Maatschappij, hoofdstuk 7-9
Macht – Met macht kun je andere laten doen wat jij wil.
Machtsmiddelen – Middelen die je kunt gebruiken om de leider te worden of te blijven.
Overheid – Een grote groep mensen die zich met de regels en wetten bemoeit.
Ambtenaren – Mensen die de regels bedenken.
Gezag – Het goed vinden dat een ander macht gebruikt.
Grondwet – Een soort bescherming voor burgers, met regels waar iedereen zich aan moet houden.
Dictatuur – Inwoners mogen niet zelf hun leiders kiezen. Een persoon of een kleine groep mensen heeft macht in handen.
Democratie – Het volk kiest zijn eigen regering. Iedereen met stemrecht mag mee-kiezen. Iedereen heeft het recht op te komen voor hun belangen.
Rechtsstaat – Alle burgers hebben in een rechtsstaat gelijke rechten.
Grondrechten – De gelijke rechten voor de mensen die in de grondwet staan.
Politiek – Het zoeken naar oplossingen voor problemen die ontstaan, omdat mensen samen leven.
Politieke Partijen – Een groep mensen met dezelfde ideeën over hoe een land bestuurd moet worden.
Linkse partijen – Linkse partijen leggen de nadruk op gelijkwaardigheid van mensen. De overheid moet veel zaken regelen.
Rechtse partijen – Rechtse partijen leggen de nadruk op de vrijheid van mensen. Mensen moeten de zaken vooral zelf regelen.
Extreem-rechtse partijen – Zij kiezen er vaak voor veel macht aan de leider te geven. Ze kiezen altijd voor het ‘eigen volk’.
Liberalen – Vinden vrijheid het belangrijkst. De overheid moet zo weinig mogelijk ingrijpen in de maatschappij (Partij: VVD).
Socialisten – Vinden gelijkwaardigheid het belangrijkst. De overheid moet de zwakken beschermen tegen het recht van de sterkste (Partij: PvdA).
Christen-democraten – Benadrukken vanuit hun geloof voor de zorg van de mensen voor elkaar. De overheid moet mensen daarin stimuleren (Partij: CDA).
Lobbyen – Iemand overtuigen vanuit je standpunt.
Burgerlijke ongehoorzaamheid – Mensen die expres de wet overtreden om aandacht te vragen voor hun belangen.
Propaganda – Eenzijdige voorlichting.
Met macht kun je regels voor een ander maken.
Voordelen van een dictatuur:
- Duidelijke orde
- hard optreden tegen criminaliteit
- er worden snel beslissingen gemaakt.
Nadelen van een dictatuur:
- Weinig vrijheid voor de burgers
- geen inspraak
- geen eerlijke rechtspraak
- gebruik van veel geweld door het leger en de politie.
Voordelen van een democratie:
- Mensen hebben veel vrijheid
- eerlijke rechtspraak
- minderheden worden beschermd.
Nadelen van een democratie:
- Langzame besluit vorming
- sommigen vinden dat er te veel vrijheden zijn en te weinig plichten.
De grootste partijen zijn de CDA, PvdA, VVD, D66 en GroenLinks
Macht – Met macht kun je andere laten doen wat jij wil.
Machtsmiddelen – Middelen die je kunt gebruiken om de leider te worden of te blijven.
Overheid – Een grote groep mensen die zich met de regels en wetten bemoeit.
Ambtenaren – Mensen die de regels bedenken.
Gezag – Het goed vinden dat een ander macht gebruikt.
Grondwet – Een soort bescherming voor burgers, met regels waar iedereen zich aan moet houden.
Dictatuur – Inwoners mogen niet zelf hun leiders kiezen. Een persoon of een kleine groep mensen heeft macht in handen.
Rechtsstaat – Alle burgers hebben in een rechtsstaat gelijke rechten.
Grondrechten – De gelijke rechten voor de mensen die in de grondwet staan.
Politiek – Het zoeken naar oplossingen voor problemen die ontstaan, omdat mensen samen leven.
Politieke Partijen – Een groep mensen met dezelfde ideeën over hoe een land bestuurd moet worden.
Linkse partijen – Linkse partijen leggen de nadruk op gelijkwaardigheid van mensen. De overheid moet veel zaken regelen.
Rechtse partijen – Rechtse partijen leggen de nadruk op de vrijheid van mensen. Mensen moeten de zaken vooral zelf regelen.
Extreem-rechtse partijen – Zij kiezen er vaak voor veel macht aan de leider te geven. Ze kiezen altijd voor het ‘eigen volk’.
Liberalen – Vinden vrijheid het belangrijkst. De overheid moet zo weinig mogelijk ingrijpen in de maatschappij (Partij: VVD).
Christen-democraten – Benadrukken vanuit hun geloof voor de zorg van de mensen voor elkaar. De overheid moet mensen daarin stimuleren (Partij: CDA).
Lobbyen – Iemand overtuigen vanuit je standpunt.
Burgerlijke ongehoorzaamheid – Mensen die expres de wet overtreden om aandacht te vragen voor hun belangen.
Propaganda – Eenzijdige voorlichting.
Met macht kun je regels voor een ander maken.
Voordelen van een dictatuur:
- Duidelijke orde
- hard optreden tegen criminaliteit
- er worden snel beslissingen gemaakt.
Nadelen van een dictatuur:
- Weinig vrijheid voor de burgers
- geen inspraak
- geen eerlijke rechtspraak
- gebruik van veel geweld door het leger en de politie.
Voordelen van een democratie:
- Mensen hebben veel vrijheid
- eerlijke rechtspraak
Nadelen van een democratie:
- Langzame besluit vorming
- sommigen vinden dat er te veel vrijheden zijn en te weinig plichten.
De grootste partijen zijn de CDA, PvdA, VVD, D66 en GroenLinks
REACTIES
1 seconde geleden