§3.1: Wat is politiek?
Politiek de wijze waarop een land wordt bestuurd
Efficiënt besturen kijken met doelmatig resultaat
Maximale participatie proces van democratische besluitvorming met zorgvuldige afweging van verschillende belangen
Dictatuur bestuursvorm waarbij de drie machten (trias politica) – wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht – niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen
- Burgers hebben geen invloed op de politiek, dus kunnen ook geen rechten, als ze die al hebben, opeisen
- Dictatuur is nooit een rechtsstaat
Kenmerken dictatuur
- Beperkte individuele vrijheid
- Geen politieke vrijheid
- Dikwijls overheidsgeweld
- Bestaat geen onafhankelijke rechtspraak
- Massamensen en kunstuitingen staan onder censuur van de overheid
Autarkische dictatuur
- Één leidersfiguur vormt gezicht van macht
- Soms geholpen door een junta (regering die grotendeels uit militairen bestaat)
- Geen ideologie, daardoor enige vrije ruimte in economie en een zekere godsdienstvrijheid
Totalitaire dictatuur
- Ontstaat als een groep mensen de macht grijpt via een ideologische revolutie. Politieke invloed is alleen voor hen die de ideologie onvoorwaardelijk steunen
- Gehele politieke, economische en sociale leven gereguleerd
- Er is sprake van indoctrinatie (de bevolking krijgt de ideologie met de paplepel ingegoten
Theocratie bijzondere vorm van dictatuur, waarin godsdienst is verheven tot staatsideologie
Democratie letterlijk het volk regeert
- Directe democratie, met directe zeggenschap van het volk, komt nauwelijks voor, omdat dit niet meer uitvoerbaar is
- Referendum een volksstemming over een bepaald wetsvoorstel
Kenmerken democratie
- Representatieve/indirecte democratie het volk kiest vertegenwoordigers die de beslissingen nemen en met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moet afleggen over hun beleid.
- De trias politica is verdeeld
- Meestal een rechtstaat (burgers hebben rechten en vrijheden die door de overheid worden gerespecteerd)
- Individuele vrijheid
- Er gelden politieke grondwetten
- Politie en leger beperkte bevoegdheden
- Onafhankelijke rechtspraak
- Persvrijheid
Parlementair of presidentieel stelsel
Parlementair (participatie)
Democratie
Presidentieel (efficiëntie)
Parlementair stelsel het rechtstreeks gekozen parlement is het hoogste machtsorgaan
- Hieruit wordt een kabinet van ministers en staatsecretarissen geformeerd
- Dezen leggen voortdurend verantwoording af bij het parlement (en dus indirect aan het volk)
- Meestal niet-gekozen staatshoofd
- Macht beperkt door grondwet
- Is zo’n staatshoofd koning(in), dan spreken we van een constitutionele monarchie (Nederland)
Presidentiële democratie bevolking kiest niet alleen parlement, maar ook president
- President staat aan het hoofd van de regering (uitvoerende macht)
- President mag naar eigen keuze minister benoemen en ontslaan
- Ontbindingsrecht recht om het parlement te ontbinden
- Dit mist vaak bij presidentiële democratie om macht van president enigszins te beperken
De Nederlandse democratie
- Dit mist vaak bij presidentiële democratie om macht van president enigszins te beperken
- 1806: Nederland monarchie
- 1848: grondwet, politieke macht ligt bij parlement i.p.v. koning
- 1917: algemeen mannenkiesrecht
- 1922: algemeen vrouwenkiesrecht
- Sindsdien is Nederlands volwaardige democratie met parlementair stelsel
- Grondwetswijziging laat zien hoe belangrijk vrijheid en gelijkheid zijn in een democratie
- Algemeen kiesrecht >18
- Media vrij
Oligarchie heerschappij van weinig
- Democratieën en dictaturen zouden volgens Robert Michiels beide hiertoe ontwikkelen (= ijzeren wet op de oligarchie)
- Begint als politici macht naar zich toetrekken
- Regentencultuur politici en bestuurders regelen onderling de politieke zaken en schuiven elkaar de belangrijkste banen toe
- Grote partijen = minder democratie
- Autarkische leider heeft adviseurs enz.
- Hij heeft deel van de macht afgestaan → oligarchie
- Seymour Lipson beweert het tegenovergestelde
- Meer welvaart → verlangen naar meer democratie
- Volgens hem worden zo alle landen democratisch
§3.2: Politieke stromingen
Ideologie een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inleving van de samenleving
3 belangrijkste ideologische politieke stromingen
- Liberalisme
- Confessionalisme
- Socialisme
Standpunten die uit ideologieën voortkomen hebben te maken met drie aspecten:
- Normen en waarden
- Gewenste sociaaleconomische verhoudingen
- Gewenste machtsverdeling
Progressief vooruitstrevend
Conservatief behoudend
Reactionair vervanging van regels terugdraaien
Links gelijkwaardigheid
- Overheid actief
- PvdA, SP, GroenLinks
Recht vrijheid
- PvdA, SP, GroenLinks
- Overheid passief
- VVD, PVV
Politieke midden gezamenlijke verantwoordelijkheid
- CDA, D66
Liberalisme
- VVD, PVV
- Persoonlijke en economische vrijheid
- Vrijmarkt economie
- VVD en D66
Socialisme
- Solidair zijn en gelijkheid
- Kennis, inkomen en macht eerlijker verdelen
- Maatschappelijke verbeteringen lang parlementaire weg
- PvdA, SP en GroenLinks
Confessionalisme
- Mens gaat uit van organische staatsopvatting
- Zorgzame samenleving
- Overheid aanvullende rol
- Zoveel mogelijk overlaten aan maatschappelijk middenveld
- ChristenUnie, CDA en SGP
Populisme
- Daadkrachtige oplossing door politieke kwesties te versimpelen
- Nationalistische standpunten
- Eerst LPF, nu PVV met Geert Wilders
§3.3: Politieke partijen
Soorten partijen
- Confessionele partijen
- Liberale partijen ideologische partijen
- Socialistische partijen
- Populistische partijen
- Protestpartijen
- Ontstaan uit onvrede
- One-issuepartijen (D66)
- Richten zich op één aspect
Functies politieke partijen
- Richten zich op één aspect
- Integratie van ideeën
- Informatie geven
- Participatie (door bovenstaande)
- Selectie van kandidaten
Zwervende kiezers laten de keuze voor een partij afhangen van het moment en vooral ook van de persoonlijkheid van de partijleiders
- Door maatschappelijke vooruitgang vorige eeuw veranderende het politieke landschap, vooral voor CDA, PvdA en VVD
Politieke partijen
- Hebben ideeën over de samenleving als geheel
- Wegen verschillende belangen van groepen af
- Willen politieke macht én bestuurlijke verantwoordelijkheid
- Doen mee aan verkiezingen
- Zijn vertegenwoordigd in politieke organen
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden