Hoofdstuk 2: Recht en rechtvaardigheid.

Beoordeling 7.8
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 832 woorden
  • 13 november 2014
  • 13 keer beoordeeld
Cijfer 7.8
13 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Paragraaf 1

1. Maatschappelijke normen - Ongeschreven regels die voort komen uit geloof, tradities & gewoonten.

2. Rechtsnormen - Gedragsregels. Door de overheid wettelijk vastgelegd om :

  • Maatschappelijk leven geordend te laten verlopen
  • Komen voort uit normen en waarden die gedeeld worden in de samenleving.

Rechtsstaat - Een staat waar burgers en overheid zich aan de regels dienen te houden

Absolute monarchie - Regeringsvorm, koning heeft alle macht.

1. Publiekrecht - Regelt de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en de overheid.

  1. Staatsrecht- Regels voor het inrichten van de Nederlandse staat
  2. Bestuursrecht- Verhouding tussen burger en overheid staat centraal
  3. Strafrecht- Alle wettelijke strafbepalingen.

2. Privaatrecht - Regelt betrekkingen tussen burgers onderling.

  1. Personen- en familierecht- Sluiten van een huwelijk, echtscheiding, geboorte, overlijden en adoptie.
  2. Ondernemingsrecht- Regelt de voorwaarden waar onder je een stichting, vereniging of bv kan oprichten.
  3. Vermogensrecht- Regelt alle zaken die te maken hebben met geld en in geld uit te drukken zijn.

Plicht - Datgene wat je moet doen

  • Belastingplicht
  • Leerplicht; naar school tot je 18e
  • Identificatieplicht
  • DNA-plicht, criminelen moeten DNA afstaan aan justitie

Paragraaf 2

De uitgangspunten van een rechtsstaat:

  • Veiligheid burgers
  • In vrijheid kunnen leven
  • Gelijk worden behandeld

Trias politica (machtenscheiding). Zo kan er geen dictatuur worden gevormd.

 

Wetgevende macht:

  • Regering +parlement stelt wetten vast waar iedereen zich aan moet houden.

Uitvoerende macht:

  • Regering+ministers zorgen voor het uitvoeren van de wetten.

Rechterlijke macht:

  • Onafhankelijke rechters beoordelen wetten die zijn overtreden en doen uitspraken in conflicten.

Checks and balances= De 3 machten houden elkaar in evenwicht door elkaar te controleren.

 

Grondrechten:

Klassieke grondrechten:

  • Kiesrecht
  • Vrijheid van godsdienst
  • Vrijheid van meningsuiting

Sociale grondrechten:

  • Recht op werk
  • Recht op gezondheidszorg
  • Recht op woongelegenheid

 

Paragraaf 3

Rechtshandhaving - Overheid heeft meer macht dan wij

Geweldsmonopolie - Overheid mag alleen geweld gebruiken

Rechtsbescherming - De grondwet beschermt burgers tegen burgers en tegen machtsmisbruik van de overheid

Misdrijven - Hele ernstige strafbare feiten

Overtredingen - Minder ernstige strafbare feiten

 

Verschillen misdrijven en overtredingen:

  • Beide geregistreerd bij justitie. Bij misdrijven al als je verdachte bent. Bij overtredingen een veroordeling waarbij minstens 100 euro boete of vrijheidsstraf is opgelegd.
  • Bij overtredingen maximale straf 1 jaar hechtenis. Bij een misdrijf is dat levenslang.
  • Poging overtreding is niet strafbaar, bij misdrijven wel.

 

Procedure misdrijf:

  1. Politie zoekt informatie en hoort getuigen uit. Ook houd hij verdachten aan.
  2. Officier van justitie kiest met behulp van proces - verbaal of er wel of niet een rechtszaak moet komen.
  3. Rechter stelt vast of verdachte wel of niet schuldig is.

 

Zonder toestemming mag politie:

  • Staande houden en naar personalia vragen
  • Arresteren, je mag je niet verzetten
  • Fouilleren
  • Vasthouden, maximaal 6 uur lang op het bureau
  • In beslag nemen van gestolen of verkeerde spullen (wapens)

Met toestemming mag politie:

  • Binnentreden in huizen
  • Speciale persoonsgegevens achterhalen, bankrekeningnummers, telefoongesprekken, internetgedrag
  • Preventief fouilleren, ook in handtas of voertuig zoeken, vaak rond risicogebieden, uitgaanscentra, sportstadions, metrostations, luchthavens
  • Verlening van maximaal 3 dagen op bureau vasthouden
  • Infiltratie

 

Wanneer officier van justitie en politie klaar is met opsporingsonderzoek, zijn er 3 mogelijkheden:

  1. Seponeren, afzien van verdere rechtsvervolging
  2. Schikken, voortijdige afdoening (geldboete, schadevergoeding, taakstraf), en hoeft niet meer voor de rechter te verschijnen
  3. Vervolgen, een rechtszaak beginnen

 

Terechtzitting - Behandeling van het strafbare feit door de rechter krijgt verdachte oproep of dagvaarding ( Verdacht op een bepaald moment, bepaalde plaats en een bepaald delict hebt begaan )

 

Paragraaf 4

Rechtszaak in 7 stappen:

  1. Opening, rechter controleert persoonsgegevens van verdachte.
  2. Aanklacht, officier van justitie leest aanklacht voor
  3. Onderzoek, rechter begint het onderzoek. Verdachte hoeft niet te antwoorden. Hij hoeft ook niet mee te werken aan zijn eigen vervolging als hij dat niet wil. Getuigen of deskundigen kunnen wel ondervraagd worden. Zij staan wel onder ede, ze moeten de waarheid spreken anders krijgen ze een gevangenisstraf van maximaal 6 jaar opgelegd. Bij ernstige misdrijven kunnen slachtoffers of nabestaanden ook ondervraagd worden. Verder kijkt de rechter of er geen fouten zijn gemaakt in het rapport. Ook kijkt hij naar persoonlijke omstandigheden, vooral naar dagbesteding (baan/opleiding).
  4. Requisitoir, Officier van justitie vertelt het hele verhaal en probeert aan te tonen dat de verdachte schuldig is.
  5. Pleidooi, de advocaat van de verdachte houdt het pleidooi waarin hij de verdachte verdedigd. Hij probeert aan te wijzen dat er te weinig bewijs is.
  6. Laatste woord, de verdachte heeft altijd het laatste woord. Hij kan daarin spijt betuigen, excuses aanbieden, onschuld benadrukken.
  7. Vonnis, rechter doet uiteindelijke uitspraak.

 

Soorten straffen:

  1. Vrijheidsstraf: overtredingen max. 1 jaar celstraf. Max. tijdelijke straf is 30 jaar. Bij zwaarste misdrijven is dit levenslang.
  2. Taakstraf: maximaal 6 maand onbetaald werken.
  3. Geldboete: varieert. Maximale boete van overtredingen is 220 euro. Maximale straf voor zware misdrijven is 440.000 euro.
  4. Bijkomende straffen: kan in combinatie met bovenstaande straffen

De samenvatting gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen
Gids Leraar worden

Alles wat je moet weten over leraar worden

Soorten straffen:

  1. Vrijheidsstraf: overtredingen max. 1 jaar celstraf. Max. tijdelijke straf is 30 jaar. Bij zwaarste misdrijven is dit levenslang.
  2. Taakstraf: maximaal 6 maand onbetaald werken.
  3. Geldboete: varieert. Maximale boete van overtredingen is 220 euro. Maximale straf voor zware misdrijven is 440.000 euro.
  4. Bijkomende straffen: kan in combinatie met bovenstaande straffen

 

Strafrechtelijke maatregelen:

  1. Terbeschikkingstelling (tbs): Je wordt dan 2 jaar psychiatrisch behandeld en de rechter kan er voor kiezen om nog 2 jaar bij op doet. Dat kan hij elke 2 jaar doen.
  2. Onttrekking aan het verkeer: In beslag genomen goederen die je ook niet meer terug krijgt.
  3. Ontneming van wederrechtelijk voordeel: Veroordeelde is de winst kwijt die hij met de misdrijven heeft gemaakt.
  4. Schadevergoeding: Aan het slachtoffer

 

Resocialisatie - Heropvoeding

 

 

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.