Maatschappij Rechtsstaat
Hoofdstuk 1
Wat zijn rechtsregels? Wat hebben rechtsregels te maken met rechtvaardigheid?
Hoe is het rechtssysteem ingedeeld?
Maatschappelijke normen komen voort uit het geloof, tradities en gewoonten.
bijvoorbeeld: iemand hand geven, niet in korte broek naar begrafenis
Rechtsnormen gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Die ontstaan vanuit het oogpunt van doelmatigheid en ordening.
Het is belangrijk dat rechtsnormen overeenstemmen met de opvattingen die burgers hebben over goed en kwaad. Mensen houden zich er dan eerder aan.
Rechten = datgene waar je recht op hebt
Plichten = datgene wat je moet doen
Publiekrecht: regelt inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid.
verdeeld onder ->
staatsrecht; hierin staan de regels voor de inrichting van de Nederlandse staat. bijvoorbeeld de bevoegdheden van de ministers en welke rechten je als tweede kamerlid hebt.
bestuursrecht; hierin staat de verhouding tussen burger en overheid centraal. Hierbij behoren ook ruimtelijke ordening en belastingrecht. Bescherming tegen overheid.
strafrecht; bestaat uit alle wettelijke strafbepalingen.
Privaatrecht: regelt de betrekking tussen burgers onderling.
personen- en familierecht; regelt zaken als het sluiten van een huwelijk, geboorte, scheiding, overlijden en adopteren van een kind
ondernemingsrecht; voorwaarden waaronder je een stichting of vereniging kan oprichten. ook wel rechtspersonen genoemd. vereniging mag niet als doel hebben winst te maken.
vermogensrecht; Regelt alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken. overeenkomsten zoals een koopovereenkomst of een huurovereenkomst.
plichten:
belastingplicht, voor iedereen met een inkomen
leerplicht, iedereen tussen de 5 en 17 moet naar school
DNA-plicht, mensen die veroordeeld zijn moeten DNA-celmateriaal afstaan
Hoofdstuk 2
Hoe en waarom is de rechtsstaat ontstaan? Wat zijn de fundamenten van de rechtstaat?
1789 – Franse revolutie -> einde aan de absolute monarchie.
1798 – eerste grondwet in Nederland
1848 – grondwet zodanig gewijzigd dat mach van koning Willem 2 werd vastgelegd
1917 – Mannen kregen kiesrecht
1919 – Vrouwen kregen kiesrecht
1983 – sociale grondwetten in de grondwet opgenomen -> sociale rechtsstaat
absolute monarchie = een regeringsvorm waarbij een koning alle macht had.
Uitgangspunten: * bescherming tegen macht van overheid
* gelijk worden behandeld
* in vrijheid kunnen leven
uitgewerkt in de volgende grondbeginselen:
Er is machtenscheiding
rechters zijn neutraal en onafhankelijk
grondrechten zijn wettelijk vastgelegd
de wet bepaald wanneer je strafbaar bent
machtenscheiding / trias politica -> bedacht door Montesquieu.
Niet één persoon of één instantie heeft de macht. -> einde aan dictatuur.
- wetgevende macht: stelt wetten vast waar de burgers (en overheid) zich aan moeten houden. taak van de regering en parlement samen.
- uitvoerende macht: zorgt ervoor dat goedgekeurde wetten worden uitgevoerd. Regering is hiervoor verantwoordelijk
- Rechterlijke macht: beoordeelt of mensen, maar ook rechtspersonen of de overheid wetten hebben overtreden en doet uitspraak in conflicten. In handen van onafhankelijke rechters.
Het belangrijkste van de trias politica is dat de machten elkaar controleren en scherp houden. dat wordt ook wel een stelsel van ‘checks and balances’ genoemd.
garanties van onafhankelijke rechters
de mogelijkheid om je recht te halen als je je benadeeld voelt door andere burgers.
Het biedt bescherming tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.
Het zorgt ervoor dat mensen geen eigen rechter gaan spelen, omdat misdadigers in een eerlijk proces hun verdiende straf krijgen.
Grondrechten kan je onderverdelen in:
vrijheidsrechten -> vrijheid op godsdienst of op meningsuiting
gelijkheidsrechten -> discriminatieverbod
politieke rechten -> kiesrecht
sociale grondrechten -> recht op werk en recht op woongelegenheid
Bij sociale grondrechten geldt er een zorgplicht voor de overheid.
belangrijke beginselen over strafbaarheid:
legaliteitsbeginsel -> iets is alleen strafbaar als het in de wet staat.
strafmaat -> in de wet staat bij ieder strafbaar feit de maximale straf.
Ne bis in idem-regel -> Na uitspraak van een rechter kun je niet voor een tweede keer worden vervolgd.
Hoofdstuk 3
Wat zijn de problemen van de Nederlandse rechtsstaat?
Wettelijke regels worden regelmatig aangepast omdat de samenleving voortdurend in beweging is.
EVRM = Europees Verdrag voor Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden.
rechtsstaat in discussie door volgende problemen:
Er is regelmatig een roep om zwaardere straffen.
De georganiseerde misdaad vraagt om een betere aanpak.
We hebben te maken met een wereldwijde terreurdreiging.
Grondrechten kunnen botsen en staan soms ter discussie.
Misdaadorganisaties zetten miljoenen euro’s om en maken gebruik van de modernste informatietechnologie om politie en justitie af te luisteren. Door de strakke hiërarchische organisatie is de criminele top nauwelijks aan te pakken.
georganiseerde misdaad beter begrijpen -> wet BOB, de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden.
geeft de politie onder voorwaarden de bevoegdheid tot inkijkoperaties, waarbij de politie inbreekt om te kijken of er ergens mogelijk bewijsmateriaal is. Ook bevoegd tot infiltreren tot misdaadorganisaties.
AIVD = anonieme getuigenverklaringen.
Hoofdstuk 4
Hoe vindt de opsporing bij criminaliteit plaats?
rechtsbescherming -> Burgers worden door de grondwet beschermd tegen andere burgers, maar ook tegen machtsmisbruik van de overheid.
misdrijven = de meer ernstige strafbare feiten
overtredingen = de minder ernstige strafbare feiten
Belangrijke verschillen tussen misdrijven en overtredingen:
de mogelijke straffen zijn hoger bij misdrijven.
Overtredingen en misdrijven staan geregistreerd bij justitie. Vooral bij misdrijven kan dit nadelig werken bij sollicitaties.
procedure volgens vast patroon:
1. De politie verzamelt informatie over het strafbare feit. ze verhoort de verdacht en eventuele getuigen en kijkt wat er precies is gebeurd. Wordt opgeschreven in een proces-verbaal.
2. Politie geeft proces-verbaal aan justitie. Deze gaan het verder onderzoeken.
3. Als officier van justitie voldoende bewijzen heeft, stuurt hij het dossier naar de rechter. Deze moet tijdens de rechtszaak vaststellen of de verdachte inderdaad schuldig is.
Zonder toestemming:
Politie mag verdachte staande houden. -> iemand vragen naar personalia.
Politie kan arresteren.
Verdachte mag worden gefouilleerd.-> aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht.
politie mag verdachte op bureau vasthouden.
Bewijsmateriaal mag in beslag worden genomen.
Met toestemming:
woning binnen gaan om te arresteren met een machtiging tot binnentreden. Met huiszoekingsbevel mag politie opzoek naar bewijzen.
opvragen van speciale gegevens zoals bankrekeningnummers, telefoontaps.
preventief fouilleren in door de burgemeester aangewezen gebieden. Dan wordt je gefouilleerd zonder dat er sprake is van verdenking.
toestemming van officier van justitie voor voorarrest, 110 dagen.
bij infiltratie in misdaadorganisatie en terroristische groeperingen toestemming van rechter-commissaris.
alle officieren van justitie bij elkaar = Openbaar Ministerie (OM)
officier heeft drie mogelijkheden na opsporingsonderzoek:
1. Seponeren -> afzien van verdere rechtsvervolging, met onvoldoende bewijsmateriaal of klein misdrijf.
2. Transactie -> voortijdige afdoening of schikking. Bij overtreding en lichte misdrijven. meestal vorm van geldboete.
3. Vervolgen -> het dossier naar de rechtbank sturen en een rechtszaak beginnen.
door maximum duur beroepsmogelijkheid?
aanhouding politie 6 uur (+nacht) nee
IVS hulpofficier 3 dagen (+ 3 dagen nee
van justitie verlenging)
inbewaring- rechter- 14 dagen ja, bij de rechtbank
stelling commissaris
Gevangen- rechtkamer 3x 30 dagen ja, bij gerechtshof
houding
hoofdstuk 5
Wat gebeurt er als een strafzaak bij de rechter komt?
strafvervolging -> officier van justitie brengt de strafzaak bij een rechtbank door middel van een tenlastelegging, waarin precies de aanklacht tegen de verdachte staat geformuleerd.
Kleine misdrijven en bedreigingen komen voor politierechter, die beslist in zijn eentje.
Ernstige misdrijven komen voor de meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters.
Een strafzaak is altijd openbaar, behalve in speciale gevallen, als verdachte minderjarig is of als er staatsgeheimen worden onthult.
dagvaarding -> hierin staat dat je ervan verdacht wordt dat je op een bepaald moment, op een bepaalde plaats een bepaald delict hebt begaan. Krijgt de verdacht voor het begin van elke terechtzitting. Wordt verstuurd door officier van justitie.
een rechtszaak in 7 stappen :
1. Opening. Rechter controleert de persoonsgegevens van verdachte.
2. Tenlastelegging of aanklacht. De officier leest de aanklacht voor, die een toelichting is op hetgeen er in de dagvaarding staat.
3. Onderzoek. De rechter begint nu aan het eigenlijke onderzoek. Begint met ondervraging van de verdachte door de rechter, officier en zijn eigen advocaat. Verdachte niet onder ede dus hoeft niet de waarheid te spreken. Deskundigen of getuigen kunnen worden ondervraagd, staan wel onder ede dus moeten de waarheid spreken. De rechter kijkt naar persoonlijke omstandigheden en of hij strafblad heeft.
4. Requisitoir. Door officier. hij probeert in dit verhaal aan te tonen dat de verdachte schuldig is en vraagt om een bepaalde straf aan de rechter, de eis.
5. Pleidooi. Door advocaat. Hij verdedigt verdachte.
6. Laatste woord. Verdachte heeft altijd laatste woord. Kan spijt betuigen, onschuld benadrukken of aangeven hoeveel schade hij zal ondervinden van een eventuele straf.
7. Vonnis. Nadat de rechter onderzoek heeft afgesloten doet hij uitspraak. kantonrechter en politierechter doet dit meteen bij de meervoudige kamer na 2 weken.
4 soorten straffen in ons land:
1. vrijheidsstraf van 1 bij lichte tot levenslang bij zware misdrijven
2. taakstraf vanwege opvoedende karakter. ter vervanging van 6 maanden gevangenis.
3. geldboete maximum 220 voor lichte overtredingen en baldadigheid tot 440.000 voor zware misdrijven als oplichting of fraude.
4. bijkomende straffen in combinatie met andere straffen. Rijbevoegdheid ontzegt enz.
voorwaardelijke straf = dat de dader die straf niet krijgt, onder voorwaarde dat hij binnen een bepaalde proeftijd niet een soortgelijke strafbaar feit begaat. Doet hij dit wel, dan moet hij voorwaardelijke straf uitzitten plus een nieuwe straf.
behalve straf ook een strafrechtelijke maatregel:
terbeschikkingstelling (tbs). vooral gebruikt wanneer iemand ten tijde van het misdrijf niet of verminderd toerekeningsvatbaar is.
onttrekking van verkeer. van in beslag genomen goederen zoals wapens en drugs.
ontneming van wederrechterlijk (= in strijd met de wet) voordeel. Bedoeld om de veroordeelde zijn winst af te nemen die hij met misdrijven heeft gemaakt.
schadevergoeding aan het slachtoffer. Bijvoorbeeld vergoeding vooreen kapotte ruit, doktersrekening, smarten geld enz.
Na het vonnis van de rechtbank kunnen zowel de veroordeelde als de officier in hoger beroep. alle misdrijven gaan in hoger beroep naar het gerechtshof. In eerste instantie door kantonrechter en in hoger beroep bij meervoudige kamer. -> Strafzaak wordt nog eens helemaal overgedaan. Daarna mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad, die uitsluitend nagaat of het recht juist is toegepast.
Kinderen onder twaalf jaar strafrechterlijk niet aansprakelijk voor daden maar kunnen wel te maken krijgen met Kinderbescherming. Tussen twaalf en achttien jaar is het jeugdstrafrecht.
Lichte misdrijven zoals diefstal en vernieling naar haltbureau.
Zwaardere misdrijven naar kinderrechter en misschien naar jeugdgevangenis.
bij ernstige persoonlijke stoornissen naar behandelcentrum.
hoofdstuk 6
Hoe ontstaat crimineel gedrag en hoe kunnen we criminaliteit het beste bestrijden?
Gevoelens voor onveiligheid hebben vooral te maken met de angst voor geweld. Dit komt door de enorm veel aandacht door media. En door de cijfers van politie en CBS.
Statistieken hebben niet altijd gelijk omdat:
we ervan uitgaan de dader toch niet gepakt wordt. (bij zakkenrollerij of vernieling)
mensen durven geen aangifte te doen. (bij huiselijk geweld of incest)
Sommige delicten worden niet ontdekt. ( vaak geen slachtoffer voor aangifte te doen)
Maatschappelijke oorzaken voor geweld:
Alcohol- en drugsgebruik. Veel misdrijven wordt gepleegd onder invloed van alcohol.
Pakkans. De gemiddelde pakkans is vrij laag.
Minder sociale controle. Vooral in steden leven mensen langs elkaar en letten niet op elkaar.
Maatschappelijke achterstand. Mensen zonder afgemaakte schoolopleiding enz.
Betere beveiliging. De strengere beveiliging van banken geldauto’s enz. heeft geleid tot meer overvallen op gewone winkels en mensen op straat.
over persoonlijke factoren zijn een aantal theorieën.
Biologische theorie -> Lombroso.
Bindingstheorie -> Hirschi
Aangeleerd-gedragtheorie -> Sutherland
Persoonlijkheidstheorie -> Sigmund Freud
Anomietheorie -> Merton
Twee soorten maatregelen tegen criminaliteit = tweesporenbeleid:
Preventieve maatregelen: bedoeld om crimineel gedrag te voorkomen.
Repressieve maatregelen: straffen dien a het criminele gedrag worden opgelegd.
Mensen plegen minder snel strafbare feiten als ze in de gaten worden gehouden. Versterking van de sociale controle is een goed voorbeeld van een preventieve maatregel, de pakkans wordt vergroot.
hoofdstuk 7
Wanneer valt een kwestie onder het burgerlijk recht en hoe verloopt zo’n zaak?
Geschil = een conflict
Het grootste deel van de zaken gaat over burgerlijk recht, waarbij het tussen burgers gaat.
De eiser = degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
De gedaagde = de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd.
Verloop van burgerlijke zaak:
Eiser laat gedaagde een dagvaarding sturen. Bevat: naam van de eiser, de eis, de motivatie van de eis.
Bij de kantonrechter hoef je geen advocaat, je mag zelf het woord houden. Bij grote of ingewikkelde zaken moet je je laten vertegenwoordigen door een procureur, is vaak een advocaat. Rechter beoordeelt eis van eiser en het verweer van gedaagde. Vaak beide partijen onderling een oplossing
Geen overeenstemming met zelf oplossen dan moet de rechter vonnis uitspreken.
De meest voorkomende veroordelingen zijn:
Verliezende partij moet schadevergoeding betalen, kan door loonbeslag of deurwaarder.
Iets anders, dat degene dat niet meer mag doen, is er een dwangsom als hij het toch doet. Als hij deze niet betaald kan er een deurwaarder komen.
Twee soorten schadevergoeding:
Vermogensschade. De vergoeding van gemaakte kosten, van geleden verlies en misgelopen winst.
Immateriële schade. De wet noemt dit ‘ander nadeel dan vermogensschade.’ Schadevergoeding voor iets wat niet hoeft worden betaald. Bijvoorbeeld een jongen met gebroken arm door iemand anders krijgt geld.
Beide partijen kunnen ook nog in hoogberoep gaan aan een hogere rechter. Daarna ook nog in cassatie bij de Hoge Raad.
Kort geding = een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken. Wordt behandeld door de voorzieningenrechter.
In een kort geding altijd een voorlopig oordeel in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgerlijke proces, bodemprocedure.
hoofdstuk 8
Wat is het verschil tussen de Nederlandse rechtsstaat en die van de VS?
In Amerika is een presidentiële vetorecht, meer macht. In Nederland minder.
Hoge raad in Amerika = hooggerechtshof
• De negen rechters worden op politieke gronden benoemd.
Rechters zijn veel bekender en geven in media openlijk hun mening voor allerlei juridische kwesties.
• In Nederland benoemt de Kroon formeel raadsheren van de Hoge Raad, op voordracht van de Tweede Kamer. In Nederland niet in de media en niet ongevraagd oordelen.
In Amerika kan iedereen plaats nemen in de jury als diegene 18 jaar of ouder is, Engels spreekt en geen strafblad heeft. Jury doet alleen uitspraak over de schuldvraag. De hoogte van de straf wordt bepaald door rechters.
In Nederland is jury rechtspraak niet mogelijk. In de grondwet is bepaald dat de stem van het volk gehoord moet worden bij de zwaarste misdrijven, bij persmisdrijven en politieke misdrijven.
In de VS hebben verdachten minder rechten en is uitlokking toegestaan.
Om terroristische aanslagen te voorkomen in de toekomst wordt de Patriot Act aangenomen. Geeft de CIA ruimere bevoegdheden om burgers in de gaten te houden.
In Nederland is de politie sterk gebonden aan allerlei regels bij het opsporen van verdachten. Verdachten hebben meer rechten en uitlokking door undercoveragenten is in beginsel niet toegestaan.
Amerikaanse strafrecht enkele opvallende kenmerken:
• De doodstraf.
• Plea bargaining -> waarbij de advocaat en de aanklager een deal sluiten op voorwaarde dat de verdachte bekend. Hij kan dan lagere straf krijgen.
• Three strikes and You’re Out law. -> Je wordt heel zwaar gestraft als je voor de derde keer in de fout gaat.
Dit is in Nederland niet aanwezig.
Klassenjustitie = als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevoordeeld boven mensen uit de lagere sociale klasse.
In de VS is dit vaak de vorm van rassenjustitie omdat het land een lange geschiedenis kent van rassenscheiding en racisme.
In Nederland is klassenjustitie minder sterk aanwezig.
Witteboordencriminaliteit wordt minder streng bestraft in verhouding.
hoofdstuk 9
Hoe ver mag de overheid van jou gaan om de rechtsorde te handhaven en de veiligheid te garanderen?
De waarden vrijheid en veiligheid botsen vaak.
Eigenrichting = dat mensen het recht in eigen hand nemen.
Burgerarrest = burgers of particuliere bewaking mogen iemand staande houden als ze zien dat er een misdaad wordt gepleegd.
Het geven van straffen is bedoeld voor:
• Wraak en vergelding. Misdaad mag niet lonen.
• Afschrikking. Als je weet dat je straf krijgt, zul je minder gauw een misdaad plegen.
• Voorkomen van eigenrichting. Als een rechter niet zou straffen, zouden mensen het recht in eigen handen nemen
• Resocialisatie. Met een straf probeert de overheid het gedrag van een crimineel te verbeteren, zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.
• Beveiliging van de samenleving. Een kleine straf geven. Met als bedoeling: in die tijd word het minder gedaan.
Doodstraf in Nederland is officieel afgeschaft in 1870. In het militaire strafrecht en oorlogsstrafrecht was de doodstraf tot 1983 mogelijk. Op 21 maart 1952 vonden de laatste executies plaats. Twee oorlogsmisdadigers werden ter dood gebracht door een executiepeloton.
Hoofdstuk 1
Wat zijn rechtsregels? Wat hebben rechtsregels te maken met rechtvaardigheid?
Hoe is het rechtssysteem ingedeeld?
Maatschappelijke normen komen voort uit het geloof, tradities en gewoonten.
bijvoorbeeld: iemand hand geven, niet in korte broek naar begrafenis
Rechtsnormen gedragsregels die door de overheid wettelijk zijn vastgelegd. Die ontstaan vanuit het oogpunt van doelmatigheid en ordening.
Het is belangrijk dat rechtsnormen overeenstemmen met de opvattingen die burgers hebben over goed en kwaad. Mensen houden zich er dan eerder aan.
Plichten = datgene wat je moet doen
Publiekrecht: regelt inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid.
verdeeld onder ->
staatsrecht; hierin staan de regels voor de inrichting van de Nederlandse staat. bijvoorbeeld de bevoegdheden van de ministers en welke rechten je als tweede kamerlid hebt.
bestuursrecht; hierin staat de verhouding tussen burger en overheid centraal. Hierbij behoren ook ruimtelijke ordening en belastingrecht. Bescherming tegen overheid.
strafrecht; bestaat uit alle wettelijke strafbepalingen.
Privaatrecht: regelt de betrekking tussen burgers onderling.
personen- en familierecht; regelt zaken als het sluiten van een huwelijk, geboorte, scheiding, overlijden en adopteren van een kind
ondernemingsrecht; voorwaarden waaronder je een stichting of vereniging kan oprichten. ook wel rechtspersonen genoemd. vereniging mag niet als doel hebben winst te maken.
vermogensrecht; Regelt alle zaken die te maken hebben met iemands vermogen en in geld zijn uit te drukken. overeenkomsten zoals een koopovereenkomst of een huurovereenkomst.
plichten:
leerplicht, iedereen tussen de 5 en 17 moet naar school
DNA-plicht, mensen die veroordeeld zijn moeten DNA-celmateriaal afstaan
Hoofdstuk 2
Hoe en waarom is de rechtsstaat ontstaan? Wat zijn de fundamenten van de rechtstaat?
1789 – Franse revolutie -> einde aan de absolute monarchie.
1798 – eerste grondwet in Nederland
1848 – grondwet zodanig gewijzigd dat mach van koning Willem 2 werd vastgelegd
1917 – Mannen kregen kiesrecht
1919 – Vrouwen kregen kiesrecht
1983 – sociale grondwetten in de grondwet opgenomen -> sociale rechtsstaat
absolute monarchie = een regeringsvorm waarbij een koning alle macht had.
Uitgangspunten: * bescherming tegen macht van overheid
* gelijk worden behandeld
* in vrijheid kunnen leven
uitgewerkt in de volgende grondbeginselen:
Er is machtenscheiding
grondrechten zijn wettelijk vastgelegd
de wet bepaald wanneer je strafbaar bent
machtenscheiding / trias politica -> bedacht door Montesquieu.
Niet één persoon of één instantie heeft de macht. -> einde aan dictatuur.
- wetgevende macht: stelt wetten vast waar de burgers (en overheid) zich aan moeten houden. taak van de regering en parlement samen.
- uitvoerende macht: zorgt ervoor dat goedgekeurde wetten worden uitgevoerd. Regering is hiervoor verantwoordelijk
- Rechterlijke macht: beoordeelt of mensen, maar ook rechtspersonen of de overheid wetten hebben overtreden en doet uitspraak in conflicten. In handen van onafhankelijke rechters.
Het belangrijkste van de trias politica is dat de machten elkaar controleren en scherp houden. dat wordt ook wel een stelsel van ‘checks and balances’ genoemd.
garanties van onafhankelijke rechters
de mogelijkheid om je recht te halen als je je benadeeld voelt door andere burgers.
Het biedt bescherming tegen ongeoorloofd overheidsoptreden.
Grondrechten kan je onderverdelen in:
vrijheidsrechten -> vrijheid op godsdienst of op meningsuiting
gelijkheidsrechten -> discriminatieverbod
politieke rechten -> kiesrecht
sociale grondrechten -> recht op werk en recht op woongelegenheid
Bij sociale grondrechten geldt er een zorgplicht voor de overheid.
belangrijke beginselen over strafbaarheid:
legaliteitsbeginsel -> iets is alleen strafbaar als het in de wet staat.
strafmaat -> in de wet staat bij ieder strafbaar feit de maximale straf.
Ne bis in idem-regel -> Na uitspraak van een rechter kun je niet voor een tweede keer worden vervolgd.
Hoofdstuk 3
Wat zijn de problemen van de Nederlandse rechtsstaat?
Wettelijke regels worden regelmatig aangepast omdat de samenleving voortdurend in beweging is.
EVRM = Europees Verdrag voor Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden.
Er is regelmatig een roep om zwaardere straffen.
De georganiseerde misdaad vraagt om een betere aanpak.
We hebben te maken met een wereldwijde terreurdreiging.
Grondrechten kunnen botsen en staan soms ter discussie.
Misdaadorganisaties zetten miljoenen euro’s om en maken gebruik van de modernste informatietechnologie om politie en justitie af te luisteren. Door de strakke hiërarchische organisatie is de criminele top nauwelijks aan te pakken.
georganiseerde misdaad beter begrijpen -> wet BOB, de Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden.
geeft de politie onder voorwaarden de bevoegdheid tot inkijkoperaties, waarbij de politie inbreekt om te kijken of er ergens mogelijk bewijsmateriaal is. Ook bevoegd tot infiltreren tot misdaadorganisaties.
AIVD = anonieme getuigenverklaringen.
Hoofdstuk 4
Hoe vindt de opsporing bij criminaliteit plaats?
rechtsbescherming -> Burgers worden door de grondwet beschermd tegen andere burgers, maar ook tegen machtsmisbruik van de overheid.
misdrijven = de meer ernstige strafbare feiten
Belangrijke verschillen tussen misdrijven en overtredingen:
de mogelijke straffen zijn hoger bij misdrijven.
Overtredingen en misdrijven staan geregistreerd bij justitie. Vooral bij misdrijven kan dit nadelig werken bij sollicitaties.
procedure volgens vast patroon:
1. De politie verzamelt informatie over het strafbare feit. ze verhoort de verdacht en eventuele getuigen en kijkt wat er precies is gebeurd. Wordt opgeschreven in een proces-verbaal.
2. Politie geeft proces-verbaal aan justitie. Deze gaan het verder onderzoeken.
3. Als officier van justitie voldoende bewijzen heeft, stuurt hij het dossier naar de rechter. Deze moet tijdens de rechtszaak vaststellen of de verdachte inderdaad schuldig is.
Zonder toestemming:
Politie mag verdachte staande houden. -> iemand vragen naar personalia.
Politie kan arresteren.
Verdachte mag worden gefouilleerd.-> aan zijn kleding en zijn lichaam worden onderzocht.
politie mag verdachte op bureau vasthouden.
Bewijsmateriaal mag in beslag worden genomen.
woning binnen gaan om te arresteren met een machtiging tot binnentreden. Met huiszoekingsbevel mag politie opzoek naar bewijzen.
opvragen van speciale gegevens zoals bankrekeningnummers, telefoontaps.
preventief fouilleren in door de burgemeester aangewezen gebieden. Dan wordt je gefouilleerd zonder dat er sprake is van verdenking.
toestemming van officier van justitie voor voorarrest, 110 dagen.
bij infiltratie in misdaadorganisatie en terroristische groeperingen toestemming van rechter-commissaris.
alle officieren van justitie bij elkaar = Openbaar Ministerie (OM)
officier heeft drie mogelijkheden na opsporingsonderzoek:
1. Seponeren -> afzien van verdere rechtsvervolging, met onvoldoende bewijsmateriaal of klein misdrijf.
2. Transactie -> voortijdige afdoening of schikking. Bij overtreding en lichte misdrijven. meestal vorm van geldboete.
3. Vervolgen -> het dossier naar de rechtbank sturen en een rechtszaak beginnen.
door maximum duur beroepsmogelijkheid?
aanhouding politie 6 uur (+nacht) nee
IVS hulpofficier 3 dagen (+ 3 dagen nee
inbewaring- rechter- 14 dagen ja, bij de rechtbank
stelling commissaris
Gevangen- rechtkamer 3x 30 dagen ja, bij gerechtshof
houding
hoofdstuk 5
Wat gebeurt er als een strafzaak bij de rechter komt?
strafvervolging -> officier van justitie brengt de strafzaak bij een rechtbank door middel van een tenlastelegging, waarin precies de aanklacht tegen de verdachte staat geformuleerd.
Kleine misdrijven en bedreigingen komen voor politierechter, die beslist in zijn eentje.
Ernstige misdrijven komen voor de meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters.
Een strafzaak is altijd openbaar, behalve in speciale gevallen, als verdachte minderjarig is of als er staatsgeheimen worden onthult.
dagvaarding -> hierin staat dat je ervan verdacht wordt dat je op een bepaald moment, op een bepaalde plaats een bepaald delict hebt begaan. Krijgt de verdacht voor het begin van elke terechtzitting. Wordt verstuurd door officier van justitie.
1. Opening. Rechter controleert de persoonsgegevens van verdachte.
2. Tenlastelegging of aanklacht. De officier leest de aanklacht voor, die een toelichting is op hetgeen er in de dagvaarding staat.
3. Onderzoek. De rechter begint nu aan het eigenlijke onderzoek. Begint met ondervraging van de verdachte door de rechter, officier en zijn eigen advocaat. Verdachte niet onder ede dus hoeft niet de waarheid te spreken. Deskundigen of getuigen kunnen worden ondervraagd, staan wel onder ede dus moeten de waarheid spreken. De rechter kijkt naar persoonlijke omstandigheden en of hij strafblad heeft.
4. Requisitoir. Door officier. hij probeert in dit verhaal aan te tonen dat de verdachte schuldig is en vraagt om een bepaalde straf aan de rechter, de eis.
5. Pleidooi. Door advocaat. Hij verdedigt verdachte.
6. Laatste woord. Verdachte heeft altijd laatste woord. Kan spijt betuigen, onschuld benadrukken of aangeven hoeveel schade hij zal ondervinden van een eventuele straf.
7. Vonnis. Nadat de rechter onderzoek heeft afgesloten doet hij uitspraak. kantonrechter en politierechter doet dit meteen bij de meervoudige kamer na 2 weken.
4 soorten straffen in ons land:
1. vrijheidsstraf van 1 bij lichte tot levenslang bij zware misdrijven
2. taakstraf vanwege opvoedende karakter. ter vervanging van 6 maanden gevangenis.
3. geldboete maximum 220 voor lichte overtredingen en baldadigheid tot 440.000 voor zware misdrijven als oplichting of fraude.
4. bijkomende straffen in combinatie met andere straffen. Rijbevoegdheid ontzegt enz.
behalve straf ook een strafrechtelijke maatregel:
terbeschikkingstelling (tbs). vooral gebruikt wanneer iemand ten tijde van het misdrijf niet of verminderd toerekeningsvatbaar is.
onttrekking van verkeer. van in beslag genomen goederen zoals wapens en drugs.
ontneming van wederrechterlijk (= in strijd met de wet) voordeel. Bedoeld om de veroordeelde zijn winst af te nemen die hij met misdrijven heeft gemaakt.
schadevergoeding aan het slachtoffer. Bijvoorbeeld vergoeding vooreen kapotte ruit, doktersrekening, smarten geld enz.
Na het vonnis van de rechtbank kunnen zowel de veroordeelde als de officier in hoger beroep. alle misdrijven gaan in hoger beroep naar het gerechtshof. In eerste instantie door kantonrechter en in hoger beroep bij meervoudige kamer. -> Strafzaak wordt nog eens helemaal overgedaan. Daarna mogelijkheid om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad, die uitsluitend nagaat of het recht juist is toegepast.
Kinderen onder twaalf jaar strafrechterlijk niet aansprakelijk voor daden maar kunnen wel te maken krijgen met Kinderbescherming. Tussen twaalf en achttien jaar is het jeugdstrafrecht.
Lichte misdrijven zoals diefstal en vernieling naar haltbureau.
Zwaardere misdrijven naar kinderrechter en misschien naar jeugdgevangenis.
bij ernstige persoonlijke stoornissen naar behandelcentrum.
hoofdstuk 6
Hoe ontstaat crimineel gedrag en hoe kunnen we criminaliteit het beste bestrijden?
Gevoelens voor onveiligheid hebben vooral te maken met de angst voor geweld. Dit komt door de enorm veel aandacht door media. En door de cijfers van politie en CBS.
we ervan uitgaan de dader toch niet gepakt wordt. (bij zakkenrollerij of vernieling)
mensen durven geen aangifte te doen. (bij huiselijk geweld of incest)
Sommige delicten worden niet ontdekt. ( vaak geen slachtoffer voor aangifte te doen)
Maatschappelijke oorzaken voor geweld:
Alcohol- en drugsgebruik. Veel misdrijven wordt gepleegd onder invloed van alcohol.
Pakkans. De gemiddelde pakkans is vrij laag.
Minder sociale controle. Vooral in steden leven mensen langs elkaar en letten niet op elkaar.
Maatschappelijke achterstand. Mensen zonder afgemaakte schoolopleiding enz.
Betere beveiliging. De strengere beveiliging van banken geldauto’s enz. heeft geleid tot meer overvallen op gewone winkels en mensen op straat.
over persoonlijke factoren zijn een aantal theorieën.
Biologische theorie -> Lombroso.
Bindingstheorie -> Hirschi
Persoonlijkheidstheorie -> Sigmund Freud
Anomietheorie -> Merton
Twee soorten maatregelen tegen criminaliteit = tweesporenbeleid:
Preventieve maatregelen: bedoeld om crimineel gedrag te voorkomen.
Repressieve maatregelen: straffen dien a het criminele gedrag worden opgelegd.
Mensen plegen minder snel strafbare feiten als ze in de gaten worden gehouden. Versterking van de sociale controle is een goed voorbeeld van een preventieve maatregel, de pakkans wordt vergroot.
hoofdstuk 7
Wanneer valt een kwestie onder het burgerlijk recht en hoe verloopt zo’n zaak?
Geschil = een conflict
Het grootste deel van de zaken gaat over burgerlijk recht, waarbij het tussen burgers gaat.
De eiser = degene die de zaak aan de rechter voorlegt.
De gedaagde = de persoon van wie iets wordt geëist en daarom voor de rechter wordt gedaagd.
Verloop van burgerlijke zaak:
Eiser laat gedaagde een dagvaarding sturen. Bevat: naam van de eiser, de eis, de motivatie van de eis.
Bij de kantonrechter hoef je geen advocaat, je mag zelf het woord houden. Bij grote of ingewikkelde zaken moet je je laten vertegenwoordigen door een procureur, is vaak een advocaat. Rechter beoordeelt eis van eiser en het verweer van gedaagde. Vaak beide partijen onderling een oplossing
De meest voorkomende veroordelingen zijn:
Verliezende partij moet schadevergoeding betalen, kan door loonbeslag of deurwaarder.
Iets anders, dat degene dat niet meer mag doen, is er een dwangsom als hij het toch doet. Als hij deze niet betaald kan er een deurwaarder komen.
Twee soorten schadevergoeding:
Vermogensschade. De vergoeding van gemaakte kosten, van geleden verlies en misgelopen winst.
Immateriële schade. De wet noemt dit ‘ander nadeel dan vermogensschade.’ Schadevergoeding voor iets wat niet hoeft worden betaald. Bijvoorbeeld een jongen met gebroken arm door iemand anders krijgt geld.
Beide partijen kunnen ook nog in hoogberoep gaan aan een hogere rechter. Daarna ook nog in cassatie bij de Hoge Raad.
Kort geding = een versnelde en vereenvoudigde procedure voor spoedeisende zaken. Wordt behandeld door de voorzieningenrechter.
In een kort geding altijd een voorlopig oordeel in afwachting van een definitieve uitspraak in het normale burgerlijke proces, bodemprocedure.
hoofdstuk 8
Wat is het verschil tussen de Nederlandse rechtsstaat en die van de VS?
In Amerika is een presidentiële vetorecht, meer macht. In Nederland minder.
• De negen rechters worden op politieke gronden benoemd.
Rechters zijn veel bekender en geven in media openlijk hun mening voor allerlei juridische kwesties.
• In Nederland benoemt de Kroon formeel raadsheren van de Hoge Raad, op voordracht van de Tweede Kamer. In Nederland niet in de media en niet ongevraagd oordelen.
In Amerika kan iedereen plaats nemen in de jury als diegene 18 jaar of ouder is, Engels spreekt en geen strafblad heeft. Jury doet alleen uitspraak over de schuldvraag. De hoogte van de straf wordt bepaald door rechters.
In Nederland is jury rechtspraak niet mogelijk. In de grondwet is bepaald dat de stem van het volk gehoord moet worden bij de zwaarste misdrijven, bij persmisdrijven en politieke misdrijven.
In de VS hebben verdachten minder rechten en is uitlokking toegestaan.
Om terroristische aanslagen te voorkomen in de toekomst wordt de Patriot Act aangenomen. Geeft de CIA ruimere bevoegdheden om burgers in de gaten te houden.
In Nederland is de politie sterk gebonden aan allerlei regels bij het opsporen van verdachten. Verdachten hebben meer rechten en uitlokking door undercoveragenten is in beginsel niet toegestaan.
Amerikaanse strafrecht enkele opvallende kenmerken:
• De doodstraf.
• Three strikes and You’re Out law. -> Je wordt heel zwaar gestraft als je voor de derde keer in de fout gaat.
Dit is in Nederland niet aanwezig.
Klassenjustitie = als mensen uit de hogere sociale klasse door justitie worden bevoordeeld boven mensen uit de lagere sociale klasse.
In de VS is dit vaak de vorm van rassenjustitie omdat het land een lange geschiedenis kent van rassenscheiding en racisme.
In Nederland is klassenjustitie minder sterk aanwezig.
Witteboordencriminaliteit wordt minder streng bestraft in verhouding.
hoofdstuk 9
Hoe ver mag de overheid van jou gaan om de rechtsorde te handhaven en de veiligheid te garanderen?
De waarden vrijheid en veiligheid botsen vaak.
Eigenrichting = dat mensen het recht in eigen hand nemen.
Burgerarrest = burgers of particuliere bewaking mogen iemand staande houden als ze zien dat er een misdaad wordt gepleegd.
Het geven van straffen is bedoeld voor:
• Wraak en vergelding. Misdaad mag niet lonen.
• Afschrikking. Als je weet dat je straf krijgt, zul je minder gauw een misdaad plegen.
• Resocialisatie. Met een straf probeert de overheid het gedrag van een crimineel te verbeteren, zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.
• Beveiliging van de samenleving. Een kleine straf geven. Met als bedoeling: in die tijd word het minder gedaan.
Doodstraf in Nederland is officieel afgeschaft in 1870. In het militaire strafrecht en oorlogsstrafrecht was de doodstraf tot 1983 mogelijk. Op 21 maart 1952 vonden de laatste executies plaats. Twee oorlogsmisdadigers werden ter dood gebracht door een executiepeloton.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
W.
W.
heel goed dankjewel
12 jaar geleden
Antwoorden