Maatschappijleer. Samenvatting hoofdstuk3
1)No taxation without representation. Overlegorganen die rijke mannen vertegenwoordigen, parlement
Volksoevereiniteit: de politieke macht is afgeleid van het volken en wordt uitgeoefend namens het volk. De regering moet verantwoording afleggen aan het volk en niet meer aan de koning of god.
Twee basis elementen democratie:
- Alle volwassen inwoners kunnen door middel van algemeen kiesrecht invloed uitoefenen op de besluitvorming
- Een aantal grondrechten is gewaarborgd om in vrijheid die invloed te kunnen uitoefenen. Een democratie kan alleen functioneren als er ook sprake is van een rechtstaat.
Besluit alleen democratisch als aan de centrale waarden van gelijkheid en vrijheid is voldaan
Gelijkheid: alle burgers hebben gelijke rechten en er mag niet gediscrimineerd worden
Vrijheid: de burgers moeten hun eigen leven kunnen inrichten zoals zij dat willen. Zolang zij daarmee de vrijheid van andere burgers niet schaden mag de overheid die vrijheid niet beperken.
Democratie gaat uit van een gematigd positief mensbeeld.
Belangrijkste kenmerken democratie:
- Algemeen kiesrecht
- Regelmatige verkiezingen
- Vrijheid van meningsuiting (zijn wel grenzen)
- Vrijheid van vereniging en vergadering
- Machtscheiding
Directe democratie: alle burgers rechtstreeks meepraten en beslissen
Parlementair stelsel: kiest de bevolking alleen het parlement rechtstreeks.
Referendum: af en toe rechtstreeks stemmen en meebeslissen over een besluit
Presidentieel stelsel: bevolking kiest rechtstreeks een parlement en een president
Dictatuur: burgers weinig rechten en veel plichten.
Totalitaire dictatuur: als een dictatuur ieders privé leven scherp in de gaten houd en kinderen aanzet om hun ouders aan te geven.
De kans dat de democratie goed gaat is groot als:
- Als er sprake is van een gunstige sociaaleconomische ontwikkeling
- Als er een zekere mate van sociaaleconomische gelijkheid bestaat.
- Als er sprake is van een democratisch politieke cultuur. Ook tolerantie is belangrijk. Mensen moeten de ruimte geven aan meningen waarmee ze het niet eens zijn.
- Burgers hebben zicht verenigd in organisaties op grond van ideeën of belangen. Via deze groepen kunnen de burgers ook buiten de verkiezingen macht uitoefenen op de politiek.
- Militairen geen invloed hebben op de politiek
- Als de staat goed functioneert, goede diensten verleent en niet teveel belangen van een groep behartigt
- Als er geen hevige conflicten zijn tussen etnische groepen of mensen van verschillende godsdiensten
Soms moeilijk besluiten democratisch te nemen als een paar deelnemers:
- Veel meer geld hebben dan de anderen
- Anderen snel de mond snoeren of kleineren
- Groot en sterk zijn en met messen rondlopen die ze af en toe dreingent laten zien
2)mensen met dezelfde ideologie vormen een politieke stroming
Politieke partij is een georganiseerde groep mensen die:
- Ideeën over alle belangrijke beleidsterreinen. Die ideeën worden samen genoemd in het programma.
- Kandidaten stelt bij de verkiezingen
Linkse partijen willen dat de overheid ingrijpt op de sociale ongelijkheid te verminderen
Rechtse partijen vreest dat de vrijheid in gevaar komt als de overheid zich te veel met de sociaaleconomische zaken bemoeit.
Van links naar rechts: communisme, socialisme, christendemocratie, liberalisme, fascisme.
Communisme: gelijkheid centraal
Kapitalistische maatschappij leid tot grote sociale ongelijkheid.
Communistische bewegingen leiden vaak tot een eenpartijdictatuur.
Fascisme voelt zich bedriegt door: maatschappelijke veranderingen en vreemde groepen.
Duitse variant hiervan is nationaalsocialisme.
Liberalisme: hecht aan vrijheid
Socialisme: zonder bescherming arbeiders zijn er geen gelijke kansen voor iedereen op onderwijs en werk.
Christendemocratie: het goed functioneren van de staat is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van iedereen. Solidariteit. Gezin is de hoeksteen van de samenleving.
Populisme:men doet een beroep op het volk tegen de gevestigde machten en pretendeert namens het volk te spreken.
Single-issuepartijen: richten zich alleen op een aspect.
3)Elke 4 jaar kunnen Nederlanders rechtstreeks stemmen voor:
- De tweede kamer
- Provinciale staten
- De gemeenteraad
- Deel gemeente raden voor wijken van grote steden.
- Eens in de 5 jaar het europees parlement.
Eerste kamer word indirect gekozen.
Actief kiesrecht: mensen die mogen kiezen
Passief kiesrecht: dat je gekozen mag worden.
Zwevende kiezers: bepalen per verkiezing wat ze stemmen.
Sinds 1971 zijn kiezers niet meer verplicht om naar het stem bureau te gaan.
Evenredige vertegenwoordiging: het aantal zetels is evenredig aan het aantal stemmen.
Districtenstelsel: land verdeeld in districten, ieder district kiest een afgevaardigde van het parlement.
Twee soorten districten stelsels: in een stelsel is de kanidaat die het hoogste aantal stemmen haalt meteen gekozen in een ander stelsel ben je de eerste ronde alleen gekozen als je de absolute meerderheid van de stemmen haalt.
Soms bij evenredige evenredige vertegenwoordiging een kiesdrempel dat je eerst een bepaald aantal van de stemmen moet halen om in de kamer te komen.
4)constitutionele monarchie: de bevoegdheden van de koning staan in de grondwet.
Degelijks bestuur van Nederland
- Regering: 1. Vijftien ministers
2. koningin
- Kabinet:
1.ministers
- Ministerraad:
1.ministers
2. vijftien staatssecretarissen.
Staatsecretarissen: onderministers die verantwoordelijk zijn voor een deel van het beleidsterrein van de minister
Koningin stelt informateur aan: die moet onderzoeken welke regering mogelijk is.
Stelt ook formateur aan: die vormt een nieuw kabinet, verdeelt de minister posten over de deelnemende partijen en zorgt dat die posten worden bemest.
Coalitie: regering die uit meerdere partijen bestaat.
Plannen voor 4 jaar staan in een regeerakkoord.
Tweedekamer/statengeneraal: 150 direct gekozen leden
Eerste kamer/senaat: 75 indirect gekozen leden
Nederland kent een duidelijk onderscheid tussen regering en parlement.
Kamerleden mogen geen lid zijn van het parlement, scheidslijn tussen regeringspartijen en oppositie partijen.
De leden van de tweede kamer van een partij worden een fractie genoemd. Fractie word geleid door fractie voorzitter.
Andere Kamerleden fractie specialisten.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden