hoofdstuk 1
Paragraaf 1.1:
belangen
is het voordeel dat iemand ergens bij heeft
je wordt er beter van
-
- Macht
- Aanzien
- Tijd
- Informatie
- Geld
Waarden:
uitgangspunt dat mensen belangrijk vinden
Waarden bestaat altijd uit 1 woord
Belang |
Waarde |
Voordeel |
Ideaal |
Gericht op korte(re) termijn |
Gericht op lange(re) termijn |
Gericht op vergroten van het eigen geluk |
Gericht op het vergroten |
Overheid en 3 kernwaarden
Vrijheid,
Gelijkwaardigheid,
Solidariteit
dilemma:
lastige keuze tussen 2 zaken die niet samen kunnen gaan
1.2
Actoren:
personen of groep die actief betrokken is bij maatschappelijk probleem
Awsb-schema
Actor <> Actor
standpunt <> standpunt
waarde <> waarde
belang <> belang
Maatschappelijk probleem
- er zijn veel mensen bij betrokken
- er zijn verschillende meningen over de oorzaak en/of de oplossing van het probleem
- het probleem krijgt veel media aandacht
- de betrokken actoren kunnen het probleem niet zonder hulp van de overheid oplossen
1.3
Maatschappelijke problemen oplossen:
Debat:
discussie met kritisch denken
Strijd:
Met geweld/dwang
Escalatieladder
Strijd
oorlog
terrorisme
aanslag
gijzeling
geweldloos verzet
staking
overleg
debat
verschillende ideeën, maar ‘vaste combinaties’
- Ideologie: samenhangend geheel van denkbeelden over het maatschappelijk geluk
Links |
Rechts |
Gedrag: afhankelijk van omstandigheden |
Gedrag: gevolg van eigen keuzes |
-> gelijkheid/eerlijke kansen |
Vrijheid -> |
Grote overheid |
Eigen verantwoordelijkheid |
Kleine overheid |
|
Kansengelijkheid |
Keuzevrijheid |
Hoofdstuk 2
2.2 Linkse ideologieën:
activisme vs. extremisme:
centrale vraag: hoe willen zijn hun doel (gelijkheid) bereiken?:
Activisten:
- doelen op democratische wijze realiseren
- Verkiezingen, demonstraties
- Radicaal
Extremisten:
- Doelen op niet-democratische wijze realiseren
- geweld, bedreigingen
- extreme ideologieën
Extreemlinks |
links |
midden |
rechts |
Extreemrechts |
Anarchisme Communisme |
Socialisme/ Sociaaldemocratie |
liberaal |
conservatisme |
Fascisme/Nazisme |
Anarchisme
: tegen ongelijke verdeling van macht en voor gelijke verdeling van macht
Communisme:
tegen ongelijke verdeling van bezit/rijkdom
ze vinden allebei rechtvaardig om geweld te gebruiken
Socialisme en sociaaldemocratie:
overeenkomt
: Gelijkheid dmv debat en actie (dus geen geweld)
Gelijke rechten voor achtergestelden --> emancipatie
Verschil:
socialisten:
gelijke verdeling geld/bezit
Sociaaldemocraten:
kansengelijkheid 6
‘links’ liberalisme
- persoonlijke vrijheid
- mensen mogen hun eigen leven inrichten
- ook wel ‘progressief’ genoemd
2.3 Rechtse ideologieën:
‘rechtse’liberalisme
- ‘ŕechtse’ liberalisme: economische vrijheid
- marktwerking
- weinig
grondwet: belangrijkste wet van ons land met onze belangrijkste grondrechten
Conservatisme:
- Behoudend
- ‘eigen’, dominante cultuur voorop
- Tradities
- Sociale instituties
gewoontes en structuren die helpen bij het organiseren van belangrijke zaken, zoals het gezin, school
Nazisme
(nationaal socialisme)
Verheerlijking van ‘eigen ras’, andere rassen moeten worden uitgeroeid
Fascisme
Verheerlijking van eigen cultuur/volk
Mogelijkheid voor anderen tot volledige aanpassing
Confessionalisme
- Gebaseerd op geloof
Christelijk geloof: christendemocratie
- Waarden:
-Naastenliefde
-Rentmeesterschap
-Gespreide verantwoordelijkheid
sociale grondrechten
: rechten waarbij de overheid een actieve taak heeft om te zorgen voor het welzijn van mensen. De overheid moet zich inspannen.
maatregelen
:
participatiesamenleving
: samenleving waarin burgers meer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar.
Driehoek
: 4 groepen die een rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke problemen.
Overheid
: vervult rol in de driehoek
gemeenschappen (bv gezin of de buurt)
: vervullen rol in de driehoek
markt
: het bedrijfsleven vervullen rol in de driehoek
maatschappelijk middenveld: actiegroepen, doelen, vakbonden. proberen invloed op besluit uit te oefenen, zonder winstoogmerk
Hoofdstuk 3:
Verzorgingsstaat:
Verzorgingsstaat: een samenleving waarin de overheid burgers helpt te voorzien in hun basisbehoeften
Welzijnsdilemma
Hoeveel verschil mag er zijn?
In hoeverre moet de overheid zich inspannen?
Linkse actoren:
Bestaanszekerheid
→ iedereen genoeg geld voor basisbehoeften
Rechtse actoren:
Eigen verantwoordelijkheid
→ voor veel levensbehoeften ben je zelf verantwoordelijk.
Stimuleren om voor jezelf te zorgen
3.2:
Sociale grondrechten:
Rechten waarbij de overheid een actieve taak heeft om te zorgen voor het welzijn van mensen. De overheid moet zich inspannen
wetsartikelen:
Artikel 19.1
De overheid probeert te zorgen voor genoeg werk voor iedereen die kan werken
Artikel 19.2
De regels gaan over de bescherming van mensen tijdens hun werk
Artikel 20.1
De overheid probeert te zorgen dat iedereen genoeg geld heeft om van te leven. De verschillen tussen arm en rijk mogen niet te groot zijn
Artikel 20.2
In de wet staat wie recht heeft op sociale uitkering en hoe hoog zijn en hoe lang ze duren
Artikel 22.1
De overheid probeert ervoor te zorgen dat iedereen gezond is en blijft
Artikel 22.2
De overheid probeert ervoor te zorgen dat iedereen een woning heeft.
Artikel 23.1
De regering zorgt voor het onderwijs
Artikel 23.3
De overheid probeert ervoor te zorgen dat iedereen zich kan ontwikkelen en van zijn vrije tijd kan genieten
3.3:
participatiesamenleving
: samenleving waarin burgers meer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar.
Driehoek
: 4 groepen die een rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke problemen.
Overheid
: vervult rol in de driehoek
gemeenschappen (bv gezin of de buurt)
: vervullen rol in de driehoek
markt
: het bedrijfsleven vervullen rol in de driehoek
maatschappelijk middenveld: actiegroepen, doelen, vakbonden. proberen invloed op besluit uit te oefenen, zonder winstoogmerk
Verzorgingsstaat
: systeem van alle wetten en regels waarmee de overheid zorgt voor het welzijn van de inwoners
Nachtwakersstaat
: systeem waarin de overheid alleen zorgt voor de orde en veiligheid
Sociale wetten
: wetten om zwakkeren in de samenleving te beschermen
Kinderwetje van Van Houten
: Wet uit 1874 die kinderarbeid verbood
Sociale grondrechten
: rechten van mensen waarbij de overheid een actieve taak heeft om te zorgen voor het welzijn van mensen
AOW
: algemene ouderdomswet
Participatiesamenleving
: samenleving waarin burgers meer verantwoordelijkheid nemen voor elkaar
Collectieve goederen:
goederen die door de overheid worden geregeld en waar iedereen van kan profiteren
Gedeelde verantwoordelijkheid
: overheid en burgers zijn samen verantwoordelijk voor welzijn van inwoners
Driehoek: 4 groepen (overheid, gemeenschappen, maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven) die een rol spelen bij het oplossen van maatschappelijke problemen
Tolerantie
: het verdragen van mensen die anders denken en zich anders gedragen dan jijzelf
scheiding van kerk en staat:
doordat de overheid allemaal taken overneemt van de kerk en kwamen er gelijke rechten
verzuiling:
waarin de samenleving verdeeld was in liberalen, socialisten en confessionelen (protestants/ katholieken)
antisemitisme:
Joden haat/ haat op een bepaald ras
(verschillende cultuur, 3?, omdat het gezag uitstraalt,
Klassieke grondrechten: Vrijheidsrechten, afdwingbaar bij rechter
artikel 7: vrijheid van meningsuiting: In Nederland mag je zeggen en schrijven wat je denkt zonder daar eerst toestemming voor te vragen
artikel 1: gelijke behandeling: In Nederland behandelen we iedereen op dezelfde manier. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of om welke reden dan ook, is niet toegestaan
Vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt:
Verboden:
- Groepsbelediging
- Bedreigen
- Aanzetten tot haat, discriminatie of geweld
- Smaad (openbare beschuldigingen)
- Laster (Als die beschuldigingen onjuist zijn)
artikel 6: Vrijheid van godsdienst: In Nederland is iedereen vrij om zijn godsdienst of levensovertuiging te kiezen. En iedereen is vrij om te laten zien wat zijn godsdienst of levensovertuiging is.
artikel 23: vrijheid van onderwijs: iedereen mag onderwijs geven, maar de overheid houdt wel toezicht
vrijheid van meningsuiting is niet onbeperkt:
verboden:
- groepsbelediging
- bedreigen
- aanzetten tot haat, discriminatie of geweld
- smaad (openbare beschuldigingen)
- laster (als die beschuldigingen onjuist zijn)
polarisatie:
het versterken van tegenstellingen tussen groepen
4 oorzaken voor polarisatie:
- Identiteitspolitiek: nadruk op erkenning van iemands identiteit. Beide groepen hebben het gevoel dat ze worden achtergesteld.
- social media: algoritmes en filter bubbles
- Individualisering en secularisering (ontkerkelijking): minder gemeenschapszin
- Globalisering: proces waarbij landen en culturen steeds meer contacten over landsgrenzen hebben.
Hoofdstuk 4
4.1 cultuur dillema
leerdoelen
- Ik kan kenmerken van een pluriforme samenleving beschrijven.
- Ik kan uitleggen onder invloed van welke factoren de huidige pluriforme samenleving in Nederland is ontstaan en welke actoren erbij betrokken zijn.
cultuur dillema: Cultuurdilemma gaat over de vraag hoe we omgaan met cultuurverschillen in een samenleving.
4.2 cultuurdilemma in de grondwet
leerdoelen
- Ik kan de waarden noemen die ten grondslag liggen aan de grondrechten
- Ik kan voorbeelden van grondrechten die horen bij de pluriforme samenleving, herleiden tot artikelen in de grondwet
artikel 1: “Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, handicap, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook, is niet toegestaan”
Er is veel sociale ongelijkheid -> niet iedereen krijgt dezelfde kansen. Dit is duidelijk te zien aan de 7 vinkjes
https://www.blijstift.nl/de-7-vinkjes-van-joris-luyendijk/ hoe meer van deze vinkjes je hebt hoe beter je in de samenleving staat
vrijheid van meningsuiting vs discriminatie / geloof ( moeten er grenzen aan zijn? )
vrijheid van onderwijs vs godsdienstvrijheid ( moeten er regels zijn voor scholen zoals bepaalde vakken die er geleerd moeten worden? )
4.3 uitdaging voor de toekomst
leerdoelen
- Ik kan uitleggen welke verschijnselen verband houden met de toenemende of afnemende sociale cohesie
- Ik kan de standpunten van politieke partijen met betrekking tot vluchtelingen en migranten vergelijken en evalueren
polarisatie: het proces waarin mensen over elkaar steeds meer gaan denken in termen van 'wij' tegenover 'zij'.
- identiteitspolitiek: erkenning van rechten van sociale groepen die het gevoel hebben dat ze achtergesteld worden
REACTIES
1 seconde geleden