Samenvatting “Parlementaire democratie”
§ 1 Wat is politiek?
- Politiek = de manier waarop een land bestuurd wordt, met algemene zaken zoals
- Openbare orde en veiligheid
- Buitenlandse betrekkingen
- Infrastructuur
- Welvaart
- Welzijn
- Onderwijs.
Voor al die plannen betalen burgers belasting. Daar tegenover staat het recht om te stemmen op de partij die we het beste vinden, en we krijgen een uitkering als we werkloos worden of na een ongeval arbeidsongeschikt worden.
- In Nederland hebben we een democratie: een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.
Er zijn 3 vormen van democratie:
- Een directe democratie, bijvoorbeeld door iedereen op een plein te zetten en te tellen hoeveel het er mee eens zijn. Dit kan alleen in kleine groepen.
- Een indirecte democratie, waarin het volk niet zelf beslissingen neemt, maar dit overlaat aan gekozen vertegenwoordigers.
- Een parlementaire democratie, wat erg lijkt op een indirecte democratie: beslissingen worden genomen door partijen waar we op kunnen stemmen – het parlement.
- De kenmerken van een democratie zijn:
- Burgers hebben politieke grondrechten - recht om te stemmen, recht om een politieke partij op te richten etc.
- Er zijn regels voor de politieke besluitvorming - de leden van de Staten-Generaal worden gekozen door een geheime stemming, wetten worden vastgesteld door de regering en Staten-Generaal samen etc.
- Er zijn vrije media, want als van mensen wordt verwacht dat zij betrokken zijn bij de politiek, dan moeten zij ook goed geïnformeerd worden - de media hebben geen toestemming vooraf nodig.
- Sommige landen hebben een dictatuur of autocratie. In deze landen is alle macht in handen van één persoon of een kleine groep mensen. Je hebt verschillende vormen van dictaturen:
- Op basis van een ideologie - een samenleving waarin alle mensen op basis van gelijkheid zouden leven.
- Fascistisch – zeer nationalistisch, die graag sterke leiders willen die zelfstandig, zonder democratie, besluiten nemen.
- Religieus – gebaseerd op de wetten van een godsdienst.
- Militair – het leger heeft alle macht.
- De kenmerken van een dictatuur zijn:
- De politieke macht is in handen van een kleine groep - burgers zijn afhankelijk van de willekeur van de machthebber.
- Grondrechten worden niet beschermd - burgers hebben geen recht op vrije meningsuiting en mogen niet demonstreren.
- Er bestaat geen vrije pers – alles moet worden goedgekeurd door de overheid. Die controle door de overheid op alles wat de media uitbrengen, heet censuur.
- Oppositiepartijen zijn verboden – politici en burgers die het oneens zijn met de overheid in het openbaar, worden gearresteerd.
- Er is een grote politieke rol voor de militairen – om verzet van het volk te kunnen onderdrukken moet de regering kunnen rekenen op de militairen en daarom zie je soms generaals in de regering.
- Er is sprake van verkiezingsfraude – er wordt gefraudeerd met de uitslag, andere partijen worden verboden en/of kiezers worden geïntimideerd.
§ 2 Politieke stromingen
- Bijna alle politieke partijen ontstaan vanuit een ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. Iedere ideologie heeft ideeën op het gebied van
- Normen en waarden
- Sociaaleconomische verhoudingen – wat is een rechtvaardige verdeling van de welvaart?
- De ideale machtsverdeling in de samenleving.
- Je kunt ideologieën indelen op verschillende manieren. De ene manier is de volgende:
- Progressief/conservatief
Progressief betekent vooruitstrevend, de maatschappij willen veranderen. Progressieve partijen focussen zich op het beter maken en houden van de samenleving.
Conservatief betekent behoudend. Conservatieve partijen proberen alles te houden zoals het al is. Ze veranderen alleen als dat écht nodig is. Als conservatieve partijen terug willen naar hoe het vroeger was, noem je dat reactionair.
Conservatieve en progressieve ideeën kunnen samen in één partij voorkomen.
- Links/rechts
Misschien ken je de uitspraak “Vrijheid, gelijkheid, broederschap.” Hussel die wat door elkaar en je krijgt gelijkheid – broederschap – vrijheid. Gelijkheid staat helemaal links, vrijheid staat helemaal rechts. Dus als een partij extreem rechts is, willen ze vooral vrijheid. Willen ze vrijheid én gelijkheid, dan behoren ze tot het politieke midden, bij broederschap (harmonie). Willen ze vooral gelijkheid, dan is die partij links.
Rechtse partijen willen dat de overheid zich passief opstelt: alleen optreden als dat echt nodig is. Linkse partijen willen dat de overheid juist actief optreedt en altijd probeert dingen te verbeteren en ze goed te houden.
- Er is nog een manier om ideologieën in te delen, namelijk in stromingen. Nederland kent er drie.
- Liberalisme
- Ideaal: persoonlijke en economische vrijheid
- Liberalen tegenwoordig: zijn voor de vrijemarkteconomie en vinden dat de overheid zich moet beperken tot kerntaken (defensie, onderwijs en de bescherming van de rechtsstaat & grondrechten). Ze accepteren de verzorgingsstaat onder drie voorwaarden:
- De vrijemarkteconomie komt niet in gevaar
- Mensen dragen zelf verantwoordelijkheid voor hun situatie
- De uitkeringen blijven zo laag mogelijk
- Voorbeelden van liberale partijen zijn VVD en D66.
De samenvatting gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden