Verzorgingsstaat
PARAGRAAF 1
Verzorgingsstaat: de overheid bemoeit zich actief met de welvaart en het welzijn van haar inwoners. (de overheid zorgt voor de burgers)
Welvaart: de mate waarin mensen over voldoende middelen beschikken om hun behoeften te vervullen. (economie)
Welzijn: de mate waarin mensen tevreden zijn over hun lichamelijke en geestelijke gezondheid. (geluk)
Verzorgingsstaat 1962 Nederlandse socioloog Piet Thöenes
‘Welvaartsstaat’ Term die eerder werd gebruikt door sociologen voor landen waarin de overheid zich inspande om burgers te behoeden voor armoede en andere ellendige leefomstandigheden.
Piet Thöenes: Verzorgingsstaat is een samenleving waarin de overheid zich garant stelt voor het collectieve sociale welzijn. Maar wel met een democratisch staatsbestel en met het kapitalistische productiesysteem. Actief ingrijpen van de overheid zou dus niet ten koste mogen gaan van de economische vrijheid en de grondrechten van burgers.
Solidariteitsgedachte: In een groep of samenleving is er bereidheid om risico’s met elkaar te delen. Er is sprake van collectief belang. We moeten met zijn allen voor elkaar zorgen.
Functies van de verzorgingsstaat:
• Verzekeren:
1. Je betaald sociale premies voor ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid.
2. Iedereen betaald belasting.
3. Van dit belastinggeld worden sociale voorzieningen zoals AOW en Kinderbijslag betaald.
4. Al deze regelingen vormen samen het socialezekerheidsstelsel: Dit stelsel verzekert mensen van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid.
• Verzorgen (voorbeelden):
1. Zorgverzekeraar betaalt de huisarts of een operatie in het ziekenhuis.
2. Alle vrouwen die bevallen hebben recht op kraamhulp.
3. Verzorgings- en verpleeghuizen.
Als je hulp nodig hebt voor bepaalde aandoeningen, heb je recht op bijvoorbeeld de bovenstaande voorbeelden.
• Verheffen:
Goed onderwijs is gunstig voor de verzorgingsstaat, omdat hoogopgeleiden vaak meer belasting en premies betalen. Een goede opleiding geeft je de kans om te ontplooien en vergroot het je kans op de arbeidsmarkt. Goed onderwijs is belangrijk voor onze samenleving want zo kunnen we concurreren met buitenlandse economieën.
• Verbinden:
1. Het socialezekerheidsstelsel maakt je afhankelijk van elkaar, je betaalt voor elkaar.
2. De overheidsbemoeienis verkleint de sociale ongelijkheid tussen mensen.
3. Onderwijs brengt verschillende groepen mensen bij elkaar.
Sociale grondrechten die de overheid verplichten om er actief naar te streven:
1. Voldoende werkgelegenheid
2. Bestaanszekerheid en welvaart
3. Een goed leefmilieu
4. Volksgezondheid en voldoende woongelegenheid
5. Goed onderwijs
De mensen hebben ook plichten. De overheid moet zich inspannen om iedereen aan werk te helpen, maar in ruil daarvoor bestaat voor burgers het sollicitatieplicht. Als iemand niet actief op zoek is naar werk heeft hij geen recht op een uitkering. Een andere plicht is het betalen van premies en belastingen.
Communisme en socialisme gelijkheid planeconomie in handen van de overheid
Kapitalisme vrijheid vrijemarkteconomie overheid niet actief
Drie modellen van verzorgingsstaten:
• Scandinavisch model:
1. ‘Flexicurity’ is het kernwoord. (flexibele arbeidsmarkt en sterke sociale zekerheid).
2. Flexibele arbeidsmarkt: Makkelijk ontslagen maar snel nieuwe baan.
3. Individuele begeleiding bij werkloosheid en goede uitkeringen.
4. Sociale zekerheid: hoge uitkeringen en uitgebreide verlofregelingen.
5. Hoge collectieve lastendruk.
• Angelsaksische model:
1. Geen uitgebreide sociale zekerheid eigen verantwoordelijkheid, vrijheid en particulier initiatief belangrijk.
2. Goed ondernemingsklimaat
3. Overheid heeft een bescheiden rol: gezondheidszorg en onderwijs moeten mensen zelf regelen.
4. Korte duur voor uitkeringen en mensen betalen minder belastingen en premies (door lage overheidsuitgaven)
• Rijnlands/corporatistisch model:
1. Samenwerking overheid, werkgeversorganisaties en vakbonden
2. Sociale zekerheid belangrijk
3. Kenmerkend voor Nederland
4. Goed beschermt tegen ontslag of ziekte
5. Automatische pensioenpremies
PARAGRAAF 2
Tot 1850: Nachtwakersstaat
1850-1950: Overgangsperiode
1950-nu: Verzorgingsstaat
Nachtwakersstaat
• Gebaseerd op liberale grondslag
• De economie steunde op het principe van de vrije markt.
• Nachtwakersstaat: een staat waarin de overheid zich beperkt tot het handhaven van rechtsorde. Zwakkeren werden geholpen door rijken of kerken.
Armenwet (1854): Voor het eerst: Zorgplicht voor de overheid voor mensen die niet zelf hun onderhoud kunnen voorzien.
• Katholieken en protestanten wilden zwakkeren beschermen en zagen overheidsbemoeienis als aanvulling op hun eigen inspanningen.
• Socialisten streefden naar betere leefomstandigheden en wilden een sterkere rechtspositie van arbeiders.
• Liberalen zagen verloedering, onveiligheid en armoede als een bedreiging.
Er ontstond een gemengde markteconomie goede scholing, een goed wegennet, vuilnisophaaldiensten en riolering. Overheid ging zich meer bemoeien met de economie.
Na WO2 ontstond er een hoge werkloosheid en veel armoede. De overheid ging zich er mee bemoeien en de werkloosheidsbestrijding was het begin van toenemende overheidsbemoeienis.
Principieel verschil: de sociale zekerheid van voor de oorlog: alleen verzekeringen voor werkenden.
Sociale zekerheid van na de oorlog: van toepassing op alle burgers.
Wederopbouw:
• Geleide loonpolitiek: niet werkgevers maar de regering besliste over loonstijgingen.
• Sociaaldemocraten nieuwe sociale wetgeving Werklozenwet en ziektewet
Drie soorten uitbreiding:
1. Het aantal risico’s dat gedekt werd. (AOW, Bijstandswet en WAO)
2. Het aantal gerechtigden. Het aantal mensen dat beroep deed op een uitkering steeg
3. Het aantal sectoren. De overheid ging op meer terreinen financiële steun verlenen.
4. Socialezekerheidsstelsel
Mijlpalen die kenmerkend zijn voor de verzorgingsstaat:
• Algemene ouderdomswet (AOW)
• Vaccinatie bij baby’s
• Bijstandswet
• Anticonceptiepil
• Het woningbezit van woningbouwverenigingen steeg.
• Het onderwijs groeide
PARAGRAAF 3
Gemengde markteconomie Nederland doelen overheid:
• Een evenwichtige arbeidsmarkt. De overheid kan in slechte economische tijden de werkgelegenheid stimuleren door als opdrachtgever te investeren in grootschalige projecten.
• Een rechtvaardige inkomensverdeling. Minimumloon om onderkant van de arbeidsmarkt te beschermen en progressief belastingstelsel om mensen die veel verdienen meer belasting te laten betalen. + uitkeringen voor zieken, werklozen enz.
• Een evenwichtige betalingsbalans. ????
• Goede arbeidsvoorwaarden.
• Goede arbeidsomstandigheden. Door bijvoorbeeld de Arbowet en een inspectiedienst.
Werkgeversorganisaties en vakcentrales sociale partners
Op landelijk niveau:
• Sociaal-Economische Raad (SER) de SER adviseert de regering
• Stichting van Arbeid overleggen over arbeidsvoorwaarden
Collectieve arbeidsovereenkomst: (cao) een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers uit 1 bedrijfstak over de arbeidsvoorwaarden.
Harmoniemodel: partijen zoeken gezamenlijke oplossingen.
Poldermodel: er worden compromissen gesloten tussen overheid, vakbonden en werkgevers.
PARAGRAAF 4
Belangrijke doelen overheid over onderwijs:
1. Iedereen de kans geven om zijn of haar talenten te ontwikkelen
2. Zorgen voor voldoende hoogopgeleid personeel
Deze doelen bereiken makkelijke doorstroming in het onderwijssysteem
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden