Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Hoofdstuk 3, Mens en Werk

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 5e klas havo/vwo | 718 woorden
  • 22 juli 2008
  • 4 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
4 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
3 Politieke visies op de arbeidssamenleving:

§ 3.1 Liberale visie:
Uitgangspunten die voor de Liberalen gelden bij een beoordeling van sociaal economische vraagstukken:
- Ze zijn voorstander van een markteconomie:
Vraag en aanbod en andere mechanismen van de markt dienen voor een regulering van de economie te zorgen.
- Zij zijn voor vrije ondernemingswijze productie:
Burgers dienen de vrijheid te hebben om zelf te bepalen wat zij op de markt gaan aanbieden. (toename v/d welvaart in de samenleving).
- Zij zijn voor concurrentie:

Zowel in de productie als op de arbeidsmarkt.
- Zij zijn voor het terugdringen van de rol van de overheid:
Overheidsbemoeienis kan een belemmering vormen voor het initiatief van de burgers.

§ 3.2 Sociaal-democratische visie:
De Sociaal-democraten zijn:
- Voor spreiding van kennis, inkomen en macht. De ongelijke verdeling hiervan leidt tot ongewenste verschillen tussen mensen.
- Voor een zekere mate van planning: de economie en de arbeidsmarkt functioneren volgens hen niet naar behoren zoals liberalen geloven.
- Voor selectieve groei: economische groei is niet onder alle omstandigheden acceptabel.
- Voor democratisering. Meer inspraak zal het welzijn & de arbeidsmotivatie van arbeidskrachten ten goede komen.

§ 3.3 Christen-democratische visie:
De uitgangspunten van de Christen-democraten:
- Gespreide verantwoordelijkheid: naast de overheid hebben de burgers ook een verantwoordelijkheid in de maatschappij.
- Rentmeesterschap: God heeft de mens geschapen als rentmeester op aarde.

- Gerechtigheid: Men dient volgens Gods wetten de gerechtigheid in het oog te houden.
- Solidariteit: Het is een plicht van naastenliefde om van het overtollige overvloedig aan de armen te geven. De overheid heeft dus een beperkte rol

§ 3.4 Ecologische visie:
Uitgangspunten van de ecologische visie:
- Economie van het genoeg: Minder uitputting van natuurlijke hulpbronnen.
- Kleinschaligheid: Kleinschaliger productieprocessen op milieuvriendelijke basis.
- Kringloopeconomie: Recycling toepassen, dat “spaart het milieu”.

4 Arbeidsverdeling:

§ 4.1 Soorten arbeidsverdeling:
Arbeidsverdeling = De verdeling van de arbeidstaken over individuen en groeperingen in een samenleving.

Onderscheid tussen maatschappelijke en technische arbeidsverdeling:
1e: Maatschappelijke a.verdeling: De verdeling van maatschappelijke taken en functies over groeperingen, die zijn verenigd in beroepen.
2e: De Technische a.verdeling: De verdeling van taken over productie-eenheden en arbeidsfuncties.

§ 4.2 Gevolgen van arbeidsverdeling:
Sociale ongelijkheid: Mensen nemen in de samenleving ‘ongelijke posities’ in en er is sprake van sociale rangorde.

Sociale stratificatie: De opeenstapeling van sociale lagen in de samenleving, waarbij iedere laag bestaat uit gewaardeerde posities.
Sociale status: De waardering die mensen toekennen aan een positie. Bijvoorbeeld dat een leraar hoger staat dan een vuilnisman etc.
Macht: Mogelijkheid om andere mensen bij herhaling te kunnen dwingen tot gedrag dat ingaat tegen hun eigen waarden en belangen.

Verticale sociale mobiliteit: Stijging of daling van een persoon op de “maatschappelijke ladder”. - 2 manieren:
1e: Intergeneratie-mobiliteit: stijging of daling in vergelijking met een vorige generatie.
2e: Intrageneratie-mobiliteit: stijging of daling in vergelijking met het eigen beroepsverleden.

6 Arbeidsverhoudingen:

§ 6.1 Werknemers- en werkgeversorganisaties:
De ‘vakbeweging heeft vanaf het ontstaan van een dubbele doelstelling, namelijk:

1e: Materiële positieverbetering:
Vakbonden proberen: hogere lonen, kortere werkdagen, veiliger werkomstandigheden, betere bescherming tegen ontslag, goede pensioenvoorzieningen te bereiken.
2e: volwaardige positie:
Arbeidsorganisaties en de samenleving moet zodanig verbeterd worden dat werknemers volwaardige burgers worden.

Nederlandse vakbewegingen:

- FNV Federatie Nederlandse Vakbeweging
- CNV Christelijk Nationaal Vakverbond
- MHP Middelbaar en Hoger Personeel

2 vervullende functies van werkgeversorganisaties:
1e: politiek-economische functie. Men komt als politieke pressiegroep op voor de collectieve belangen van de onderners tegenover de overheid en andere relevante instituten.
2e: belangenbehartigende functie. Belangen behartigen van werkgevers in onderhandelingen die periodiek met vakbonden worden gevoerd. (zoals bijv. CAO’s).

Belangen van werknemers zijn met namen op het gebied van:
- Arbeidsvoorwaarden
- Arbeidsinhoud
- Arbeidsverhoudingen
- Arbeidsomstandigheden
- Algemene belangen

Werkgevers streven naar:
- Continuïteit van het bedrijf
- Geringen concurrentie
- Lage belastingen
- Werkwillige en geschoolde werknemers.

§ 6.2 Medezeggenschap:
Het succes van de belangenbehartiging door werkgeversverenigingen respectievelijk vakbonden is mede afhankelijk van factoren in de maatschappelijke omgeving. Bijv:

1e: Het politieke klimaat

2e: De sociaal-economische structuur
3e: De economische conjunctuur
4e: De organisatiegraad en actiebereidheid van de leden
5e: Internationalisering van de economie.

§ 6.3 De overheid als derde partij:
Naast de sociale partners is de overheid betrokken bij het sociaal-economisch proces. De volgende rollen kunnen worden onderscheiden:

1e: Als overlegpartner van sociaal-economische groeperingen.
2e: Als werkgever
3e: Als regelgever
4e: Als initiator van economisch beleid.

Het consensusdenken: “Samen de schouders eronder”
De overheid is m.b.t. arbeid actief op een aantal beleidsterreinen:
1e: Werkgelegenheidsbeleid
2e: Arbeidsomstandigheden
3e: Arbeidsvoorwaarden
4e: Sociale wetgeving
5e: Emancipatiebeleid.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.