H1
Maatschappij - Alle mensen samen, en hun onderlinge betrekkingen
Beleid - Plan om een bepaald doel te bereiken door het gebruik van middelen
Wetten - Regels die voor alle inwoners van een land gelden
Macht - Iemand kan een ander dwingen om iets (niet) te doen
Sancties - Machtsmiddelen in de vorm van een straf of beloning
Politiek - Situaties waarbij de overheid betrokken is / zou moeten zijn
Rechtsstaat * zie H2
Maatschappelijk probleem - Kwestie die door veel mensen in de maatschappij wordt gezien als probleem, en vaak moet worden opgelost via de overheid
Rechten - Middelen/hulp waar iedereen recht op heeft }
Plichten - Burgers moeten zich hieraan houden (wetten) } formeel en moreel
Waarden - Opvattingen over wat in het leven belangrijk is
Normen - Geven aan hoe je men zich in een bepaalde situatie (niet) zou moeten gedragen
Bijv: w veiligheid, n verkeersregels à N vastgelegd in wetten
Liberalen - Mensen die vooral hechten aan w vrijheid
Socialisten - Mensen die vooral hechten aan w gelijkheid
Christen-democraten - “ die vooral hechten aan w samenwerking
Sociale ongelijkheid - Ongelijke verdeling van inkomen, bezit, hulpmiddelen, kansen
Sociale cohesie - Onderlinge verbondenheid van mensen binnen, en tussen groepen
Staat:
- Soeverein = hoogste gezag
- binnen bepaald grondgebied (land)
- staatsgezag geldt voor bevolking van dat land
Overheid:
- Regering }
- parlement } Beleid (dilemma = vraagstuk waarbij één keuze automatisch nadelig
- ambtenaren } gevolgen heeft voor de andere keuze, en andersom)
1 Nachtwakersstaat:
- Wetten over strafrecht en belasting
- Politieke besluiten door een kleine groep rijke mannen
- Liberale rechtsstaat = vrijheid centraal, zo min mogelijk overheidsoptreden (weinig wetten)
- Klassieke mensenrechten
2 de overgang: Liberale rechtsstaat à democratische rechtsstaat (kiesrecht / politieke mensenrechten) à sociale rechtsstaat
3 Verzorgingsstaat
- Rechten over welzijn van bevolking
- Democratisch = alle burgers hebben invloed op overheidsbesluiten
- Sociale rechtsstaat = gelijkheid centraal, als het moet d.m.v. de overheid (veel wetten)
- Sociale mensenrechten
Politieke stelsels:
- Parlementaire democratie = conflicten op vreedzame wijze opgelost, democratisch,
mensenrechten gewaarborgd
- Verzorgingsstaat = * zie boven
- Pluriforme samenleving = Mensen met verschillende opvattingen/achtergronden leven
met elkaar samen in harmonie.
H2
Beeldvorming - Proces van beïnvloeding waarin het beeld wordt gevormd van een situatie
Grondwet - De belangrijkste wet van een land, betreffende grondrechten
Gezag - Macht wordt als “redelijk” ervaren en aanvaard door de mensen
Legitimiteit - De mate waarin mensen het gezag als rechtmatig ervaren
Rechtsstaat - Bescherming tegen willekeur van overheid, rechtszekerheid, gelijke rechten
Ombudsman - Is er voor klachten over de overheid, en onderzoekt terechtheid v klacht
Klassen - Mensen uit lagere sociale klassen maken meer kans op arrestatie / veroordeling
Rassen - Mensen van een ander ras maken meer kans op arrestatie / veroordeling
Witteboorden - Ingewikkelde criminaliteit die lastig te bewijzen valt
Globalisering - Verschillende delen van de wereld raken meer met elkaar betrokken
Terrorisme - Het maken van grote aantallen willekeurige slachtoffers met als doel angst aanjagen / samenleving ontwrichten
Daderstrafrecht - Bij vonnis moet rekening worden gehouden met de ernst van het delict de bewijsvoering, (en bijzonder omstandigheden)
Wetgevende macht - Maakt wetten: parlement en regering
Uitvoerende macht - Zorgt dat de wetten worden uitgevoerd: regering en ambtenaren
Rechterlijke macht - Treedt op als wetten worden overschreden: rechters
Strafblad - Gevolg van een misdrijf. 4 of 8 jaar (+ duur van gevangenisstraf)
Wetboek van Strafvordering - Bepaalde voorschriften voor een vonnis
Openbaar Ministerie - Heeft als taak vervolging van misdadigers
Officier van justitie - Ambtenaren van het OM
Vrijspraak - De aangeklaagde wordt vrijgesproken (goede weerlegging van bewijs)
Seponeren - De zaak wordt afgesloten zonder veroordeling (schade al vergoed / klein delict)
Transactie - Officier van j biedt aan bepaald bedrag te betalen, gevolg: geen rechtzaak
Gedogen - Vervolgen heeft meer nadelige gevolgen dan dat niet doen, dus niet-vervolgen.
Dwangmiddelen - Wettelijke bevoegdheden van de politie om de waarheid te achterhalen
Criminaliteit - Gedrag dat door de overheid strafbaar gesteld is
Delicten - criminele handelingen, zij staan in het Wetboek van Strafrecht
Misdrijf = ernstig delict, overtreding = minder ernstig delict.
Plea Bargaining VS: Schuld bekennen voor strafvermindering (-bepaald door rechter)
3 times you’re out VS: Als je voor de 3e keer wordt veroordeeld, krijg je levenslang
Patriot Act VS: Wet die inbreuk op privacy vereenvoudigd
Rechtsstaat:
- Alle burgers hebben gelijke rechten
- Legaliteitsbeginsel = misdrijven zijn alleen strafbaar, als zij al in het wetboek stonden
- Burgers en overheid houden zich aan de wet
- Machtenscheiding (trias politica) = wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende
- Grondrechten worden gewaarborgd
1 Klassieke mensenrechten
- Vrijheid van godsdienst
- Vrijheid van meningsuiting / drukpers
- Vrijheid van demonstratie / vereniging / vergadering
- Onaantastbaarheid van het lichaam
- Bescherming op persoonlijk eigendom
- Recht op eerbieding van de persoonlijke levenssfeer
- Bescherming tegen willekeurige huiszoeking
- Bescherming tegen willekeurige arrestatie
- Brief-, telefoon- en telegraafgeheim (= Recht op privacy)
2 Sociale mensenrechten
- Recht op eten
- Recht op onderdak
- Recht op werk
- Recht op onderwijs
- Recht op gezondheidszorg
- De overheid heeft een inspanningsverplichting voor deze rechten, maar geen resultaatsverplichting.
Organisatie van de strafrechtspraak:
(laag naar hoog)
- Rechtbank = kantonrechter voor overtredingen, strafrechter voor misdrijven
- Gerechtshof = hoger beroep = opnieuw zaak behandelen. In totaal 5 in Nederland
- Hoge raad = kijkt of de lagere rechters de wetten en procedures goed hebben toegepast
Doelen van straffen:
- Vergelding = dader moet boeten voor misdaad
- Preventie = de straf moet mensen afschrikken iets (opnieuw) te doen
- Resocialisatie= de straf moet terugkeer in de samenleving mogelijk maken
- Voorkomen van eigenrichting = de overheid wil voorkomen dat slachtoffers zelf wraak
nemen
- Bescherming = de straf moet zorgen voor bescherming van andere burgers en de dader zelf.
Hoofdstraffen:
- Gevangenisstraf bij misdrijven
- Hechtenis bij overtredingen
- Taakstraf = onbetaald maatschappelijk nuttig werk
- Geldboete
- Tbs = ter beschikking stellen van de dader. Gebeurt bij psychisch gestoorden
Maatschappij - Alle mensen samen, en hun onderlinge betrekkingen
Beleid - Plan om een bepaald doel te bereiken door het gebruik van middelen
Wetten - Regels die voor alle inwoners van een land gelden
Macht - Iemand kan een ander dwingen om iets (niet) te doen
Sancties - Machtsmiddelen in de vorm van een straf of beloning
Politiek - Situaties waarbij de overheid betrokken is / zou moeten zijn
Rechtsstaat * zie H2
Maatschappelijk probleem - Kwestie die door veel mensen in de maatschappij wordt gezien als probleem, en vaak moet worden opgelost via de overheid
Plichten - Burgers moeten zich hieraan houden (wetten) } formeel en moreel
Waarden - Opvattingen over wat in het leven belangrijk is
Normen - Geven aan hoe je men zich in een bepaalde situatie (niet) zou moeten gedragen
Bijv: w veiligheid, n verkeersregels à N vastgelegd in wetten
Liberalen - Mensen die vooral hechten aan w vrijheid
Socialisten - Mensen die vooral hechten aan w gelijkheid
Christen-democraten - “ die vooral hechten aan w samenwerking
Sociale ongelijkheid - Ongelijke verdeling van inkomen, bezit, hulpmiddelen, kansen
Sociale cohesie - Onderlinge verbondenheid van mensen binnen, en tussen groepen
Staat:
- Soeverein = hoogste gezag
- binnen bepaald grondgebied (land)
- staatsgezag geldt voor bevolking van dat land
Overheid:
- Regering }
- parlement } Beleid (dilemma = vraagstuk waarbij één keuze automatisch nadelig
- ambtenaren } gevolgen heeft voor de andere keuze, en andersom)
- Wetten over strafrecht en belasting
- Politieke besluiten door een kleine groep rijke mannen
- Liberale rechtsstaat = vrijheid centraal, zo min mogelijk overheidsoptreden (weinig wetten)
- Klassieke mensenrechten
2 de overgang: Liberale rechtsstaat à democratische rechtsstaat (kiesrecht / politieke mensenrechten) à sociale rechtsstaat
3 Verzorgingsstaat
- Rechten over welzijn van bevolking
- Democratisch = alle burgers hebben invloed op overheidsbesluiten
- Sociale rechtsstaat = gelijkheid centraal, als het moet d.m.v. de overheid (veel wetten)
- Sociale mensenrechten
Politieke stelsels:
- Parlementaire democratie = conflicten op vreedzame wijze opgelost, democratisch,
mensenrechten gewaarborgd
- Verzorgingsstaat = * zie boven
- Pluriforme samenleving = Mensen met verschillende opvattingen/achtergronden leven
met elkaar samen in harmonie.
Beeldvorming - Proces van beïnvloeding waarin het beeld wordt gevormd van een situatie
Grondwet - De belangrijkste wet van een land, betreffende grondrechten
Gezag - Macht wordt als “redelijk” ervaren en aanvaard door de mensen
Legitimiteit - De mate waarin mensen het gezag als rechtmatig ervaren
Rechtsstaat - Bescherming tegen willekeur van overheid, rechtszekerheid, gelijke rechten
Ombudsman - Is er voor klachten over de overheid, en onderzoekt terechtheid v klacht
Klassen - Mensen uit lagere sociale klassen maken meer kans op arrestatie / veroordeling
Rassen - Mensen van een ander ras maken meer kans op arrestatie / veroordeling
Witteboorden - Ingewikkelde criminaliteit die lastig te bewijzen valt
Globalisering - Verschillende delen van de wereld raken meer met elkaar betrokken
Terrorisme - Het maken van grote aantallen willekeurige slachtoffers met als doel angst aanjagen / samenleving ontwrichten
Daderstrafrecht - Bij vonnis moet rekening worden gehouden met de ernst van het delict de bewijsvoering, (en bijzonder omstandigheden)
Uitvoerende macht - Zorgt dat de wetten worden uitgevoerd: regering en ambtenaren
Rechterlijke macht - Treedt op als wetten worden overschreden: rechters
Strafblad - Gevolg van een misdrijf. 4 of 8 jaar (+ duur van gevangenisstraf)
Wetboek van Strafvordering - Bepaalde voorschriften voor een vonnis
Openbaar Ministerie - Heeft als taak vervolging van misdadigers
Officier van justitie - Ambtenaren van het OM
Vrijspraak - De aangeklaagde wordt vrijgesproken (goede weerlegging van bewijs)
Seponeren - De zaak wordt afgesloten zonder veroordeling (schade al vergoed / klein delict)
Transactie - Officier van j biedt aan bepaald bedrag te betalen, gevolg: geen rechtzaak
Gedogen - Vervolgen heeft meer nadelige gevolgen dan dat niet doen, dus niet-vervolgen.
Dwangmiddelen - Wettelijke bevoegdheden van de politie om de waarheid te achterhalen
Criminaliteit - Gedrag dat door de overheid strafbaar gesteld is
Misdrijf = ernstig delict, overtreding = minder ernstig delict.
Plea Bargaining VS: Schuld bekennen voor strafvermindering (-bepaald door rechter)
3 times you’re out VS: Als je voor de 3e keer wordt veroordeeld, krijg je levenslang
Patriot Act VS: Wet die inbreuk op privacy vereenvoudigd
Rechtsstaat:
- Alle burgers hebben gelijke rechten
- Legaliteitsbeginsel = misdrijven zijn alleen strafbaar, als zij al in het wetboek stonden
- Burgers en overheid houden zich aan de wet
- Machtenscheiding (trias politica) = wetgevende, uitvoerende, rechtsprekende
- Grondrechten worden gewaarborgd
1 Klassieke mensenrechten
- Vrijheid van godsdienst
- Vrijheid van meningsuiting / drukpers
- Vrijheid van demonstratie / vereniging / vergadering
- Onaantastbaarheid van het lichaam
- Bescherming op persoonlijk eigendom
- Bescherming tegen willekeurige huiszoeking
- Bescherming tegen willekeurige arrestatie
- Brief-, telefoon- en telegraafgeheim (= Recht op privacy)
2 Sociale mensenrechten
- Recht op eten
- Recht op onderdak
- Recht op werk
- Recht op onderwijs
- Recht op gezondheidszorg
- De overheid heeft een inspanningsverplichting voor deze rechten, maar geen resultaatsverplichting.
Organisatie van de strafrechtspraak:
(laag naar hoog)
- Rechtbank = kantonrechter voor overtredingen, strafrechter voor misdrijven
- Gerechtshof = hoger beroep = opnieuw zaak behandelen. In totaal 5 in Nederland
- Hoge raad = kijkt of de lagere rechters de wetten en procedures goed hebben toegepast
Doelen van straffen:
- Vergelding = dader moet boeten voor misdaad
- Resocialisatie= de straf moet terugkeer in de samenleving mogelijk maken
- Voorkomen van eigenrichting = de overheid wil voorkomen dat slachtoffers zelf wraak
nemen
- Bescherming = de straf moet zorgen voor bescherming van andere burgers en de dader zelf.
Hoofdstraffen:
- Gevangenisstraf bij misdrijven
- Hechtenis bij overtredingen
- Taakstraf = onbetaald maatschappelijk nuttig werk
- Geldboete
- Tbs = ter beschikking stellen van de dader. Gebeurt bij psychisch gestoorden
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden