De inrichting van de samenleving op het gebied van het welzijnsdilemma noemen we de verzorgingsstaat.
Dat in Nederland het maatschappelijk geluk is toegenomen komt door de stijging van de toegenomen welvaart en door een steeds gelijkere verdeling van het welzijn.
Armen waren in de Middeleeuwen een gevaar, omdat ze samen bendes vormden en ziekten verspreidden. Geestelijken hielpen de armen door het inzamelen en verdelen van vrijwillige bijdragen van boeren > armenhuizen.
De Industriële Revolutie zorgde voor meer welvaart, maar ook voor meer ongelijkheid. Alle klasse vonden de situatie onacceptabel > leidde tot heftige strijd en debatten in Europa. De theorie van Marx was hierbij voor de communisten belangrijk: arbeiders moesten zich verenigen en verzetten tegen de kapitaalbezitters en privébezit van kapiteelgoederen zou dan verboden worden.
De uitkomst was een compromis tussen het communisme en het kapitalisme: privébezit en kapitaalgoederen bleven toegestaan, maar de overheid zorgde voor meer bescherming van arbeiders d.m.v. wetgeving.
Door sociale wetgeving probeerde de overheid de maatschappelijke ongelijkheid te verkleinen. Hiernaast ontstonden er nieuwe instellingen: Politieke partijen en vakbonden.
Toen de verzorgingsstaat verder werd opgebouwd, werden er andere wetten ingevoerd:
· De AOW (Algemene OuderdomsWet)
· De WAO (Wet op de ArbeidsOngeschiktheidsverzekering)
De welvaart nam toe en omdat de overheid zich door de sociale wetgeving steeds meer met de economie en vrije markt bemoeide (gemengde economie), werd de welvaart ook steeds gelijker. Daarnaast zorgde de verzorgingsstaat ook voor politieke stabiliteit. Een belangrijke bijdrage voor die stabiliteit was het Nederlandse poldermodel. Dit is een overleg tussen overheid, werkgevers en werknemers om gezamenlijk afspraken te maken over werkgelegenheid en arbeidskwesties.
Het succes van verzorgingsstaat leidde tot meer uitkeringen en subsidies en wordt een uitdijende verzorgingsstaat genoemd.
Maar de betaalbaarheid kwam in gevaar omdat de overheid aan de ene kant meer uitgaf en aan de andere kant minder belastinginkomsten kreeg van werkenden. Dus moesten ze proberen om zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen. Dit gebeurde door de PvdA, VVD en D66. Dit was bijzonder omdat het een samenwerking met links en rechts was.
Mensen denken bij verzorgingsstaat vaak aan uitkeringen en subsidies, maar zijn zich er dan niet van bewust dat de verzorgingsstaat ook over zaken als werk solidariteit, milieu, gezondheid en onderwijs.
Naast de Grondwet is voor het welzijnsdilemma een rapport van de Wetenschappelijke Raad voor de Regering (WRR) belangrijk. Dit is een adviseur van de regering. De verzorgingsstaat heeft 4 functies gekregen:
- Verzorgen: hulp bieden aan mensen die dat door ziekte of leeftijd niet zelf kunnen
- Verzekeren: mensen beschermen tegen verlies van inkomen
- Verheffen: mensen vaardigheden aanbieden zodat ze zich economisch en cultureel
kunnen ontwikkelen
- Verbinden: het tot stand brengen of bevorderen van onderlinge verbondenheid in de
Samenleving
Omdat niet alle actoren in de Nederlandse politiek tevreden zijn met de inrichting van het welzijnsdilemma, debatteren ze om het maatschappelijk geluk nog verder te laten stijgen, in hun ogen.
De SP kiest heel duidelijk voor solidariteit met bestaanszekerheid.
De VVD kiest meer voor solidariteit en eigen verantwoordelijkheid.
De PVV kiest soms voor solidariteit en het linkse standpunt bestaanszekerheid. Als het om het buitenland gaat, kiest de partij voor solidariteit en eigen verantwoordelijkheid.
Extreem-links
Links
Centrum
Rechts
Extreem-rechts
Planeconomie
Scandinavische verzorgingsstaat
Rijnlandse verzorgingsstaat
Angelsaksische verzorgingsstaat
Nachtwakersstaat
Bestaanszekerheid
Solidariteit
Eigen verantwoordelijkheid
Overheid moet zorgen dat iedereen hetzelfde welzijn heeft
Overheid moet gelijkheid voor iedereen bevorderen
Zoveel mogelijk solidariteit tussen alle groepen
Iedereen voor zich en hulp voor zwakkeren en rijken
Iedereen voor zich en zwakkeren dienen de rijkeren
Het proces van individualisering speelt een belangrijke rol bij de uitdagingen van de Nederlandse verzorgingsstaat. In Nederland werden armen en zieken vroeger meer geholpen door familie en kerken (warme solidariteit). Sinds de uitbreiding van de verzorgingsstaat heeft de overheid veel meer van die taken overgenomen (koude solidariteit). Mensen helpen nu dus indirect via de overheid. Door het proces van individualisering is er minder cohesie tussen de mensen en dat brengt de solidariteit van de verzorgingsstaat in gevaar > KAN dat mensen geen belasting meer willen betalen. Volgens het rapport van de WRR is de grootste uitdaging dan ook het verbinden van verschillende groepen mensen bij elkaar.
· Opleidingstegenstelling: lageropgeleiden vs hogeropgeleiden
· Generatietegenstelling: jongeren vs ouderen
· Cultuurtegenstelling: autochtonen vs allochtonen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
Tess
Tess
in principe is het een goede samenvatting. het is alleen niet duidelijk welk stukje bij welke paragraaf hoort en er missen volgensmij 2 paragrafen
3 jaar geleden
AntwoordenTess
Tess
volgensmij is dit ook H4 inplaats van H5
3 jaar geleden