffen, zouden mensen het recht in eigen handen nemen
- resocialisatie
Met een straf probeert de overheid het gedrag van een crimineel te verbeteren, zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.
- beveiliging van de samenleving

Zo gaf een rechter een junk eens 4 weken gevangenisstraf met de woorden: dan worden er gedurende 4 weken 80 autoradio’s minder gestolen

REACTIES

V.

V.

Rechten en plichten:
Het recht van de een is vaak een plicht voor de ander. Dit geldt voor de overheid en burgers.
Bijv.: - Belastingplicht: iedereen met een inkomen moet daar belasting over betalen.
- Leerplicht: iedereen tussen de 5/17 jaar MOET naar school.
- Identificatieplicht: je moet je kunnen legitimeren.
- DNA-plicht: voor mensen die veroordeerld zijn voor ernstige gewelds- en zedendelicten. Zij moeten DNA-celmatriaal afstaan aan justitie (mag worden opgeslagen). Ook als je verdachte bent ben je verplicht een DNA-test te ondergaan (dit materiaal wordt naderhand vernietigd)

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.