Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

H1 Communicatie

Beoordeling 5.1
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas havo | 513 woorden
  • 14 oktober 2003
  • 11 keer beoordeeld
Cijfer 5.1
11 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Vormen van communicatie - face – to – face - indirect - 1 zender, meer publiek
Face – to – face: Zender en ontvanger allebei aanwezig, directe reactie is mogelijk. Indirect: Zender en ontvanger maken gebruik van een communicatiemiddel. Soms kun je direct reageren (telefoon), soms niet (brief). 1 Zender, meer publiek: De zender richt zich tot een groot, meestal betrekkelijk anoniem publiek. Soms is reactie mogelijk, bijv. bij een lezing in een zaal, maar meestal kan dit niet, zoals bij radio - en tv programma’s. Een gesproken taal à verbale communicatie
Gebaren maken naar elkaar à non – verbale communicatie

Massacommunicatie: Massacommunicatie is een vorm van communicatie waarbij de zender met technische hulpmiddelen in staat is om grote aantallen mensen met en boodschap te bereiken. Deze technische hulpmiddelen worden media genoemd. - Is gericht op meerdere mensen (massa) - De informatie is openbaar en voor iedereen toegankelijk - De relatie tussen zender en ontvanger is onpersoonlijk - Meestal eenzijdige communicatie
2 Dingen die hieraan voldoen zijn: - gedrukte media: kranten en tijdschriften - audio – visuele media: radio en tv
In onze maatschappij vervullen de media 4 functies: - Nieuws - Amusement - Educatie (programma’s waar je iets van kunt leren) - Opinievorming (discussieprogramma’s) Politieke functies van de massamedia: - Woordvoerders – of spreekbuisfunctie - Informatie functie - Commentaarfunctie - Onderzoeksfunctie - Controlerende functie
Woordvoerders - of spreekbuisfunctie: Deze functie houdt in dat de massamedia de in de maatschappij bestaande standpunten verwoorden. Vaak wordt gebruik gemaakt van enquêtes. Resultaten daarvan worden gepubliceerd in kranten en actualiteitenrubrieken. Zo kun je zien hoe er over een bepaald maatschappelijk probleem wordt gedacht. Informatieve functie: Informatieve informatie verspreiden. Commentaar functie: De massamedia levert commentaar op politieke besluiten. Kan direct gebeuren (in een dagblad), of indirect (in een actualiteitenrubriek voor – en tegenstanders van een bepaald politiek voornemen of besluit aan het woord te laten) 4 Verschillende theorieën over de invloed van de massamedia: - De selectieve – perceptietheorie - De agendatheorie - De injectienaaldtheorie - De aanhaaktheorie
Referentiekader: Datgene wat je al weet, met inbegrip van eerder aangeleerde normen of gedragsregels en waarden, opvattingen over goed en kwaad, mooi en lelijk, enz. De selectieve – perceptietheorie: Hiermee wordt bedoeld dat iedereen op een eigen manier naar dingen kijkt. Iedereen neemt dingen weer anders waar. Een aantal trucs van de reclamemaker: - Gebruik maken van een bekend persoon - Gebruik maken van ‘wetenschappelijke’ termen - Gebruik maken van termen uit andere talen - Proberen een product aan een bepaalde sfeer te koppelen - Proberen in te spelen op gevoelens van de consument - Muziek, als je dat deuntje hoort denk je gelijk aan het product - Inspelen op ‘trends’ - Gericht benaderen van doelgroepen - Humor in de reclame - De consument zelf aan het woord laten
Waarden à goed en kwaad, lelijk en mooi, gepaste en ongepaste omgangsvormen, enz. Normen à gedragsregels gebaseerd op die waarden
Socialisatie à overdracht van waarden en normen
Bijvoorbeeld een clip op TMF, je hoort de muziek van jou voorkeur maar ook de persoon met wie je je graag identificeert. 3 Meningen van invloeden van de televisie: - De reductiethese - De geen – effecthese - De stimulatiethese

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.