Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

H3 parlementaire democratie 3.1, 3.2, 3.3

Beoordeling 8.6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 919 woorden
  • 7 december 2016
  • 5 keer beoordeeld
Cijfer 8.6
5 keer beoordeeld

H2 maatschappijleer
Par 2.1 Wat is politiek? Politiek = de wijze waarop een bepaald land wordt bestuurd
Politiek neemt besluiten die van algemeen belang zijn en invloed hebben op ons leven. Denk aan:
- Openbare orde en veiligheid
- Infrastructuur
- Welvaart
- Welzijn
- Onderwijs
- Defensie
Wij betalen belasting – we hebben recht om te stemmen
Democratie = een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming   Parlementaire democratie = staatsvorm waarbij alle politieke keuzes door een parlement (met volksvertegenwoordigers) worden gemaakt.
Kenmerken parlementaire democratie:

- Burgers hebben politieke grondrechten
           - kiesrecht 18+ 
           - iedereen mag eigen partij beginnen
           - recht om te demonstreren
           - vrijheid van meningsuiting
- Politieke besluitvorming
           - leden van de Staten-Generaal (1e en 2e kamer) gekozen door geheime stemming
           - wetten worden vastgesteld door regering en Staten-Generaal
- Vrije media
           - media heeft geen toestemming nodig bij publicaties of uitzendingen
           - overheid moet zelf zorgen dat media juiste informatie krijgt
Pas na 1848 kwam er politieke vrijheid en gelijke rechten. De macht van de koning werd ingeperkt en er kwam mannen en vrouwenkiesrecht
Dictatuur/autocratie = alle macht is in handen van één persoon of een kleine groep mensen

     Communistische partij alle macht (China, Cuba, Noord-Amerika en Sovjetunie)
     Fascistisch = nationalistisch en wijzen democratie af. (Duitsland, Italië, Spanje en Zuid-Amerika)
     Religieuze dictatuur = gebaseerd op islamitische wetgeving (Iran)
    Militaire dictatuur = het leger geeft de macht (Birma)  Kenmerken dictatuur:
- Ze zijn meestal een dictatuur geworden na een revolutie, staatsgreep, of door het leger
- De gehele politieke macht is in handen van een kleine groep. Burgers hebben geen onafhankelijke rechter
- Grondrechten worden niet beschermd. Geen vrijheid van meningsuiting en niet demonsteren.
- Geen vrije pers. Censuur = controle door overheid op alles wat de media uitbrengt
- Oppositiepartijen zijn verboden. Bij openlijk oneens-zijn – gearresteerd
- Verkiezingsfraude. Of geen verkiezing of fraude, of partijen worden verboden mee te doen. Sommige landen veranderen van een dictatuur toch nog in een democratie. Bijv. na hevige volksopstanden
Par 2.2 Politieke stromingen
Ideologie = een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. Iedere ideologie heeft ideeën op gebied van
- Waarden en normen

- De ideale sociaaleconomische verhoudingen (wat is een rechtvaardige verdeling van welvaart)
- De ideale machtsverdeling in de samenleving
Progressief = vooruitstrevende politieke ideeën
Conservatief = behoudende politieke ideeën
      Reactionair = regels van vroeger terug willen
Links Rechts
Een actieve overheid Een passieve overheid
Eerlijke verdeling van inkomen Lage belastingen
Een uitgebreide verzorgingsstaat Eigen verantwoordelijkheid
Gelijke kansen Economische vrijheid
Bijv. SP, GroenLinks Bijv. VVD, PVV
Conclusie:
Rechts -> eigen verantwoordelijkheid + vrijheid.
Links -> gelijkwaardigheid + iedereen gelijke kansen.
Veel mensen hebben linkse + rechtse standpunten -> druk in politieke midden.
   Liberalisme Socialisme Confessionalisme
Ontstaan 18e eeuw. Opstand tegen onbeperkte macht koning Slechte werkomstandigheden 19e eeuw Eind 19e eeuw vormen gelovigen eigen partijen

Idealen Persoonlijke en economische vrijheid Eerlijke verdeling van kennis inkomen en macht Zorgzame samenleving. Overheid alleen het nodige, de rest aan organisaties
Standpunten - Voor vrijemarkteconomie
- De Staat bemoeit zich niet met economie
- Uitkeringen zo laag mogelijk - Niet tegen vrijemarkteconomie maar overheid actief tegen zwakkeren in samenleving
- Verzorgingsstaat - Harmonie = organisaties, burgers overheid samenwerken
- Gespreide verantwoordelijkheid = zorg voor elkaars welzijn
- Naastenliefde = zorg voor kwetsbaren
- Rentmeesterschap = zorg voor aarde
Partijen VVD/ PVV/ D66 PVDA/ SP CDA / ChristenUnie   Par 2.3 Politieke partijen
Politieke partij = een groep mensen met dezelfde ideeën over de manier waarop onze samenleving het beste bestuurd kan worden. Verschillende soorten
- Actiegroep = houden zich bezig met één bepaalde doelstelling en voeren actie (Pro-Life)
- Belangenorganisaties = houden zich bezig met belangen van één bepaalde groep. (ANWB) 5 soorten politieke partijen:
- Politieke partijen = op basis van ideologie. 3 stromingen (vorig par.)

- One-issuepartijen = richten zich op één aspect uit de samenleving en hebben daar een duidelijk standpunt over. Bijv. Partij voor de Dieren
- Protestpartijen = ontstaan uit onvrede met bestaande politiek. In jaren 60 -> D66
- Populistische partijen = ontstaan deels uit protest, maar hebben vooral de bedoeling op te komen voor de ‘zwijgende massa’. Bijv. Lijst Pim Fortuyn (LPF) of PVV
- Niet-democratische partijen = zoals fascistische of rechtsextremistische partijen doen nauwelijks mee aan verkiezingen. Belang autochtone bevolking centraal + standpunten = racistisch. Functies politieke partijen:
- Integratiefunctie = door eisen + wensen wordt partijprogramma gemaakt (verbind mensen)
- Informatiefunctie = kiezers informeren over standpunten (helpen mening vormen)
- Participatiefunctie = burgers stimuleren actief deel te nemen aan politiek
- Selectiefunctie = alleen via bestaande/eigen partij politiek bereiken  

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.