Examen Maatschappijleer – Mens en Werk
Materiele functie van werk: - inkomen - het kunnen voorzien in het eigen levensonderhoud en dat van het gezin
immateriële functie van werk: - mogelijkheid tot verdere zelfontplooiing - het ontwikkelen van zelfrespect - het opdoen van sociale contacten - het verkrijgen van maatschappelijk aanzien
sociale status: maatschappelijk aanzien
sociale positie: plaats die iemand inneemt binnen de sociale structuur
factoren waarvan maatschappelijk aanzien van afhankelijk is: - onderscheid in hoofd- en handenarbeid - de verantwoordelijkheid die het werk vereist - de afwisseling die het werk biedt - de mogelijkheden tot ontplooiing - de mogelijkheden tot het opdoen van sociale contacten
factoren die te maken hebben met ‘de opbrengst’ van het werk: - het inkomen - de macht die door de baan uitgeoefend kan worden - de sociale positie en de daardoor bepaalde status
andere factoren: - de wet van vraag en aanbod, moeilijk mensen krijgen->beroep stijgt in aanzien - de traditie
wat vinden mensen belangrijk in werk: - primaire arbeidsvoorwaarden (loon, arbeidstijd) - secundaire arbeidsvoorwaarden (voordeeltjes, auto’s) - arbeidsinhoud (wat voor werk is het) - arbeidsverhoudingen (hoe iedereen met elkaar omgaat) - arbeidsomstandigheden (fysiek, psychisch) - arbeidsorganisatie (manier van verdeling van de arbeid)
Plato: afschuw voor betaalde arbeid, werken is voor slaven en vreemdelingen
Aristoteles: arbeid verlaagt de mens, door werk werd mens van deugd afgehouden, belangrijkste deugd is vrijheid
Middeleeuwen: alleen onderlaag van de bevolking werkt. Handwerk, handel en betaalde diensten werden gezien als minderwaardige bezigheden.
Thomas van Aquino: arbeid als middel om mee te werken aan de opbouw van de christelijke samenleving.
Luther en Calvijn: verzetten zich tegen uitspraken uit de ME. Luther:Ieder mens was door god geroepen tot het verrichten van arbeid in de wereld. Calvijn: beschouwde arbeid als het instrument om God eer te bewijzen
Thomas More: arbeid is een wezenlijke activiteit voor mens en samenleving, arbeid geeft zin aan het leven.
Claude-Henri de Saint-Simon: arbeid is de bron van alle deugden
Marx: arbeid is een wezenlijke activiteit voor mens en samenleving
Loondienst: het verkopen van arbeid in ruil voor een loon, waarbij de arbeider zelf de zeggenschap over de arbeid verliest (rang van de slaven)
3 opvattingen over het arbeidsethos (de waardering van werk): - de opvatting dat arbeid een plicht is (vooral in christelijk denken) - arbeid kan geen plicht zijn, als gevolg van structurele werkloosheid - arbeid is een recht
sociale partners: - werknemers - werkgevers - overheid
belangen van werknemers: - arbeidsvoorwaarden - arbeidsinhoud - arbeidsverhoudingen (medezeggenschap) - arbeidsomstandigheden: - algemene belangen (sociale zekerheid)
vakbond: belangenorganisatie van werknemers in een bepaalde bedrijfstak of van werknemers met een bepaald beroep
bedrijfstak: alle ondernemingen die zich op eenzelfde wijze met eenzelfde product bezighouden.
Vakcentrale: overkoepelende organisatie die probeert het beleid van de afzonderlijke aangesloten bonden te coördineren. (FNV, CNV)
Werkwijze van de vakbeweging: - collectieve belangenbehartiging op gebied van arbeidsvoorwaarden - collectieve belangenbehartiging op gebied van arbeidsomstandigheden - belangen van individuele leden behartigen - belangen die ze met werkgevers gemeenschappelijk hebben - vakbonden proberen een maatschappijvisie te ontwikkelen waarin andere zaken dan directe werknemersbelangen een plaats kunnen krijgen
middelen van een vakbeweging: - overleg en onderhandelingen - lobby - gerechtelijke procedure - prikactie - staking - bedrijfsbezetting
centraal akkoord: verzameling afspraken die voor alle berdrijven in ons land zouden moeten gelden
harmoniedenken: overleg, nadruk op gemeenschappelijke belangen van werknemers en werkgevers
transactiedenken: ‘zaken doen’, ‘voor wat, hoort wat’.
Conflictdenken: gaat ervan uit dat werknemers en werkgevers tegengestelde belangen hebben
Staking: - moet georganiseerd zijn door een vakbond (anders: wilde staking) - de vakbonden moeten alle wettelijke middelen hebben aangewend - de gevolgen van de staking mogen niet onevenredig groot zijn in verhouding tot het doel van de staking
wanprestatie: als een werknemer deelneemt aan een onwettige staking
overige middelen van de bonden: - bij een conflict tussen werknemer en werkgever kunnen ze een belangrijke rol spelen - vakbonden moeten de belangen van de werknemers regelmatig bepleiten bij de politieke partijen - vakbonden maken gebruik van de mogelijkheid om hun belangen via lobbyen te bepleiten.
De succesvolle actie:
- het functioneren van de vakbond zelf:
o organisatiegraad
o actiebereidheid van de leden
o eensgezindheid binnen de bonden
- het politieke klimaat
- de economische structuur in een land
- de economische conjunctuur
ondernemingsraden mogen meepraten over: - overdracht van de zeggenschap van de onderneming en het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met andere ondernemingen - belangrijke inkrimping, uitbreiding of wijzigingen in de werkzaamheden - belangrijke wijziging in de organisatie van de onderneming - het doen van grote investeringen of het aantrekken van belangrijke kredieten
belangen van de werkgevers: - continuering van het bedrijf - lage bedrijfskosten - werkwillige, bekwame en geschoolde werknemers - lage belastingen - geringe concurrentie
werkgeversorganisaties: belangenorganisaties (VNO, NCW, KNBTB, NCBTB, MKB)
middelen van werkgevers: - overleg en onderhandeling - doen/nalaten van investeringen - ontslag - vestigingsbeleid - lobby - gerechtelijke procedure
factoren of de belangenbehartiging van werkgevers succesvol zijn: - mate van organisatie en eensgezindheid van de werkgevers - politieke klimaat - economische structuur - economische conjunctuur
rollen van de overheid: - de overheid is zelf werkgever - de overheid is regelgever en initiator - de overheid is overlegpartner van de werknemers en werkgevers
terreinen waarop de overheid actief is: - werkgelegenheidsbeleid - arbeidsomstandigheden - arbeidsvoorwaarden - sociale wetgeving - emancipatiebeleid
maatregelen van de overheid: - investeringen subsidiëren - stimuleren van research - aanleggen van infrastructurele werken - gunstige belastingmaatregelen - onderwijs: scholing en omscholing
ARBO-wet: in deze wet worden werkgevers en werknemers beiden verantwoordelijk gesteld voor veiligheid, gezondheid en welzijn in het bedrijf
Wet op de Ondernemingsraden (WOR): democratisering van het bedrijfsleven
Democratisering: het streven naar een situatie waarin de zeggenschap over de productie en arbeidsomstandigheden zo gelijk mogelijk is verdeeld over iedereen
Belangrijke elementen van de WOR: - de ondernemingsraad moet een overlegorgaan zijn waarin werknemers voor hun belangen in het bedrijfsleven kunnen opkomen - de ondernemingsraad moet medeverantwoordelijk zijn voor het functioneren van de onderneming
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden