Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Massamedia paragraaf 1

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 3e klas havo | 979 woorden
  • 9 februari 2009
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
1. Socialisatie en Cultuur

Cultuur

Onder cultuur verstaan we alle waarden ,normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep of samenleving met elkaar gemeen hebben en dus vanzelfsprekend beschouwen. Bijv verkleed over straat gaan en beleefd zijn tegen ouderen en ons aan verkeersregels houden. Cultuur staat tegen over natuur, datgene wat aangeboren is.
Het gedrag van mensen is altijd een combinatie van beide; het is aangeboren en aangeleerd.

Normen en waarden

Waar normen en waarden verschillen kunnen conflicten ontstaan. Naast Normen (gedragsregels) en Waarden (principes) zijn er nog vele andere cultuurkenmerken, zoals kennis, gewoonten, opvattingen, kunst, sport, symbolen en feestdagen. Wezenlijke kenmerken zoals het verbod op geweld blijven staan maar veel opvattingen zoals kleding, omgangsvormen en vrijetijdsbesteding veranderen steeds: cultuur is dynamisch.

Mensen met een gemeenschappelijke cultuur vormen samen een cultuurgroep. Vanwege verscheidenheid aan cultuurgroepen is Nederland een multiculturele samenleving geworden. Niet alle culturen in een samenleving zijn even sterk. We spreken van een dominante cultuur als een cultuur gedragen wordt door een groep die binnen een samenleving overheersend is.

Subculturen

Naast de dominante culturen komen in een samenleving talloze andere culturen voor: de subculturen. We spreken van een subcultuur wanneer binnen een groep waarden, normen en andere cultuurkenmerken op bepaalde onderdelen afwijken van de dominante cultuur. Een subcultuur hoeft niet tegenstrijdig te zijn met de dominante cultuur. Dat is wel het geval bij de tegencultuur. Deze wordt gedragen door mensen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of daar een bedreiging voor vormen. In de jaren 70 waren dit de feministes. Zij eiste meer rechten voor vrouwen. In onze tijd zou je de antiglobalisten een vb van een tegencultuur kunnen noemen.

Bedrijven ontwikkelen vaak een eigen cultuur. De bedrijfscultuur bestaat uit alle waarden, normen en gewoonten die er in een bedrijf gelden.

Samenlevingen

multiculturele samenleving: een maatschappij waar verschillende etnische groepen elk met een eigen cultuur met elkaar samenleven. Leven in een multiculturele samenleving betekent dat mensen een manier moeten vinden om met elkaars cultuur om te gaan. De meeste etnische subculturen intergreren in de Nederlandse samenleving, dat wil zeggen dat zij een deel van de dominate cultuur overnemen maar voor een deel ook hun eigen cultuur behouden.

Denken en doen

Cultuur geeft richting aan het denken en doen van mensen. Het vormt een gedragsregulerend kader: enerzijds biedt cultuur mogelijkheden om met andere te communiceren, anderzijds legt cultuur ook beperkingen op aan het gedrag: de cultuur geeft aan welk gedrag wel of niet aanvaardbaar is. De belangrijkste kenmerken van een cultuur worden telkens aan nieuwe leden overgedragen, zoals aan kinderen, aan immigranten, aan de leerlingen van een school of aan werknemers van een bedrijf. Dit proces verloopt via socialisatie, sociale controle en internalisatie.
Socialisatie is het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. Het doel van socialisatie is aanpassing van het individu aan zijn omgeving, maar ook in de instandhouding en continuering van de cultuur over een periode van vele jaren. Socialisatie zorgt ervoor dat het leven in een samenleving geordend kan verlopen. Vb kinderen leren eerst spreken en lopen en later eten met mes en vork, fietsen en beleefdheidsvormen. Naarmate je meer normen en waarden aanneemt, ontwikkel je een eigen persoonlijkheid.

Socialiserende instituties: instellingen, organisaties en overige collectieve gedragspatronen waarmee de cultuuroverdracht in een samenleving plaatsvindt. Onder collectieve gedragspatronen verstaan we gemeenschappelijke gebeurtenissen als carnaval, Prinsjesdag, Kerstmis, ramadan, het vrije weekend, verkiezingen, Koninginnedag en dodenherdenking. We onderscheiden de volgende socialiserende instituties:
- het Gezin. Vanaf de geboorte leren kinderen allerlei gedragingen. Naarmate het ouder wordt verandert de manier van socialisatie en gaat het steeds minder om het imiteren en steeds meer om de ontwikkeling naar zelfstandigheid
- de school. Kinderen leren hier discipline. Verder leren ze taken te verrichten binnen een bepaalde tijdsduur en worden hun prestaties beoordeeld. Ook leren ze om samen te werken.
- Het werk. Hier moet je prestatie leveren. Verder bepaald het werk heel strikt je leefritme.
- Maatschappelijke groepering. Zoals sportclubs en geloofsinrichting. Mensen leren zich gedragen naar de normen en waarden van vooral geloofsinrichtingen.
- De overheid. In onze maatschappij gelden talloze regels. De overheid heeft deze regels vertaald in wetten.
- De vriendenkring. Mensen hechten grote waarde aan vriendschap en iedereen heeft wel enkele goede vrienden. Binnen de affectiviteit in deze relaties zijn mensen vaak bereid gedachten en gedragingen van elkaar over te nemen.
- De media. Tv, kranten, films, affiches en boeken beïnvloeden ook het gedrag van de mensen.

Sociale controle

Sociale controle is de wijze waarop mensen andere mensen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. Het zorgt ervoor dat het socialisatieproces goed verloopt, en dat mensen zich niet onmaatschappelijk gedragen.
We noemen sociale controle formeel wanneer deze gebaseerd is op geschreven regels. Dat kunnen wetten zijn, maar ook vb het reglement van een sportclub of het arbeidscontract van een werknemer bij een bedrijf. Als het gaat om beleefdheidsvormen en andere ongeschreven regels, spreken we van informele sociale controle. Sociale controle vindt vaak plaats in de vorm van sancties, waarmee mensen ervoor zorgen dat andere zich gedragen naar de geldende formele en informele normen. Deze kunnen een positief en negatief karakter hebben nl beloningen en straffen. Zo komen we op 4 vormen van maatregelen:
- Formele positieve sancties; zoals koninklijke onderscheiding, een diploma of een promotie

- Formele negatieve sancties; zoals strafwerk, een boete of een gevangenisstraf
- Informele positieve sancties; zoals een compliment, een fooi of een applaus na een voorstelling
- Informele negatieve sancties; zoals een kind dat naar zijn kamer wordt gestuurd of een popgroep uitfluiten na een slecht concert.

Het doel van socialisatie en sociale controle is bereikt, wanneer er internalisatie van de cultuur plaatsvindt. Hiermee wordt bedoeld dat mensen zich soms aspecten van hun cultuurgroep zo eigen hebben gemaakt, dat zij zich automatisch gaan gedragen zoals de groep dat van hen verwacht. Vb zindelijkheid is geïnternaliseerd. Socialisatie en internalisatie vinden ook vaak plaats doordat kinderen het gedrag van hun ouders imiteren.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.