H 2; Politieke Stromingen en Partijen

Maatschappijleer
Thema 1. Politieke besluitvorming
Samenvatting Hoofdstuk 2 “Politieke stromingen en partijen” In Nederland zijn er 3 grote politieke stromingen en alle 3 handelen deze op eigen ideologieën; liberalisme (vrijheid van iedereen, rechts) socialisme (sociaal zijn tegen over elkaar geen grote verschillen tussen arm en rijk) christen-democraten (een visie gebaseerd op het christelijke geloof). Politieke stromingen hebben een visie, deze visies noemen we een ideologie omdat het gaat over een geheel van ideeën over de mensen en zijn doen en laten. Normen en waarden hebben duidelijke standpunten over normen en waarden (dit gaat vooral over of dat iemand iets wel of niet mag doen.) Ook over sociaal-economische verhoudingen dit gaat over hoe men tegen over verhoudingen staan, bijvoorbeeld arm en rijk. Machtsverdeling is ook belangrijk, dit houdt in hoe de macht is verdeeld tussen verschillende mensen en dus ook macht posities. Uitleg van de verschillende politieke indelingen. • Conservatief
Terughoudendheid, en vast houden aan traditionele waarden en normen. • Progressief

Vooruitstrevend, in voor veranderingen in de samenleving. • Reactionair
Achteruit strevend, eerder ondergane veranderingen terug draaien. Links Midden Rechts • Algemeen progressief. • Gelijkwaardigheid. • Op komen voor mensen met een achterstandspositie. • Beschermen van de zwakkeren. • Tussen in, linkse bescherming en rechtse vrijheid. • Verschillend op punten. • Algemeen Conservatief. • Bescherming van persoonlijke en economische vrijheid. • Eigen initiatief.