Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 4

Beoordeling 0
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1056 woorden
  • 27 februari 2013
  • nog niet beoordeeld
Cijfer
nog niet beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Maatschappijleer

Samenvatting Hoofdstuk 4

Verzorgingsstaat

 

Inhoudsopgave:

p. 3   1. Van gunst naar recht

p. 7   2. De hedendaagse verzorgingsstaat

p.      3. Werkgevers en werknemers

p.      4. Sociale burgerrechten en -plichten

p.      5. Politieke opvattingen over de verzorgingsstaat

p.      6. Verbouwing van de verzorgingsstaat

p.      7. Dilemma’s van de verzorgingsstaat

1. Van gunst naar recht

4.1.1 Nachtwakersstaat en verzorgingsstaat

Hoe is de Nederlandse verzorgingsstaat ontstaan?

In de 19e eeuw was de rol van de overheid minder groot dan tegenwoordig, en was de staat vooral gericht op het handhaven van openbare orde en het beschermen van interne en externe veiligheid.

Daarnaast zorgde de overheid voor voorzieningen die de particuliere initiatief niet kon bemachtigen.

Vanwege deze beperkte functie wordt de staat van toen nachtwakersstaat genoemd.

De zorg voor armoedige burgers was vooral de taak van particulier initiatief.

Burgers zorgden zelf voor de armen, zieken, weduwen, wezen, arbeidsongeschikten en ouderen.

De kerkelijke instellingen en de welvarende burgers boden hulp aan mensen met de ergste nood.

Dit kwam vooral door de religieuze opdracht om de naaste mens te helpen.

Wie ondersteuning nodig had, was sterk afhankelijk van de kerkelijke en particuliere instellingen.

Civil Society

Tegenwoordig bestaat dit particulier initiatief van kerkelijke en andere instellingen nog.  Dit geheel wordt in de christelijke kring vaak aangeduid als het maatschappelijke middenveld. Hierbij gaat het om organisaties die in het gebied tussen het privéleven van de individuele burgers en de staat liggen. Tegenwoordig wordt hiervoor de term civil society voor gebruikt.

De civil society bestaat uit zelfstandige instellingen op economisch, intellectueel, politiek, en sociaal gebied. Mensen zetten zich gezamenlijk vrijwillig in, zonder er iets voor terug te verwachten, om een bepaald doel te kunnen bereiken of te zorgen voor een bepaalde voorziening.

Met ‘een bepaald doel’ wordt bedoeld bepaalde verenigingen, hobbyclubs, schoolverenigingen, organisaties op het gebied van gezondheidszorg op te richten.

Kenmerken

De kenmerken van civil society zijn:

  • Organisatie:  het is meer dan een informele groep of tijdelijk verband,
  • Privaat karakter: de organisatie maakt formeel geen deel uit van de overheid,
  • Geen verdeling van de winst: overschot wordt niet gebruikt voor eigen gebruik,
  • Zelfbestuur: in staat om activiteiten zelf te beheersen,
  • Vrijwilligheid.

Geheel

De overheid neemt tegenwoordig verantwoordelijkheid voor de instandhouding van het geheel van voorzieningen en de verzorgingsstaat. Het particulier initiatief is soms ook nog wel betrokken. Bijvoorbeeld bij ziekenhuizen en buurthuizen. De overheid zorgt nog wel voor de financiële ondersteuning van deze initiatieven en legt regels op voor uitvoering.

Sociaal Welzijn

De verzorgingsstaat is een samenleving waarin de overheid het doel heeft de zorg voor het sociale welzijn van haar burgers op zich te nemen. De staat neemt allerlei maatregelen om een bepaald niveau van sociaal welzijn voor alle burgers te verzekeren.

De verzorgingsstaat wordt vooral betaald door heffingen op inkomsten uit arbeid (premies). 

De kosten van de verzorgingsstaat kunnen door premieheffing over een groot aantal mensen worden verdeeld. De verzorgingsstaat is dus nauw verbonden met het functioneren van de arbeidsmarkt.

Doelstellingen

De verzorgingsstaat heeft vier doelstellingen:

  • Bescherming van burgers tegen risico ’s van de (post)industriële samenleving, zoals ongevallen op het werk en arbeidsongeschiktheid;
  • Garantie van een minimumloon, ook voor burgers die in geval van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, ziekte of ouderdom onvoldoende voor zichzelf kunnen zorgen;
  • Het aanbieden van voorzieningen die iedere burger nodig heeft om in de samenleving goed te kunnen functioneren, zoals huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg;
  • Ervoor zorgen dat alle burgers voldoende ruimte hebben om zichzelf te ontplooien en deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten (politiek, cultuur etc.)

4.1.2 Achtergronden van het ontstaan van de verzorgingsstaat

Oorzaken bemoeienis van de overheid

Er zijn 3 oorzaken voor het gevolg dat de overheid zich bemoeit met het sociale welzijn van haar onderdanen.

  1. Toenemende bewustwording van de maatschappelijke kosten van industrialisering

De industriële samenleving leidde tot allerlei sociale problemen: gevaarlijke werkomstandigheden, veel bedrijfsongevallen, ziektes, lage lonen , etc.

  1. Het gevaar van maatschappelijke onrust

De ontevredenheid van de burgers namen toe door ziektes, misoogsten, honger, lage lonen, werkloosheid, etc. Er werden stakingsacties en demonstraties gehouden. De politiek voelde daar eerst niets voor, maar later werden de politici zich bewust van dit gevaar. De eerste beschermingswetten kwamen tot stand nadat het parlement besloot om een parlementaire enquête te houden over de werkomstandigheden van arbeiders.

Vlak daarna werd de Arbeidsinspectie opgericht, om te controleren of de wetten ook werkelijk werden nageleefd.

  1. Toenemende invloed van de arbeidersbeweging

Aan het eind van de 19e eeuw ontstonden de eerste vakbonden. Zij zetten zich in voor hogere lonen, kortere werkdagen, betere werkomstandigheden, verbod op kinderarbeid etc. Ze kregen samen met (socialistische) arbeiderspartijen steeds meer politieke macht. 

4.1.3 De verzorgingsstaat krijgt vorm

Overheid wordt actiever

Door de 3 genoemde oorzaken uit de vorige paragraaf bemoeide de overheid zich steeds met het sociale welzijn. De overheid hield zich aan het eind van de 19e eeuw steeds meer bezig met bestrijding van armoede, aanleg van riolering, volkshuisvesting en gezondheidszorg. De opkomende industrie had behoefte aan goed geschoolde arbeidskrachten,  waardoor de leerplichtwet in 1900 werd  aangenomen.

Sociale rechten

De zorg voor burgers verschoof van gunst naar recht. In 1901 kwam er de Ongevallenwet. Dat wordt beschouwd als het begin van de Nederlandse verzorgingsstaat. Het is de eerste sociale zekerheidswet: een verplichte bedrijfsongevallenverzekering voor werklieden in een aantal sectoren van het bedrijfsleven. Daarna volgde een pensioenwet, ziektewet en ziekenfondswet.

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Eindexamens

Alles wat je moet weten over de eindexamens

De zorg voor burgers verschoof van gunst naar recht. In 1901 kwam er de Ongevallenwet. Dat wordt beschouwd als het begin van de Nederlandse verzorgingsstaat. Het is de eerste sociale zekerheidswet: een verplichte bedrijfsongevallenverzekering voor werklieden in een aantal sectoren van het bedrijfsleven. Daarna volgde een pensioenwet, ziektewet en ziekenfondswet.

De socialezekerheidswetten tonen het begin van een rechtvaardig arbeidsloon aan.

Stormachttige uitbreiding

Na de tweede Wereldoorlog nam de Nederlandse overheidsbemoeienis met de verzorging sterk toe. De sociale zekerheid gingen gelden voor brede lagen van de bevolking, dus niet alleen voor werknemers.

Volksverzekeringen

Na 1945 werden een werkloosheidsverzekering, de Algemene Ouderdomswet, de Algemene Bijstandswet en de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingevoerd. De Algemene Ouderdomswet (AOW) was de eerste volksverzekering: Regelingen in het kader van de sociale zekerheid voor alle burgers.

Verbreding

Aan het einde van de jaren 60 veranderde opnieuw het denken over sociale zekerheid. De regering wilde dat ieder mens recht heeft op zelfontplooiing en gelijkheid van kansen. Daardoor moest het niveau van uitkeringen worden verhoogd. De uitbreiding van de verzorgingsstaat was mede mogelijk door gunstige economische omstandigheden.

Maar de verzorgingsstaat kwam vrijwel tegelijk met de voltooiing van de sociale zekerheid in zwaar weer terecht. De economische groei bleef stilstaan en steeds meer mensen deden een beroep op uitkeringen en voorzieningen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.