De verzorgingsstaat

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Samenvatting door een scholier
  • 4e klas vwo | 2374 woorden
  • 9 januari 2010
  • 20 keer beoordeeld
Cijfer 6
20 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Samenvatting maatschappijleer, Verzorgingsstaat

1 waarom werken we?

deelvraag is: waarom werken we en welke invloed heeft werken op onze maatschappelijke positie?
1.1 de betekenis van werk

negentig procent van de mannelijke boroepsbevolking en tachtig procent van de vrouwen heeft een betaalde baan.
we definieren werk of arbeid als ieder menselijke bezigheid die verricht word:
met een bepaalde inspanning.
met gebruik van iemands capaciteiten.

eventueel met behulp van gereedschappen, computers enz.
binnen een maatschappelijke geregelde behoefte is.
met het doel het leveren van een product of een diens.
de laatste 2 punten maken duidelijk dat het bij arbeid niet zozeer gaat om activiteiten die je alleen voor je plezier doet. je werkt om dat er in de samenleving een bepaalde behoefte is.
door de groeiende welvaart zijn er uitkeringen, studiefinancieringen enz. voor mensen die niet in staat zijn te werken. we definieren een verzorgingsstaat als een land waar de overheid zich verantwoordelijk stelt voor het welzijn van de burgers.

fundamentele behoefte
Maslow onderscheidt 5 basisbehoeften of prikkels die aan het menselijke gedrag ten grondslag liggen.


werk draagt bij dat mensen deze materiele en immateriele basisbehoefte kunnen vervullen.
waardering van werk
het arbeidsethos, de waarde die mensen aan arbeid toekennen, word enerzijds bepaald door sociaal-culturele omstandigheden en anderzijds door de sociaal-economische situatie.
in de middeleeuwen werd arbeid, vooral lichamelijke arbeid, als iets minderwaardigs beschouwd. in de zestiende eeuw werd onder invloed van het calvinisme arbeid als een morele plicht beschouwen. tegenwoordig hebben individualiteit en solidariteit een plek gevonden, word behalve als een maatschappelijke plicht, arbeid ook gezien als een mogelijkheid tot zelfontplooiing.

1.2 arbeid en sociale structuur
beroepen en maatschappelijke posities

in de regel geld hoe hoger de opleiding is, des te hoger het salaris en hoe groter de status. hiermee verbonden is de maatschappelijke positie van mensen, de plaats die iemand heeft op de maatschappelijke ladder. ook het sociale milieu waarin mensen leven draagt bij een je maatschappelijke positie.
de waardering van het werk verandert in de loop der tijd. vroeger werd hoofdwerk hoger geacht dan handwerk, nu krijgen echte vakmensen zoals, timmermannen en topkoks steeds meer waardering. ook de scheidingslijnen tussen vrouwen banen en mannen banen vervaagt steeds meer.
sociale ongelijkheid
de maatschappelijke posities van mensen leidden tot een gelaagdheid in de structuur van de samenleving die we aanduiden met de term sociale stratificatie: de verdeling van de samenleving in maatschappelijke klasses waartussen een verhouding van sociale ongelijkheid bestaat.
sociale ongelijkheid betekent dat er een ongelijke verdeling van welvaart, macht en sociale privileges bestaat. verschillen in welvaart zijn terug te voeren op de inkomens van mensen. machtsverschillen zijn gebaseerd op de afhankelijkheidsrelaties tussen mensen.
sociale mobiliteit
tegenwoordig is er een veel grotere sociale mobiliteit dan vroeger, de mogelijkheid om te stijgen op de maatschappelijke ladder. door deze grotere mobiliteit is er wel het gevaar dat lager geschoolde en uitkeringsgerechtigden achterop raken en zo een kansarme onderlaag gaan vormen. daarom is in 1983 het recht op arbeid als sociaal grondrecht opgenomen in de grondwet.

2 de sociale partners

deelvraag is: hoe zijn de arbeidsverhoudingen in Nederland geregeld?
2.1 werkgevers en werknemers
onderlinge afhankelijkheid
werkgevers en werknemers zijn van elkaar afhankelijk. we noemen werkgevers en werknemers dan ook wel sociale partners.
werkoverleg
in bedrijven vind vaak werkoverleg plaats. uiteindelijk beslist de werkgever maar een goede werkgever luistert zo goed mogelijk naar zijn werknemers. in bedrijven met meer dan 50 werknemers bestaat er een wettelijke vastgelegde vorm van medezeggenschap, namelijk de ondernemingsraad (or). de or heeft instemmingsbevoegdheid bij personele aangelegenheden. de or heeft alleen adviesbevoegheid bij bedrijfseconomische beslissingen.
vakbonden

om betere werkomstandigheden af te dwingen zijn de werknemers zich gaan organiseren. ze richtte vakbonden op. in het begin van de vorige eeuw gingen de verschillende vakbonden samenwerken in landelijke vakcentrales. na een aantal fusies is op dit moment het FNV, de federale Nederlandse Vakverenegingen, met circa 1.2 miljoen leden de grootste vakcentrale. daarnaast heb je het christelijke CNV, en voor het midden- en hoger personeel heb je de Unie MHP.
doelen
het doel van vakbonden en vakcentrales, tezamen ook wel de vakbeweging genoemd, is de belangenbehartiging van werknemers. van belang zijn:
arbeidsvoorwaarden, zoals onderhandelingen over lonen en arbeidstijdverkorting.
arbeidsomstandigheden, met name gezondheid, veiligheid en welzijn.
arbeidsverhoudingen, zoals medezeggenschap bij interne bedrijfsbeslissingen.
rechtspositie van werknemers, zoals regelingen en procedures bij ontslag.
sociale zekerheid, zoals het handhaven van een aanvaardbaar niveau van uitkeringen.
werkgelegenheid, zoals het stimuleren van banenplannen.
middelen
de middelen van vakbonden zijn prikacties en stiptheidsacties voeren, waarbij het werk word onderbroken of stipt volgens de voorschriften word gewerkt zodat er vertraging ontstaat. of ze starten en staking, blokkade en ze kunnen een gerechtelijke procedure starten.

werkgeversorganisaties

doelen van werkgeversorganisaties zijn:
het behartigen van de belangen van de ondernemers in de onderhandelingen met de vakbonden.
het bevorderen van een goed ondernemersklimaat
het bevorderen van de onderlinge eenheid
onderlinge ondersteuning.
middelen
een belangrijke troef is de werkgelegenheid. bij stakingen of andere acties kunnen werkgevers besluiten tot gerechtelijke procedures.

2.2 overleg russen de sociale partners
landelijk niveau
op landelijk niveau overleggen de vakbonden en de werkgeversorganisaties in de sociaal-economische raad (SER) en de stichting van de arbeid.
wanneer beide partijen in de stichting van de arbeid het met elkaar eens zijn word er een centraal akkoord gesloten.
bedrijfstakniveau
een bedrijfstak is een groep gelijke bedrijven, zoals metaalsector en de horeca. het belangrijkste doel van het overleg op bedrijfstakniveau is het afsluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst.
de collectieve arbeidsovereenkomst

een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) is een overeenkomst tussen werkgevers en werknemers over arbeidsvoorwaarde en alle andere zaken waarover men afspraken wil maken. iedere cao moet worden voorgelegd aan de minister van sociale zaken en werkgelegenheid. als hij de cao algemeen bindend verklaart, geldt deze voor alle werknemers werkgevers in de bedrijfstak.

2.3 harmonie- of conflictmodel?

in het harmoniemodel proberen werknemers en werkgevers gezamenlijk tot een overeenkomst te komen. in een conflictmodel worden juist de belangentegenstellingen benadrukt tussen de 2 partijen. FNV neigt meer naar het conflictmodel in tegenstelling tot het CNV en de Unie MHP.

verandering rol vakbeweging
in de jaren tachtig gingen de vakbonden akkoord met lagere lonen als daar tegenover bijvoorbeeld meer werkgelegenheid stond, dit overlegmodel dat toen ontstond heet het poldermodel.

3 van nachtwakersstaat tot verzorgingstaat

deelvraag is: hoe is de verzorgingsstaat tot stand gekomen, en wat was daarbij de bijdrage van de liberalen, sociaal-democraten en christendemocraten?
3.1 politieke visies

in de gedachten van de liberalen moet de overheid zich altijd terughoudend opstellen.
in de visie van de sociaal-democraten bemoeit de staat zich actief met het productieproces, maar blijft de vrije, ondernemingswijze productie handhaven. we spreken van een actief optredende overheid.
ten slotte nemen de confessionelen of christendemocraten een tussenpositie in. zij vinden dat werknemers en werkgevers in beginsel gezamenlijk, in harmonie, de economie moeten vormgeven. pas wanneer dit niet lukt moet de staat ingrijpen.
in de negentiende eeuw was het liberalisme de overheersende politieke visie. aan het einde van die eeuw zien we geleidelijk de groeiende macht van de socialisten en confessionelen.


3.2 Nederland als nachtwakersstaat

in de negentiende eeuw werd de vrijmarkteconomie ingevoerd. iedereen moest kunnen produceren wat hij wilde en dat zonder belemmering te koop kunnen stellen. de overheid moest zich niet met de markt bemoeien (Liberalisme)
vrijmarkteconomie
aan de basis staan de ideeen van de econoom Adam Smith. volgens Smith werkte de wet van de vraag en aanbod, via het prijsmechanisme, als een onzichtbare hand. bij een beperkt aanbod van een bepaald product zijn de consumenten bereid een hogere prijs te betalen. een economie die gebaseerd is op een ongehinderde werking van dit prijsmechanisme noemen we een vrijmarkteconomie.
de staat was een nachtwakersstaat waarin de overheid vooral moest zorgen voor veiligheid en het beschermen van de bezittingen van de burgers.


overgangsperiode
vanuit een aantal overwegingen ontstond in de loop van de negentiende eeuw het inzicht dat de staat moest ingrijpen in de vrije markt:
de christendemocraten wilden de zwakkeren een betere bescherming bieden
de socialisten streefden naar betere leefomstandigheden en een sterkere rechtspositie van de arbeiders
de liberalen hadden belang bij een vermindering van de criminaliteit, die een onvermijdelijk gevolg was van een grote armoede
de eerste sociale wetten
als gevolg van deze opvattingen werd er een aantal sociale wetten aangenomen:
vanaf 1854 konden mensen onder bepaalde voorwaarden steun krijgen (Armenwet)
in 1874 werd kinderarbeid verboden (het Kinderwetje van Van Houten)

er kwamen wetten om de arbeidsomstandigheden te verbeteren (veiligheidswet van 1895)
en de duur van de arbeidsdag werd in de arbeidswet van 1919 wettelijk beperkt tot acht uur, hoewel er nog lang ook op zaterdag werd gewerkt.
geleidelijk breidde de taken van de overheid zich uit, er kwamen meer behoefte aan sociale voorzieningen die niet uit zichzelf door de markt werden geproduceerd, zoals scholing en vakopleidingen. de overheid vervulde voorwaardenscheppende en producerende rol. we noemen dit een gemengde markteconomie.

3.3 het ontstaan van de verzorgingsstaat
crisis en WO-II
voor de tweede oorlog in 1929 na de beurscrash stortte de economie in en was er een wereldwijde crisis. de tweede wereldoorlog maakte de noodzaak tot ingrijpen op sociaaleconomisch gebied alleen maar groter.
voor de tweede wereldoorlog toen de partijen elkaar nog fel bestreden, dit veranderde tijdens de oorlog toen ze inzagen dat ze ook konden samenwerken. er ontstond een groeiende noodzaak en de bereidheid om samen te werken.
naoorlogse opbouwfase
er moest veel worden opgebouwd dus het was belangrijk dat de lonen laag bleven, daarom werd een geleide loonpolitiek gevoerd. niet de werkgevers maar de regering besliste hoe hoog de lonen mochten zijn.
uitbreiding sociale zekerheid
als eerste naoorlogse sociale voorziening voerde de legendarische minister-president Willem Drees in 1956 de Algemene Ouderdomswet (AOW)
de verzorgingsstaat voltooid
mensen waren nu bij ziekte, ouderdom of arbeidsongeschiktheid verzekerd van een inkomen: het socialezekerheidsstelsel, als ruggengraat van van de verzorgingsstaat.


5 de sociale zekerheid geregeld

deelvraag is: welke soorten verzorgingsstaat zijn er en welk model hebben we in Nederland?

5.1 verschillende soorten verzorgingsstaat
Scandinavisch model
het Scandinavische model bestaat uit een pragmatisch systeem met als kernwoord flexicurity, een combinatie van een flexibele arbeidsmarkt en een sterke sociale zekerheid. hier heerst het sociaaldemocratisch model.
Angelsaksisch model
in Engeland en de VS staan liberale waarden en zelfredzaamheid, particulier initiatief en vrijheid geen uitgebreide sociale zekerheid toe.
Rijnlands of corporatistische model
het Rijnlands model is een aanduiding voor de gemengde economische orde waarbij de markt sterk word ingeperkt door de ene kant een ver ontwikkelde collectieve sector en daarnaast een harmonieuze samenwerking tussen overheid en sociale partners.
dit model was voor lange tijd kenmerkend voor Nederland, maar door de dure bekostiging zijn ze meer opgeschoven naar het Angelsaksische model.
vergelijking

een model word efficient beschouwd als het voldoende stimuli tot werken bevat en dus ook leidt tot hoge werkgelegenheidspercentages.

5.2 de praktijk van de verzorgingsstaat

de ontwikkeling tot verzorgingsstaat en de formulering van sociaaleconomische doelstellingen bracht met zich mee dat de overheid in het naoorlogse Nederland steeds meer taken kreeg:
economische taken, zoals het stimuleren van werkgelegenheid en het bestrijden van inflatie
ondernemerstaken, zoals het financieren en prduceren van goederen en diensten, waaronder de zorg voor goed openbaar vervoer en een schoon milieu
sociale taken, zoals het verstrekken van uitkeringen en subsidies
welzijnstaken, zoals het maatschappelijk en sociaal-cultureel werk
culturele taken, zoals het beheren van bibliotheken en musea
een belangrijke deel van de verzorgingsstaat bestaat uit het verlenen van uitkeringen en subsidies. deze duiden we aan met de term sociale zekerheid.

5.3 de sociale zekerheid

de sociale zekerheid valt uiteen in twee hoofdgroepen namelijk:
sociale verzekeringen
sociale voorzieningen
sociale verzekeringen
sociale verzekeringen zijn verzekeringen in de letterlijke zin van het woord: mensen betalen premie om zich te verzekeren tegen een bepaald risico. deze zijn verplicht. en weer onder te verdelen onder:
volksverzekeringen

werknemersverzekeringen
volksverzekeringen
volksverzekeringen zijn basisuitkeringen die voor iedereen gelijk zijn zoals de AOW, ANW en de AKW
werknemersverzekeringen
werknemersverzekeringen zijn speciaal bestemd voor werknemers, en meestal uitgevoerd door het UWV. de belangrijkste zijn:
WW (werkloosheidswet)
WULBZ (wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte
WIA (wet werk en inkomens naar arbeidsvermogen
sociale voorzieningen
sociale voorzieningen zijn er voor degene die geen aanspraak kunnen doen op de socialeverzekeringen, omdat ze bijvoorbeeld nog nooit gewerkt hebben. bekendste sociale voorziening is de bijstand, en word geregeld in de WWB (Wet werk en bijstand)
rechten en plichten
bij de verzorgingsstaat horen niet alleen rechten maat ook plichten. plichten als de sollicitatie plicht en de plicht om premies te betalen.

6 de verzorgingsstaat onder druk

6.1 de eerste barstjes

het aantal vragen op uitkeringen bleek uiteindelijk zo groot te zijn dat het sociale-zekerheidsstelsel onbetaalbaar dreigde te worden.

het grote beroep op de sociale zekerheid
vrouwen kregen uiteindelijke dezelfde rechten op de sociale zekerheid als de mannen
misbruik
misbruik van de sociale zekerheid leidden uiteindelijk tot tot calculerend gedrag: werkende gingen meer naar hun eigen voordeel kijken en gingen vaker zwartwerken om premies te ontlopen.
oliecrisis
door de oliecrisis in 1973 stegen de uitkeringen nog meer, dus gingen de premies nog verder omhoog. om het hoofd boven water te houden gingen veel ondernemers bijvoorbeeld automatiseren. eind jaren zeventig was het duidelijk dat er iets moest gebeuren.

6.2 maatregelen
maatregelen aan de aanbodzijde; minder arbeidskrachten
om het beschikbare werk over meer mensen te verdelen besloot men tot de invoering van arbeidsverkorting. een tweede middel voor deze herverdeling van werk was de VUT-regeling, vrijwillige vervroegde uittreding.
Maatregelen aan de vraagzijde: meer werkgelegenheid
om de vraag naar arbeidskrachten te verhogen en dus meer werkgelegenheid te creëren, nam de overheid een aantal maatregelen:
verlaging van de loonbelasting en sociale premies zodat personeel voor werkgevers goedkoper werd

het geven van bijvoorbeeld investeringssubsidies aan bedrijven om de werkgelegenheid te stimuleren
zelf arbeidsplaatsen creëren door grootschalige projecten als de verbetering van de infrastructuur te starten
zelf als overheid vooral producten afnemen van het Nederlandse bedrijfsleven
zorgen voor aanvullende werkgelegenheidsprojecten voor laaggeschoolde langdurige werklozen, de zogenaamde ID-banen.

bezuiniging
het krijgen van een uitkering moest minder vanzelfsprekend worden:
de WW is afhankelijk geworden van het aantal jaren dat iemand gewerkt heeft, voor maximaal 5 jaar.
het begrip passende arbeid is verruimd, een werkloze moet een baan eerder accepteren
mensen die arbeidsongeschikt zijn worden strenger gekeurd, en alleen mensen die blijvend AO zijn krijgen een uitkering
leeftijd voor de bijstand van 18 naar 21
verhaalplicht van gemeentes
controle op de bijstand is strenger
op allerlei voorzieningen is bezuinigd, bijvoorbeeld bejaardentehuizen

6.3 marktwerking en eigen verantwoordelijkheid

om de blijvende afhankelijkheid van de uitkeringen, wat kwam door het kleine verschil tussen uitkering en loon, te veranderen werden er een aantal maatregelen getroffen:

meer marktwerking in de uitvoering van de sociale zekerheid
een grotere eigen verantwoordelijkheid
vergroting van de marktwerking
doordat de bedrijven weinig deden aan de re-integratie van langdurig zieke werknemers werd er de marktwerking geintroduceerd.
versterken van eigen verantwoordelijkheid
maatregelen die genomen worden naar aanleiding van de weinige participatie van de werkgevers aan het voorkomen van ziekteverzuim:
de Arbowet, de werkgever stelt een plan op om ziekteverzuim terug te dringen binnen zijn bedrijf
invoering van de WULBZ
wet poortwachter, wanneer een werknemer langer dan 6 weken ziek is, moet de werkgever en de werknemer samen een plan trekken voor terugkeer in de werksfeer
ziekenfondswet is omgevormd tot de nieuwe zorgverzekeringswet.

REACTIES

-.

-.

een aardig goede samenvatting, alleen de spelfouten zijn erg irritant. voortaan eerst even doorlezen misschien ?

11 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.