Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk pluriforme samenleving &1 t/m & 6

Beoordeling 7.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 1833 woorden
  • 7 maart 2018
  • 7 keer beoordeeld
Cijfer 7.5
7 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§1 Pluriformiteit in Nederland

 

Nederland is al een hele lange tijd een pluriforme samenleving, dus mensen leven naast elkaar met uiteenlopende godsdiensten en en levensstijlen en er heerst een redelijke mate van verdraagzaamheid. Een cultuur ontstaat door een groep mensen die binnen de groep alle normen, waarden en gewoonten met elkaar delen. Een dominante cultuur is alle normen en waarden en de gewoonten die de meerderheid van de bevolking met elkaar deelt. Een kenmerk van het Nederlandse cultuur is het spreken van de Nederlandse taal, de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen en het vieren van Koningsdag. Nederlanders staan ook bekend om tolerantie: ze accepteren makkelijk andersdenkenden en doen niet moeilijk over afwijkende lifestyle. Er bestaan ook subculturen, wanneer er binnen een groep sommige waarden, normen en andere cultuurkenmerken afwijken van de dominante cultuur. Subculturen kan je herkennen aan een specifieke lifestyle. Een tegencultuur is strijdig tegenover het dominante cultuur. Groepen die zich verzetten tegen (delen van) de dominante cultuur of daar zelfs een bedreiging voor vormen. Als je in een pluriforme samenleving leeft betekent dat, dat je veel culturele diversiteit ziet. Er zijn dus veel subculturen en levensstijlen.

 

Mensen die in de stad leven die zijn gewend aan drukte en anonimiteit. In dorpen is het juist het tegenovergestelde, daar kent iedereen elkaar en groet iedereen elkaar. Er is niet alleen veel verschil tussen de stad en platteland, er bestaan ook verschillen tussen provincies. tussen je grootouders, je ouders en jou zijn er ook verschillen we dragen verschillende kleren, luisteren naar ander soort muziek en doen andere dingen in onze vrije tijd. Er kunnen door deze generatieverschillen generatieconflicten ontstaan. als ouders en kinderen elkaar lifestyle niet begrijpen.

 

Als je ergens gaat beginnen met werken dan moet je e gaan houden aan de bedrijfscultuur: alle waarden, normen en gewoontes die er in een bedrijf gelden. Niet iedereen in een bedrijf verdient hetzelfde salaris of heeft dezelfde positie. je maatschappelijke- en inkomenspositie hebben invloed op je lifestyle. De cultuur heeft ook invloed op het gedrag van mannen en vrouwen. Dit heeft niet te maken met alleen de persoonlijke keuzes, maar ook met rolpatronen: algemene verwachtingen en opvattingen over hoe iemand zich moet gedragen.

 

Er leven in Nederland veel verschillende culturen dus ook veel verschillende etnische achtergronden. Om het verschil aan te geven tussen mensen die historisch gezien langer of korter in Nederland wonen zijn er 2 termen geïntroduceerd.

  • Allochtoon: Als jijzelf of minimaal 1 van je ouders in het buitenland geboren is.
  • Autochtoon: Als je in Nederland bent geboren en je ouders en grootouders ook.

 

Veel kenmerken van onze cultuur veranderd niet. Veel dingen veranderen wel als je denkt aan mode, social media en opvattingen over drugs. Cultuur is dynamisch en kan verschillen in loop van tijd, per plaats en per groep.

 

 

 

 

§2 Cultuur en identiteit

 

Iedereen is anders, maar hoe wordt je nou wie je bent?

  • Nature: Aangeboren
  • Nurture: Aangeleerd

Nature-aanhangers denken dat ons gedrag wordt bepaald door aangeboren eigenschappen. Nurture-aanhangers denken juist dat het gedrag wordt bepaald door aangeleerde eigenschappen. Het klopt allebei, maar heel veel is aangeleerd. Socialisatie is het proces waarbij iemand de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn samenleving of groep aanleert. Hierdoor pas je je aan bij individuen en begrip je je omgeving. Het overdragen zorgt er ook voor dat een cultuur blijft voortbestaan. Er bestaan verschillende socialiserende instituties: groepen, organisaties en collectieve gedragspatronen die specifieke waarden, normen en gewoonten overdragen.

 

De manieren waarop cultuur wordt overgedragen zijn gebaseerd op:

  • Imitatie: Het nadoen van informatie van anderen.
  • Informatie: Kennisoverdracht.
  • Sociale controle: De manieren waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden.

 

Socialisatie leidt tot internalisatie: mensen zich waarden, normen en gewoonten eigen maken en zich automatisch gaan gedragen zoals hun omgeving van hen verwacht. Ieder mens ontwikkelt door middel van socialisatie een persoonlijke (alle geleerden kenmerken die bij jouw persoonlijkheid horen) en een sociale identiteit (de groepen en culturen waarbij jij je gebonden aan voelt). Groepen kunnen een wij-zij-gevoel ontwikkelen. dan is er niet alleen onderlinge samenhorigheid, maar de groep gaat zich ook afzetten tegen andere groepen.

 

Niet in iedere cultuur is de mate waarin iemand de vrijheid krijgt om een persoonlijke identiteit ontwikkelen hetzelfde. Er wordt in Nederland veel nadruk gezet op individuele ontplooiing en persoonlijke ontwikkeling. De Nederlandse dominante cultuur noemen we daarom individualistisch. Bij andere culturen staat het collectief boven het individu. Dan hoor je vanaf je geboorte bij een hechte en sterke groep.

 

In masculiene culturen zijn de werelden van mannen en vrouwen duidelijk gescheiden. In feminiene culturen lopen vrouwelijke en mannelijke rollen meer in elkaar over.  

 

 

 

 

§3 Nederland is veranderd

 

Voor de 2e wereldoorlog was de samenleving van Nederland anders dan nu:

  • Gezagsverhoudingen: werknemers hadden ontzag voor hun baas en kinderen respecteerden het gezag van hun ouders en onderwijzers.
  • Weinig sociale mobiliteit: Het was moeilijk om te klimmen op de maatschappelijke ladder.
  • Verzuiling: Mensen zich organiseerden rond hun geloof of overtuiging.
  • Traditionele rolpatronen: De man werd gezien als het hoofd van het gezin en verdiende het geld. De vrouw zorgde voor de kinderen en het huishouden.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

 

Na de oorlog werd er veel gewerkt aan het herstellen van alles wat verwoest was tijdens de oorlog, de periode van wederopbouw. De VS hielp financieel mee, daardoor ging het economisch beter. Er kwamen meer belastinginkomsten. Dat geld werd gebruikt voor de verzorgingsstaat. Mensen konden luxere dingen doen dus ontstond er een consumptiemaatschappij, een samenleving die sterk gericht is op vrijetijdsbesteding en materieel bezit.

 

Mensen gingen op een andere manier naar zichzelf kijken door de ontkerkelijking in de jaren 50 en 60. Ze zagen elkaar steeds minder als onderdeel van een gemeenschap of zuil en steeds meer als vrij individu, individualisering. De lifestyle van de jongeren veranderde door de groeiende welvaart. Hierdoor ontstond er in de jaren 50 de eerste jongerencultuur in Nederland, Nozems.

 

In de 20e eeuw mochten vrouwen niet zonder toestemming van de man een lening of een arbeidscontract sluiten, vrouwen werden gezien als handelingsonbekwaam. Meer meisjes gingen in de jaren 60 studeren en werken. Waardoor ze economisch onafhankelijk werden. Een eeuw geleden waren mensen gericht op Nederland. Er werd veel gebruik gemaakt van Nederlandse producten en gekeken naar de media. Door de communicatiemiddelen en betere transportmogelijkheden groeide de internationale handel. Alles werd makkelijker dus gingen bedrijven meet internationaal handelen met andere bedrijven.Er ontstonden multinationals, ondernemingen die in meer landen vestigingen hebben. Het communiceren werd in die tijd veel gemakkelijker en het reizen met het vliegtuig ook. Dit noemen we globalisering of internationalisering, de ontwikkeling waardoor mensen wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.

 

 

 

 

 

 

§4 Migratie naar Nederland

 

Voor het bestaan van cultuurverschillen binnen de samenleving is het belangrijk dat er immigratie plaats vind.

 

Motieven voor migratie:

  • Economische motieven: Mensen komen voor het werk.
  • Sociale motieven: Mensen komen voor familie of om te trouwen.
  • Politieke motieven: Mensen komen vanwege de politieke situatie in hun land.

 

Mensen verhuizen al eeuwen naar andere landen. Door de vroegere koloniën van Nederland kwamen de burgers van de koloniën immigreren naar Nederland voor een betere toekomst. Ze komen om te studeren, betere werkgelegenheid of trouwen met iemand uit Nederland.

 

Arbeidsmigratie:

  • Gastarbeiders: Er was behoefte aan laaggeschoolde arbeidskrachten, dus op uitnodiging van bedrijven en overheid kwamen ze naar Nederland.
  • Arbeidsmigranten binnen de EU: Inwoners in de EU mogen zich vrij vestigen overal binnen de EU.
  • Kennismigranten: Uit landen als de VS, India en Japan komen migranten om kennis te delen op het gebied van techniek en wetenschap.
  • Illegale van buiten Europa: Mensen proberen Europa te bereiken, omdat het in hun eigen land niet goed gaat. Ze hopen hier op een betere bestaan.

 

Er is in de afgelopen eeuw veel mensen die hun land verlaten door oorlog en geweld, vluchtelingen.

Volgmigratie:

  • Gezinshereniging: Iedereen boven de 21 jaar met een voldoende inkomen heeft recht om met z’n gezin hierheen te verhuizen.
  • Gezinsvorming: Een inwoner van Nederland mag trouwen met iemand uit het buitenland.

 

Voor immigranten is er nu een restrictief toelatingsbeleid, er komen dan strenge voorwaarden. De emigranten worden dan bijvoorbeeld alleen toegelaten als zij een beroep hebben waar behoefte aan is.

 

Internationale wetten en verdragen:

  • VN-Vluchtelingenverdrag: hierin staan de regels over hoe Nederland moet omgaan met asielaanvragen en wanneer een asielzoeker recht heeft op een verblijfsvergunning.
  • Europees Verdrag voor de Recht van de Mens: een belangrijk verdrag waarin  de mensenrechten precies staan geformuleerd. Hierin is het recht op gezinsvorming en -hereniging opgenomen.
  • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: In deze verklaring staat dat Nederland de rechten en vrijheden van nieuwkomers moet respecteren en niet mag discrimineren, dus ook niet aan de grens.
  • Verdrag van Schengen: hierin is geregeld dat vrij verkeer van goederen en personen mogelijk is tussen landen in de Schengenzone.

 

 

§5  Samenleven betekent integreren

 

Drie mogelijkheden om ruwweg met elkaar om te gaan:

  • Assimilatie: Dat mensen uit een cultuurgroep zich volledig aanpassen aan de dominante cultuur in een samenleving.
  • Segregatie: Groepen gescheiden van elkaar samenleven.
  • Integratie: Er is sprake van wederzijdse aanpassing tussen culturele groepen.

 

De Nederlandse overheid stimuleert de integratie. Bij een open samenleving beschikken mensen over veel vrijheden voor het naleven van hun eigen normen en waarden. In de grondrechten staan al deze vrijheden.

 

Verschillende politieke partijen hebben verschillende prioriteiten over de samenleving:

  • Christendemocraten: Hechten grote waarden aan de vrijheid van godsdienst, nieuwkomers moeten zich uitsluitend richten op hun eigen groep.
  • Liberalen: Vinden dat nieuwkomers zelf verantwoordelijk zijn voor het aanleren van de taal en moeten zelf een plek verwerven in de Nederlandse samenleving.
  • Sociaaldemocraten: Zij staan voor een samenleving zonder ongelijkheid en armoede. Ze willen dat de overheid zorgt voor gelijke kansen voor alle minderheden in Nederland.
  • Rechts-populisten: Ziet multiculturaliteit als een bedreiging voor het voortbestaan van Nederland.

Verschillende politieke partijen hebben verschillende prioriteiten over de samenleving:

  • Christendemocraten: Hechten grote waarden aan de vrijheid van godsdienst, nieuwkomers moeten zich uitsluitend richten op hun eigen groep.
  • Liberalen: Vinden dat nieuwkomers zelf verantwoordelijk zijn voor het aanleren van de taal en moeten zelf een plek verwerven in de Nederlandse samenleving.
  • Sociaaldemocraten: Zij staan voor een samenleving zonder ongelijkheid en armoede. Ze willen dat de overheid zorgt voor gelijke kansen voor alle minderheden in Nederland.
  • Rechts-populisten: Ziet multiculturaliteit als een bedreiging voor het voortbestaan van Nederland.

 

De politieke opvattingen van Europa zijn de laatste jaren scherper tegenover elkaar gaan staan door de toenemende immigratie. Protectionisten willen een beleid voor bescherming van de eigen cultuur. Internationalisten zien immigratie en internationalisatie als iets onvermijdelijks en benadrukken de voordelen ervan.

 

 

 

§6 Integratie gaat niet vanzelf

 

De Nederlandse Hoogleraar Europese studies Paul Scheffer heeft veel onder gedaan naar immigratie:

  • Vermijding: nieuwkomers ervaren het emigreren als een niet goed gevoel.
  • Conflict: Mensen komen elkaar tegen, dus ontlopen kan niet. Er kunnen conflicten ontstaan. Bij de arbeidsmarkt heersen er vooroordelen en stereotypen.
  • Aanvaarding: Aanvaarding bereiken we niet alleen door aan de regels te houden van de grondwet. Het ligt ook aan tolerantie en het respect dat mensen tegenover elkaar hebben.

 

Drie generaties migranten:

  • eerste generatie: de oorspronkelijke immigranten, leven sterk mee met de tradities die meekwamen uit land van herkomst.
  • tweede generatie: de kinderen van de eerste generatie, die krijgen de normen en waarden mee van hun ouders.
  • Derde generatie: kinderen van de tweede generatie, herkennen de normen en waarden van de grootouders niet meer en veranderen mee met de samenleving.

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.