Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Politieke besluitvorming

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo | 3591 woorden
  • 2 mei 2003
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
24 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Politieke besluitvorming
Hoofdstuk 1
Beleid= het kiezen van doelen en het inzetten van middelen in een bepaalde tijdsvolgorde. 2 aspecten van het beleid - proces van politieke besluitvorming, is de wijze waarop het beid van de overheid tot stand komt. - Politieke besluiten, is de inhoud van het overheidsbeleid. Elke staat heeft een overheid. Een staat is een groep mensen op een bepaald grondgebied die geregeerd worden door een soevereine macht. Een soevereine macht is de hoogste vorm van macht die geen verantwoording aan anderen (buiten de staat) verschuldigd is. De overheid is de drager van de soevereine macht. Kerntaken van de overheid: - De zorg voor openbare orde en de veiligheid. - De zorg (samen met anderen) voor sociaal-economische zaken. - De zorg voor sociaal-culturele zaken. Hoofdstuk 2 Er zijn twee soorten processen voor het verloop van de politieke besluitvorming: Het systeemmodel en het Barrièremodel

Systeemmodel: is een schematische voorstelling van zaken die probeert te verklaren via welke fases een bepaald proces altijd verloopt. Onder invoer (input) verstaan we de eisen en wensen die vanuit de samenleving naar voren worden gebracht. De sluis of poortwachters zijn dus de mensen die de wensen en eisen van de individuen, belangenorganisaties, actiegroepen en politieke partijen aanhoren. Omzetting (conversie): Eisen en wensen van het volk moet worden omgezet worden in politieke besluiten. Deze omzetting verloop in drie fases: 1 Men moet het op de politieke agenda zetten. Dit hangt van een aantal factoren af: Is er sprake van een situatie die door het publiek als onjuist wordt ervaren? Komt de situatie veel voor en of roept die veel emotie op? Is er een oplossing voor? Komen de eisen en wensen langs de sluis en poortwachters. Is er ruimte op de politiek agenda om deze situatie te bespreken? 2 Er moet beleidsvoorbereiding plaatsvinden= het verzemelen van en analyseren van informatie en het formuleren van adviezen over het te voeren beleid. 3 De beleidsbepaling= wat doe je tegen het probleem of er verandert niets aan. De uitvoer (output) is de inhoud van het te uit te voeren beleid. Dat zijn bijvoorbeeld nieuwe wetten. Terugkoppeling (feedback) is de reactie op de het uitgevoerde beleid (de output). Wil de regering en overheid dit weten kunnen ze een beleidsevaluatie organiseren. Hoe een regering op bepaalde situaties reageert, hangt af van aantal dingen: - de kenmerken van de eigen samenleving. - De relaties met andere landen. Een aantal kritiekpunten op het systeemmodel: - het besluitvormingsproces hoeft niet altijd strikt volgens deze drie fases te verlopen. BV dat de voorstellen voor het beleid direct uit de regering of parlement komt. - Het model geeft geen enkel waardeoordeel over de manier waarop de overheid haar rol vervult. Dit zou namelijk ook in een dictatuur kunnen voorkomen - Het model laat niet zien dat er al een hele strijd geleverd kan zijn tijdens de invoerfase. - Het model geeft niet aan wat er gebeurt waarneer de actiegroepen het recht van de overheid om te gaan beslissen gaan bestrijden. Het barrièremodel= het gaat er hierbij om dat er een viertal barrières overwonnen moet worden voordat een wens uit de samenleving uiteindelijk in een concrete daad wordt omgezet. Hoofdstuk 3 Nederland is een democratie, volk regeert. De Nederlandse democratie heeft deze principiële uitgangspunten: - De uiteindelijke macht ligt bij het volk. - Volksvertegenwoordiging is de hoogste macht in het land. - Besluitvorming gebeurt in een democratie altijd met meerderheid van stemmen. - Gelijkwaardigheid van alle mensen die zich in Nederland bevinden. VOLKSDEMOCRATIE WESTERSE DEMOCRATIE ‘regering in het belang
van het volk’ ‘regering door het volk’ Leidende rol voor de
communistische partij Meerdere elkaar beconcurrerende
partijen
Democratisch centralisme pluriformiteit
In het westerse denken is echte democratie allen mogelijk in een rechtsstaat. Een rechtsstaat is een staat waarin alle burgers tegen de willekeur van de overheid beschermd worden Echte democratie kan alleen functioneren waarneer de overheid geen geheimen voor haar burgers heeft waarneer en waarneer de burgers hun mening over de overheid vrij en zonder angst kunnen vormen. Ook in Nederland is er deze rechtsstaatgedachte. Kenmerken van een rechtsstaat: - bestaan van grondrechten - de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht - de openbaarheid van het bestuur - Het legaliteitsbeginsel. Nederland ook wel een representatieve-democratie of indirecte-democratie
Indirecte-democratie. De burgers beslissen mee. Maar ze zijn niet rechtstreeks betrokken bij belangrijke overheidsbeslissingen maar via een gekozen volksvertegenwoordiging, het parlement. Nederland is niet echt representatief want: - de partijen vertegenwoordigen niet op alle beleidspunten de ideeën van hun kiezers. - Een deel van de burgers voelt zich niet vertegenwoordigd door de bestaande politieke partijen. Nederland heeft een parlementair stelsel dat betekent dat een nieuwe regering niet kan regeren zonder het vertrouwen van de volksvertegenwoordiging. (de meerderheid) - koningin staat boven een constitutionele monarchie. Het koninginschap is erfelijk maar de koning is gebonden aan de constitutie (= de grondwet). De koning is een formeel hoofd van de regering de ministers zijn de dienaren. - De regering is verantwoordelijk voor de ministeriele-verantwoordelijkheid betekend dat de regering tegenover het parlement schuldig is voor het doen en laten van de Staatshoofd. Kiesstelsel

Nederland heeft een systeem van evenredige vertegenwoordiging.Dat betekent dat het parlementsleden van 1 partij evenredig is aan het aantal stemmen dat op die partij landelijk is uitgebracht. Er zijn 150 zetels te verdelen. Districtenstelsel
In sommige landen is er districtenstelsel. Het land wordt opgedeeld in een aantal districten. Elk district kan daarbij een of meer vertegenwoordigers naar de volksvertegenwoordiging sturen. Mensen die gekozen willen worden, stellen zich kandidaat in hun eigen district. Voordeel: de volksvertegenwoordigers hebben een duidelijke binding met het district dat ze vertegenwoordigen. Hoofdstuk 4 1848 kwam Thorbecke met een nieuwe grondwet waardoor de ministers verantwoordelijk werden tegenover het parlement. Waardoor de koning zijn recht verloor om het kabinet samen te stellen. Iedereen werd onafhankelijk van de koning. Maar de koning is wel onschendbaar tot op de dag van vandaag, de koning kan niet fouts doen want de ministers zijn hiervoor verantwoordelijk. De koning kan enige invloed uitoefenen bij de kabinetsformaties door zelf de (in)formateur te benoemen. En aan de premier te vertellen dat ze een bepaald besluit niet zal ondertekenen. Regering= de ministers +koning(in) Kabinet = alle ministers
Een regering wordt gevormd op basis van steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. De Franse filosoof Montesquieu kwam met het idee van de Trias Politica, de leer van de machtenscheiding. Hij maakte een onderscheid tussen drie soorten staatsmacht: - de wetgevende macht, volksvertegenwoordiging - de uitvoerende macht, de regering - de rechterlijke macht, onafhankelijke college van rechters
Deze machten moesten onafhankelijk door drie staatsorganen uitgeoefend worden om een te grote machtsconcentratie te verkomen en een betere controle mogelijk te maken. Het parlement
In Nederland bestaat de volksvertegenwoordiging ui twee ‘Kamers’. De belangrijkste is de Tweede Kamer, die minstens om de vier jaar rechtstreeks wordt gekozen door de burgers. In de Tweede Kamer zitten 150 volksvertegenwoordigers. De Eerste Kamer wordt op een indirecte manier door het volk gekozen. Want binnen drie maanden na de verkiezingen van de leden van de Provinciale Staten, kiezen deze de 75 leden van de Eerste Kamer (geldt ook voor 4 jaar). De volksvertegenwoordiging zou volgens de leer van Montesquieu de wetgevende macht moeten bezitten. We hebben al gemerkt dat ons parlement deze macht miet delen met de regering. Maar het parlement heeft wel altijd het laatste woord. Om de taak als mede wetgever goed te kunnenvoldoen heeft het parlement een aantal vis de grondwet geregelde middelen ter beschikking: - Beide kamers hebben het recht wetsvoorstellen te aanvaarden of te verwerpen. - De tweede kamer mag wetsvoorstellen wijzigen (recht van amendement). - De tweede kamer mag zelf wetsvoorstellen indienen ( recht van initiatief). - Beide kamers kunnen de begroting wijzigen en verwerpen. - controlerede functie
Hiervoor heeft ze weer middelen ter beschikking: - Ze kunnen mondeling en schriftelijk vragen stellen aan bewindslieden - Recht van interpellatie dan kan je een minister verhoren - Een motie. Een schriftelijke wens of uitspraak van een van de kamers aan de regering of desbetreffende bewindslied. - Recht van enquête - Lobbyen bij hun ministers - Overleggen met pressiegroepen en ambtenaren - Massamedia als spreekbuis - Ze kunnen eigen partijleden onder druk zetten. - Dreigen met het gebruik van formele middelen. Formele middelen Eerste Kamer Tweede Kamer Formele middelen
Budgetrecht X X Lobby bij ministers

Recht van initiatief X Overleg met pressiegroepen
Recht van amendement X Overleg met ambtenaren
Recht om vragen te stellen X X Inschakelen van massamedia
Recht van interpellatie X X Druk via partij
Recht van enquête X X
Recht om motie in te dienen X X
Hier moet het stukje uit het schrift komen over het dualisme en monisme
Coalities= een samenwerkingsverband van meerdere partijen om zo een meerderheid te krijgen om een regering te vormen. Na de verkiezingen zullen partijen (in de opdracht van de koningin) onder leiding van een informateur (voor het vooronderzoek) of een formateur (voor de definitieve afspraken; de formateur wordt minister president) gaan overleggen met elkaar over de mogelijke samenwerking met en steun aan de nieuwe regering. Als dit eenmaal rond is dan leggen de partijen in een regeerakkoord vast wat ze samen als doel hebben en welke koers ze gaan varen deze partijen samen noemen we regeringspartijen. De partijen die niet deelnemen aan de coalitie noemen we de oppositiepartijen. Hoofdstuk 5 Geen enkele overheid kan zonder ambtenarenapparaat of overheidsbureaucratie ambtenaren zijn werknemers van de overheid die opdrachten van de regering van ministers die ze moeten uitvoeren. Normaal gesproken zouden de ambtenaren op een hiërarchische structuur moeten werken dat betekent dat iedere ambtenaar verantwoording schuldig aan een hogere ambtenaar en die ambtenaar is dan weer verantwoording schuldig aan de ministers. Tegenwoordig is dit niet meer zo de ambtenaren zijn de vierde macht geworden. Want zowel bij de voorbereiding als bij de uitvoering van besluiten kan de invloed van ambtenaren groot zijn

Voordelen: burgers moeten allemaal dezelfde procedures doorlopen. Ze krijgen dus allemaal een gelijke behandeling
Nadelen: veel regels en veel vertraging waardoor inefficiënt en ondoelmatig. Je kunt de ambtenaren moeilijk controleren. Verkokering men werkt tegen elkaar in. Adviesorganen: het kabinet kan beroep doen op adviesorganen die kunnen de ministers adviseren over het te voeren beleid.Twee adviescolleges als voorbeeld: - de Raad van State voorzitter is het staatshoofd. De raad van state moet advies geven over alle wetsvoorstellen, voorstellen tot algemene maatregelen van bestuur en voorstellen tot goedkeuring van verdragen. - De Sociaal Economische Raad dit college is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werknemers, werkgevers en de overheid. De vertegenwoordigers van de overheid worden kroonleden genoemd. De SER adviseert over het sociaal-economische beleid. Planbureaus deze kan de regering ook inzetten het zijn wetenschappelijke instellingen die kennis en inzicht moeten geven voor onderbouwing van het te voeren overheidsbeleid. Twee voorbeelden zijn het CP en het SCP Hoofdstuk 6 5 functies van politieke partijen
1- De communicatiefunctie, door politieke partijen ontstaat er communicatie tussen overheid en burger, gekozenen en kiezers. 2- De selectiefunctie, men gaat doen aan kadervorming is het voorbereiden van leden voor politiek werk zo werf je leden. 3- De integratiefunctie, partijen pikken de wensen op selecteren ze en passen ze aan hen eigen ideeën aan en zetten hun eigen visies erover in hun verkiezingsprogramma of partijbeginsel
4- De participatiefunctie, je zorgt ervoor dat mensen zich gaan interesseren voor de politiek en ze zich erbij betrokken voelen b.V. dmv lezingen
5- De Articulatiefunctie, politieke organen die publieke eisen en wensen in de samenleving naar voren brengen. De rol van de massamedia, ook de massamedia speel een grote rol tussen de communicatie van burger en overheid. Ook zij hebben 5 functies: 1- De informatiefunctie, ze geven de burger informatie over het overheidsbeleid. 2- De opiniërende functie, Ze wordt gebruikt door politici om standpunten aan de burger door te geven en door burgers om standpunten aan de politici door te geven. 3- De commentaarfunctie, dmv van commentaar op de politici of over ontwikkelingen in de politiek zet je mensen aan het denken. 4- De controlefunctie, ze kunnen de politiek door deskundige specialisten laten volgen. Door zelf op onderzoek te gaan kunnen ze controleren of politici juiste informatie verschaffen. 5- De agendafunctie. Als een probleem in de samenleving veel aandacht van de massamedia krijgt is het vaak zo dat dit probleem op de politiek agenda komt te staan. Hoofdstuk 7 De grondwet geeft de burgers twee soorten rechten om deel te kunnen nemen aan het proces van politieke besluitvorming. - ze kunnen indirect invloed uitoefenen door zijn kiesrecht. Actief en passief. - De grondwet geeft de burgers een aantal rechten waardoor zij in staat zijn voor hun belangen bij de politieke machthebbers op te komen en kritisch te volgen
Politieke participatie: 1- electorale participatie: de burger kan gaan stemmen. 2- Conventionele vormen van participatie, burgers kunnen deelnemen aan politieke partijen pressiegroepen belangenorganisaties, ze kunnen deelnemen aan hoorzittingen en ze kunnen politici brieven sturen. 3- Protestparticipatie
Waarom iemand zich wel bezig moet houden met de politiek: - een mens is een sociaal wezen je geeft een stukje macht uit handen als je niet deelneemt aan het proces van politieke besluitvorming. - Je komt op voor je eigen belangen - Je hebt geen invloed op de politiek agenda

Oorzaken voor het niet deelnemen aan het proces van politieke besluitvorming: - Onwetendheid en onbekendheid - De dreiging die uitgaat van het meedoen aan politieke partijen - Het idee dat politiek toch nutteloos is - Gebrek aan stimulansen - Tevredenheid met de gang van zaken
Reden van verschil in het deelnemen aan het proces van politieke besluitvorming: - de leeftijd - de sekse - het sociale milieu waarin je leeft - het opleidingsniveau Hoofdstuk 8 De rol van verschillende groeperingen bij het proces van politieke besluitvorming. De burger kan zich aansluiten bij een pressiegroep dat zijn groeperingen die geen politieke partij of publiekrechtig orgaan (DE SER)zijn en die op basis van gemeenschappelijke belangen en/of uitgangspunten politieke invloed trachten uit te oefenen. 2 soorten pressiegroepen: 1- belangenorganisaties
2- actiegroepen
Belangenorganisaties: Belangenorganisaties zijn organisaties die speciaal zijn opgericht om de belangen van bepaalde groepen mensen te behartigen. Denk hierbij aan vakbonden, de ANWB en de Consumentenbond. De organisaties zijn meestal goed georganiseerd het zijn bijna professionele bureaucratische organisaties. De leden zijn vaak niet in staat op een individuele op een effectieve manier voor hun belangen op te komen. Vaak hebben deze organisaties meerdere doelen ze zijn dus blijvend. Actiegroepen: Actiegroepen zijn organisaties of groepen burgers die zich gedurende een bepaalde tijd zich inzetten voor een bepaald belang. Als dit doel is behaald dan houd de organisatie op met te bestaan. Deze organisaties zin door hun korte bestaan vaak niet structureel georganiseerd. Vaak wordt het werk binnen deze organisaties gedaan door vrijwilligers. Sociale beweging: Soms hebben actiegroepen en belangenorganisaties de zelfde doelen ieder heeft dan wel zijn eigen strategie en organisatie. Als verschillende groeperingen eenzelfde doel hebben dan noemen we ze een sociale beweging denk hierbij aan de vrouwenbeweging, milieubeweging en de derdewereld beweging. Verschil tussen pressiegroepen en politieke partijen: Politieke partijen houden zich bezig met de gehele samenleving. Pressiegroepen niet. Een politieke partij moet overal een oordeel over hebben., ze zijn betrokken bij alle vraagstukken. Pressiegroepen komen alleen op voor deelbelangen. Politieke partijen proberen macht te krijgen via verkiezingen pressiegroepen proberen allen invloed uit te oefenen op de machthebbers. Er zijn wel politieke partijen die zich allen richten op beleidsonderdeel dat noemen we one-issue-partijen. Denk hierbij aan de groene partijen
Pressiegroepen willen de politieke besluitvorming beïnvloeden om een goede strategie te bepalen moeten ze een aantal dingen bepalen - wat wordt beoogd met de actie? De belangen moeten zo duidelijk moegelijk zijn. - Op wie is de beïnvloeding gericht? - Welke beinvloedingsmogelijkheden heeft de pressiegroep? Hoe kan je het politieke besluitvormingproces beïnvloeden? De kans van succes van een actie hangt af van de macht die een pressiegroep heeft. Macht is het vermogen om jouw wil aan anderen op te leggen, desnoods tegen die wil van een ander. Politieke macht is dan het vermogen om politiek besluitvorming effectief mede te bepalen. - macht kan gebaseerd zijn op de wet. - Samen sterk - Kennis is macht - De mogelijkheid om geweld te gebruiken levert macht op - Charismatische macht - Een belangrijke machtsfactor is het bezetten van sleutelposities bij de overheid, maatschappelijke organisaties en bedrijfsleven. Visies op de verdeling van macht in de samenleving: - de klassieke democratietheorie: gaat er vanuit dat de macht in een democratische samenleving in handen is van politieke functionarissen die de macht hebben gekregen via de verkiezingen. Onze grondwet verantwoordt deze visie. Alle politieke machthebbers die erin voorkomen worden, hebben hun macht direct of indirect gekregen via verkiezingen. - De pluralismetheorie: gaat er vanuit dat de werkelijke macht gespreis is over de samenleving. Op elk gebied zijn er weer andere machthebbers iedereen heeft wel macht via actiegroepen enz. Niemands macht is doorslaggevend Hoofdstuk 9. Bezwaren op het democratische gehalte van ons politiek systeem: - kiezers kunnen geen rechtstreekse invloed uitoefenen op het kiezen van een minister president en op de vorming van een kabinet. Want een verkiezingsuitslag levert nooit een meerderheid op. - De kiezers hebben geen mogelijkheid om, tussen twee verkiezingen in, uitspraken te doen over het te voeren beleid. - De invloed van het parlement op regering en ambtenarenapparaat is beperkt - Er kan een tegenstelling ontstaan tussen wat het parlement in een bepaald geval wil en wat grote groepen van bevolking willen. - Voor nieuwe situaties worden nieuwe termen bedacht. - De afstand tussen kiezers en gekozenen is groot. Bezwaren op de efficiëntie van ons politiek systeem: - de bureaucratie zorgt voor vertraging - het feit dat wetgeving altijd door twee kamers moet werkt ook vertragend. - Het beleid is erg ondoorzichtig geworden door het bestaan van een zeer uitgebreide regelgeving. Andere problemen: - Soms is de samenleving verdeeld over een bepaalde kwestie grondig verdeeld. - Bijna geen enkele politieke wens kan worden gerealiseerd zonder dat hij geld kost. - Het beleid wordt vaak te veel in een gesloten circuit gemaakt. Een aantal ideeën voor de verbetering of tegengaan van al deze problemen: - een referendum (volksraadpleging) - formateur laten kiezen door het volk - een gekozen burgemeester zou de burger meer invloed geven op de lokale politiek - districtenstelsel - afschaffing van de eerste kamer zou de wetgevingsprocedure kunnen versnellen. - Een kiesdrempel= een minimum aantal stemmen om in de kamer terecht te mogen komen Hoofdstuk 10 Politieke cultuur: in de samenleving bestaan er veel verschillende opvattingen,normen, waarden, houdingen en verwachtingen ten aanzien van de politiek dit noemen we dan de politieke cultuur. Een politieke cultuur bevat drie elementen: - De politieke culturen en de omgangsregels van factoren die in deze structuren een rol vervullen. - Het politieke proces, denk BV aan het vertrouwen interesse enz - De inhoud van het overheidsbeleid. Ideologieën: zijn de allesomvattende maatschappijvisies. Uitspraken die deel uitmaken van een ideologie gaan over: - belangrijke waarden en normen die voor de hele samenleving zouden moeten gelden. - De gewenste sociaal economische orde van een samenleving - De gewenste machtsverdeling in een samenleving

Functies van ideologieën: - Ideologieën proberen een verklaring te geven voor de werkelijkheid. - Ideologieën bieden aan individuen en groepen houvast voor hun handelen - Ideologieën legitimeren politiek handelen. Politieke stroming= een groepering van mensen men ongeveer dezelfde politieke opvattingen. Verschillende punten waarvan een politieke partij verschilt van een andere partij - conservatief – progressief - links – rechts - confessioneel – niet confessioneel - wel – niet gebaseerd op een ideologie - op basis van verschillende ideologieën - of 1 ideologie
De liberale visie: - Vrijheid, onafhankelijkheid van de staat. - Vrijheid betekent hier individuele vrijheid. - Het individu staat centraal. - Ze willen een rechtsstaat ( = een staat die politieke grondrechten van burgers respecteert). - De staat moet zich zo min mogelijk bezighouden met de economie - particulier initiatief. Niet de staat moet initiatieven nemen, maar de burger. Als de burgers zelf initiatieven nemen, zijn ze beter gemotiveerd, waardoor sneller succes. VVD
CDA
De sociaal-democratische visie: - gemeenschap is belangrijker dan individu. Want wie niet sterk genoeg is zal dan noodzakelijkerwijs het onderspit delven. - Intensieve overheidsbemoeienis op sociaal-economisch terrein. - Gelijkwaardigheid bevorderen - Democratisering
PVDA
De christen-democratische visie: - Christelijk geloof als inspiratiebron - De verantwoordelijke samenleving alle groepen in de samenleving dienen met elkaar samen te werken en elkaar moeten steunen (= solidariteit). - Gespreide verantwoordelijkheid, zowel burger als overheid is verantwoordelijk over de gang van zaken - Rentmeesterschap dat is iemand die het beheer over de bezittingen van zijn meester voert en verantwoordelijkheid voor dat bezit draagt. - De rol van de overheid moet groter zijn dan is de visie van de liberalen maar kleiner dan de rol in de visie van de sociaal democraten
CDA
De communistische visie: - het gemeenschappelijke is belangrijker dan het individuele. - Ze gaan uit van klassenstrijd - Staat heeft een grote rol
CPN
De rechts-extremistische visie: - verzet zich tegen de democratie - ze keuren het gelijkwaardige af - centraal leiderschap. alleen een sterke leider kan alle ellende in een land bestijden. - Nationalisme. Allen het eigen land en volk eerst de rest van de wereld telt niet mee. - Geweld wordt gezien een middel om idealen te behalen
CP

CD
De ecologische visie: - het milieu staat centraal - ecologische waarden moeten belangrijker zijn dan de economische waarden - via mentaliteitsveranderingen en via overheidsmaatregelen moet de samenleving overstappen op kleinschalige milieuvriendelijke productieprocessen - de werking van het marktmechanisme moet beperkt worden
Groenlinks
De orthodox-christelijke visie: - bijbel als grondslag voor het politiek handelen. SGP GVP RPF
De pragmatische visie: - pragmatisme staat voorop. Ze gaan niet uit van vast omschreven punten maar ze bekijken elk probleem op zich
D’66

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.