Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Hoofdstuk 1, 2, 7, 8 en 10 (Politieke besluivorming)

Beoordeling 4.9
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • Klas onbekend | 1366 woorden
  • 21 maart 2004
  • 22 keer beoordeeld
Cijfer 4.9
22 keer beoordeeld

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Wat is politiek? Politiek = de gezaghebbende toedeling van waarden d.w.z wie krijgt wat,waar,wanneer en in welke vorm?De overheid is de gezaghebbende. 1.2 Wat is beleid? Beleid = het kiezen van doelen en het inzetten van middelen in een bepaalde tijdvolgorde. Goed beleid is efficiënt en effectief. De 2 aspecten van politiek beleid zijn steeds - proces van politieke besluitvorming d.w.z de wijze waarop het beleid van de overheid tot stand komt. - politieke besluiten d.w.z de inhoud van het overheidsbeleid 1.3 Overheid en staat Een staat = een groep mensen op een bepaald grondgebied die geregeerd worden door een soevereine macht. Een soevereine macht = de hoogste vorm van macht die geen verantwoording aan anderen (buiten de staat) verschuldigd is. De overheid = de drager van de soevereine macht. Die macht wordt uitgeoefend door de koning en de ministers met behulp van het ambtenarenapparaat. De overheid wordt gecontroleerd door volksvertegenwoordiging.
1.4 Taken van de overheid Kerntaken van de overheid - De zorg voor openbare orde en veiligheid zoals misdaadbescherming, verdediging land - De zorg voor sociaal-economische zaken zoals werkgelegenheid - De zorg voor sociaal-culturele zaken zoals welzijn, kunst, volksgezondheid 1.5 Andere definities van politiek een Fundamentele belangtelling = Aantekening Politiek in ruime zin = besluiten over mensen Politiek in enge zin = regering besluit over burgers
Overheid = regering, kabinet staat  de uitvoerende macht
Volksvertegenwoordiging = parlement, statengeneraal, 1e en 2de kamer  de wetgevende macht
Regeren = wetten uitvoeren Hoofdstuk 2 Modellen voor het proces van politieke besluitvorming 2.1 De systeemtheoretische benadering Politiek systeemmodel
Invoer------------->omzetting ------------->uitvoer (input) (conversie) (output) terugkoppeling (feedback) (naar invoer en uitput) 2.2 De invoer (input) De Invoer (input) zijn de eisen die vanuit de samenleving naar voren worden gebracht. Ook de steun die maatschappelijke groeperingen geven aan de overheid, horen bij invoer. Hoofdstuk 7 De mogelijkheden van de burger 7.1 De plaats van de burger in het politieke proces De burger speelt een rol in de invoerfase
7.2 De grondwet en de burger De burger heeft twee soorten rechten op deel te kunnen nemen aan politieke besluitvorming. - kiesrecht, actief en passief - recht om machthebbers kritisch te kunnen volgen zoals; recht om verzoekschriften, vrijheid van meningsuiting. 7.3 Politieke participatie Deelname aan het politieke proces noemen we Politieke participatie. Er zijn drie vormen van Politieke participatie - Electorale participatie, de burger mag stemmen (80% doet dat) - Conventionele vormen van participatie lid worden politieke partij( ook bij pressiegroepen) - Protestparticipatie actievoeren maar toch blijft burger bevoegdheden van de overheid erkennen. 7.4 Burgerlijke ongehoorzaamheid T= toegestaan s= strafbaar
Legitiem protest t Protest via rechter. Demonstratie, verzoek aan politicus, stakingen en petitie aanbieden
Non-coöperatie t Niet stemmen, boycot, afwezig blijven, sommige stakingen
Geweldloze directe actie t Gandhi’s satyagraha, acties van Martin Luther King, vredeskampen
Burgerlijke ongehoorzaamheid Openlijk weigeren te betalen voor defentie doeleinden, uit idealisme legermateriaal vernielen
Geweldloze weerbaarheid s Stelen van voedselbonnen voor onderduikers in de oorlog
Burgerlijk verzet s Sabotage van spoorlijnen door het verzet in de tweede wereldoorlog

Gewapend verzet s Guerrillastrijd in Midden-Afrika
Rebellie s Opstand van een gedeelte van het leger tegen de machthebber. Revolutionair verzet s Gewelddadige verzet
Burgerlijke ongehoorzaamheid = niet strafbaar maar ook niet toegestaan. De wet wordt wel overtreden maar de actievoerders zijn bereid zich te laten arresteren en aanvaarden hun straf. Hoofdstuk 8 Pressiegroepen 8.1 Pressiegroepen Een publiekrechterlijk orgaan = een organisatie die met overheidsgezag bekleedt is. vb. SER
Een pressiegroep = een groepering die geen partij of publiekrechterlijk orgaan is en die op basis van de gemeenschappelijke belangen en uitgangspunten van de samenleving probeert invloed uit te oefenen. Pressiegroepen horen bij de invoer van het politieke systeem. 8.2 en 8.3 Twee soorten pressiegroepen zijn
Een belangenorganisatie = een organisatie die speciaal is opgericht om de belangen van bepaalde groepen mensen te behartigen. Een actiegroep = een organisatie of groep die van burgers die zich gedurende een bepaalde tijd inzetten voor een bepaald belang en als dat belang is gerealiseerd word opgeheven. Belangengroep actiegroep
overeenkomst -uit aantal haalt men invloed -buiten parlementair invloed op politiek -veel kennis en ervaring -uit aantal haalt men invloed -buiten parlementair invloed op politiek -veel kennis en ervaring
verschil -belang staat centraal -professionele leiding die betaald wordt -blijven altijd bestaan(permanent) -word gerund als bedrijf -ideaal overheerst -onbetaalde onprofessionele leiding -als doel bereikt is heffen ze zich op

voorbeeld ANWB, de Consumentenbond Greenpeace, WNF 8.4 Sociale bewegingen Als verscheidene groepering hetzelfde doel hebben, noemen we dat een sociale beweging. Voorbeelden daarvan zijn de vrouwenbeweging, vredesbeweging en derde-wereldbeweging. 8.5 Pressiegroepen en politieke partijen Politieke partij - over elk onderwerp een mening - probeert doel te bereiken via verkiezingen waardoor ze zelf meekunnen beslissen in regering Pressie groep - beperkt zich tot een onderwerp - probeert doel te bereiken en wil geen politieke verantwoordelijkheid en dus niet in regering
een one-issue partij = een partij die zich vooral op één beleidsonderdeel richt 8.6 Pressiegroepen en strategie Pressiegroepen proberen de politiek besluitvorming te beïnvloeden. Daarvoor is een goede strategie nodig. Vragen die ze zichzelf stellen zijn - Wat wordt beoogd met deze actie? - Op wie is de beïnvloeding gericht? - Welke beïnvloedingsmogelijkheden heeft onze pressiegroep? 8.7 Pressiegroepen, macht en invloed Macht = het vermogen hebben om jouw wil aan anderen op te leggen. Hoe kun je macht krijgen? -wapens -geld -aanhang -geloof -charisma -kennis Hoofdstuk 10 Politieke stromingen 10.2 Politieke cultuur Politieke cultuur = opvattingen, normen, waarden ten aanzien van de politiek

3 belangrijke elementen in politieke cultuur -de politieke structuren en omgangsnormen van de actoren -het politiek proces d w z, mate van vertrouwen in politiek - inhoud van overheidsbeleid
belangrijke gebeurtenissen in de politiek sinds jaren 60 -ontzuiling -deconfessionalisering -democratisering -emancipatie 10.3 Ideologieën De keuzes die in de politiek gemaakt worden hangen samen met de belangen van maatschappelijke groepen. Een Ideologie = een alomvattende maatschappijvisie, een samenhangend stelsel van normatieve uitspraken over mens en maatschappij, waarmee een persoon of groepering zijn positie kan en beleid kan bepalen en rechtvaardigen. Normatieve waarden zijn uitspraken over hoe iets zou behoren te zijn
Uitspraken die deel uitmaken van ideologie zijn; - in hoeverre men zijn priveleven inricht - gewenste sociaal-economische orde van de samenleving wie moet de sociaal-economische dingen regelen ; Overheid of bedrijven - de gewenste machtsverdeling; welke rol moet staat vervullen, waarover mag staat beslissen 10.6 Politieke partijen en ideologien Politieke stroming = een groepering van mensen met ongeveer dezelfde politieke opvattingen. Politieke partijen kunne zich onderscheiden in - conservatief (behoudend) en progressief (vooruitstrevend) - links of rechts - wel of niet gebaseerd op ideologie - op basis van verschillende ideologieen 10.7 De liberale visie Vrijheid betekend bij het liberalisme individuele vrijheid d w z de staat mag zich niet teveel bemoeien met het priveleven van de burgers zoals vrijheid van meningsuiting
Een rechtstaat = een staat die de politieke grondrechten van de burgers respecteerd
Liberalisme vind dat de staat zich zo wienig mogelijk met economie
Daarbij is nodig - ruimte voor particulier initiatief (burger moet zelf initiatieven nemen) - vrijemarkt economie (burger kan met zijn geld risico nemen om te investeren in bedrijven) VVD en D’66 10.8 De sociaal-democratische visie - particulair initiatief minder belangrijk dan gemeenschappelijk belang - intensieve overheidsbemoeienis op sociaal-economisch gebied - optismisme over maakbaarheid van de samenleving - gelijkwardigheid

democratisering = mensen die onderworpen worden aan de gevolgen van politieke besluitvormingsprocecs betrekken via ondernemingraden, inspraakprocedures enz. PvdA 1946 10.9 De christendemocratische visie - christelijk geloof als inspriratiebron - naastenliefede - solidariteit - subsidariteitsbeginslen ( de overheid bemoi zich iet met regls en orshriftn gloof - rentmeestershap ( rentmeester is iemand die verantwoordijlijkheid draagt over spullen van iemand anders dsu de menesen over God
CDA 1980 van KV ARP 10.10 De communistische visie Communisme = politieke systemen voor 1989 - almacht van de staat op economisch gebied - individuele vrijheid van burger verdwijnt - komt voort uit ideologie tegen klassenstrijd - gelijkwaardigheid - macht bij het volk
internationale solidariteit = als alle arbeideres uit verschllende landen zich gaan verzetten (tegen kapitalistisch systeem) GroenLinks 10.11 De rechts-extremistische visie Het rechts-extremistisme is een politieke stroming die zich verzet tegen de democratie Facisme 1923 1945 - ongelijkwaardigheid - geweld - Centraal leiderschap - nationalisme
CD en CP 10.12 De ecologische visie Sinds jaren 70 is de ecologische visie steeds belangrijker geworden. In deze visie staat het milieu centraal. Na verschijnen van rapport van de club van Rome - bescherming milieu - de werking van markteconomie moet worden beperkt - via mentaliteitsverandereing samenleving doen overstappen op milieuvriendelijke producten te gebruiken. 10.13 De orthodox-christelijke visie -Bijbel als grondslag SGP

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.