Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 5: Verzorgingsstaat

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1262 woorden
  • 29 mei 2016
  • 6 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
6 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

§5.1 Wat is een verzorgingsstaat?

Verzorgingsstaat de overheid bemoeid zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners

Welvaart de mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen

Welzijn de mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid

  • Piet Thöenes

 

Welvaartsstaat land waarin de overheid zich inspant om de burgers te behoeden voor armoede en andere ellendige leefomstandigheden

 

In een verzorgingsstaat mag volgens Thöenes het actief ingrijpen van de overheid niet ten koste gaan van de economische vrijheid en de grondrechten van burgers

 

Solidariteitsgedachte bereidheid om risico’s met elkaar te delen

  • Collectief belang

 

Functies van een verzorgingsstaat

  • Verzekeren (als je werkt, betaal je premies)
    • Sociale zekerheidsstelsel verzekert mensen van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid
  • Verzorgen (als je hulp nodig hebt door fysieke of psychische aandoeningen)
  • Verheffen (goed onderwijs is gunstig)
  • Verbinden (mensen afhankelijk van elkaar maken)

 

Sociale grondrechten rechten die niet bij een rechter afdwingbaar zijn, maar de grondwet verplicht de overheid om er actief naar te streven (voldoende werkgelegenheid, goed onderwijs etc.)

 

Verzorgingsstaat heeft ook plichten, bijvoorbeeld het betalen van premies

 

Gelijkheid: planeconomie

→ communisme en socialisme

Communistische staatsopvatting staat neemt de totale verzorging van burgers op zich

  • Onderwijs, gezondheidszorg goed geregeld
  • Laag analfabetisme
  • Hoge arbeidsparticipatie vrouwen

→ hoge onderdrukking en geweld

 

Vrijheid: vrijmarkteconomie

→ kapitalisme

  • Overheid passief
  • Belasting laag
  • Zelf verzekeren tegen ziekte etc.
  • Risico van het delen als andere mensen meer gebruikmaken van collectieve voorzieningen dan jij, betaal je in facto meer dan je ervoor krijgt

 

Verzorgingsstaat zit tussen planeconomie en vrijmarkteconomie in

Scandinavisch model

  • Kernwoord: flexicurity combinatie van flexibele arbeidsmarkt en sterke sociale zekerheid
    • Hoge collectieve lastendruk

 

Angelsaksisch model

  • Goed ondernemingsklimaat loonvorming overlaten aan de markt en flexibele arbeidsmarkt geeft impulsen aan werkgelegenheid
  • Veel en lang werken
  • Overheid een bescheiden rol
  • Overheidsuitgaven laag

→ lage premies en belastingen

 

Rijnlands of corporatistisch model

  • Mengeling Scandinavisch en Angelsaksisch model
  • Vrije markt ingeperkt door:
    • Sterkt ontwikkelde collectieve sector
    • Harmonieuze samenwerking tussen overheid, werkgeversorganisaties en vakbonden
  • Sociale zekerheid
  • Werknemers zijn goed verzekerd en betalen automatisch pensioenpremies etc.
  • Onderwijs etc. minder goed geregeld dan bij Scandinavisch model
  • Steeds meer collectieve voorzieningen overgelaten aan de vrije markt

 

§5.2 Ontstaan verzorgingsstaat

Nachtwakersstaat een staat waarin de overheid zich vooral beperkt tot het handhaven van de rechtsorde (vrije markt)

  • Rijken hadden via de kerk een rol om geld te geven aan zieken

 

Sociale wetten en maatregelen

  • 1854: armenwet

→ gevolgd door andere sociale verzekeringen als ongevallenwet, eerste              woningwet, leerplichtwet etc.

Moet de staat ingrijpen?

  • Katholieken en protestanten wilden zwakkeren beschermen en zagen overheidsbemoeienis als aanvulling
  • Socialisten streefden naar betere leefomstandigheden en wilde sterkere rechtspositie van arbeiders
  • Liberalen zagen de verloedering en onveiligheid in arbeidsbuurten, als gevolg van grote armoede, als bedreiging van de bestaande orde

 

Gemengde markteconomie waarin de overheid een voorwaardenscheppende en producerende rol vervulde, dit kwam door meer behoefte aan collectieve goederen

 

Door crisis (1929) en WOII gingen politieke partijen samenwerken

→ toenemende interventie

 

Principieel verschil sociale zekerheid eerst alleen voor werkenden, na WOII voor alle burgers

Dankzij de politiek en de Marchallhulp steeg de werkgelegenheid, verbeterde de concurrentiepositie van Nederland en groeide de welvaart

 

Sociaaldemocraten wilden nieuwe sociale wetten

Katholieken wilden dat vakbonden en werkgeversorganisaties nauw betrokken waren bij de loonpolitiek.

Geleide loonpolitiek → compromis

 

Drie soorten uitbreiding

  • Het aantal risico’s dat gedekt werd
  • Het aantal gerechtigden
  • Het aantal sectoren

 

Liberalen → verzorgingsstaat = financieel vangnet

Sociaaldemocraten → accepteren vrije markt

Christendemocraten → tevreden met de rol van het maatschappelijk middenveld

 

§5.3 Sociale partners

Gemengde markteconomie met 5 doelstellingen

  • Evenwichtige arbeidsmarkt overheid stimuleert de arbeidsmarkt met werk en subsidies
  • Rechtvaardige inkomensverdeling door instellen minimumloon en progressief belastingstelsel
  • Evenwichtige betalingsbalans zorgen voor goede import en export
  • Goede arbeidsvoorwaarden bijvoorbeeld door overleg over loonontwikkelingen
  • Goede arbeidsomstandigheden bijvoorbeeld door Arbo-wet en controle door inspectie bij bedrijven

 

Werknemers

  • Georganiseerd per beroepsgroep → vakcentrale
  • Vormen samen vakbeweging met als doel de belangenbehartiging van werknemers

Werkgevers

  • Werkgeversorganisaties behartigen belangen van ondernemers in de onderhandelingen met vakbonden
  • Zij oefenen druk uit op de regering

 

Sociale partners werkgeversorganisaties en vakcentrales samen

Arbeidsverhouding manier waarop sociale partners met elkaar omgaan

 

Sociaal economische raad (SER) hier overleggen werkgevers- en werknemersorganisaties, vertegenwoordigers van het ministerie van economische zaken en onafhankelijke deskundigen, de zogenaamde kroonleden

Stichting van de Arbeid hier overleggen werkgevers- en werknemersorganisaties over arbeidsomstandigheden

Collectieve arbeidsovereenkomst (cao) een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit één bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden

  • Wanneer minister van sociale zaken en werkgelegenheid een cao algemeen verbindend verklaart, geld deze voor alle werkgevers en werknemers in een bedrijfstak.

Conflictmodel als juist de belangentegenstellingen worden benadrukt

Harmoniemodel werkgevers en werknemers zoeken een gezamenlijke oplossing

Poldermodel als er compromissen gesloten worden

 

§5.4 Verzorgingsstaat in de praktijk

2 belangrijke doelen van de overheid in onderwijs

  • Iedereen kans geven zijn/haar talenten te ontwikkelen
  • Zorgen voor voldoende hoogopgeleide personen zodat Nederland beter kan concurreren met het buitenland

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

2 belangrijke doelen van de overheid in onderwijs

  • Iedereen kans geven zijn/haar talenten te ontwikkelen
  • Zorgen voor voldoende hoogopgeleide personen zodat Nederland beter kan concurreren met het buitenland

Onderwijsinspectie controleert alle onderwijsinstellingen

 

Je betaald de zorgverzekering door:

  • Zorgpremies
  • Inkomensafhankelijke bijdrage door middel van je loon
  • Ook geld voor iedereen een eigen risico

 

Sociale zekerheidsstelsel

  • Sociale verzekeringen
  • Sociale voorzieningen

 

Sociale verzekeringen

  • Werknemersverzekeringen
    • Werkloosheidswet (WW)
    • Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte (WULBZ)
    • Wet werk en inkomen naar arbeidsomstandigheden (WIA)
  • Volksverzekeringen
    • Algemene ouderdomswet (AOW)
    • Algemene nabestaandenwet (ANW)
    • Algemene kinderbijslagwet (AKW)

 

Sociale voorzieningen

  • Voor mensen die geen aanspraak maken op de sociale verzekeringen
  • Burgers betalen hiervoor geen premie
  • Bijstandsuitkering
    • Algemene bijstand
    • Bijzondere bijstand

 

§5.5 Werk in de verzorgingsstaat

Piramide van Maslow

 

Arbeidsethos waarde die mensen toekennen aan arbeid

1983: recht op arbeid in de grondwet

 

Sociale ongelijkheid ongelijke verdeling van welvaart, macht en sociale privileges

Sociale privileges bepaalde privileges die het gevolg zijn van verschillen in welvaart en macht

Sociaal kapitaal de mate waarin iemand beschikt over voordelige, ‘handige’ sociale contacten

 

Maatschappelijke positie de plaats die je inneemt op de maatschappelijke ladder

4 factoren die daarbij een rol spelen

  • Economische factoren (beroep, inkomen etc.)
  • Politieke factoren (macht etc.)
  • Sociale factoren (opvoeding, vrienden etc.)
  • Culturele factoren (lezen, muziek, musea etc.)

 

§5.6 De arbeidsmarkt

Arbeidsmarkt de plaats waar de vraag naar en het aanbod van arbeidskrachten elkaar ontmoeten

Beroepsbevolking alle personen die geheel of gedeeltelijk beschikbaar zijn voor werk  (8.5 miljoen in Nederland)

Werkgelegenheid de vraag naar arbeidskrachten

 

  • Bij een hoge werkloosheid stijgen de uitgaven voor uitkeringen en dalen de belastinginkomsten van de overheid
  • Bij tekort aan arbeidskrachten stijgen de lonen, waardoor de exportpositie van ons land verslechterd

→ daarom streeft de overheid naar volledige werkgelegenheid

 

Iemand is officieel werkloze als hij:

  • Tussen 15-65 jaar oud is
  • Niet of minder dan 12 uur per week werkt
  • Actief op zoek is naar een baan van >12 uur
  • Ingeschreven is als werkzoekende bij het UWV WERKbedrijf

 

Vier soorten werkloosheid:

  • Frictiewerkloosheid iemand heeft korte tijd geen werk, bijvoorbeeld als hij overstapt naar een andere baan
  • Seizoenwerkloosheid als iemand in een bepaald seizoen geen werk heeft door seizoengebonden werkzaamheden
  • Conjuncturele werkloosheid als de vraag naar een bepaald soort arbeid tijdelijk afneemt
  • Structurele werkloosheid wanneer een bepaald beroep verdwijnt als gevolg van bijvoorbeeld automatisering

 

Flexibele arbeidsrelaties alle werksituaties met een variabele inzetbaarheid

 

§5.7 De verzorgingsstaat onder druk

In jaren 70 kwam de eerste wereldwijde recessie en de oliecrisis → verzorgingsstaat dreigde onbetaalbaar te worden, dit komt door:

  • De collectieve kosten lopen uit de hand
  • De veelheid aan voorzieningen en uitkeringen maakt mensen passief
  • Het misbruik van voorzieningen

 

Maatregels overheid

  • Stimuleren om te gaan of blijven werken
  • Verantwoordelijkheid delen
  • Meer controleren

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.